ECLI:NL:RBLIM:2021:6157

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juli 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
C/03/264642 / HA ZA 19-268
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking in het kader van fraude door ex-echtgenoot

In deze zaak vordert de Gemeente Helmond schadevergoeding van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op basis van onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking. De Gemeente stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld door betrokken te zijn bij de fraude gepleegd door haar ex-echtgenoot, die als ambtenaar bij de Gemeente werkte. De fraude bestond uit het indienen van valse facturen en het onterecht laten betalen van privé-aankopen met gemeentegeld. De Gemeente heeft schade geleden door deze handelingen en vordert een bedrag van € 438.231,77, alsook de kosten van beslaglegging. De rechtbank oordeelt dat de vordering grotendeels niet toewijsbaar is, omdat niet is komen vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op de hoogte was van de frauduleuze praktijken van haar ex-echtgenoot. Wel wordt geoordeeld dat zij zich ongerechtvaardigd heeft verrijkt door gebruik te maken van goederen die met gemeentegeld zijn aangeschaft. De Gemeente wordt in het gelijk gesteld voor een bedrag van € 53.939,27, alsook voor de beslagkosten van € 8.485,16. De vordering in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/264642 / HA ZA 19-268
Vonnis van 28 juli 2021
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HELMOND,
zetelend te Helmond,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B.M. Reinders,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. P.B.A. Acda.
Partijen zullen hierna de Gemeente en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brieven van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 10 en 11 maart 2020 met producties,
- de rolbeslissing van 29 april 2020,
- de akte uitlaten na rolbeslissing van de Gemeente van 13 mei 2021,
- de akte uitlaten na rolbeslissing van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 13 mei 2021,
- de beslissing van 3 juni 2020 waarbij een comparitie na antwoord is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 20 januari 2021,
- de brief van 11 februari 2021 met het verzoek van de Gemeente om het proces-verbaal aan te passen,
- de brief van de rechtbank van 4 maart 2021 aan partijen met als inhoud dat het proces-verbaal van comparitie niet wordt aangepast en dat de brief van 11 februari 2021 van de Gemeente aan het proces-verbaal wordt gehecht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] was van 10 oktober 2008 tot 9 augustus 2017 gehuwd met [ex-echtgenoot] (hierna: [ex-echtgenoot] ). Het echtpaar woonde, met de kinderen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uit een eerder huwelijk, samen in de woning aan de [adres] te [plaats 1] (verder: de woning). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [ex-echtgenoot] waren in gemeenschap van goederen gehuwd.
[ex-echtgenoot] was van medio 2008 tot zijn ontslag op 16 december 2016 werkzaam bij de Gemeente, laatstelijk als [functie 1] . [ex-echtgenoot] exploiteerde naast zijn werk voor de Gemeente via een B.V. (het restaurant in) [naam kasteel] te [vestigingsplaats] (verder: het kasteel). Deze B.V. bankierde bij de Rabobank.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bekleedde sinds 2008 functies bij verschillende gemeenten, zoals [functie 2] en [functie 3] , laatstelijk bij de Gemeente Leudal.
2.2.
In november 2016 is een interne fraudemelding gedaan bij de Gemeente over door [ex-echtgenoot] gepleegde fraude door middel van (valse) facturen. [ex-echtgenoot] heeft erkend dat hij zich goederen heeft toegeëigend die betaald waren door de Gemeente.
De door de Gemeente destijds begrootte schade à € 18.569,00 is enerzijds verrekend met het laatste loon van [ex-echtgenoot] en anderzijds door [ex-echtgenoot] betaald aan de Gemeente.
2.3.
De Gemeente heeft op 23 december 2016 aangifte gedaan ter zake onder meer verduistering tegen [ex-echtgenoot] (productie 6 bij dagvaarding). De aangifte is op 20 februari 2017 bij brief van de burgemeester van de Gemeente aangevuld (productie 8 bij dagvaarding).
2.4.
De Gemeente heeft PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (hierna: PwC) opdracht gegeven tot het uitvoeren van een onderzoek naar de (omvang van de) door [ex-echtgenoot] gepleegde fraude. Dit onderzoek is door PwC uitgevoerd in samenwerking met onderzoeksbureau I-TEK (hierna: I-TEK). PwC concludeert dat voor circa € 450.000,00 aan privé-aankopen is gedaan, waaronder dameskleding, damesschoenen, herenkleding, fietsonderdelen, onderhoud aan fietsen, tuinmaterialen, onderhoud aan en aanleg van de tuin bij de woning en etenswaren, waarbij [ex-echtgenoot] gebruik heeft gemaakt van een zevental methodes om facturen van privégoederen door de Gemeente te laten betalen. Deze methoden bestonden er met name uit dat derden de facturen voor door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [ex-echtgenoot] gekochte zaken en uitgevoerde diensten betaalden, waarna die derden op hun beurt weer een factuur aan de Gemeente stuurden (productie 7 bij dagvaarding).
2.5.
De Gemeente heeft I-TEK opdracht gegeven vervolgonderzoek te doen naar de bij de fraude betrokken leveranciers. I-TEK heeft in haar onderzoek geconstateerd dat voor circa € 862.000,00 aan aankopen op kosten van de Gemeente zijn gedaan (productie 10 bij dagvaarding).
