ECLI:NL:RBLIM:2021:5443

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
03/702607-15 en 03/702636-17 (ttz.gev)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie en diverse strafbare feiten door leden van MC Bandidos

In de strafzaak tegen [verdachte 1], die op 9 juli 2021 door de Rechtbank Limburg werd behandeld, is de verdachte veroordeeld voor zijn deelname aan de criminele organisatie MC Bandidos (chapter Sittard). De rechtbank oordeelde dat de organisatie zich richtte op het plegen van misdrijven, waaronder bedreiging en openlijke geweldpleging, vooral gericht tegen rivaliserende motorclubs zoals de Hells Angels. De verdachte werd als leider van de organisatie beschouwd en kreeg een gevangenisstraf van 35 maanden opgelegd. De zaak omvatte ook andere strafbare feiten, zoals diefstal van een Mercedes-Benz Viano en witwassen van een Volkswagen Touareg, waarbij de verdachte betrokken was bij het afpersen van slachtoffers en het witwassen van crimineel verkregen geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan gewoontewitwassen van in totaal 151.219,46 euro, en dat hij valsheid in geschrifte had gepleegd door een huurovereenkomst te vervalsen om de komst van de Bandidos naar Oirsbeek te verhullen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, waaronder poging tot afpersing en deelname aan een criminele drugsorganisatie, wegens gebrek aan bewijs. De uitspraak benadrukt de ernst van de criminele activiteiten van de Bandidos en de impact op de openbare orde in de regio.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/702607-15 en 03/702636-17 (ttz.gev)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte 1] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1967,
gedetineerd (uah) in de Gevangenis van Hasselt (Belgie).
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.J.J.G. Stevens -Waltmans, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van:
  • 29, 30 en 31 maart 2021,
  • 6, 7, 13, 14, 19, 21, 26 en 28 april 2021,
  • 3, 4, 25, 26, 27 en 28 mei 2021,
  • en op 9 juli 2021 is het onderzoek gesloten.
De verdachte is op 25, 27 en 28 mei 2021 verschenen en zijn raadsvrouw is op meerdere dagen verschenen. Het Openbaar Ministerie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
In de zaak met parketnummer 03/702607-15:
als leider heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit de leden van MC Bandidos (chapter Sittard);
een bus (Mercedes Viano) – al dan niet met bedreiging/geweld – heeft gestolen;
een auto (Volkswagen Touareg) heeft witgewassen;
heeft geprobeerd [slachtoffer 6] af te persen;
heeft geprobeerd [slachtoffer 9] te doden, dan wel die [slachtoffer 9] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd;
10 kilogram amfetamine heeft verkocht en geëxporteerd;
3 kilogram hennep heeft verkocht en geëxporteerd;
1707 hennepplanten heeft geteeld;
heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die het oogmerk had tot drugsdelicten;
in totaal 165.341,69 euro heeft witgewassen, terwijl hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
In de zaak met parketnummer 03/702636-17:
- een huurovereenkomst valselijk heeft opgemaakt.
3
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (feit 10 in de zaak 03/702607-15)
De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleit voor zover het betreft de vervolging van het onder 10. (in de zaak met parketnummer 03/702607-15) ten laste gelegde witwassen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat door het lange tijdsverloop geen sprake meer is van een eerlijk proces nu de herinnering van getuigen is beïnvloed en dat er strijd is met een goede procesorde. Het criterium van een goede procesorde heeft op grond van het nieuwe Wetboek van Strafvordering te gelden naast het recht op een eerlijk proces.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad (sinds zijn arrest van 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:BD2578) houdt in dat overschrijding van de redelijke termijn niet leidt tot de niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de, eventueel, op te leggen straf.
De raadsvrouw heeft evenwel een beroep gedaan op de te verwachten nieuwe regels omtrent vormverzuimen ex art. 359a Sv. Het lijkt juist te zijn dat met de modernisering van het Wetboek van Strafvordering de systematiek en terminologie voor zover het betreft vormverzuimen zal veranderen. Nu dat nieuwe wetboek echter nog niet in werking is getreden, kan en zal de rechtbank daar nog niet op vooruit lopen. Zulks temeer nu de Hoge Raad recent, op 1 december 2020, nog een tweetal standaardarresten (ECLI:NL:HR:2020:1889 en ECLI:NL:HR:2020:1890) heeft gewezen waarin hij het beoordelingskader als het gaat om vormverzuimen heeft genuanceerd en bijgesteld. Daaruit blijkt onder meer dat niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging als sanctie op vormverzuimen alleen in uitzonderlijke gevallen aan de orde is, te weten wanneer een zodanig ernstige inbreuk op het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak is gemaakt dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM.
Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn, behoudens het tijdsverloop en de kale stelling dat getuigen beïnvloed zijn, gesteld noch gebleken. Zaakdossier 12 is gesloten op 4 oktober 2016 en was onderwerp van de regiezitting op 13 juni 2017. Bij die gelegenheid had de verdediging alle mogelijkheden om nader onderzoek te verzoeken, wat ook is gebeurd. Ook heeft zij tegen de verdenking van witwassen in kunnen brengen wat haar gerade voorkwam. Niet gezegd kan worden dat door het enkele tijdsverloop geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM. Verder is de stelling dat getuigen beïnvloed zijn niet onderbouwd, terwijl van een dergelijke beïnvloeding de rechtbank ook op generlei wijze is gebleken. Dat maakt dat voor een schending van de redelijke termijn thans geen sanctie van niet-ontvankelijkheid kan gelden.
De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie dus ontvankelijk in de vervolging van de verdachte wegens het onder 10. (in de zaak met parketnummer 03/702607-15) ten laste gelegde witwassen.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Inleiding
In april 2014 startte de politie Limburg onderzoek ‘Kievit’. Dit onderzoek richtte zich in aanvang op [verdachte 1] en vermeende drugsdelicten. Later breidde het zich uit naar het Sittardse chapter van de motorclub Bandidos. Dat resulteerde in verdenkingen van onder meer drugsdelicten, afpersingen en/of diefstallen met geweld, openlijke geweldpleging en wapenbezit. Nader financieel onderzoek leidde bovendien tot verdenkingen van witwassen, ook tegen familieleden van leden van de Bandidos.
Het opsporingsonderzoek heeft geresulteerd in een omvangrijk dossier, dat bestaat uit onder meer ruim 20 afzonderlijke zaakdossiers. Uiteindelijk zijn 25 verdachten vervolgd door het Openbaar Ministerie.
Een deel van de vermeende strafbare feiten is aan verdachte ten laste gelegd. De rechtbank zal hieronder per ten laste gelegd feit aangeven of zij dit bewezen acht. Ten behoeve van de overzichtelijkheid zal de rechtbank ook per feit aangeven indien daar tot (partiële) vrijspraak wordt gekomen.
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft (in de zaak 03/702607-15) gerekwireerd tot vrijspraak van poging tot afpersing van [slachtoffer 6] (feit 4), export van amfetamine (feit 6) en van hennep (feit 7) en hennepteelt in Duitsland (feit 8).
