ECLI:NL:RBLIM:2021:7687

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
12 oktober 2021
Zaaknummer
C/03/278031 / HA ZA 20-267
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijksgemeenschap na echtscheiding met betrekking tot woning en spaarpolis

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen twee partijen na hun echtscheiding. De partijen, die op 11 november 2011 in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, hebben hun huwelijk ontbonden op 13 februari 2015. De vrouw vordert een verdeling van de woning en een spaarpolis, die beide deel uitmaakten van de huwelijksgemeenschap. De man stelt dat er een verdelingsafspraak is gemaakt, maar de vrouw betwist dit. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsverwerking is en dat de woning en de spaarpolis alsnog verdeeld moeten worden. De rechtbank beslist dat de woning moet worden verkocht en dat de opbrengst moet worden gebruikt om de hypothecaire lening af te lossen. De rechtbank wijst ook de vordering van de vrouw af om een gebruiksvergoeding te ontvangen voor het gebruik van de woning, omdat de man de woonlasten heeft betaald. De man heeft geen vergoedingsrecht voor investeringen in de woning kunnen onderbouwen. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/278031 / HA ZA 20-267
Vonnis van 6 oktober 2021
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.L.M. Martens te Heerlen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.L.M. Schrouff te Heerlen.
Partijen worden hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende een eis in reconventie,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende een wijziging van eis,
  • de akten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 3 februari 2021,
  • de akte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , tevens houdende een voorwaardelijke vermeerdering van eis,
  • het proces-verbaal van voortzetting van de mondelinge behandeling van 21 juli 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn op 11 november 2011 in gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2.
Aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] behoorde voor het huwelijk in volledige eigendom toe de onroerende zaak, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] (hierna: de woning). Op het perceel is een recht van hypotheek gevestigd ten gunste van ABN Amro Bank tot zekerheid van de lening met hypotheeknummer [hypotheeknummer] . De hypothecaire geldlening bestaat uit twee aflossingsvrije leningdelen en een spaarhypotheek. Aan de spaarhypotheek is een spaarpolis gekoppeld met polisnummer [polisnummer] .
2.3.
Bij beschikking van deze rechtbank van 13 februari 2015 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Daarnaast is een bevel tot verdeling van de door de indiening van het echtscheidingsverzoek op 11 september 2014 ontbonden huwelijksgemeenschap gegeven. De echtscheidingsbeschikking is op 12 maart 2015 ingeschreven in het register van de burgerlijke stand.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
  • de woning toedeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , onder de verplichting om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen de helft van het verschil tussen de door een door de rechtbank te benoemen deskundige te bepalen onderhandse vrije verkoopwaarde van de woning en de schuld onder hypothecair verband ter grootte van € 116.500,00 en onder de voorwaarde dat de hypotheekhouder gelijktijdig [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid,
  • [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen de helft van de waarde van de spaarpolis ten tijde van de (goederenrechtelijke) verdeling,
  • voorwaardelijk, in het geval zou worden geoordeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te betalen de helft van de premies van de spaarpolis (naast de betalingen die middels de uitvoering van de draagkrachtberekening zijn verricht), [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van een gebruiksvergoeding voor het gebruik van de woning op basis van de huurwaarde, te bepalen door een door de rechtbank aan te wijze deskundige vanaf 11 september 2014 tot datum toedeling (levering) van het aandeel van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
subsidiair:
  • [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning die partijen ieder voor de onverdeelde helft in eigendom toebehoort, onder meer inhoudende dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] makelaar Consten Vastgoed, Geleenstraat 63 te 6411 Heerlen, toestemming geeft voor het bezichtigen van alle vertrekken in het te verkopen pand en het maken van foto’s van alle vertrekken en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de makelaar en potentiële kopers vrije en onbelemmerde toegang tot het pand biedt, ook als dat betekent dat hij opruimwerkzaamheden dient te verrichten als hij daartoe instructies krijgt van de makelaar en ook als dat inhoudt dat hij zich afzijdig houdt van de bezichtigingen zodat potentiële belangstellenden zich voldoende vrij voelen om rond te kijken,
  • [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt alle rechtshandelingen te verrichten (of een volmacht daartoe te verlenen) die nodig zijn voor het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar en voor het verkopen en het leveren van de woning aan kopers,
  • bepaalt dat partijen zich dienen te richten naar het advies van de makelaar wat betreft de vraag- en laatprijs, ook in het geval deze prijzen naar het oordeel van de makelaar na verloop van tijd dienen te worden aangepast (bijvoorbeeld vanwege de duur van de verkoopprocedure, ontwikkelingen op de woningmarkt of wijziging van de bestemming van het perceel,
dit alles onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na betekening van het in dezen te wijzen vonnis nalaat aan deze veroordeling te voldoen,
  • de rechten uit hoofde van de spaargroeiverzekering bij ABN Amro Bank met polisnummer [polisnummer] toedeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de verplichting om de verplichtingen uit hoofde van deze polis voor zijn rekening te nemen,
  • [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen de helft van de waarde van de spaarpolis ten tijde van de levering van de woning aan de derde koper,
  • voorwaardelijk, in het geval zou worden geoordeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te betalen de helft van de premies van de spaarpolis (naast de betalingen die middels de uitvoering van de draagkrachtberekening zijn verricht), [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een gebruiksvergoeding voor het gebruik van de woning op basis van de huurwaarde, te bepalen door een door de rechtbank aan de wijzen deskundige vanaf 11 september 2014 tot datum levering aan een derde koper.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