2.6.
[ex-echtgenoot] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn beiden strafrechtelijk vervolgd.
Aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is witwassen en heling ten laste gelegd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is daarvan bij vonnis van
5 april 2019 van Rechtbank Oost-Brabant vrijgesproken. In het vonnis staat, geciteerd voor zover hier van belang (productie 32 bij dagvaarding):
“(…)
De rechtbank spreekt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vrij van alle ten laste gelegde feiten en overweegt hiertoe het volgende.
De rechtbank stelt vast dat het dossier wel aanwijzingen bevat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist of moest vermoeden dat de tenlastegelegde voorwerpen uit enig misdrijf en door misdrijf zijn verkregen. [ex-echtgenoot] heeft bij de diverse leveranciers forse bedragen uitgegeven dan wel doen uitgeven en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet - in ieder geval globaal - een vermoeden hebben gehad van de omvang daarvan. De hoogte van die bedragen staat - in ieder geval in totaliteit over de ten laste periode bezien – niet in evenredige verhouding tot het gezamenlijk inkomen. (…)
De rechtbank is desondanks van oordeel dat teveel twijfel blijft bestaan om eenduidig te kunnen concluderen dat verdachte daadwerkelijk wist dat de ten laste gelegde voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig waren en door misdrijf waren verkregen. (…)”
Aan [ex-echtgenoot] zijn ten laste gelegd oplichting, witwassen, valsheid in geschrifte en diefstal door middel van een valse sleutel. [ex-echtgenoot] is bij vonnis van 5 april 2019 veroordeeld (productie 31 bij dagvaarding).
De Gemeente heeft zich als benadeelde civiele partij gevoegd in de strafzaken. [ex-echtgenoot] is in dat verband bij vonnis van 5 april 2019 veroordeeld tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 328.571,29. Omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is vrijgesproken, is de Gemeente in haar vordering in de strafzaak van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet-ontvankelijk verklaard.
Het ingestelde hoger beroep is in beide strafzaken ingetrokken.
2.7.
De Gemeente heeft ter veiligstelling van verhaal verschillende beslagen gelegd ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .

3.Het geschil

in conventie

3.1.
De Gemeente vordert dat de rechtbank bij vonnis zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
Primair
I. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatig ten opzichte van de Gemeente heeft gehandeld; en
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 438.231,77, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van verzuim, te weten 1 januari 2017, tot en met de dag van algehele voldoening;
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 8.485,16, ter zake de kosten van de door de Gemeente gelegde beslagen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van verzuim, te weten de dag van de dagvaarding, tot en met de dag van algehele voldoening;
Subsidiair
IV. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ongerechtvaardigd ten opzichte van de Gemeente is verrijkt; en
V. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 247.144,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van verzuim, te weten 1 januari 2017, tot en met de dag van algehele voldoening;
VI. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 8.485,16, ter zake de kosten van de door de Gemeente gelegde beslagen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van verzuim, te weten de dag van de dagvaarding, tot en met de dag van algehele voldoening;
Primair en subsidiair
VII. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van de kosten van dit geding, waaronder de (advocaat)kosten van de door de Gemeente gelegde derdenbeslagen, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 157,00 zonder betekening, en verhoogd met € 82,00 ingeval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
De Gemeente legt primair aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] jegens haar zelfstandig onrechtmatig heeft gehandeld door feitelijk betrokken te zijn bij de fraude in de periode 2014 tot en met 2016. De Gemeente stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door privé aankopen ten behoeve van haarzelf met gemeentegelden te (laten) financieren inbreuk heeft gemaakt op het eigendomsrecht van de Gemeente. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te dien aanzien gehandeld in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid. De onrechtmatige daad kan aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden toegerekend. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is volgens de Gemeente nauw en aktief betrokken geweest bij diverse aspecten van de fraude en zij heeft daarvan evident geprofiteerd. Zij heeft exclusieve dameskleding en accessoires, evenals meubels en woonaccessoires, gekocht zonder daar zelf voor te betalen. Zij wist dat aan derden, als [derde 1] , werd gefactureerd door deze winkeliers omdat [ex-echtgenoot] stelde daar een belang in te hebben, wetende dat dit een leugen was. In het actief handelen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is het causaal verband gelegen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist van respectievelijk was betrokken bij de:
- aankoop van dameskleding en accessoires ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (via [derde 2] ) bij [bedrijf 1] ad € 10.921,63,
  • aankoop van dameskleding, damesschoenen en accessoires ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (via [derde 2] ) bij [bedrijf 2] ad
  • aankoop van dameskleding (via [derde 2] ) bij [bedrijf 3] ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ad € 30.358,00,
  • aanleg/herinrichting van de voor- en achtertuin van de woning door [bedrijf 4] ad € 104.627,15, (gefactureerd door verschillende leveranciers aan de Gemeente),
  • aankoop van meubilair en woonaccessoires bij [bedrijf 5] ten behoeve van de woning en het kasteel ad € 128.365,85 (gefactureerd door leverancier [derde 1] aan de Gemeente),
  • aankoop van meubilair en woonaccessoires bij [bedrijf 6] ten behoeve van de woning en het kasteel ad € 15.937,50, (gefactureerd door leveranciers [derde 1] en [derde 3] aan de Gemeente),
  • aankoop van kerstversiering bij [bedrijf 7] van de woning ad € 1.947,50 (gefactureerd door leverancier [derde 1] aan de Gemeente),
  • plaatsing van een zwembad in de tuin van de woning door [bedrijf 8] ad € 21.418,81 (gefactureerd door leverancier [derde 1] aan de Gemeente),
  • financiering van een drietal personenwagens aangeschaft bij [bedrijf 9] , te weten een Volvo XC60, later ingeruild tegen een volvo XC90, en een Volvo V40, in totaal voor € 107.878,53, ten behoeve van zowel [ex-echtgenoot] als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (gefactureerd door o.a. leverancier [derde 1] aan de Gemeente),
  • boodschappen aangekocht door [ex-echtgenoot] met de Sligro-pas van leverancier [derde 4] , (gefactureerd door [derde 4] aan de Gemeente).