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van:
in de zaak 03/702607-15:
  • deelname (als leider) aan een criminele organisatie (feit 1);
  • gekwalificeerde diefstal van de auto van [slachtoffer 1] (feit 2);
  • witwassen van de auto van [slachtoffer 5] (feit 3);
  • poging tot doodslag op [slachtoffer 9] (feit 5);
  • deelname aan een criminele Opiumwetorganisatie (feit 9);
  • witwassen van 165.341,69 euro (feit 10);
in de zaak 03/702636-17:
- valsheid in geschrifte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van:
in de zaak 03/702607-15:
  • deelname aan een criminele organisatie (feit 1);
  • gekwalificeerde diefstal van de auto van [slachtoffer 1] (feit 2);
  • witwassen van de auto van [slachtoffer 5] (feit 3);
  • poging tot afpersing van [slachtoffer 6] (feit 4);
  • poging tot doodslag / zware mishandeling van [slachtoffer 9] (feit 5 primair/subsidiair);
  • export van amfetamine (feit 6) en hennep (feit 7);
  • hennepteelt in Duitsland (feit 8);
  • deelname aan een criminele Opiumwet-organisatie (feit 9);
in de zaak 03/702636-17:
- valsheid in geschrifte.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte wel voor de openlijke geweldpleging (feit 5 meer subsidiair in de zaak 03/702607-15) veroordeeld kan worden.
De standpunten van het Openbaar Ministerie en de verdediging zullen, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs nader worden weergegeven dan wel impliciet worden besproken.
4.4
De overwegingen en het oordeel van de rechtbank
Voor de leesbaarheid heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, in bijlage II opgenomen.
4.4.1
Criminele organisatie (ZD 1 / feit 1 in de zaak 03/702607-15)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, terwijl hij bovendien oprichter, leider, of bestuurder was van die organisatie. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Uitgangspunt
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Organisatie
Voor de bewezenverklaring van 'een organisatie' als bedoeld in art. 140 Sr is vereist dat sprake is van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon.
Op grond van de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Het Sittardse chapter van de Bandidos MC werd opgericht in maart 2014 met onder meer [verdachte 10] als president en [verdachte 1] als vice-president. Medio maart/april 2015 telde het chapter, zonder de zogenaamde supportclubs Chicanos en X-time, zo’n 22 (kader)leden, prospects en hangarounds. Leden betaalden contributie en men vergaderde nagenoeg wekelijks. Uit de zogenaamde Bandidos-bijbel en de Holland regels blijkt van zowel uniforme Europese regels als lokale regels voor de club en haar leden.
Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat de leden van het Sittardse chapter van de Bandidos MC een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur vormden: een organisatie.
Oogmerk
Om van een ‘criminele’ organisatie te kunnen spreken, moet die organisatie het doel hebben misdrijven te plegen. Daarbij is niet nodig dat het plegen van misdrijven het einddoel van de organisatie is. De misdrijven hoeven nog niet te zijn begaan. Voor het bewijs van het oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
In deze zaak is ten laste gelegd het oogmerk tot het plegen van afpersingen, diefstal met geweld, bedreiging, openlijk geweld en verboden wapenbezit.
Op grond van de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
De oprichting van het Sittardse chapter van de Bandidos werd daags erna gevolgd door een granaataanslag op de woning van [verdachte 10] . Nadien volgden nog twee granaataanslagen op de woningen van [verdachte 10] en [verdachte 14] en een aanslag op een café in Echt waar de Bandidos regelmatig bij elkaar kwamen, allemaal in 2014. Daders van deze aanslagen zijn niet gevonden, maar tekenen wel de sfeer omtrent de motorclub.
Problemen met de Hells Angels
In augustus 2014 werd de rivaliteit tussen de motorclubs Bandidos en Hells Angels openlijk zichtbaar door een confrontatie tussen die twee clubs in Alkmaar. Begin 2015 zijn de eerste duidelijke tekenen van problemen met de motorclub Hells Angels zichtbaar in Limburg. Dat er ook daadwerkelijk sprake was van een vete tussen beide blijkt ook wel uit de diverse in de bewijsmiddelen opgenomen communicatie en verslagen: regelmatig zijn de Hells Angels, HA, of “81” - dat staat voor HA, de achtste en eerste letter uit het alfabet - onderwerp van gesprek.
Op 24 januari 2015, een dag nadat Bandidos-lid [Bandidos-lid 2] problemen zou hebben gehad met Hells Angels of sympathisanten daarvan, vond een zogenaamde klopjacht op leden van de Hells Angels plaats. Meerdere leden van de Sittardse Bandidos bezochten die avond diverse plekken waar kennelijk regelmatig leden van de Hells Angels of hun sympathisanten kwamen, doch zonder resultaat. Uit diverse afgeluisterde gesprekken blijkt echter wel dat men die avond op pad was met de bedoeling te vechten. Anders is ook niet verklaarbaar waarom [verdachte 9] bijvoorbeeld in een OVC gesprek vertelt een steekwerend vest aan te hebben.
Climax van die avond was het bezoek van zeven Bandidos, aangevoerd door [verdachte 10] , aan café [naam café 1] in Sittard. Daarbij werd de uitbaatster in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat leden van de Hells Angels, ‘rood/wit’, of hun supporters niet meer welkom waren en dat [verdachte 10] het café zou sluiten als hij anders constateerde.
Daadwerkelijk geweld vond toen dus niet plaats, maar wel een bedreiging. Bovendien was de bedoeling van die avond wel duidelijk: klappen geven aan de leden van de Hells Angels. Mocht dat gelukt zijn, dan lag er zelfs een promotie voor één van de aanwezigen in het verschiet: [Bandidos-lid 1] kon namelijk zijn colors verdienen als hij met een lid van de Hells Angels in gevecht zou gaan.
Op 25 januari 2015 en 16 maart 2015 vonden vervolgens provocaties plaats van de zijde van de Hells Angels: zij bezochten café [naam café 2] in Kerkrade, gelieerd aan de Bandidos, staken daar kennelijk banden lek, en bezochten een lid van de Bandidos in Susteren. Op 25 maart 2015 vond vervolgens een brandstichting plaats bij genoemd café [naam café 2] . De op heterdaad aangehouden verdachte bleek een lid van de Supportcrew 81, de officiële supportclub van de Hells Angels uit Kerkrade.
Op 7 mei 2015 was het anders en andersom. Toen vond de openlijke geweldpleging bij café de [naam café 1] in Sittard plaats. Drie aan een supportclub van de Hells Angels te linken personen werden door een grote groep Bandidos mishandeld. Uit de afgeluisterde gesprekken kan geconcludeerd worden dat dit geen uit de hand gelopen gesprek is geweest, zoals een aantal verdachten de rechtbank ter zitting hebben willen doen geloven. Een en ander is immers de dag van tevoren besproken, waarbij bijvoorbeeld was afgesproken dat hangaround [verdachte 22] niet zou meegaan, omdat ’je niet weet wat zo iemand doet als hij vast komt te zitten’. Een gesprek kent immers normaliter niet het risico van detentie.
Later die avond bezochten de Sittardse Bandidos de Markt in Kerkrade, waarbij zij zich, in colors, voor het café/restaurant [naam café 3] posteerden. Die locatie is net als café [naam café 1] gelieerd aan de Hells Angels, ook te zien aan het plakkaat ‘81’. Dit was een onmiskenbare provocatie.
Het incident bij café [naam café 1] eindigde met een schot vanuit het café naar buiten. Uit de afgeluisterde gesprekken die avond blijkt dat zulks ook reden voor diverse leden van de Bandidos is om niet meer ongewapend ergens naartoe te gaan en dat ze zich kennelijk willen bewapenen.
