1.6.In een aanvullend ondersteuningsplan is, kort samengevat, vermeld dat eisers brief geen aanleiding geeft het ondersteuningsplan te wijzigen. Dat eiser maximaal 50 meter kan lopen is bekende informatie en eiser kan zonodig een beroep doen op dorpsvervoer als hij niet de beschikking over de auto heeft. Een elektrisch opvouwbare rolstoel valt ook onder een rolstoelvoorziening. Hij is in staat om zich in en rond de woning zelfstandig te verplaatsen al dan niet met een hulpmiddel (trippelstoel, wandelstok, rollator).
2. Verweerder heeft bij het primaire besluit onder verwijzing naar artikel 9, eerste lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2019 Peel en Maas, de aanvraag voor een elektrische rolstoel afgewezen, omdat in eisers situatie voldoende mogelijkheden zijn om op eigen kracht (lopend, al dan niet met een hulpmiddel en afstemming autogebruik) en binnen de al aanwezige voorzieningen (inklapbare scootmobiel en dorpsvervoer) in aanvaardbare mate in zijn vervoersbehoefte te voorzien. Eiser kan daarmee in voldoende mate participeren in de samenleving.
3. Eiser heeft bezwaar gemaakt en samengevat aangevoerd dat hij alleen op goede momenten maximaal 50 meter kan lopen, dat dit niet elke dag het geval is, dat de afstand tussen de auto en bestemming ook met een rollator voor hem te groot is en dat hij de inklapbare scootmobiel slechts tijdelijk te leen heeft.
4. Verweerder heeft bij het bestreden besluit het bezwaar ongegrond verklaard. Tijdens de hoorzitting heeft de bezwaarschriftencommissie aangegeven dat zij meent dat verweerder op dat moment onvoldoende heeft onderzocht wat de kwaliteit van de inklapbare elektrische rolstoel is om met zekerheid te kunnen concluderen dat deze als vervoersvoorziening voor de korte afstandsproblematiek niet adequaat compenserend is voor eiser, dan wel van onvoldoende kwaliteit. Daarbij is besproken dat verweerder alsnog zou onderzoeken of deze voorziening mogelijk met een pgb zou kunnen worden aangeschaft. Verweerder heeft daarop op 29 augustus 2019 telefonisch navraag gedaan bij Medipoint over de elektrische opvouwbare rolstoel en heeft de vervoersbehoefte nader beschreven. Verweerder heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat een opvouwbare elektrische rolstoel geen passende bijdrage zal leveren aan de zelfredzaamheid of participatie. Na aanvullend onderzoek bij Medipoint blijkt volgens verweerder dat het bij de door eiser voorgestelde inklapbare elektrische rolstoel niet gaat om een soort elektrische rolstoel zoals die bij verweerder/Medipoint bekend is met alle ondersteuningsmogelijkheden, vering en voldoende actieradius. Het comfort van de inklapbare elektrische rolstoel is beperkt en er zijn twijfels over het gebruik van de rolstoel in combinatie met eisers beperkingen. Eisers lichaam moet door de beperkte vering extra schokken opvangen en dat is te belastend. De gevraagde voorziening is daarom geen adequate compensatie van de beperkingen. Verder dient een hulpmiddel op grond van artikel 19 van de Verordening 7 jaren mee te gaan, maar is er geen garantie dat deze voorziening langdurig door eiser gebruikt kan worden en kwalitatief voldoende is. Zo is gezien het progressieve ziektebeeld van eiser niet duidelijk hoe lang eiser in staat blijft de inklapbare elektrische rolstoel zelfstandig uit de auto te tillen en kan een afschrijftermijn van 7 jaar niet worden gegarandeerd. Door gebruik te maken van de eigen auto, gehandicaptenparkeerkaart en een scootmobiel, waarvoor eiser wel in aanmerking zou komen, is eiser voldoende gecompenseerd in de lokale en regionale vervoersbehoefte en maatschappelijke participatie.