Voorts stelt de Gemeente dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist dat voornoemde privé-aankopen van in totaal circa € 433.000,00 niet uit het inkomen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [ex-echtgenoot] konden worden gefinancierd. Dat had voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zo stelt de Gemeente, duidelijk moeten zijn gelet op haar opleiding en achtergrond. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet hebben geweten dat op grond van het uitgavenpatroon er maandelijks meer uitging dan er aan inkomen binnenkwam. De Gemeente stelt onder verwijzing naar het strafvonnis van 5 april 2019 dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in ieder geval wist of had moeten begrijpen dat de aankopen uit enig misdrijf en door misdrijf zijn verkregen (zie rov. 2.6. van dit vonnis). De Gemeente stelt dat zij als gevolg van het doen van deze aankopen schade heeft geleden.
De Gemeente heeft subsidiair, voor zover het handelen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet als zelfstandige onrechtmatige daad aangemerkt kan worden, aan haar vordering de stelling ten grondslag gelegd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op onrechtmatige wijze heeft geprofiteerd van de onrechtmatige daad (fraude) door [ex-echtgenoot] . Dat maakt haar schadeplichtig ten opzichte van de Gemeente.
De Gemeente heeft meer subsidiair aan haar vordering de stelling ten grondslag gelegd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich jegens haar ongerechtvaardigd heeft verrijkt.
De Gemeente stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de aankopen met gemeentegeld heeft gedaan dan wel heeft laten doen. Terzake de kleding en accessoires geldt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor een bedrag gelijk aan de aankoopprijs is verrijkt. Voor de aankopen voor de woning (meubels, tuin, zwembad) en de personenauto’s zijn [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [ex-echtgenoot] ieder voor een bedrag dat gelijk is aan de helft van de aankoopprijs respectievelijk de waarde van de diensten verrijkt. De Gemeente is ten gevolge van die verrijking verarmd. De schade is gelijk aan de verarming van de Gemeente.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert gemotiveerd verweer.
Zij had geen actieve betrokkenheid bij het handelen van [ex-echtgenoot] en heeft hier ook niet van geprofiteerd. Ten aanzien van het onderzoek van PwC en I-TEK merkt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op dat onderzoek is gedaan naar de methoden van [ex-echtgenoot] . Er is geen onderzoek gedaan naar haar handelen. Het rapport van PwC draagt de stellingname van de Gemeente - dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] actief betrokken was bij het handelen van [ex-echtgenoot] - niet.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij en [ex-echtgenoot] een gezamenlijk maandinkomen uit salaris hadden van
€ 8.000,00 tot € 9.000,00 hetgeen een ruime levensstijl mogelijk maakte. Het uitgavenpatroon was niet exorbitant. Bovendien werkte [ex-echtgenoot] ook op freelancebasis voor [projectadviesbureau] (hierna: [projectadviesbureau] ) en exploiteerde [ex-echtgenoot] via zijn B.V. - waarvan hij enig aandeelhouder en bestuurder is - het kasteel. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [ex-echtgenoot] haar vertelde dat hij zich door [projectadviesbureau] liet betalen door het doen van aankopen op [projectadviesbureau] ’s kosten. Ook vertelde [ex-echtgenoot] haar dat hij spaargeld had en dat hij geld van zijn ouders kreeg. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [ex-echtgenoot] de gezinsfinanciën regelde en dat hij met haar vader de belastingaangiftes verzorgde. Er was jaarlijks sprake van een flinke belastingteruggave. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij voor haar baan 70-80 uur in de week bezig was en [ex-echtgenoot] haar jarenlang heeft voorgelogen.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat zij enige wetenschap had of had kunnen hebben van de geraffineerde financiële malversaties van [ex-echtgenoot] .