Oogmerk: bedreiging en openlijke geweldpleging
Van meerdere van de beschreven incidenten zijn Bandidos juist slachtoffer. Deze incidenten kunnen gelinkt worden aan de Hells Angels. Alles samen kenmerkt de explosieve sfeer in de motorclubwereld destijds. Op grond van dit dossier zijn de daadwerkelijke gedragingen van de Bandidos: de klopjacht op 24 januari 2015, de openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 en de daaropvolgende provocatie richting de Hells Angels die avond. Uit de diverse afgeluisterde gesprekken, zowel in de periode voorafgaand als rondom de klopjacht en de openlijke geweldpleging, blijkt wat de bedoeling van de Sittardse Bandidos was: het stelselmatig en planmatig bestrijden van de Hells Angels alhier, waarvoor kennelijk geweld en dreiging daarmee nodig was.
Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat het Sittardse chapter van de Bandidos MC het oogmerk had tot bedreiging en openlijke geweldpleging, in het bijzonder gericht tegen de Hells Angels en daaraan gelieerde clubs.
Kenmerkend acht de rechtbank in dit kader enkele uitlatingen in de afgeluisterde gesprekken: [verdachte 9] die zegt dat ze gaan knokken; [verdachte 12] die van café [naam café 1] café [naam café 4] wil maken; verwachte krantenkoppen inhoudende dat de Bandidos op de Hells Angels jagen; [verdachte 3] die hoopt dat ze met acht man twintig Hells Angels kunnen afslaan; [verdachte 15] die er graag in elk café twee op de bek had ‘gepompt’ en [verdachte 6] die vindt dat ze iemand verantwoordelijk moeten stellen en aanpakken. Dat er met de Hells Angels geknokt moet worden, blijkt zelfs uit afgeluisterde gesprekken tussen [verdachte 1] en zijn zoon. Voorts omschrijft [verdachte 3] de club zelf als criminelen en is het onderwerp criminele organisatie zelfs onderwerp van gesprek op een van de vergaderingen.
Geen oogmerk tot afpersing / diefstal met geweld
Ter onderbouwing van het vermeende oogmerk tot afpersing en diefstal met geweld zijn onder meer de zaakdossiers 2 (diefstal met geweld [slachtoffer 1] ), 3 (poging afpersing [slachtoffer 3] ), 4 (afpersing [slachtoffer 4] ), 5 (afpersing [slachtoffer 5] ), 6 (afpersing [slachtoffer 6] ) en 11 (geweld en poging afpersing [slachtoffer 10] ) opgevoerd.
Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat uit deze zaakdossiers niet blijkt van een oogmerk tot afpersing en/of diefstal met geweld van het Sittardse chapter van de Bandidos MC, maar van betrokkenheid van individuele leden bij strafbare feiten.
Zaakdossier 2 beschrijft een diefstal van een bestelbus bij [slachtoffer 1] , waarbij [verdachte 1] , [verdachte 3] , [verdachte 7] en [verdachte 8] betrokken zijn. De achtergrond van deze diefstal is niet duidelijk geworden. Aldus kan enkel gesteld wordt dat er diverse leden van de Bandidos betrokken waren, doch niet dat de Bandidos als club betrokken was.
Datzelfde geldt voor de afpersing en het witwassen van een bus van [slachtoffer 5] , zaakdossier 5. Daarbij waren betrokken [verdachte 2] en [verdachte 1] en kwam [verdachte 3] in beeld als tussenpersoon. Ook hier blijkt niet of, en zo ja op welke wijze, de club Bandidos betrokken was.
De vermeende afpersingen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] kan en zal de rechtbank niet betrekken in de beoordeling. Het Openbaar Ministerie zal immers niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van de verdachten van de afpersing van [slachtoffer 4] . Daarnaast volgt uit zaakdossier 6 niet dat [slachtoffer 6] door het Sittardse chapter van de Bandidos is afgeperst, dan wel dat zij daartoe een poging hebben gedaan.
De poging tot afpersing van [slachtoffer 3] was van oorsprong een privé-geschil van [verdachte 3] over een kennelijk scheef geplaatste schutting en daaropvolgende bedreigingen van [slachtoffer 3] richting het gezin van [verdachte 3] . [verdachte 3] vader ( [verdachte 4] ) en [verdachte 15] vergezelden uiteindelijk [verdachte 3] en ook [verdachte 6] en [verdachte 12] waren aanwezig toen de eerste drie [slachtoffer 3] probeerden af te persen. Ook hier geldt weer: er zijn weliswaar diverse leden van de Bandidos betrokken, doch niet blijkt dat de Bandidos als club betrokken was.
Ook de geweldpleging tegen en diefstal en vermeende afpersing van [slachtoffer 10] betreffen privé-aangelegen van [verdachte 4] en [verdachte 3] . Ook hierbij is voor zover bekend, behalve het lidmaatschap van deze twee verdachten, geen relatie met het Sittardse chapter van de Bandidos te leggen.
Hoewel bij de genoemde zaken dus verschillende Bandidos-leden betrokken waren, blijkt niet van afspraken daarover binnen de club, aansturing vanuit de club of enig belang of voordeel voor de club. Anders dan bijvoorbeeld de problemen met de Hells Angels blijkt niet dat deze zaken onderwerp van gesprek zijn geweest op vergaderingen. Dat er personen zijn die zich presenteerden als lid van de club, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat daaruit een oogmerk van de club op deze feiten afgeleid kan worden. Het dossier wekt eerder de indruk dat de clubleden elkaar weten te vinden als ze versterking nodig hebben.
De rechtbank acht dus niet bewezen dat het Sittardse chapter van de Bandidos ook het oogmerk had tot afpersingen of diefstal met geweld.
Geen oogmerk tot verboden wapenbezit
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het Sittardse chapter van de Bandidos het oogmerk had op bedreiging en openlijke geweldpleging, in het bijzonder gericht tegen de Hells Angels en daaraan gelieerde clubs. De vraag is of in deze context het oogmerk mede bestond op verboden wapenbezit. Daarvoor ziet de rechtbank echter geen bewijs omdat bij de incidenten op 24 januari en 7 mei 2015 – met uitzondering van de boksbeugel die [verdachte 3] hanteerde – voor zover bekend verder geen wapens aanwezig waren bij leden van de Bandidos. [verdachte 15] houdt weliswaar - nadat er vanuit de [naam café 1] een schot is gelost - een voorwerp vast op een wijze die sterk doet denken aan het vasthouden van een vuurwapen, maar of het daadwerkelijk een wapen was, is niet vast te stellen.
Verder valt uit het onderzoek op te maken dat bij een aantal verdachten wapens of munitie is gevonden en dat bij de zaakdossiers [slachtoffer 1] (2) en de geweldpleging tegen [slachtoffer 10] (11) wapens waren betrokken, maar hiervoor geldt een vergelijkbare redenering zoals bij het vermeende oogmerk op afpersing/diefstal: er zijn weliswaar diverse individuele leden van de Bandidos betrokken bij verboden wapenbezit, maar niet blijkt dat zij
als samenwerkingsverbandhierop het oogmerk hadden.
De rechtbank acht dus niet bewezen dat het Sittardse chapter van de Bandidos ook het oogmerk had op verboden wapenbezit.
Deelneming
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van bedreigingen en openlijk geweld, zal zij thans nagaan wie er lid is van deze organisatie.
