Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de rolbeslissing van 9 september 2020 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de conclusie in het incident,
- de conclusie van antwoord in het incident,
- de brief met producties van [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in het incident] van 2 april 2021,
- het faxbericht van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] van 12 april 2021,
- het rolbericht van [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in het incident] van 12 april 2021,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 april 2021,
- de akte uitlating van [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in het incident] van 11 mei 2021,
- de akte uitlating van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiser in reconventie in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] van 11 mei 2021.
2.De feiten in het incident en in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident
“te allen tijde waaronder mede wordt begrepen de door haar aan te wijzen personen, waaronder maar niet uitsluitend een makelaar, vrije toegang te verlenen tot het perceel waaronder begrepen de toegang tot alle overige roerende en onroerende zaken die zich bevinden op het perceel, althans een zodanige toegang tot het perceel en alle overige roerende en onroerende zaken dat nagegaan kan worden in welke staat het perceel zich bevindt en dit vastgelegd kan worden in rapporten e.d. in de ruimste zin des woords, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag”.
4.Het geschil in de hoofdzaak
5.De beoordeling in het incident
Uitgangspunt beoordeling
6.De beoordeling in de hoofdzaak
€ 1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)