Facturen zijn, zo stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , onvoldoende specifiek, dan wel valselijk opgesteld en opgehoogd, en verklaringen van leveranciers zijn onjuist dan wel bevatten enkel vermoedens. Voorts stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat zij bij tal van aankopen in het geheel niet was betrokken en de Gemeente heeft nagelaten te onderbouwen dat alle aangekochte producten ook daadwerkelijk bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] terecht zijn gekomen. Zo had zij geen betrokkenheid bij de exploitatie van het Kasteel en was haar rol slechts beperkt tot het inrichten van het kasteel. Ook is er, zoals de Gemeente stelt, geen zwembad geleverd in 2014: er lag al een zwembad in de tuin van de woning vóór 2014.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de hoogte van de afzonderlijke schadeposten. Verder wijst [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erop dat [ex-echtgenoot] al € 18.000,00 aan de Gemeente heeft vergoed. Hij is in de strafzaak tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de Gemeente veroordeeld. Onduidelijk is hoe die veroordeling zich verhoudt tot de schadevordering die ingesteld is tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover rechtens toegelaten uitvoerbaar bij voorraad,
1. de Gemeente gebiedt alle door haar op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gelegde beslagen binnen vijf dagen na datum van vonnis op te heffen op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,00 per dag dat deze overtreding voortduurt, zulks tot een maximum van
€ 100.000,00 is bereikt,
2. voor recht verklaart dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door in 2018 en 2019 diverse conservatoire (derden)beslagen te leggen.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de beslagen berusten op dezelfde ondeugdelijke gronden als de vordering in conventie.
3.7.
Gemeente voert gemotiveerd verweer. Het aanvullend rapport van I-TEK is van na de strafrechtelijke procedure, en laat zien dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel degelijk actief betrokken was bij de diverse aankopen die met gemeentegelden werden gedaan. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zocht van alles uit en uiteindelijk werd dit (indirect) betaald door de Gemeente. Voorts is sprake van geobjectiveerde wetenschap van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , en is het profijt van het voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kenbaar onrechtmatig handelen een gegeven. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is in een gunstiger positie gebracht ten nadele van de Gemeente. De Gemeente stelt in dit verband onder meer dat [ex-echtgenoot] wegens detentie nog nauwelijks iets van de strafrechtelijke schadevergoedingsvordering heeft betaald.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

Onrechtmatige daad gelegen in actief handelen?
4.1.
De Gemeente legt allereerst aan de vordering ten grondslag een zelfstandig actief handelen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , bestaande uit het aankopen van allerlei goederen in de wetenschap dat deze betaald werden door derden, bedrijven als [derde 2] en [derde 1] , terwijl zij wist of behoorde te weten dat [ex-echtgenoot] daarin geen aandeel had.
De Gemeente onderbouwt deze stelling met de verklaring (productie 16 bij dagvaarding) van mevrouw [naam 1] (eigenares van [bedrijf 1] ). Zij verklaart dat zij de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aangekochte kleding en accessoires aan [derde 2] factureerde, dat [ex-echtgenoot] volgens zijn zeggen een bedrijf [derde 2] had dat handelde in bedrijfs- en veiligheidskleding, dat de Gemeente een van zijn grote klanten was en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erbij was toen [ex-echtgenoot] dit alles vertelde. Ook baseert de Gemeente haar stelling op de verklaring (productie 18 bij dagvaarding) van mevrouw [naam 2] (eigenares [bedrijf 2] ) waarin staat dat [ex-echtgenoot] , toen hij samen met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de winkel was, haar vroeg de schoenen te factureren aan [derde 2] . En dat mevrouw
[naam 2] het idee had dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , die altijd zei bij een nieuwe aankoop “dat regelt [roepnaam] ” wist dat niet [ex-echtgenoot] afrekende, maar dat [derde 2] de rekening kreeg.
4.2.
In de verklaring van [naam 1] staat weliswaar dat [ex-echtgenoot] aan haar opdraagt te factureren aan [derde 2] , maar uit die verklaring is niet op te maken dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aanwezig was bij het geven van die opdracht.
Evenmin volgt uit de verklaring van [naam 2] dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gehoord dat [ex-echtgenoot] vroeg of [naam 2] wilde factureren aan [derde 2] , noch volgt daaruit dat [naam 2] zeker weet dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de betalingswijze door [derde 2] op de hoogte was. Uit de verklaring van andere eigenaren van de winkels waar aankopen zijn gedaan valt evenmin af te leiden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wetenschap had van de wijze van facturering via bedrijven als [derde 2] of [derde 1] .
De stelling van de Gemeente dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op de hoogte was van de wijze van de facturering is daarmee niet onderbouwd en ook anderszins niet gebleken. Nu niet is komen vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist van de wijze van financiering van de goederen door derden, komt ook niet vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich bewust was van enig onrechtmatig handelen van haar jegens de Gemeente. Van enig actief handelen is dan ook geen sprake. Gelet op de gebrekkige onderbouwing wordt niet toegekomen aan bewijslevering.
Onrechtmatige daad gelegen in het bewust profiteren?
4.3.
