In deze strafzaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 december 2021 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal en het bezitten van dierenpornografie. De verdachte, geboren in 1965 en wonende in Kerkrade, werd bijgestaan door mr. Th. Boumans. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 30 november 2021, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het maken van een gewoonte van het vervaardigen en bezitten van kinderporno, het in bezit hebben van dierenporno, en het filmen van zijn minderjarige stiefdochter met verborgen camera's in hun woning. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding voor een deel nietig was, omdat de tenlastelegging onvoldoende feitelijke omschrijvingen bevatte van de kinderpornografische afbeeldingen en video's. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte in de periode van 29 januari 2016 tot en met 8 december 2020 kinderporno heeft vervaardigd en in bezit had, evenals een dierenpornografische video. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 178 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 200 uren, te vervangen door 100 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder het feit dat hij zich zelf bij de politie had gemeld en geen eerdere strafbare feiten had gepleegd.