5. Eiser heeft in beroep een advies van de ergotherapeut Maaike Jacobs-Schell (Jacobs) van 21 november 2019 overgelegd waarin zij stelt dat de opvouwbare elektrische rolstoel een passende maatwerkvoorziening voor eiser is en dat een scootmobiel dat niet is. Volgens Jacobs is een scootmobiel niet geschikt, omdat eiser vanwege diverse chemokuren een laag afweersysteem heeft en dan te lang in de koude buitenlucht moet zitten. Beter is het om met de auto met opvouwbare elektrische rolstoel naar de bestemming te rijden en zich aldaar te verplaatsen in de elektrische rolstoel. Jacobs heeft geadviseerd dat verweerder verder moet kijken dan het door eiser aangedragen product, merk en type en stelt dat er andere voorzieningen verkrijgbaar zijn, zoals de Kymoo K-chair en de elektrische rolstoel E-tiger, die tegemoetkomen aan de bezwaren van verweerder tegen het door eiser aangedragen product. Die andere typen beschikken over een degelijke zitting en instellingsmogelijkheden en daarvoor kan wel een afschrijvingstermijn gegarandeerd worden. Er zal voorts volgens Jacobs gekeken moeten worden of eiser de betreffende voorziening kan hanteren, zowel qua gewicht als bediening. Jacobs adviseert bovendien om informatie in te winnen bij de behandelend neuroloog om inzicht te verkrijgen in het te verwachten ziekteverloop. Dit in verband met de overweging van verweerder dat er geen garantie is dat de elektrische rolstoel langdurig gebruikt kan worden. Volgens eiser is het onderzoek onvolledig geweest waardoor het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen.
6. In het verweerschrift heeft verweerder aangevoerd dat hij niet eerder dan in beroep is gewezen op problemen die eiser met een scootmobiel zou ervaren in de buitenlucht. De behandelend neuroloog van belanghebbende geeft zelfs aan dat eiser met een scootmobiel korte en middellange afstanden kan afleggen. De stelling dat een scootmobiel niet voldoet, vindt verweerder dan ook onvoldoende onderbouwd. Verweerder betwist voorts dat een scootmobiel onvoldoende manoeuvreerbaar is. De meeste winkels zijn met een scootmobiel toe- en doorgankelijk. In winkels, op bezoek bij buurtgenoten of andere voorzieningen, waarbij dit op sommige plaatsen wat krap is, kan eiser bovendien gezien de loopafstand, afstappen en enkele meters lopen. Verweerder is voorts van mening dat hij het onderzoek tot de Joyrider kon beperken, omdat een elektrische opvouwbare rolstoel in het algemeen niet noodzakelijk is, waardoor het kijken naar alternatieven dan niet aan de orde is. De scootmobiel is de goedkoopst compenserende voorziening. Tijdens de hoorzitting in bezwaar is vervolgens gesproken over een pgb voor een Joyrider. Verweerder moet dan de kwaliteit van het gewenste middel onderzoeken en bekijken of ook dit middel voldoende compenserend is. De Joyrider voldoet echter niet aan de kwaliteitseisen. Omdat verweerder reeds medische informatie aangereikt heeft gekregen waarin de neuroloog aangeeft dat eiser voor korte en middellange afstanden afhankelijk is van een scootmobiel en de neuroloog geen uitspraak kan doen over de kwaliteit van een middel, heeft het opvragen van informatie bij een neuroloog volgens verweerder geen meerwaarde.
7. Ter beoordeling aan de rechtbank ligt de vraag voor of verweerder op goede gronden de aanvraag van eiser om een opvouwbare elektrische rolstoel heeft afgewezen.
-
Wettelijk kader
8. In artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 wordt verstaan onder:
-participatie: het meedoen aan het maatschappelijk verkeer
-zelfredzaamheid: het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.