- bepaalt dat de woning alsmede de spaarpolis bij ABN Amro Bank met portefeuillenummer [portefeuillenummer] zonder nadere verrekening worden toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hypothecaire geldleningen met kenmerk [hypotheeknummer] voor zijn rekening neemt en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] laat ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid,
subsidiair:
  • bepaalt dat de woning tegen een waarde van € 114.000,00 zonder nadere verrekening wordt toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hypothecaire geldleningen met kenmerk [hypotheeknummer] voor zijn rekening neemt en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] laat ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid,
  • bepaalt dat de spaarpolis bij ABN Amro Bank met met portefeuillenummer [portefeuillenummer] wordt toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de waarde per peildatum, onder vergoeding van de helft van deze waarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
meer subsidiair:
  • bepaalt dat de woning wordt toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen waarde, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hypothecaire geldleningen met kenmerk [hypotheeknummer] voor zijn rekening neemt en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] laat ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid,
  • voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij de verdeling van de woning een vergoedingsrecht heeft van € 3.583,00 in het geval de woning aan hem wordt toebedeeld dan wel een vergoedingsrecht van € 7.166,00 in het geval de woning wordt verkocht aan een derde, althans dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vergoedingsrecht heeft zoals de rechtbank in goede justitie vaststelt, waarna de resterende overwaarde aan beide partijen toekomt, ieder de helft,
  • bepaalt dat de spaarpolis bij ABN Amro Bank met met portefeuillenummer [portefeuillenummer] wordt toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de waarde per datum van verdeling, onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te voldoen de helft van de waarde van de premies die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft voldaan vanaf 9 september 2014 tot de datum van verdeling onder vergoeding van de helft van de (vastgestelde) waarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze gezamenlijk worden besproken en beoordeeld.
Waar gaat deze zaak over?
4.2.
In deze zaak staat niet ter discussie dat de woning, de hypothecaire geldlening en de spaarpolis deel uitmaakten van de huwelijksgemeenschap die tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestond. Die huwelijksgemeenschap is op de voet van artikel 1:99 lid 1 aanhef en sub b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als gevolg van de indiening van een verzoekschrift tot echtscheiding door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 11 september 2014 ontbonden .
4.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschillen van mening over de vraag of naar aanleiding van de echtscheiding en de daarmee gepaard gaande vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk een afspraak is gemaakt over de verdeling van de woning en de spaarpolis. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is van mening dat zo’n afspraak niet is gemaakt. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn de woning en de spaarpolis nog steeds niet verdeeld en zij beoogt met deze procedure dat die verdeling, waarin ook de hypothecaire geldlening moet worden betrokken, alsnog plaatsvindt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt zich daarentegen primair op het standpunt dat met het oog op de echtscheiding een verdelingsafspraak is gemaakt die ook betrekking heeft op de woning en de spaarpolis, zodat niets meer te verdelen valt. In het geval de rechtbank van oordeel zou zijn dat de woning en de spaarpolis wel nog moeten worden verdeeld, geldt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het niet eens is met de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde wijze van verdeling.
4.3.1.
De rechtbank zal hierna eerst beoordelen of al dan niet een verdelingsafspraak is gemaakt over de woning en de spaarpolis. In het geval de rechtbank tot het oordeel komt dat geen verdelingafspraak is gemaakt, zal vervolgens worden beoordeeld op welke manier de woning en de spaarpolis moeten worden verdeeld en hoe de hypothecaire geldlening in die verdeling moet worden betrokken. Daarnaast zal, in het geval de rechtbank daaraan toekomt, een beslissing worden genomen over de voorwaardelijk door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde gebruiksvergoeding. Ten slotte zal, in het geval de rechtbank daaraan toekomt, een beslissing worden genomen over de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde verklaring voor recht die betrekking heeft op een vergoedingsrecht dat hij stelt te hebben.
Hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een verdelingsafspraak gemaakt?
4.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verwijst naar een door hem als productie 9 in het geding gebracht document (hierna: het document). Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is het document door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opgesteld en doet zij hem daarin een voorstel voor de afwikkeling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat naar aanleiding daarvan een verdelingsafspraak is gemaakt. Die afspraak houdt in, zo begrijpt de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 6.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou betalen en dat daartegenover stond dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen aanspraak meer zou maken op (verdeling van) tot de huwelijksgemeenschap behorende vermogensbestanddelen, waaronder de woning en de spaarpolis. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft het bedrag van € 6.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaald en daarmee is de verdeling afgewikkeld, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.4.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat het document van haar afkomstig is en zij betwist ook dat naar aanleiding daarvan een verdelingsafspraak is gemaakt.
