Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[verzoeker] ,
[belanghebbende],
1.De procedure
- de tussenbeschikking van 10 november 2021;
- de brief van 17 november 2021 namens [verzoeker] en [belanghebbende] ;
- de brief van 7 december 2021 namens Arrow;
- de brief van 8 december 2021 namens [verzoeker] en [belanghebbende] .
2.Het verzoek en het verweer
3.De beoordeling
ontvankelijkheid
Zowel Arrow als verwerkingsverantwoordelijke, als overige kredietverstrekkers hebben een gerechtvaardigd belang dat de gegevens van een kredietnemer in het CKI worden geregistreerd, om zo alert te kunnen zijn op personen met een problematisch kredietverleden. Nu niet in geschil is dat er ten aanzien van de onderhavige kredietovereenkomst een achterstand in de betalingen is ontstaan, waardoor de vordering uit hoofde van de kredietovereenkomst vervolgens geheel opeisbaar is geworden, zijn daarmee ook de bijzonderheidscoderingen 'A' en '2' rechtmatig opgenomen in CKI.
Uit de door [verzoeker] overgelegde stukken blijkt het volgende. De kredietovereenkomst vermeldt weliswaar de personalia van [verzoeker] , maar vermeldt een onjuist adres. Het in de kredietovereenkomst opgenomen adres is nooit woon- of verblijfplaats geweest van [verzoeker] . Het vermelde adres is het adres van de schoonouders van [belanghebbende] , die daar echter niet meer woonachtig zijn en naar Turkije zijn vertrokken. Arrow heeft [verzoeker] per brief en per e-mail op de hoogte gesteld van de ontstane betalingsachterstand, meerdere malen gemaand tot betaling, een voorstel voor een betalingsregeling gedaan en verschillende sommaties gestuurd. De brieven zijn echter allemaal geadresseerd aan hetzelfde – onjuiste – postadres, te weten het in de kredietovereenkomst vermelde adres van de schoonouders van [belanghebbende] . Ook de e-mails zijn verzonden aan een onjuist adres, namelijk aan een e-mailadres dat één letter afwijkt van het correcte e-mailadres van [verzoeker] . Hoewel Arrow geen contact heeft gekregen met [verzoeker] , heeft zij nagelaten de bijzonderheidscodering "schuldenaar onbereikbaar" in het CKI op te nemen. Op 25 mei 2016 heeft Arrow een zogenoemde 'vooraankondiging' aan [verzoeker] gestuurd, waarin zij [verzoeker] een laatste mogelijkheid heeft geboden om het krediet af te lossen, om registratie van achterstandscoderingen te voorkomen. Echter heeft Arrow de vooraankondiging wederom naar hetzelfde onjuiste adres gestuurd.
heeft, toen hij vanwege de BKR-registratie geen financiering kon krijgen, op 10 december 2020 contact opgenomen met Arrow, om te informeren naar de reden van de BKR-registratie. Daarop heeft Arrow hem de volledige correspondentie gestuurd – ditmaal naar het juiste (e-mail)adres. [verzoeker] heeft nog diezelfde dag een bedrag van € 4.920,-- naar Arrow overgemaakt, waarmee het volledige openstaande bedrag is afgelost. Arrow heeft vervolgens als daadwerkelijke einddatum van de kredietovereenkomst 11 december 2020 geregistreerd.
Arrow heeft dit alles niet weersproken. Desgevraagd kon zij ter mondelinge behandeling geen enkele toelichting of opheldering geven en heeft zij ook geen stukken overgelegd.
Nu [verzoeker] nog dezelfde dag dat hij door Arrow geïnformeerd werd over het ontstaan en de achtergrond van de registraties het volledige bedrag heeft afgelost, acht de rechtbank voorts aannemelijk dat [verzoeker] , als Arrow de correspondentie direct naar het juiste post- of
e-mailadres had gestuurd, de achterstand op zijn laatst volledig had ingelost op het moment van de vooraankondiging van de achterstandscoderingen, te weten 25 mei 2016. In dat geval zouden bij de indiening van het verzoekschrift reeds vijf jaren verstreken zijn en de registratie inmiddels verwijderd zijn.
€ 563,00(1,0 punten × tarief € 563,00)