De Gemeente legt voorts aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] profiteerde van de frauduleuze praktijken van [ex-echtgenoot] . De Gemeente stelt in dat verband dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gelet op haar opleiding en achtergrond en gelet op het gezinsinkomen wist of had moeten kunnen begrijpen dat als “ [roepnaam] [rb: [ex-echtgenoot] ] betaalt” een ander zou opdraaien voor de kosten van de aankopen. De Gemeente onderbouwt deze stelling door te verwijzen naar de overweging van de strafrechter in het vonnis van 5 april 2019 (productie 32, pagina 5 en 6, overweging 2.6.) dat het strafrechtelijk dossier aanwijzingen bevat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist of moet vermoeden dat de goederen uit enig misdrijf en door misdrijf zijn verkregen. Ter comparitiezitting is door de Gemeente gewezen op de “red flags”, zoals exorbitante uitgaven aan kleding, een nieuwe tuin, aankopen voor (renovatie van) het zwembad, meubels, die gedurende die jaren steeds de kop opstaken en die door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet ongezien konden blijven.
4.4.
Op grond van de jurisprudentie van de Hoge Raad (zie onder andere Maple Leaf ECLI:NL:HR:2016:2285 en Franekeradeel ECLI:NL:HR:1995:ZC1913) is het criterium voor onrechtmatig genieten van voordeel uit fraude dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] “wist althans redelijkerwijs had kunnen en moeten weten dat zij profiteerde van een onrechtmatige gedraging” jegens de Gemeente en dat zij daardoor handelde in strijd met hetgeen betamelijk is in het maatschappelijk verkeer. Daarbij heeft te gelden dat voor het kunnen toewijzen van de gehele vordering vereist is dat sprake is geweest van (bewust en) gedurende de gehele periode (i.e. stelselmatig) profiteren van fraude.
4.5.
Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bewust meeliftte op de fraude gepleegd door [ex-echtgenoot] , is door de Gemeente weliswaar gesteld, maar niet onderbouwd en het is bovendien uitvoerig betwist door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . De rechtbank is van oordeel dat de Gemeente heeft nagelaten te concretiseren dat en vooral hoe [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist dan wel redelijkerwijs had kunnen en moeten begrijpen dat [ex-echtgenoot] van de door [ex-echtgenoot] gepleegde fraude.
De verklaringen van [naam 1] en [naam 2] (overweging 4.2.) en ook de erkenning in het strafproces van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat zij wist dat [ex-echtgenoot] een Sligro-pas gebruikte, terwijl het gezin daar niet over beschikte, zijn daartoe onvoldoende. Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] al had geweten van [derde 2] , laat staan van de constructie met [derde 1] , hetgeen niet is komen vast te staan, dan heeft de Gemeente in ieder geval niet onderbouwd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] had moeten begrijpen dat dit een instrument was binnen de oplichtingspraktijken van [ex-echtgenoot] . Niet valt in te zien dat en waarom “meesteroplichter” [ex-echtgenoot] zijn vrouw op enigerlei wijze zou betrekken in zijn frauduleuze handelen. Een en ander wordt door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ook uitdrukkelijk betwist. Zij stelt dat ook haar door [ex-echtgenoot] met “mooie verhalen” en aanvaardbare, redelijke verklaringen een rad voor ogen werd gedraaid, hetgeen door de Gemeente onweersproken is gebleven.
Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij profiteerde van onheuse financiële praktijken gelet op de “red flags” in relatie tot het gezinsinkomen, is door de Gemeente niet, althans onvoldoende verfeitelijkt. De Gemeente heeft niet inzichtelijk gemaakt wat per maand de gezinsinkomsten waren en wat er per maand uitging. Dit had van haar wel verlangd mogen worden, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gemotiveerd betwist dat er per maand meer uitging dan er binnenkwam. Zij heeft aangevoerd dat het gezinsinkomen uit hun beider aanstellingen € 8.000,00 tot € 9.000,00 per maand was. Daarnaast beschikte [ex-echtgenoot] over een eigen privé SNS-rekening. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zo stelt zij, had geen inzage in die rekening hoewel zij hier herhaaldelijk om heeft gevraagd. [ex-echtgenoot] had haar verder verteld dat er spaargeld was, zij giften ontvingen van zijn ouders en [ex-echtgenoot] bovendien, zo ver zij begreep, in goederen betaald werd voor werkzaamheden voor [projectadviesbureau] . De Gemeente heeft een en ander niet betwist of anderszins weersproken.
De rechtbank weegt hierbij mee dat er niet zonder meer van mag worden uitgegaan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de volledige financiële situatie van [ex-echtgenoot] kende. In elk geval [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] was al eerder gehuwd geweest en partijen hadden wat dit betreft dus al een zelfstandig financieel verleden.
4.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft daarnaast - ook onweersproken - naar voren gebracht dat representatieve kleding bij haar functie behoorde, zodat het niet vreemd voor haar was daar veel geld aan uit te geven. Het uitgavenpatroon paste bij haar inkomen en behoefte en dat “ [roepnaam] betaalt”, paste bij de taakverdeling binnen het gezin. Verder heeft de Gemeente onvoldoende de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weersproken dat de nodige meubels en “inrichtingsaccessoires” bij het kasteel zijn afgeleverd.