Om van deelnemen in de zin van art. 140 Sr te kunnen spreken moet de verdachte (a.) behoren tot de criminele organisatie en (b.) een aandeel hebben in dan wel gedragingen ondersteunen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Er hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht
ad. A: behoren tot de organisatie
[verdachte 10] was president, [verdachte 1] vice-president, [verdachte 6] en [verdachte 9] waren sergeant of arms, [verdachte 13] secretary/treasurer en [verdachte 2] road-captain. Daarnaast waren [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 12] , [verdachte 14] en [verdachte 21] full members. Deze zogenaamde kaderleden en full members waren volwaardig lid van het Sittardse chapter van de Bandidos en behoorden daarmee tot die organisatie.
[verdachte 15] was als hangaround in beginsel geen volwaardig lid. Wel was hij aanwezig bij een viertal vergaderingen en tijdens de zogenaamde klopjacht op de Hells Angels en bij de openlijke geweldpleging bij de [naam café 1] . Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat ook hij behoorde tot de organisatie van het Sittardse chapter van de Bandidos.
Ad. B: Aandeel in / ondersteuning van gedragingen oogmerk
Bij de klopjacht en de bedreiging in café [naam café 1] op 24 januari 2015 waren onder anderen aanwezig [verdachte 10] , [verdachte 12] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 3] en [verdachte 9] .
Aan de openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 namen deel [verdachte 10] , [verdachte 9] , [verdachte 14] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 13] , [verdachte 3] , [verdachte 2] , [verdachte 6] , [verdachte 1] en [verdachte 4] .
Bij de provocatie richting de Hells Angels bij café [naam café 3] in de nacht van 7 op 8 mei 2015 waren onder anderen aanwezig: [verdachte 10] , [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 12] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 4] , [verdachte 3] , [verdachte 13] en [verdachte 14] .
De verdachte was aanwezig bij de incidenten op 7 mei 2015. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte daarmee een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van voornoemd oogmerk tot bedreiging of openlijke geweldpleging.
Conclusie
Het voorgaande betekent dat de rechtbank van oordeel is dat de verdachte heeft behoord tot een op bedreiging en openlijke geweldpleging (richting Hells Angels en daaraan gelieerde clubs) gericht samenwerkingsverband, bestaande uit de MC Bandidos chapter Sittard en dat hij daarnaast ook een aandeel heeft gehad in gedragingen die mede strekten tot of verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk. Daarom acht de rechtbank bewezen dat de verdachte, als oprichter, leider of bestuurder, heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
4.4.2
Diefstal Mercedes Viano (ZD 2 / feit 2 in de zaak 03/702607-15)
De verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen – al dan niet met geweld of bedreiging met geweld – een Mercedes-Benz bus heeft gestolen.
Diefstal
De rechtbank stelt op basis van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen het volgende vast.
Op 6 november 2014 vanaf 11.22 uur zijn [verdachte 1] , [verdachte 7] en [verdachte 3] in de auto van [verdachte 1] op weg naar Echt, alwaar zij om 11.42 uur [verdachte 8] oppikken en uiteindelijk arriveren in ‘sHertogenbosch. Aldaar aangekomen staat de auto tussen 14.59 uur en 15.25 uur stationair op de [adres 1] te ’s-Hertogenbosch, zijnde het woonadres van [slachtoffer 1] . Uit de OVC-gesprekken blijkt dat [verdachte 7] en [verdachte 8] in de auto zijn achtergebleven en dat [verdachte 1] en [verdachte 3] naar [slachtoffer 1] zijn gegaan. In een OVC-gesprek geeft [verdachte 3] aan dat [verdachte 1] de sleutel van de bus heeft gepakt. Om 15.22 uur stapt [verdachte 1] weer in de auto en zegt dat ‘hij’ de boodschap heeft gesnapt. [verdachte 1] wil zo snel mogelijk weg uit de buurt. Tevens kan uit de OVC-gesprekken worden afgeleid dat [verdachte 3] samen met [verdachte 8] met de Mercedes-bus is weggereden.
Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat [slachtoffer 1] gebruiker was van de weggenomen bus en [betrokkene 1] zich richting de verdachten lijkt op te werpen als eigenaar, kan de rechtbank op basis van het dossier niet met zekerheid vaststellen wie als de daadwerkelijk eigenaar van de betreffende Mercedes bus gezien dient te worden. Wel kan worden bewezenverklaard dat deze in ieder geval toebehoorde aan een ander dan verdachte en/of zijn medeverdachten.
Op basis van de weergegeven bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de Mercedes-bus met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening is weggenomen. De rechtbank leidt dit niet alleen af uit de mededeling van [betrokkene 1] die een half uur na het vertrek uit ’s-Hertogenbosch contact opneemt met de vraag waarom ze zijn bus hebben meegenomen, maar ook uit de OVC-gesprekken die onderweg in de auto hebben plaatsgevonden. Zo zegt [verdachte 7] dat hij een pistool en pepperspray bij zich heeft, wordt besproken dat degene naar wie zij op weg zijn hen niet kent en dus ook niet weet dat hij moet wegrennen. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen zegt [verdachte 1] dat ze die Vito gelijk meenemen en zegt hij tegen [verdachte 7] en [verdachte 8] dat zij in de auto stand-by moeten blijven en hij de sleutel op de auto laat staan. Al wachtend bespreken [verdachte 8] en [verdachte 7] dat ‘hij’ misschien andere mensen heeft gebeld en dat het goed is dat het lang duurt, hetgeen [verdachte 8] bevestigt en zegt: ‘De Vito mee en dat is het toch goed’. Tenslotte zegt [verdachte 1] bij terugkomst dat ‘hij’ de boodschap heeft gesnapt en hij wil zo snel mogelijk uit de buurt weg.
De rechtbank leidt uit vorenstaande omstandigheden af dat geen sprake is geweest van een vriendelijk gesprek en van het vrijwillig afstaan van de Mercedes-bus. Met het Openbaar Ministerie en de verdediging is de rechtbank echter van oordeel dat niet kan worden vastgesteld of dit met geweld of bedreiging van geweld gepaard is gegaan. Op basis van het dossier kan immers niet worden vastgesteld wat er zich tussen [verdachte 1] , [verdachte 3] en [slachtoffer 1] heeft afgespeeld. Voorts is het enkel ongevraagd benaderen van [slachtoffer 1] onvoldoende om tot een diefstal met geweld te komen. De verdachten dienen derhalve te worden vrijgesproken van dit deel van de tenlastelegging.
Medeplegen
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is welke rol de verschillende verdachten bij die diefstal hebben gehad en of ze zijn aan te merken als medepleger.
[verdachte 3] en [verdachte 1] zijn blijkens de OVC-gesprekken bij een woning (van vermoedelijk [slachtoffer 1] ) aan de deur gegaan, waarbij [verdachte 1] de sleutel van de Mercedes-bus heeft gepakt. Vervolgens is [verdachte 3] met de Mercedes-bus weggereden.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte 3] en [verdachte 1] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Conclusie
De rechtbank verklaart aldus bewezen dat verdachte op 6 november 2014 te ‘s-Hertogenbosch samen met [verdachte 3] een Mercedes-bus heeft gestolen middels een onbevoegd gebruikte sleutel. (parketnummer 03/702607-15 feit 2 subsidiair)
De verdachte wordt vrijgesproken van de onder parketnummer 03/702607-15 onder 2 primair ten laste gelegde diefstal met geweld.
4.4.3
Witwassen Volkswagen Touareg (ZD 5 / feit 3 in de zaak 03/702607-15)
Verdachte wordt verweten: het op 9 januari 2015 witwassen van de door medeverdachte [verdachte 2] door enig misdrijf verkregen Volkswagen Touareg van [slachtoffer 5] .