4.4.2.
De rechtbank stelt vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft gesteld wanneer de beweerdelijke verdelingsafspraak is gemaakt. Hij heeft ook niet gesteld wanneer het document, dat volgens hem aan de basis van deze afspraak lag, is opgesteld. Het document zelf is niet van een datum voorzien. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft erop gewezen dat uit de correspondentie tussen de toenmalige advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] blijkt dat geen verdelingsafspraak is gemaakt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft deze correspondentie als productie 11 en 12 bij haar antwoordakte naar aanleiding van de wijziging van eis van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in het geding gebracht, zodat over de inhoud hiervan geen discussie bestaat. In haar brief aan de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 8 oktober 2014 schrijft de toenmalige advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder andere dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft van het spaargeld, te weten € 6.000,00 al heeft ontvangen. Hiernaast verzoekt de toenmalige advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te laten weten welke vermogensbestanddelen, behoudens de woning, in de optiek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat moment nog verdeeld moeten worden. In reactie op de brief van 8 oktober 2014 heeft de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij brief van 4 november 2014 aan de toenmalige advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevraagd:
“wat gaat er met de woning gebeuren? Kan uw cliënt er zorg voor dragen dat cliënte wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid? Hij deelde mij, gelet op het feit dat hij thans een uitkering heeft, mede dat dat niet tot de mogelijkheden behoort. Zijn er nog vooruitzichten?”Uit deze correspondentie blijkt dat in de periode oktober en november 2014 (nog) geen verdelingsafspraak (met de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde inhoud) is gemaakt. Op dat moment heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] weliswaar een bedrag van € 6.000,00 ontvangen, maar uit niets blijkt dat daartegenover staat dat de woning, de spaarpolis en eventuele overige tot de huwelijksgemeenschap behorende vermogensbestanddelen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden toegedeeld. Integendeel, uit de correspondentie blijkt dat de woning op dat moment nog niet is verdeeld. Gelet hierop had het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegen om feiten en omstandigheden naar voren te brengen op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat nadien alsnog een verdelingsafspraak met de door hem genoemde inhoud is gemaakt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft dat niet gedaan. Daar komt bij dat de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] over de betaling van het bedrag van € 6.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet te rijmen is met hetgeen zijn toenmalige advocaat in de brief van 8 oktober 2014 daarover heeft geschreven, te weten dat het de helft van het spaargeld betreft. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft, hoewel dat wel op zijn weg lag, geen verklaring voor deze ongerijmdheid gegeven. Ten slotte heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn stelling over het bestaan van een verdelingsaanspraak niet meteen bij conclusie van antwoord, maar in een later stadium ingenomen. Het had voor de hand gelegen dat hij bij die gelegenheid zou toelichten waarom hij zich in eerste instantie enkel op het standpunt heeft gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten tijde van de echtscheiding zou hebben laten weten dat zij geen aanspraak maken op haar aandeel in de woning. Bij deze stand van zaken heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat de woning en de spaarpolis al zijn verdeeld en dat een en ander alleen nog goederenrechtelijk moet worden afgewikkeld.
4.4.3.
Het voorgaande brengt mee dat de woning en de spaarpolis alsnog moeten worden verdeeld. Voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met de stellingen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] sinds de echtscheiding geen opmerkingen meer over de woning of de onderhoudstoestand daarvan meer heeft gemaakt en dat partijen zich hebben gedragen alsof de huwelijksgemeenschap geheel was afgewikkeld, betoogt dat sprake is van rechtsverwerking, gaat de rechtbank hieraan voorbij. Om rechtsverwerking te kunnen aannemen is nodig dat de rechthebbende, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in dit geval, zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van zijn recht of bevoegdheid. Enkel tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de wederpartij, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in dit geval, gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn aanspraak niet meer geldend zal maken, of waardoor de positie van de wederpartij onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden indien het recht of de bevoegdheid alsnog geldend wordt gemaakt (Hoge Raad 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen (bijzondere) omstandigheden aangedragen op basis waarvan kan of moet worden geoordeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij hem het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat zij geen aanspraak (meer) zou maken op haar aandeel in de woning en de spaarpolis. De stelling dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou hebben gezegd dat zij geen aanspraak zou maken op de woning en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarom de helft van het restant van een aan hem verknochte ontslagvergoeding aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voldaan, kan dat oordeel in ieder geval niet dragen. Die stelling is in het licht van de betwisting daarvan door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] namelijk onvoldoende onderbouwd. Er zijn geen aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dit zou hebben gezegd of “aangegeven”. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft een en ander niet geconcretiseerd. Daar komt bij dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelet op hetgeen zijn toenmalige advocaat in de brief van 8 oktober 2014 schrijft over de ontvangst van de helft van het spaargeld (een bedrag van € 6.000,00) door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat het bedrag van € 6.000,00 -nog daargelaten of het de helft van het restant van een aan hem verknochte ontslagvergoeding betreft- in verband hiermee is betaald.