Dat gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op de hoogte had kunnen en moeten zijn van het feit dat [ex-echtgenoot] de fiscus niet juist informeerde over het inkomen in natura dat hij bij [projectadviesbureau] verdiende en dat zij toegang had tot de gezamenlijke ING-rekening, maar daar omwille van de echtelijke taakverdeling nauwelijks een oog op wierp, en daarnaast niet aandrong op openheid van zaken over de eigen SNS-rekening van [ex-echtgenoot] , is onvoldoende om te kunnen concluderen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] redelijkerwijs had moeten begrijpen dat [ex-echtgenoot] in de periode 2014 tot december 2016 op grote schaal fraudeerde, laat staan dat zij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat dit gebeurde met gelden van de Gemeente.
Conclusie onrechtmatige daad
4.7.
De rechtbank is aldus van oordeel dat de vordering niet toewijsbaar is voor zover gegrond op onrechtmatige daad, omdat niet gebleken is van een onrechtmatig handelen, nalaten of profiteren door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
Ongerechtvaardigde verrijking?
4.8.
De Gemeente legt meer subsidiair aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich jegens haar ongerechtvaardigd heeft verrijkt.
De Gemeente stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is verrijkt doordat de diverse privé aankopen, die met het geld van de Gemeente zijn betaald, door haar en voor haar zijn gedaan en dat zij deze goederen voor eigen gebruik heeft aangewend en daarvan dus voordeel heeft genoten.
4.9.
Dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking staat naar het oordeel van de rechtbank vast. Er is door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onmiskenbaar voordeel genoten. Zij heeft zelf immers geen uitgaven gedaan terzake de voor haar bestemde en door haar gebruikte goederen. De Gemeente heeft schade geleden als gevolg van betalingen daarvoor, terwijl er geen rechtvaardiging is voor het feit dat de Gemeente de aan haar door derden gefactureerde bedragen betaalde. Die betalingen zijn immers terug te voeren op koopovereenkomsten die niet met de gemeente gesloten zijn, maar met derden ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Er is voldoende verband tussen de verrijking en de verarming: wetenschap van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de verrijking en de verarming is, anders dan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt, geen vereiste (vgl. ECLI:NL:GHARL:2018: 1548).
4.10.
Uit artikel 6:212 lid 1 BW volgt dat zij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht is - voor zover dit redelijk is - diens schade te vergoederen tot het bedrag van haar verrijking. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is dan ook verplicht, voor zover dit redelijk is, om de schade te vergoeden. Daartoe moet worden vastgesteld wat de omvang van de verrijking van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is. Dit moet door de Gemeente worden gesteld en toereikend worden onderbouwd.
De kleding
4.11.
De Gemeente stelt terzake de kleding dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met 100% van de waarde is verrijkt door de aankopen, terwijl de Gemeente is verarmd en schade heeft geleden.
De Gemeente bouwt de vordering op drie pijlers: (1) de facturen, al dan niet gespecificeerd, betreffen dameskleding, damesschoenen en accessoires (zoals shawls en handtassen) (2) de verklaringen van de eigenaren van de kleding- en schoenenzaken, die inhouden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de kleding en overige zaken heeft gepast en meegenomen, maar niet ter plekke heeft afgerekend, en (3) het feit dat facturatie aan [derde 2] (of eender welke derde op die factuur genoemd) niet betekent dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , of [ex-echtgenoot] , voor de door haar meegenomen producten betaalde, maar dat uiteindelijk die kosten door de Gemeente zijn betaald.
4.12.
De Gemeente vordert betaling van € 53.556,43 terzake de kleding, schoenen en accessoires. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de hoogte van dit bedrag. Zij stelt dat zij in de winkels enkel handgeschreven nota’s kreeg en dat de door de Gemeente overgelegde nota’s ofwel geen datum bevatten, ofwel niet gespecificeerd zijn. Hierdoor is het niet duidelijk aan welke kledingstukken of andere zaken deze nota’s gelinkt zouden moeten worden en of die spullen ook zijn aangetroffen bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Ook stelt zij dat niet uitgesloten is dat de aankoopnota’s en facturen achteraf zijn opgemaakt en zijn opgehoogd. Zo is het volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bijvoorbeeld ongeloofwaardig dat op één dag 40 artikelen zouden zijn gekocht. Een onderliggende kassaregistratie van de winkeliers ontbreekt. Vast staat dat [derde 2] de bedragen heeft betaald.
4.13.
De rechtbank is van oordeel dat de Gemeente in het kader van de betwisting door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoldoende heeft gesteld. Onduidelijk is welke kledingstukken bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de woning zijn aangetroffen, welke aangetroffen kleding in 2014 tot en met 2016 bij de desbetreffende winkels is gekocht en welke kleding (uiteindelijk) door de Gemeente is betaald. Het had op de weg van de Gemeente gelegen dit te onderbouwen. Nu de Gemeente, ondanks de uitvoerige betwisting, nalaat met enige nadere onderbouwing van haar daadwerkelijk geleden schade te komen, komt de rechtbank niet toe aan een bewijsopdracht. De ten aanzien van de kleding gevorderde schade wordt dan ook afgewezen.
Aankopen en diensten ten behoeve van de woning en het kasteel
4.14.