Afkomstig van enig misdrijf?
De verdediging heeft bepleit dat geen sprake is van afpersing of diefstal van de auto door medeverdachte [verdachte 2] en derhalve ook geen sprake van witwassen door verdachte.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast. [verdachte 2] is ongeveer een week voor 9 januari 2015 in de avonduren onaangekondigd bij [slachtoffer 5] aan de deur geweest om de onmiddellijke terugbetaling van een schuld te bewerkstelligen. Toen [slachtoffer 5] niet kon betalen, vroeg [verdachte 2] de sleutels van de Volkswagen Touareg van [slachtoffer 5] . [verdachte 2] werd bij dit verzoek vergezeld door een andere man. [slachtoffer 5] verklaart over deze tweede man dat hij een imponerende indruk op hem maakte. Op enig moment kwam deze man heel dicht bij hem staan en vroeg naar de autosleutels. [slachtoffer 5] voelde zich daardoor bedreigd en was bang, waarna hij naar binnen liep om de autosleutels te pakken. Deze heeft hij afgegeven aan [verdachte 2] , die vervolgens met de Touareg weg is gereden.
Hoewel [slachtoffer 5] zijn verklaring over de dreiging in een later verhoor bij de rechter-commissaris enigszins afzwakt, gaat de rechtbank uit van zijn eerste verklaring. Anders dan het Openbaar Ministerie en de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de geloofwaardigheid van dit onderdeel te twijfelen, nu dit wordt ondersteund door de waarnemingen van de verbalisanten tijdens het afleggen van deze verklaring. Immers, [slachtoffer 5] heeft voorgedaan hoe dicht de tweede man op hem kwam staan, waarbij de verbalisanten zagen dat [slachtoffer 5] emotioneel werd. Daarnaast leidt de rechtbank uit de mededeling van [verdachte 3] tijdens het OVC-gesprek van 9 februari 2015 af dat de Touareg van [slachtoffer 5] is ‘afgepakt’ en er derhalve geen sprake is van vrijwillige afgifte, maar van wederrechtelijk meenemen.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de Volkswagen Touareg afkomstig is van afpersing.
Wetenschap verdachte?
Verdachte heeft verklaard dat hij de betreffende Volkswagen Touareg voor [verdachte 2] heeft verkocht aan [bedrijf betrokkene 4] . Op 9 januari 2015 heeft hij daartoe samen met zijn zoon [oudste zoon verdachte 1] de auto naar [betrokkene 4] gebracht en de opbrengst is op de rekening van [oudste zoon verdachte 1] overgemaakt.
Voor een bewezenverklaring van witwassen is echter vereist dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de auto van enig misdrijf afkomstig was.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Evenals het Openbaar Ministerie leidt de rechtbank uit het OVC-gesprek op 10 januari 2015 en de verklaring van getuige [getuige 3] hierover af dat de opbrengst van de verkoop van de auto is gebruikt ter vereffening van een schuld van [slachtoffer 5] aan verdachte. In het betreffende gesprek vertelt verdachte over ‘dezelfde man als van die Mercedes’ die zijn woord niet nakomt en eigenlijk al in november had moeten afrekenen. Verdachte geeft aan dat hij het op een gegeven moment zat was, omdat de man doet alsof hij geen geld heeft, maar vervolgens wel een Touareg aanschaft ter waarde van acht, negen duizend euro. Doordat ‘deze man’ zijn schuld niet inloste, kon [verdachte 1] ook geen geld geven aan getuige [getuige 3] . Dit profiel sluit naadloos aan bij [slachtoffer 5] . Immers blijkt uit het dossier dat [slachtoffer 5] pas sinds een half jaar in het bezit was van de Volkswagen Touareg, die uiteindelijk 7.000 euro heeft opgebracht, en dat hij daarvoor in het bezit was van een Mercedes. Voorts sluit ook de wijze waarop de auto wordt verkocht daarbij aan. Immers, haalt verdachte - op 6 januari 2015, kort nadat hij door [verdachte 2] bij [slachtoffer 5] was weggenomen – de Touareg op en houdt hij zich vervolgens onder bemiddeling van [verdachte 3] bezig met de verkoop daarvan. Volgens de mededelingen van [verdachte 3] in het OVC-gesprek van 9 februari 2015 moest [verdachte 3] de Touareg, ‘ [verdachte 1] zijn auto’, snel kwijt en heeft [betrokkene 4] die gekocht. In datzelfde gesprek heeft [verdachte 3] het over [verdachte 1] ’s auto die (van de vorige eigenaar) is afgepakt. Daarnaast komt de opbrengst van de verkoop niet bij [verdachte 2] terecht, maar wordt door [betrokkene 4] overgemaakt op de rekening van de zoon van [verdachte 1] . Die rekening wordt gebruikt, omdat verdachte zijn eigen rekening niet wilde gebruiken in verband met het aanvragen van een uitkering. Als het niet zou gaan om een schuld van [slachtoffer 5] aan verdachte maar aan [verdachte 2] , dan was het veel logischer geweest als [betrokkene 4] het geld rechtstreeks aan [verdachte 2] had overgemaakt.
De rechtbank stelt op basis van deze feiten en omstandigheden dan ook vast dat verdachte wist dat de Touareg van enig misdrijf afkomstig was en acht derhalve het onder parketnummer 03/702607-15 als feit 3 ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarbij partieel worden vrijgesproken van het medeplegen, nu het dossier daarvoor geen bewijs bevat.
4.4.4
Poging afpersing [slachtoffer 6] (ZD 6 / feit 4 in de zaak 03/702607-15)
De rechtbank is net als het Openbaar Ministerie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij een poging tot afpersing van [slachtoffer 6] . De rechtbank zal de verdachte dus vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Zaakdossier 6 betreft het onderzoek Redlake naar enkele leden van het MC Bandidos chapter in Alkmaar inzake (poging tot) afpersing in vereniging, dan wel (poging tot) diefstal met geweld in vereniging van Bandidos hangaround [slachtoffer 6] . In het betreffende onderzoek komt ook het Bandidos chapter Sittard in beeld. Na kennelijk een eerder incident bij het chapter Alkmaar vond namelijk op 19 november 2014 een ontmoeting plaats in de woning van [verdachte 11] te Echt. Daar werd met [slachtoffer 6] gesproken over aan de Bandidos verschuldigde bedragen. Bij dit gesprek waren aanwezig de verdachten [verdachte 1] en [verdachte 9] alsmede de president en vice-president van het chapter Alkmaar. Uit het dossier blijkt niet wat zich heeft afgespeeld tijdens dit gesprek. Dat zou mogelijk afgeleid kunnen worden uit uitspraken van [slachtoffer 6] nadien in een telefoongesprek met zijn vriendin. Echter, onduidelijk is of deze uitspraken enkel zien op de situatie tijdens het gesprek in Echt, of dat zijn uitlatingen wellicht voortborduren op de reeds daarvoor bestaande situatie binnen het chapter Alkmaar. Bovendien bevat het dossier op dit punt slechts de eigen uitspraken van [slachtoffer 6] en ontbreekt steunbewijs.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat, hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat er sprake was van een afpersingssituatie van [slachtoffer 6] vanuit het chapter Alkmaar, niet kan worden bewezen dat het Bandidos chapter Sittard daaraan een bijdrage heeft geleverd, zodat de verdachte moet worden vrijgesproken.