Op welke manier moeten de woning en de spaarpolis worden verdeeld?
4.4.4.
De rechtbank zal hierna op de voet van artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) beslissingen nemen over de vorderingen die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verband met de verdeling van de woning en de spaarpolis hebben ingesteld. De omstandigheid dat in de echtscheidingsbeschikking van 13 februari 2015 is bevolen over te gaan tot verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap ten overstaan van een notaris, staat hieraan niet in de weg, omdat voldoende vaststaat dat de notaris partijen niet zal kunnen verenigen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschillen immers van mening over fundamentele uitgangspunten die bij de verdeling moeten worden gehanteerd.
4.4.5.
Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de rechter die de verdeling vaststelt, enige mate van vrijheid geniet, niet is gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd en niet expliciet behoeft in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren.
De woning
4.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn het in beginsel erover eens dat de woning en de spaarpolis, in het geval deze nog moeten worden verdeeld, aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dienen te worden toegedeeld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hierbij wel de kanttekening geplaatst dat hij een toedeling van de woning aan hem alleen kan financieren in het geval 11 september 2014 als peildatum voor de waardering wordt gehanteerd. In het geval de rechtbank van oordeel zou zijn dat de woning in lijn met de hoofdregel en overeenkomstig het betoog van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen de huidige waarde in de verdeling moet worden betrokken, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zo stelt hij, niet in staat de toedeling van de woning aan hem te financieren. De rechtbank houdt bij de te nemen verdelingsbeslissing rekening met dit standpunt.
4.5.1.
Aangezien partijen van mening verschillen over de peildatum die voor de waardering van de woning moet worden gehanteerd én de beslissing -gelet op de financieringsmogelijkheden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op dit punt cruciaal is voor de te nemen verdelingsbeslissing- zal de rechtbank hierna eerst beoordelen welke peildatum voor de waardering van de woning moet gehanteerd. Daarna zal een beslissing worden genomen over de (wijze van) verdeling van de woning, waarbij ook de hypothecaire geldlening zal worden betrokken. Ten slotte zal een beslissing worden genomen over de verdeling van de spaarpolis.
4.5.2.
Voor de peildatum voor de waardering van te verdelen vermogensbestanddelen, geldt dat de hoofdregel is dat het tijdstip van de verdeling, de dag dat de echtgenoten de verdelingshandeling verrichten zoals bedoeld in artikel 3:182 BW de peildatum is (Hoge Raad, 6 september 1996, NJ 1997 / 593). Als de rechter de (wijze van) verdeling vaststelt, geldt de dag waarop dit gebeurt (lees: de datum van het vonnis) als peildatum. Van deze hoofdregel kan worden afgeweken indien partijen een andere peildatum zijn overeengekomen of als de rechter van oordeel is dat op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid van de hoofdregel dient te worden afgeweken.
4.5.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is van mening dat overeenkomstig deze hoofdregel de datum van verdeling moet worden gehanteerd als peildatum voor de waarde waartegen de woning in de verdeling moet worden betrokken. De woning is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onverdeeld gebleven omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten tijde van de echtscheiding een werkloosheidsuitkering ontving, waardoor het financieel niet haalbaar was om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te doen ontslaan uit hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had zelf eerder het initiatief tot verdeling kunnen nemen, dan was de waarde van de woning wellicht lager geweest dan nu het geval is. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat niet heeft gedaan, komt voor zijn risico aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.5.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vindt dat de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding, 11 september 2014, als peildatum voor de waardering moet worden gehanteerd. Ter onderbouwing hiervan stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de woning al op 20 maart 2014 heeft verlaten en dat hij sindsdien alle woonlasten heeft voldaan. Daarnaast moet volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de woning vóór het huwelijk uitsluitend aan hem in eigendom toebehoorde en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] slechts als gevolg van het huwelijk mede-eigenaar is geworden. Verder heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten tijde van de echtscheiding geen aanspraak gemaakt op haar deel van de (overwaarde van de) woning. Daarom heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de helft van een door hem ontvangen gouden handdruk, een bedrag van € 6.000,00, aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgemaakt. Dat zou hij niet hebben gedaan als hij had geweten dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alsnog aanspraak zou maken op haar deel van de (overwaarde van de) woning. Uit de jurisprudentie volgt dat de gouden handdruk als verknocht had moeten worden aangemerkt. Ten slotte heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] na de echtscheiding in de woning geïnvesteerd, waardoor deze in waarde is gestegen. Het is daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de woning tegen de huidige waarde in de verdeling wordt betrokken.