De Gemeente vordert betaling van € 136.148,41 terzake 50% van de waarde van de aankopen voor de woning. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de hoogte van dit bedrag. De Gemeente maakt volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen onderscheid tussen zaken die voor het kasteel of en de woning zijn gekocht en afgeleverd. Zaken die ten behoeve van het kasteel zijn gekocht, kunnen niet als schade bij haar worden verhaald. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt geen enkele formele bemoeienis te hebben gehad met het kasteel. Voorts worden er zaken als schade opgevoerd die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet kan plaatsen, zoals bijvoorbeeld de olijfbomen. Deze zijn in ieder geval niet bij de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] afgeleverd. Waar deze zaken zijn gebleven, stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet te weten, maar het is mogelijk dat zij bij het kasteel dan wel bij [projectadviesbureau] zijn afgeleverd. [projectadviesbureau] werkte met [ex-echtgenoot] samen en investeerde in het kasteel. Ten aanzien van die zaken kan dan ook van verrijking geen sprake zijn. Voorts zijn de facturen niet gespecificeerd. Daarmee is onduidelijk wat voor de woning zou zijn bedoeld. Wat betreft de kerstversiering heeft te gelden dat er wel versiering geleverd is, maar dat niet zonder meer kan worden gezegd dat de kerstversiering die op de factuur vermeld is, de kerstversiering is die afgeleverd is.
Hoewel de geoffreerde bedragen voor de tuin redelijk leken - ook volgens de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die hovenier is - zijn de daadwerkelijk gefactureerde kosten van de aanleg van de tuin exorbitant. De gefactureerde werken en diensten, waaronder begrepen manuren, aan de tuin en het zwembad zijn volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dus niet uitgevoerd. Er is geen zwembad geleverd, terwijl dat wel is gefactureerd. Er lag vóór 2014 al een zwembad in de tuin van de woning. Het zwembad is niet aangepast. Er is slechts een nieuwe afdekking gerealiseerd.
De aanpassingen aan de tuin en het zwembad hebben ook niet geleid tot een waardevermeerdering van de woning. Er bleef immers een restschuld over na verkoop van het pand.
4.15.
Het ligt op de weg van de Gemeente om nader te onderbouwen dat en waarom de beweringen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] over de aankopen voor inrichting (meubels en accessoires), de tuin en het zwembad niet juist zijn door te verfeitelijken welke goederen en in welke omvang diensten daadwerkelijk ten voordele van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn gekomen. Die nadere concretisering ontbreekt. Anders gezegd: het lijkt erop alsof de Gemeente alle facturen heeft verzameld zonder feitelijk te controleren of en waar de betreffende zaken en/of diensten zijn afgeleverd of verricht. Uit de e-mails van 23, 24 en 25 april 2018 van de eigenaresse van [bedrijf 5] te Naaldwijk blijkt dat goederen en diensten waren bedoeld voor het kasteel en de woning, maar niet duidelijk wordt uit die e-mails hoe de goederen en diensten (ontwerp inrichting, schilder) zijn verdeeld over die twee locaties (producties 23 bij dagvaarding). De offerte uit 2013 en de facturen geven in ieder geval geen enkel inzicht. Hetzelfde geldt voor de zaken die zijn aangekocht bij [bedrijf 6] in Thorn . De verklaring van de eigenaresse en de facturen zijn onvoldoende specifiek (productie 26 bij dagvaarding).
Een algemene verwijzing naar de offerte van [bedrijf 4] en naar ongespecificeerde facturen terzake het zwembad is onvoldoende, terwijl ook de verklaring van bijvoorbeeld mevrouw [naam 3] weinig bijdraagt, omdat zij spreekt over het plaatsen van een zwembad (productie 29 bij dagvaarding), terwijl [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - aan de hand van een foto (productie 12 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie) - aantoont dat dit niet waar kán zijn. De Gemeente heeft als reactie volstaan met de opmerking dat als er al geen nieuw zwembad geplaatst is er dan “een renovatie of iets vergelijkbaars” geweest is. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft dat tijdens de comparitie gemotiveerd betwist. De vordering inzake de woninginrichting, kerstversiering, tuin en zwembad moet als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
De auto’s
4.16.
De Gemeente vordert tot slot betaling van € 53.939,27 terzake 50% van de waarde van de personenauto’s. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt slechts bekend te zijn met de financiering van de Volvo V40 Cross Country, en de bijbehorende financieringsovereenkomst (productie 15 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie). Van de andere financieringen had zij geen wetenschap. De rechtbank begrijpt dat partijen het erover eens zijn dat [ex-echtgenoot] valsheid in geschrifte heeft gepleegd door onder meer de handtekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te vervalsen.
4.17.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet, althans onvoldoende onderbouwd heeft betwist dat zij voordeel heeft genoten van het feit dat de Gemeente de kosten voor de (aanschaf van de) personenauto’s heeft gedragen in de periode 2014-2016. Niet betwist is immers dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [ex-echtgenoot] de personenwagens zakelijk en voor het gezin hebben gebruikt en dat zijzelf de kosten niet heeft gedragen. Daarbij is niet relevant dat de auto’s (vanwege beslag) niet meer in bezit zijn van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en/of [ex-echtgenoot] . Evenmin kan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een beroep doen op artikel 6:212 lid 3 BW. De Gemeente vordert en onderbouwt immers uitsluitend het genoten voordeel, dat bestaat uit de kosten van de financiering en gebruik. De vordering inzake de auto’s moet aldus als onvoldoende betwist worden toegewezen. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen wetenschap had van andere financieringen dan de financiering van de Volvo V40 Cross Country maakt dit niet anders. Wetenschap van de verrijking is immers niet vereist om toewijzing van de vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking te komen (r.o. 4.9.).
De buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat de Gemeente nagelaten heeft te onderbouwen welke buitengerechtelijke werkzaamheden verricht zijn.
De toegewezen vordering benadeelde partij in de strafzaak van [ex-echtgenoot]
4.19.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft, zo begrijpt de rechtbank, in het kader van het vaststellen van de omvang van de verrijking tijdens de mondelinge behandeling nog aangevoerd dat onduidelijk is op welke wijze de civiele vordering jegens [ex-echtgenoot] , zoals die is toegewezen door de strafrechter, zich verhoudt tot de jegens haar ingestelde civiele vorderingen. Hierdoor bestaat het risico, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dat zij voor hetzelfde betaalt als [ex-echtgenoot] .
De Gemeente heeft verklaard dat [ex-echtgenoot] slechts enkele honderden euro’s heeft betaald, de totale schade de toegewezen vordering vele malen overtreft en dat hetgeen [ex-echtgenoot] aan de Gemeente betaalt, zal worden afgetrokken van het bedrag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de Gemeente moet betalen.
4.20.
De rechtbank is van oordeel dat niet valt in te zien waarom de Gemeente, ondanks de toegewezen vordering in de strafzaak van [ex-echtgenoot] , geen vordering jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan instellen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, ongerechtvaardigd verrijkt, en op die grondslag is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gehouden tot betaling aan de Gemeente. Dat ook [ex-echtgenoot] gehouden is tot betaling, maakt dit niet anders. De Gemeente mag op beiden verhalen, maar het is (uiteraard) niet de bedoeling dat de Gemeente haar schade twee keer betaald krijgt. In hetgeen hieromtrent door de Gemeente is gesteld als door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat dit (vooralsnog) niet het geval is.
in reconventie
4.21.
Op grond van hetgeen hierboven inzake de vordering in conventie is overwogen en geoordeeld, kan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet in haar stelling worden gevolgd dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door het leggen van verschillende beslagen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan de rechtbank voorts niet overgaan tot opheffen van enig beslag.
4.22.
De reconventionele vordering moet dan ook worden afgewezen.
Proceskosten in conventie
4.23.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft geen stelling genomen tegen de hoogte van de beslagkosten die aan de zijde van de Gemeente worden gevorderd. De gelegde beslagen zijn uitvoerig onderbouwd en gedocumenteerd. De vordering ter hoogte van € 8.485,16, bestaande uit griffierechten voor de vier ingediende beslagverlofrekesten (€ 626,00 + € 626,00 + € 626,00 + € 639,00 = € 2.517,00) en kosten beslaglegging (€ 2.974,73 + 787,98 + € 1.282,38 +
€ 923,07 = € 5.968,16), kan daarom zonder meer worden toegewezen. De rente zal worden toegewezen, als in het dictum verwoord.
4.24.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in conventie worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente.
De proceskosten worden begroot op:
- exploot van dagvaarding € 99,01
- griffierecht € 1.513,00
- salaris advocaat
€ 6.684,00(6 punten x € 1.114,00, tarief V)
totaal € 8.296,01.
4.25.
Het griffierecht is als volgt berekend. Op basis van de vordering in de dagvaarding bedraagt het te betalen griffierecht € 4.030,00. Op grond van artikel 11 Wgbz strekt op dat bedrag in mindering een bedrag van € 2.517,00 dat betaald is aan griffierecht voor de vier ingediende beslagverlofrekesten. Als te betalen griffierecht resteert dan een bedrag van
€ 1.513,00.
4.26.
Aan salaris advocaat zijn zes punten berekend: 1 punt voor de conclusie van antwoord, 1 punt voor het bijwonen van de comparitie na antwoord en 4 punten voor de vier ingediende beslagverlofrekesten.
Proceskosten in reconventie
4.27.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente. Deze kosten worden begroot op € 1.126,00 (2 punten x € 563,00, tarief II) aan salaris advocaat.
Nakosten en rente over proceskosten en nakosten in conventie en in reconventie
4.28.
De nakosten en de rente over de proceskosten en de nakosten in conventie en in reconventie zullen worden toegewezen, als in het dictum verwoord.

5.De beslissing

De rechtbank
In conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ongerechtvaardigd ten opzichte van de Gemeente is verrijkt,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling aan de Gemeente van € 53.939,27, te vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 1 januari 2017 tot en met de dag van algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling aan de Gemeente van een bedrag van € 8.485,16 ter zake de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding (te weten 14 mei 2019) tot en met de dag van algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente begroot op € 8.296,01, vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
In reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente begroot op € 1.126,00, vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
In conventie en in reconventie
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 255,00 (in conventie en in reconventie tezamen) aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW, over de (na)kosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.8.
verklaart dit vonnis met uitzondering van 5.1. uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman, mr. J.R. Sijmonsma en mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: evb