4.4.5
Poging doodslag (ZD 9 / feit 5 in de zaak 03/702607-15)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte samen met een ander het slachtoffer [slachtoffer 9] van het leven heeft proberen te beroven, zoals primair ten laste gelegd. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Poging tot doodslag
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat het volgende is gebeurd voor zover het betreft het geweld tegen het slachtoffer [slachtoffer 9] .
[verdachte 1] nodigt op sarcastische wijze [slachtoffer 9] uit om zijn brother [slachtoffer 7] te hulp te komen, terwijl hij de weg voor [slachtoffer 9] blokkeert. Nog voor [slachtoffer 9] bij [slachtoffer 7] in de buurt is, start [verdachte 1] het geweld tegen [slachtoffer 9] door hem meerdere keren tegen het hoofd te slaan. [slachtoffer 9] wijkt daarop in gebogen houding achteruit, duidelijk aangeslagen. Vervolgens wordt [slachtoffer 9] door [verdachte 1] in de nek geslagen, waarbij ook [verdachte 13] zich niet onbetuigd laat. Hierdoor valt [slachtoffer 9] over de terrasafscheiding op de grond, tussen een motor en het café. [verdachte 1] slaat nog een keer en trapt vervolgens meerdere keren, over de terrasafscheiding heen, op de benen van [slachtoffer 9] . Op dat moment komt [verdachte 4] aangerend. Hij springt en landt op het hoofd van [slachtoffer 9] , dat naar de grond beweegt en weer omhoog komt. [verdachte 13] duwt vervolgens de motor die naast [slachtoffer 9] staat om richting [slachtoffer 9] . [verdachte 1] is inmiddels met een been over de terrasafscheiding heen gestapt en stampt meerdere malen met zijn voet op [slachtoffer 9] .
Aangezien [slachtoffer 9] op een bepaald moment deels buiten zicht van de camerabeelden ligt, is niet te zien hoe en waar [verdachte 1] en [verdachte 4] [slachtoffer 9] raken, nadat [verdachte 4] boven op het hoofd van [slachtoffer 9] is gesprongen. Echter, wel is duidelijk dat zowel [verdachte 1] als [verdachte 4] nog steeds trappende/stampende bewegingen maken. De rechtbank ziet geen aanleiding om te veronderstellen dat die bewegingen niet tegen [slachtoffer 9] waren. Daarvoor ziet zij ook steun in de opgenomen gesprekken in de auto na afloop. Zo vertelde [verdachte 4] zelf dat hij de persoon die door [verdachte 1] over het terrasschot werd geslagen ‘flink te pakken’ heeft gehad en die ‘op zijn kop (heeft) staan stampen.’ [verdachte 3] vertelde op verschillende momenten, hoe hij [verdachte 1] te keer zag gaan en die persoon schopte, trapte en in het Spaans uitschold.
De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals hier de dood – aanwezig is, indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden.
De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Uit het voorgaande blijkt dat [verdachte 4] , nadat [slachtoffer 9] door [verdachte 1] naar de grond was geslagen en weerloos op de straat lag, eerst eenmaal na een aanloop met een geschoeide voet op het hoofd van [slachtoffer 9] is gesprongen. Deze aanloop en sprong zijn duidelijk op de camerabeelden zichtbaar en daarbij is ook zichtbaar dat het hoofd daardoor tegen de tegels aansmakt en van de straat weer omhoog stuitert. Vervolgens heeft [verdachte 4] , anders dan de verdediging stelt, ook nog meermalen op het hoofd van het slachtoffer getrapt, van boven naar beneden, terwijl het slachtoffer nog steeds op de straat lag.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het hoofd een kwetsbaar deel van het lichaam is en dat het uitoefenen van geweld op het hoofd levensbedreigende situaties tot gevolg kan hebben. De kans dat het door [verdachte 4] toegepaste geweld tot de dood van aangever had kunnen leiden, acht de rechtbank in dit geval aanmerkelijk, gelet op de aanloop, sprong en grote kracht waarmee het slachtoffer is geraakt. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat aangever met zijn hoofd bijna op de straat lag op het moment dat verdachte met een geschoeide voet op het hoofd van aangever sprong, waardoor het hoofd op de straat stuiterde. Bij zo'n harde trap op het hoofd, die ook nog gevolgd werd van meerdere trappen op het hoofd, is de aanmerkelijke kans aanwezig dat het slachtoffer hersenletsel oploopt waardoor hij komt te overlijden. Dat het niet zover is gekomen, acht de rechtbank min of meer toevallig, wellicht met dank aan het schot dat vanuit het café werd gelost. Dat had immers tot gevolg dat het geweld tegen [slachtoffer 9] stopte.
Dat [verdachte 4] die kans ook op de koop heeft toegenomen, blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet alleen uit de uiterlijke verschijningsvorm van zijn gedragingen, die zozeer op de dood zijn gericht, dat het niet anders kan zijn geweest dan dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Maar dat blijkt ook uit zijn eigen uitlatingen na afloop inhoudende dat het schot dat de vechtpartij eindigde net op tijd kwam: ‘anders stamp je hem dood.’ De rechtbank acht deze uitspraak bepaald geen grootspraak.
De rechtbank concludeert dus dat [verdachte 4] heeft gehandeld met het opzet (in voorwaardelijke zin) op de dood van het slachtoffer. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag.
Medeplegen
[verdachte 1] was niet de persoon die op het hoofd van het slachtoffer heeft gesprongen of getrapt. Daarom ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of [verdachte 1] als medepleger kan worden aangemerkt. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake was van medeplegen.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit voorgaande overwegingen blijkt dat [verdachte 1] de geweldsplegingen tegen het slachtoffer startte met diverse klappen en trappen. Op enig moment, toen het slachtoffer door toedoen van [verdachte 1] reeds ten val was gekomen en op de straat lag, sprong [verdachte 4] op het hoofd van het slachtoffer en trapte hij daarna nog meermalen daarop. Dat is, zoals hiervoor overwogen een poging tot doodslag. [verdachte 1] distantieerde zich toen echter niet van die geweldshandelingen van [verdachte 4] . Integendeel, hij sloot daar bij aan, door het trappen van het slachtoffer voort te zetten. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat ook [verdachte 1] de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer op de koop toenam, door gezamenlijk met [verdachte 4] het geweld voort te zetten. Dat leidt de rechtbank tot de conclusie dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte 1] en [verdachte 4] die in de kern zelfs bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank bewezen dat [verdachte 1] medepleger is van de in beginsel door [verdachte 4] gepleegde poging tot doodslag.
4.4.6
Verkoop en export amfetamine en hennep (ZD 7 / feiten 6 en 7 in de zaak 03/702607-15)
Zaakdossier 7 beschrijft vermoedelijke drugdeals van in totaal 10 kilogram amfetamine en 3 kilogram hennep tussen [verdachte 16] en de in België wonende [betrokkene 5] . De verdachte kwam daarbij in beeld als vermoedelijk gemeenschappelijk contact van beiden en mogelijk zelfs de uiteindelijke begunstigde van de opbrengst. Net als het Openbaar Ministerie en de verdediging is de rechtbank echter van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat dat de verdachte aangemerkt kan worden als (mede)dader van de export en/of het verhandelen van genoemde drugs. De rechtbank acht de feiten 6 en 7 derhalve niet wettig en overtuigend bewezen en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
4.4.7
Hennepteelt in Duitsland (ZD 8 / feit 8 in de zaak 03/702607-15)
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen ruim 1.700 hennepplanten heeft geteeld in het Duitse Viersen in maart 2015.
