In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 2 februari 2021 uitspraak gedaan over de intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van eisers op grond van de Participatiewet (PW). De rechtbank oordeelde dat eisers, ondanks herhaalde verzoeken van verweerder, hun Turkse identiteitsnummers niet binnen de gestelde termijn hebben verstrekt. Dit leidde tot de conclusie dat verweerder bevoegd was om de AIO-aanvulling in te trekken na het verstrijken van de hersteltermijn. De rechtbank verwierp de beroepsgrond van eisers dat hen geen verwijt kon worden gemaakt voor het niet verstrekken van de nummers, omdat zij gerechtvaardigd hadden geweigerd dit te doen. De rechtbank stelde vast dat het opvragen van de identiteitsnummers noodzakelijk was voor de identificatie van de juiste personen en voor de uitvoering van de PW. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.