4.5.5.
De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hierin niet. Zijn argumenten leggen op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien onvoldoende gewicht in de schaal om een afwijking van de hoofdregel te rechtvaardigen. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf het vertrek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de woning in maart 2014 de betaling van de woonlasten volledig voor zijn rekening heeft genomen rechtvaardigt die afwijking niet, omdat daar tegenover staat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf dat moment alleen het gebruik en genot van de woning heeft gehad. Bovendien is bij de berekening van de voor de betaling van partneralimentatie beschikbare draagkracht rekening gehouden met het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woonlasten volledig voor zijn rekening neemt. De omstandigheid dat de woning vóór het huwelijk uitsluitend aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in eigendom toebehoorde en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] slechts als gevolg van het huwelijk mede-eigenaar is geworden kan ook niet tot een ander oordeel leiden, omdat dit een gevolg is van de keuze om in gemeenschap van goederen te trouwen. Hiervoor is al geoordeeld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aanvankelijk haar aanspraak op haar aandeel in de (waarde van de) woning heeft laten varen. Daarom kan ook hierin geen steun worden gevonden voor afwijking van de hoofdregel. Ten slotte geldt voor het argument dat de woning in waarde is gestegen als gevolg van door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gepleegde investeringen, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] via de route van het vergoedingsrecht aanspraak kan maken op vergoeding hiervan. Ook hierin kan dus geen grond voor afwijking van de hoofdregel worden gevonden. Het voorgaande brengt mee dat de woning tegen de huidige waarde in de verdeling dient te worden betrokken.
4.5.6.
Aangezien hiervoor is geoordeeld dat het tijdstip van de verdeling als peildatum voor de waardering moet worden gehanteerd en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat toedeling van de woning aan hem in dat geval financieel niet haalbaar is, zal de rechtbank beslissen dat de woning door middel van verkoop dient te worden verdeeld. De rechtbank betrekt bij dit oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet wenst dat de woning aan haar wordt toegedeeld. In het kader van de verkoop van de woning dient de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening te worden afgelost. Als de verkoopopbrengst en de opbrengst van de spaarpolis (de rechtbank verwijst naar hetgeen hierna wordt beslist over de verdeling daarvan) onverhoopt niet toereikend zou zijn om de schuld uit hoofde van de hypothecaire lening en/of de verkoopkosten te voldoen, dienen partijen de resterende schuld gelijkelijk te dragen.
4.5.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gesteld dat eventuele waardestijgingen van de woning als gevolg van na de echtscheiding gepleegde investeringen bij de verdeling buiten beschouwing kunnen worden gelaten. In deze procedure is niet vast komen te staan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met enig bedrag in de woning heeft geïnvesteerd. De rechtbank verwijst naar hetgeen hierna onder het kopje “Heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vergoedingsrecht?” wordt beslist. Daar komt bij dat zelfs als de rechtbank ervan uit zou gaan dat in de woning is geïnvesteerd, niet duidelijk geworden of en zo ja met welk bedrag de woning als gevolg van die investering(en) in waarde is gestegen. De rechtbank kan bij haar verdelingsbeslissing daarom geen rekening hiermee houden.
4.5.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld tot medewerking aan de verkoop en levering van de woning, een en ander op de manier zoals door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het petitum verwoord. Daarnaast vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld alle rechtshandelingen te verrichten (of een volmacht daartoe te verlenen) die nodig zijn voor het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar en voor het verkopen en het leveren van de woning aan kopers. Deze vorderingen liggen voor toewijzing gereed, aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen verweer tegen die toewijzing heeft gevoerd. Hierbij geldt voor de vordering die ertoe strekt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld tot het verrichten van rechtshandelingen die nodig zijn voor de totstandkoming van de verkoopopdracht aan de makelaar en voor de verkoop en levering van de woning aan de kopers, dat de rechtbank deze niet zelfstandig zoals door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is gevorderd maar als onderdeel van de vordering die strekt tot veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om mee te werken aan de verkoop en levering van de woning zal toewijzen.
4.5.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft wel verweer gevoerd tegen toewijzing van de vordering om aan deze
veroordelingen een dwangsom te verbinden. In dit kader betoogt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij zijn medewerking zal verlenen aan verkoop van de woning. Hetgeen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in reactie hierop heeft gesteld, te weten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de periode voorafgaand aan deze procedure niet reageerde op namens haar gezonden brieven en dat zijn standpunt blijk geeft van een nogal grote verongelijktheid ten opzichte van het standpunt van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , is onvoldoende om te conclusie te dragen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet zonder een prikkel tot nakoming in de vorm van een dwangsom aan dit vonnis zal voldoen. De vordering om een dwangsom te verbinden aan de veroordelingen tot medewerking aan de verkoop en levering van de woning zal daarom worden afgewezen.
4.5.10.
