Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
101investing,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12, betekend op of omstreeks 22 januari 2021
- het tegen de derde gedaagde verleende verstek
- de incidentele conclusie tot nietigheid dagvaarding, tevens houdende incidentele conclusie tot onbevoegdheid en verzoek om aanhouding wegens litispendentie met producties 1 tot en met 7 van FXBFI c.s.
- de incidentele conclusie van antwoord houdende nietigheid dagvaarding en exceptie van onbevoegdheid met productie 15, met dien verstande dat paragraaf 4 tot en met 8 met producties 13 en 14 buiten beschouwing worden gelaten.
2.De feiten voor zover van belang in incident
3.Het geschil in incident
- te bepalen dat tussentijds hoger beroep wordt toegestaan in het geval de rechtbank zich bevoegd verklaart,
- [eiser] te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, vermeerderd met rente.
4.De beoordeling in incident
De gestelde nietigheid van de dagvaarding
Terms and Conditionsbehorende bij de overeenkomst kan beroepen en, daaruit voortvloeiend, of er een plicht tot aanhouding van de procedure is. De rechtbank zal dit om die reden eerst beoordelen.
- één van de contractanten een consument is, die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,
- er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en
- deze overeenkomst onder één van de in artikel 17 lid 1 onder a), b) en c) bedoelde categorieën valt.
- het begrip 'consument' moet restrictief worden uitgelegd op basis van de positie die de betrokken persoon in een bepaalde overeenkomst inneemt in verband met de aard en het doel van deze overeenkomst, en niet op basis van de subjectieve situatie van die persoon,
- alleen overeenkomsten die een individu los en onafhankelijk van enige bedrijfs- of beroepsmatige activiteit of doelstelling sluit met als enige doel te voldoen aan de eigen particuliere consumptiebehoeften, vallen onder de beschermende regeling van artikelen 17 tot en met 19 Brussel I bis-Vo,
- deze bijzondere bescherming is niet gerechtvaardigd wanneer een overeenkomst wordt gesloten omwille van een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit; dat is niet anders wanneer deze activiteit voor de toekomst is gepland,
- dit betekent dat de regeling van artikelen 17 tot en met 19 Brussel I bis-Vo enkel van toepassing is indien de overeenkomst tussen de partijen is gesloten voor een niet bedrijfs- of beroepsmatig gebruik van het goed of de dienst in kwestie,
- niet relevant is of de consument zich op een specifieke manier gedraagt,
- bij financiële dienstverleningsovereenkomsten betekent dit dat niet relevant is wat de waarde is van de verrichte transacties, de omvang van de risico’s op financiële verliezen, de eventuele kennis of deskundigheid van een persoon op het gebied van financiële instrumenten of zijn actieve gedrag bij dergelijke transacties, noch of de consument een groot aantal transacties heeft verricht in een relatief kort tijdsbestek of dat hij grote bedragen in die transacties heeft geïnvesteerd,
- evenmin is relevant of de betreffende persoon een 'niet-professionele belegger' is in de zin van artikel 4 lid 1 onder 12 van de EU-Richtlijn MIFID II (voluit: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010).
- een 'professionele belegger' is een belegger die als professionele cliënt wordt aangemerkt of op verzoek als professionele cliënt kan worden behandeld in de zin van bijlage II van Richtlijn MIFID I (artikel 4 lid 1 Richtlijn MIFID II). De toekenning van de hoedanigheid van “professionele cliënt” veronderstelt dat nagegaan is of de betrokkene voldoet aan ten minste twee van drie criteria: i) dat hij tijdens de vier voorafgaande kwartalen gemiddeld tien transacties van significante omvang per kwartaal heeft verricht, ii) dat de omvang van zijn portefeuille financiële instrumenten groter is dan € 500.000,00 en iii) dat hij gedurende ten minste een jaar een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend in de financiële sector,
- voor het zijn van 'consument' is het objectieve doel van de overeenkomst voor de betrokkene doorslaggevend, namelijk of dat doel is beroeps- of bedrijfsmatig gebruik, dan wel consumptief gebruik. De aard en omvang van de verrichte transacties is daarbij niet van belang, evenmin als de omvang van de portefeuille. Alleen het uitoefenen van een beroep in de financiële sector zou relevant kunnen zijn.
Terms and Conditionswaar FXBFI c.s. zich op beroept, die volgens haar is overeengekomen vóór het ontstaan van het geschil, niet geldig is op grond van artikel 19 Brussel I bis-Vo. Op grond van dat artikel is een forumkeuze in consumentenzaken immers alleen mogelijk ná het ontstaan van het geschil.
- [eiser] in Nederland woont,
- 101investing een Nederlandse website had,
- [eiser] op die Nederlandstalige website zijn account heeft aangemaakt,
- op die website zijn alle (schijn)transacties en daarvoor benodigde handelingen verricht,
- 101investing zich op de Nederlandse consumenten richt,
- de advisering telefonisch (doorgaans via een Nederlandse telefoonnummer) in Nederland heeft plaatsgevonden,
- en de schade van [eiser] financiële (zuivere vermogens)schade betreft, bestaande uit afschrijvingen die allen zijn verricht vanaf zijn Nederlandse bankrekening.
[gedaagde sub 2]als bestuurder van FXBFI c.s. geleden - schade in Nederland is ingetreden, zodat de rechtbank op die grond rechtsmacht toekomt. Dit zal hierna worden toegelicht.
[gedaagde sub 2] ,als de veronderstelde veroorzaker van de schade, in het rechtsgebied van de Nederlandse rechter heeft gehandeld. De rechtbank acht zich gelet op het vorenstaande dan ook bevoegd om van de vorderingen tegen de bestuurders van 101investing kennis te nemen.
5.De beslissing
22 september 2021voor conclusie van antwoord zijdens FXBFI c.s.
20 oktober 2021voor opgave verhinderdata zijdens beide partijen voor een eventueel te houden mondelinge behandeling in de periode januari tot en met juni 2022,