Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 september 2020 met producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2,
- het vonnis van 2 december 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen,
- de brief van 21 september 2021 van Xelat met producties 14 tot en met 16,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 1 oktober 2021.
2.De feiten
8 december 2016. Partijen komen niet tot een gezamenlijke conclusie over de wijze waarop zij zich inzake de ontwikkeling van het gezondheidscentrum door Xelat en Jongen tot elkaar verhouden.
3.Het geschil
l. een bedrag van € 1.500.747,00 aan externe kosten, waaronder begrepen voorwaardelijke vorderingen van Jongen en de architect, en interne kosten, waaronder begrepen uren en kosten gemaakt door medewerkers van Xelat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2016 en te berekenen tot de dag der algehele voldoening,
4.De beoordeling
Centrale vraag en toetsingskader
18 februari 2015 had het voor Xelat duidelijk moeten zijn dat van haar veel verwacht werd door AZM voor het welslagen van het project, niet alleen wat betreft haalbaarheid van de exploitatie van de daadwerkelijke te bouwen en in te richten vierkante meters, maar uit de aard van de zaak ook inzake de mogelijke zorgpartners.
€ 7.998,00 aan salaris advocaat (twee punten tarief VIII à € 3.999,00).
5.De beslissing
€ 12.129,00, vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Xelat niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.