Ten slotte vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in verband met de verkoop van de woning dat de rechtbank bepaalt dat partijen zich dienen te richten naar het advies van de makelaar wat betreft de vraag- en laatprijs, ook in het geval deze prijzen naar het oordeel van de makelaar na verloop van tijd dienen te worden aangepast (bijvoorbeeld vanwege de duur van de verkoopprocedure, ontwikkelingen op de woningmarkt of wijziging van de bestemming van het perceel). Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen verweer heeft gevoerd tegen toewijzing van deze vordering, ligt deze voor toewijzing gereed.
De spaarpolis
4.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn het erover eens dat de spaarpolis is gekoppeld aan de hypothecaire geldlening. Dat blijkt overigens ook uit de stukken. Gelet hierop en op het feit dat hiervoor is geoordeeld dat de woning moet worden verkocht en bij die gelegenheid de schuld aan ABN Amro Bank uit hoofde van de hypothecaire geldlening moet worden afgelost, acht de rechtbank het aangewezen dat de spaarpolis bij die gelegenheid te gelde wordt gemaakt. Hierbij houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat niet valt uit te sluiten dat de aflossing van de hypothecaire geldlening in het kader van de verkoop van de woning in de weg staat aan voortzetting van de spaarpolis. De spaarpolis zal daarom niet aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden toegedeeld, zoals partijen hebben gevorderd.
4.6.1.
Uit het voorgaande volgt dat de spaarpolis tegen de actuele waarde in de verdeling dient te worden betrokken. Dat is in lijn met de hoofdregel en de rechtbank ziet geen aanleiding om van die hoofdregel af te wijken en de spaarpolis tegen de waarde op 11 september 2014 in de verdeling te betrekken, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beoogt. De omstandigheid dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf 20 maart 2014 niet meer heeft bijgedragen in de waardestijging van deze polis is hiervoor onvoldoende. De rechtbank verwijst naar hetgeen hierna wordt overwogen over de betaling van de premie ten behoeve van deze polis.
4.6.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , in het geval de spaarpolis tegen de actuele waarde in de verdeling wordt betrokken, alsnog de helft van de door hem ter zake betaalde premies vanaf 9 september 2014 tot het moment van verdeling van de spaarpolis aan hem moet voldoen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft namelijk geen bijdrage hierin geleverd, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat zij alsnog de helft van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalde en nog te betalen premies moet voldoen. Zij stelt zich op het standpunt dat zij hierin heeft bijgedragen, omdat bij de berekening van de draagkracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (ter beantwoording van de vraag of hij in staat is een aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud te voldoen) aan de lastenzijde rekening is gehouden met de betaling van deze premie door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.6.3.
De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat in de opgestelde draagkrachtberekening rekening is gehouden met de omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de premie van de spaarpolis zou betalen. Dat blijkt ook uit de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als productie 8 in het geding gebrachte draagkrachtberekening waarin die premie volledig is meegenomen. Daarom hoefde [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor de duur van de alimentatieplicht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen rekening te houden met de omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in het kader van de verdeling van de spaarpolis op enig moment alsnog aanspraak zou maken op een bijdrage in de door hem betaalde premies. Een ander oordeel zou immers ertoe kunnen leiden dat de draagkrachtberekening niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Gelet hierop en op het feit dat partijen het erover eens zijn dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot halverwege juli 2018 alimentatieplichtig was jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , hoeft zij tot dat moment niet bij te dragen in de betaling van de premies. Dat ligt anders voor de periode vanaf half juli 2018. Vanaf dat moment is de alimentatieplicht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geëindigd, zodat zij niet meer erop kon vertrouwen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de betaling van de premie volledig voor zijn rekening zou blijven nemen. De rechtbank zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarom veroordelen tot betaling van de helft van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 15 juli 2018 tot het moment waarop de spaarpolis te gelde wordt gemaakt ten behoeve van deze polis betaalde premie. De rechtbank zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet veroordelen tot betaling van een concreet bedrag, omdat op dit moment nog niet duidelijk is wanneer de polis te gelde wordt gemaakt en dus ook niet duidelijk is tot wanneer de premie moet worden betaald. De rechtbank zal daarom bepalen dat de betalingsverplichting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit hoofde van deze veroordeling niet eerder intreedt dan nadat de spaarpolis te gelde is gemaakt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de hand van verificatoire bescheiden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inzichtelijk heeft gemaakt welk bedrag hij vanaf 15 juli 2018 tot het moment waarop de polis te gelde is gemaakt aan premie heeft betaald.
4.6.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voorwaardelijk, voor het geval de rechtbank van oordeel zou zijn dat zij dient bij te dragen in de premies van de spaarpolis, een vordering tot toekenning van een gebruiksvergoeding aan haar ingesteld. Aangezien de voorwaarde is ingetreden, zal die vordering hierna worden beoordeeld.
Heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aanspraak op een gebruiksvergoeding?