Net als het Openbaar Ministerie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor de betrokkenheid van de verdachte bij deze hennepteelt. Zo zou die mogelijke betrokkenheid slechts bestaan uit een vermeende ontmoeting op 31 oktober 2014 met [getuige 8] bij een hotel in Roermond nabij de Nederlands-Duitse grens (pg. 11), waarbij ook [verdachte 2] was. Niet duidelijk is wat daar besproken is en [verdachte 1] zou niet actief aan het gesprek deelgenomen hebben. Daarnaast verklaarde [getuige 9] over een soortgelijke ontmoeting, waarbij gesproken werd over ‘technische equipment’ maar die zou hebben plaatsgevonden in Elmpt (D) in december 2014 (pg. 264). Tot slot zou [verdachte 1] contact hebben proberen te leggen met de Duitse advocaat van [verdachte 13] (pg. 203). Op grond van die omstandigheden kan de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen achten dat de verdachte, al dan niet samen met anderen, hennep heeft geteeld. De rechtbank zal de verdachte dus vrijspreken van dit feit, ten laste gelegd als feit 8.
4.4.8
Criminele Opiumwet-organisatie (ZD 10A en 10B / feit 9 in de zaak 03/702607-15)
De verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 12] , [verdachte 13] en [verdachte 16] worden ervan verdachte dat zij – met ook nog andere personen en al dan niet in wisselende samenstellingen – een criminele organisatie ex art. 11b (tot 1 maart 2015: 11a) van de Opiumwet hebben gevormd.
De rechtbank acht dit niet bewezen. Daartoe overweegt zij als volgt.
Uitgangspunten
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot een samenwerkingsverband én een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, te weten het plegen van een aantal misdrijven uit de Opiumwet.
Voor de bewezenverklaring van 'een organisatie' als bedoeld in art. 11b van de Opiumwet is vereist dat sprake is van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
De verdenking
De verdenking van deelneming aan een criminele Opiumwetorganisatie is voornamelijk gebaseerd op de zaakdossiers 10A en 10B.
Zaakdossier 10A
Zaakdossier 10A bevat vooral een weergave van opgenomen vertrouwelijke communicatie (OVC), tapverslagen, sms- en mailberichten. De politie leidt daaruit af dat de verdachten [verdachte 4] en [verdachte 3] , [verdachte 9] , [verdachte 1] , [verdachte 6] , [verdachte 2] en [verdachte 5] – in wisselende samenstellingen – zich bezig houden met (voorbereidings)handelingen strafbaar gesteld in de Opiumwet. Voorts worden diverse voorwerpen en drugs beschreven die bij de verdachten [verdachte 10] , [verdachte 3] en [verdachte 5] werden aangetroffen.
De aanvulling van zaakdossier 10A is opgemaakt na afronding van het onderzoek aan de BlackBerry die wordt toegeschreven aan [verdachte 9] . Na het uitlezen van alle berichten heeft de politie de daarop gebaseerde samenwerkingsverbanden en drugsstromen zoals omschreven in zaakdossier 10A herschreven en opnieuw gegroepeerd.
De politie heeft die verbanden en stromen als volgt gegroepeerd, waarbij eerst is genoemd waar de communicatie over gaat, vervolgens welke personen daarbij betrokken zouden zijn en tot slot in welke periode die communicatie gevoerd werd:
  • Miau miau (mefedron), Turkije, Engelsman, MDMA ( [verdachte 9] / [verdachte 6] / [verdachte 13] / [verdachte 2] ) – juni/aug. ‘14
  • Hennep ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli ‘14
  • A-olie ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/aug. ‘14
  • Amnesia ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/aug. 14
  • Haze Denemarken ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) - juni/aug. ‘14
  • Zwavel ( [verdachte 9] / [verdachte 2] ) – aug. ‘14
  • Pep Denemarken ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – aug. ‘14
  • Blokke, coke ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/okt. ‘14
  • MDMA, formamide ( [verdachte 9] / [verdachte 6] , [verdachte 3] / [verdachte 5] ) – feb. ‘15
  • Hennepteelt ( [verdachte 3] / [verdachte 13] / [verdachte 6] / [verdachte 4] ) – nov. ’14 t/m mei ‘15
  • Apaan ( [verdachte 1] / [verdachte 6] / [verdachte 9] ) – jan ./maart ‘15
  • “A” ( [verdachte 1] / [verdachte 6] / [verdachte 10] ) – maart ‘15
  • UK, Gucci, Ami, Keta ( [verdachte 6] / [verdachte 9] / [verdachte 1] , [verdachte 12] / [verdachte 3] ) – mei ‘15
  • Productie synth. drugs ( [verdachte 3] / [verdachte 12] / [verdachte 5] ) – maart t/m mei ‘15
  • Drugs algemeen ( [verdachte 5] / [verdachte 3] / [verdachte 4] / [verdachte 8] ) – feb/mrt/mei ‘15
Zaakdossier 10B
Zaakdossier 10B beschrijft de vermeende betrokkenheid van de verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 6] , [verdachte 7] en [verdachte 11] bij de productie c.q. handel in drugs dan wel voorbereidingshandelingen daartoe. Zulks is in dit zaakdossier voornamelijk gebaseerd op opgenomen vertrouwelijke communicatie (OVC), tapverslagen en observaties. Dit wordt bovendien aangevuld met verwijzingen naar de zaakdossiers 2 (gekwalificeerde diefstal [slachtoffer 1] ), 5 (afpersing [slachtoffer 5] ), 7 (export amfetamine/hennep), 8 (hennepplantage Duitsland) en 10A (hiervoor beschreven).
Overwegingen
De rechtbank constateert dat de zaakdossiers 10A en 10B inderdaad sterke aanwijzingen bevatten dat de verdachte betrokken was bij drugshandel dan wel soortgelijke strafbare feiten. Die aanwijzingen ziet de rechtbank vooral in de opgenomen communicatie, al dan niet in versluierd taalgebruik. Die aanname van de politie lijkt voor het overgrote deel dus niet uit de lucht gegrepen te zijn.
Evenwel constateert de rechtbank ook dat van concrete, daadwerkelijke geconstateerde strafbare drugsdelicten nauwelijks is gebleken. Uitzonderingen hierop vormen de in Duitsland aangetroffen hennepplantage (zaakdossier 8) die gelieerd zou kunnen worden aan onder meer [verdachte 2] en [verdachte 13] , de onderschepte geëxporteerde amfetamine door [verdachte 16] (zaakdossier 7) en diverse kleinere hoeveelheden drugs die zijn aangetroffen bij huiszoekingen bij van enkele van de verdachten. Maar dat er daarbij sprake is geweest van een criminele organisatie in de zin van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband kan niet worden vastgesteld.
De rechtbank krijgt op basis van het dossier de indruk dat juist sprake lijkt te zijn van diverse individuen die op eigen titel en met elk hun eigen belang betrokken zijn in de drugshandel. Dat [verdachte 9] in veel van de onderschepte communicatie voorkomt is verklaarbaar omdat het overgrote deel van het bewijsmateriaal afkomstig is van een aan hem toegeschreven BlackBerry. De rechtbank ziet hieromheen echter geen duurzaamheid en eenduidige structuur, laat staan hiërarchie. Er ontstaat een beeld van individuen die elkaar ad hoc weten te vinden indien de gelegenheid zich voordoet of die gebruik weten te maken van elkaars kennis of contacten.