4.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] maakt aanspraak op een vergoeding voor het gebruik van de woning vanaf 11 september 2014 tot de datum van levering aan de woning aan een derde. Aan deze vordering legt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf haar vertrek uit de woning steeds het gebruik en genot daarvan heeft gehad, terwijl de woning mede in eigendom aan haar toebehoort. Bovendien heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] indirect bijgedragen in de woonlasten, omdat bij de berekening van de draagkracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] rekening is gehouden met de woonlasten, waaronder de premie van de spaarpolis.
4.7.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat hij een gebruiksvergoeding aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is verschuldigd.
4.7.2.
Uit het bepaalde in artikel 3:169 BW volgt dat het gebruik en genot van een woning toekomt aan de mede-eigenaren tezamen. Onder omstandigheden kan het zo zijn dat de deelgenoot die verstoken blijft van het gebruik en genot van de gemeenschappelijke woning, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in dit geval, schadeloos moet worden gesteld, bijvoorbeeld door toekenning van een gebruiksvergoeding. Hierbij dienen de redelijkheid en billijkheid, die de rechtsbetrekking tussen de deelgenoten in een gemeenschap op grond van artikel 3:166 lid 3 BW beheerst, tot maatstaf.
4.7.3.
In dit geval staat niet ter discussie dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf het moment dat zij de woning in maart 2014 heeft verlaten, verstoken is van het gebruik en genot daarvan. Dat gebruik en genot komt vanaf dat moment alleen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toe. Daar staat tegenover dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zo heeft hij onweersproken gesteld, vanaf dat moment de woonlasten volledig voor zijn rekening heeft genomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daarin geen bijdrage meer geleverd. Bij deze stand van zaken acht de rechtbank het niet redelijk dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een vergoeding moet betalen in verband met het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gederfde genot en gebruik van de woning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft weliswaar erop gewezen dat bij de berekening van de draagkracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] rekening is gehouden met deze betalingen, zodat zij de facto een bijdrage is blijven leveren in de woonlasten, maar in dit standpunt volgt de rechtbank haar niet. De omstandigheid dat de woonlasten bij de berekening van het draagkrachtloos inkomen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in aanmerking zijn genomen kan, zonder nadere toelichting die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft gegeven en rekening houdend met het feit dat 60% van de draagkrachtruimte beschikbaar is voor partneralimentatie, niet tot de conclusie leiden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , in het geval bij de berekening van de draagkracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] slechts rekening zou zijn gehouden met de helft van de woonlasten, maandelijks een bedrag aan alimentatie zou hebben ontvangen dat gelijk is aan de helft van de woonlasten. Alleen als dat het geval zou zijn geweest zou kunnen worden geconcludeerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de facto de helft van de woonlasten heeft voldaan. Daar komt bij dat partijen het erover eens zijn dat de alimentatieverplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] halverwege juli 2018 is geëindigd zodat de redenering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dan hoe dan ook niet meer opgaat. Gelet op dit alles zal de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden afgewezen.
Heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vergoedingsrecht?
4.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat hij, in het geval de woning wordt verkocht aan een derde, een vergoedingsrecht heeft van € 7.166,00. Aan deze vordering legt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten grondslag dat hij sinds de echtscheiding een bedrag van in totaal € 7.166,00 in de woning heeft geïnvesteerd. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met privégelden in een gemeenschappelijk goed heeft geïnvesteerd, heeft hij een vergoedingsaanspraak jegens de gemeenschap, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Bovendien is sprake van ongerechtvaardigde verrijking. De investeringen hebben geleid tot een waardestijging van de woning. Het is niet redelijk dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarvan profiteert, omdat de investeringen alleen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn gedaan. Verder geldt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de indruk heeft gewekt dat zij geen aanspraak mee op de woning zou maken. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich als gevolg hiervan gedragen alsof de woning al was verdeeld. Hij heeft geen rekening hoeven houden met de omstandigheid dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van deze investeringen zou profiteren.
4.8.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vergoedingsrecht heeft.
4.8.2.
Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat uit het arrest van de Hoge Raad van 10 mei 2019 (ECLI:NL:HR:2019:707) volgt dat in een zaak zoals deze -waarin geen sprake (meer) is van een huwelijksgemeenschap op het moment dat de investeringen zouden zijn gedaan- aan de hand van het algemene verbintenissenrecht (de in Boek 6 BW geregelde rechtsfiguren) moet worden beoordeeld of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vergoedingsaanspraak heeft. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt, zo begrijpt de rechtbank, primair ongerechtvaardigde verrijking en subsidiair de redelijkheid en billijkheid aan zijn vergoedingsrecht ten grondslag. Als aan de voorwaarden voor ongerechtvaardigde verrijking is voldaan kan op die grond een aanspraak vergoeding van uitgaven bestaan. Daarnaast kan zo’n vergoedingsrecht in verband met de bijzondere omstandigheden van het geval voortvloeien uit de in artikel 6:2 lid 1 BW genoemde eisen van redelijkheid en billijkheid. Het ligt op de weg van degene die aanspraak maakt op vergoeding van een investering om de bijzondere feiten en omstandigheden te stellen die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat een vergoedingsrecht bestaat.
4.8.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft in het licht van de betwisting daarvan door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat hij zelf een bedrag van € 7.166,00 of enig ander bedrag in de woning heeft geïnvesteerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaard dat dit bedrag afkomstig is uit de gezamenlijke spaarpot van hem en mevrouw [naam] , zodat de investeringen dus ook met zijn geld zijn betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet gesteld en dus ook niet onderbouwd met welk bedrag hij aan de investeringen heeft bijgedragen. Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betwist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met het door hem genoemde bedrag van € 7.166,00 hieraan heeft bijgedragen, lag dat wel op zijn weg. Bij deze stand van zaken heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat hij met enig bedrag is verarmd. Daarom kan alleen al hierom niet worden geconcludeerd dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij met € 7.166,00 of enig ander bedrag heeft bijgedragen aan de investeringen kan reeds hierom ook niet worden geoordeeld dat sprake is van een situatie die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengt dat een vergoedingsrecht bestaat. De gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.9.
In de omstandigheid dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gewezen echtgenoten zijn en deze procedure betrekking heeft op de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun huwelijk, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten, met uitzondering van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte kosten van de op 3 februari 2021 gehouden mondelinge behandeling, in conventie en in reconventie te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte kosten van de op 3 februari 2021 gehouden mondelinge behandeling komen voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op die datum bij akte zijn eis heeft gewijzigd. Die eiswijziging is van dien aard dat van (de advocaat van) [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet kan worden gevergd dat daarop tijdens de mondelinge behandeling zou worden gereageerd. Door toch zó kort voor de mondelinge behandeling zo’n eiswijziging in te dienen heeft de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het risico genomen dat de mondelinge behandeling zou moeten worden aangehouden. De daarmee voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gepaard gaande kosten komen daarom voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De rechtbank begroot die kosten, gelet op de samenhang tussen de procedure in conventie en de procedure in reconventie in totaal, in conventie en in reconventie, op € 563,00 (één punt in liquidatietarief II).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
stelt de wijze van verdeling van de woning staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] en de spaarpolis met polisnummer [polisnummer] vast als volgt:
1. de woning wordt verkocht aan een derde,
- uit de verkoopopbrengst en de opbrengst van de bij gelegenheid van de verkoop/overdracht van de woning te gelde te maken spaarpolis met polisnummer [polisnummer] worden voldaan:
- de schuld uit hoofde van de hypothecaire lening bij ABN Amro Bank met hypotheeknummer [hypotheeknummer] ,
- de verkoopkosten waaronder de kosten van de eventueel in te schakelen verkoopmakelaar,
2. van hetgeen vervolgens van de verkoopsom resteert, komt ieder van partijen een gelijk deel toe,
3. als de verkoopopbrengst en de opbrengst van de spaarpolis niet toereikend zou zijn om de schuld uit hoofde van de hypothecaire lening en/of de verkoopkosten te voldoen, dienen partijen de resterende schuld gelijkelijk te dragen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning, waarbij die medewerking onder meer inhoudt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] :
- alle rechtshandelingen te verricht (of een volmacht daartoe te verleent) die nodig zijn voor het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar en voor het verkopen en het leveren van de woning aan kopers,
- makelaar Consten Vastgoed, Geleenstraat 63 te 6411 Heerlen, toestemming geeft voor het bezichtigen van alle vertrekken in het te verkopen pand en het maken van foto’s van alle vertrekken en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de makelaar en potentiële kopers vrije en onbelemmerde toegang tot het pand biedt, ook als dat betekent dat hij opruimwerkzaamheden dient te verrichten als hij daartoe instructies krijgt van de makelaar en ook als dat inhoudt dat hij zich afzijdig houdt van de bezichtigingen zodat potentiële belangstellenden zich voldoende vrij voelen om rond te kijken,
5.2.1.
bepaalt dat partijen zich dienen te richten naar het advies van de makelaar wat betreft de vraag- en laatprijs van de woning, ook in het geval deze prijzen naar het oordeel van de makelaar na verloop van tijd dienen te worden aangepast,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de helft van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 15 juli 2018 tot het moment waarop de spaarpolis te gelde wordt gemaakt ten behoeve van deze polis betaalde premie, waarbij de betalingsverplichting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit hoofde van deze veroordeling niet eerder intreedt dan nadat de spaarpolis te gelde is gemaakt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de hand van verificatoire bescheiden inzichtelijk heeft gemaakt wel bedrag hij in deze periode aan premie heeft betaald,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gerezen kosten van de mondelinge behandeling van 3 februari 2021 begroot op € 563,00,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
compenseert voor het overige de kosten van deze procedure, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.H.J. Lafghani, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021. [1]

Voetnoten

1.type: NL