De vermoedens over het bestaan van een criminele drugsorganisatie zoals tenlastegelegd worden niet of onvoldoende onderbouwd met concrete feiten. En de enkele omstandigheid dat, op [verdachte 16] na, de betrokkenen lid zijn van de Bandidos, is onvoldoende om te spreken van een dergelijk samenwerkingsverband nu er evenmin een directe relatie zichtbaar is tussen de vermeende drugshandel en de motorclub.
ConclusieHoewel het dossier wel degelijk sterke aanwijzingen bevat dat sprake is van drugshandel door verschillende personen, is de rechtbank van oordeel dat niet gesproken kan worden van een “organisatie”, te weten een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur. Het voorgaande betekent dat niet is bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet. De rechtbank zal de verdachte dus vrijspreken van deelneming aan een criminele drugsorganisatie.
4.4.9
Witwassen (feit 10 in de zaak 03/702607-15)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Kasopstelling
De politie heeft voor de onderzoeksperiode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015 onderzoek gedaan naar de contante inkomsten en uitgaven van de verdachte en zijn echtgenote. Daartoe heeft zij de bankrekeningen van de verdachten en hun kinderen geanalyseerd op contante stortingen en contante opnames. Ook is gekeken naar financiële transacties tussen Nederland en Colombia via Western Union alsmede andere contanten ontvangsten (leningen en meegevoerde contanten) en uitgaven. Tot slot heeft zij beredeneerd wat de contante begin- en eindsaldi waren.
Uit de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen maakt de rechtbank de volgende eenvoudige kasopstelling op:
De som van het beginsaldo (0 euro), de leningen (10.000 euro), de meegevoerde contanten (22.500) de contante opnames van de bankrekeningen buiten Colombia (26.574,81 euro) en de contanten opnames van de bankrekeningen in Colombia (178.317,88 euro) en de money transfers opgenomen in Colombia (19.344 euro) minus het eindsaldo (1.775 euro) vormen samen het bedrag dat beschikbaar is voor uitgaven, te weten:
254.961,69 euro.
De daadwerkelijke uitgaven bedragen de som van de contante betaling van huur voor [naam coöperatie] Limburg (3.500 euro), de contante stortingen op de bankrekeningen in Nederland (158.260 euro), de money transfers gestort in Nederland (27.939,39 euro), de uitgaven levensonderhoud (197.642,54 euro) en de overige contante uitgaven (18.839,22 euro), te weten:
406.181,15 euro.
Dat betekent dat de verdachte en zijn echtgenote (254.961,69 - 406.181,15 =) in werkelijkheid
151.219,46 euroméér contant hebben uitgegeven dan zij contant beschikbaar zouden hebben gehad. Nu je geen contant geld kunt uitgeven dat je niet fysiek in je portemonnee hebt, betekent dit dat er sprake moet zijn van een andere bron van inkomsten.
Uit het onderzoek van de politie is niet gebleken waar dit geld vandaan kwam. Gelet op hetgeen de verdachte verweten wordt, namelijk (gewoonte)witwassen, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of dit geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf.
Uitgangspunt
De wet en jurisprudentie stellen voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp.
Overwegingen van de rechtbank
Op grond van de hiervoor weergegeven kasopstelling, waaruit blijkt van
151.219,46 euromet een onbekende herkomst, acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat dit geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is, waarbij de rechtbank ook oog heeft voor de uit het dossier komende vermoeden van betrokkenheid van verdachte bij zaken die te maken hebben met verdovende middelen.
Dat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van dat geldbedrag.
Verdachte heeft zich bij de politie op zijn zwijgrecht beroepen. Ter terechtzitting van 27 mei 2021 heeft verdachte naar voren gebracht dat hij en zijn echtgenote in Colombia inkomsten hebben gehad uit het bedrijf van verdachte en werkzaamheden van zijn echtgenote alsmede erfenissen en schenkingen/leningen van familieleden van medeverdachte [verdachte 18] . Dit betrof contante geldbedragen, hetgeen de gebruikelijk manier van handelen is in Colombia. Daarnaast heeft verdachte geld geleend van zijn eigen familie en betreffen de money transfers bedragen die hij tegoed had van kennissen uit Nederland.
De rechtbank schuift deze verklaring als niet relevant en niet aannemelijk terzijde. Immers blijkt uit de kasopstelling dat de in Colombia opgenomen contante geldbedragen afkomstig zijn van de contante stortingen op de Nederlandse rekeningen van de familie [verdachte 1] alsmede money transfers afkomstig uit Nederland. Dit bedrag komt min of meer overeen met het geconstateerde overschot (151.219,46 euro) aan contante uitgaven ten opzichte van de contante ontvangsten. Een verklaring voor de herkomst van dit bedrag kan dan ook naar oordeel van de rechtbank alleen liggen in contante ontvangsten, die uit Nederland afkomstig zijn. De contante inkomsten ontvangen uit werkzaamheden en erfenissen of leningen in Colombia zijn in dit opzicht niet relevant. Deze geven namelijk geen verklaring voor de herkomst van de in Nederland gestorte contante bedragen. Evenmin zijn de door verdachte aangevoerde leningen van de familieleden uit Nederland daarop van invloed, nu uit het dossier blijkt dat deze – met uitzondering van de twee leningen van 5.000 euro, die wel zijn meegenomen in de kasopstelling – telkens via de bank zijn overgeboekt.
Voor wat betreft de verklaring van verdachte dat de money transfers geldbedragen betreffen die hij van kennissen in Nederland tegoed had, is de rechtbank van oordeel dat deze stellinonvoldoende concreet en verifieerbaar is. Verdachte heeft deze stelling niet, althans onvoldoende onderbouwd, waardoor er met betrekking tot dit onderdeel geen begin van aannemelijkheid is.
Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot een nader onderzoek door het openbaar ministerie. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat die 151.219,46 euro onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit ook wist. Verdachte heeft deze contante geldbedragen voorhanden gehad, omgezet, daarvan gebruik gemaakt en daarvan de herkomst verhuld, zoals uit de bewijsmiddelen blijkt. De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van in totaal 151.219,46 euro.
Overige geldbedragen
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij niet 151.219,46 euro, maar 165.341,69 euro zou hebben witgewassen. In de kasopstelling in het dossier (pg. 58-59) waarop het ten laste gelegde bedrag ss gebaseerd, is echter bij post ‘overige contante uitgaven’ de aanschaf van een motorfiets met het kenteken [kenteken 1] meegenomen, waarvan de waarde werd geschat op 16.000 euro. Echter, tijdens het onderzoek ter terechtzitting is op basis van nadere informatie van de RDW vastgesteld dat de betreffende motorfiets sinds eind jaren tachtig op naam staat van [vader verdachte 1] (de vader van verdachte) en al ruim voor de ten laste gelegde periode bij verdachte in bezit was, zodat de waarde van deze motor niet kan meetellen bij de contante uitgaven in de ten laste gelegde periode die begint in 2009. De rechtbank zal de verdachte daarvan dus partieel vrijspreken.
Medeplegen
Aan verdachte wordt verweten dat hij genoemd geldbedrag samen met zijn echtgenote, medeverdachte [verdachte 18] , heeft witgewassen.
De rechtbank is echter van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat medeverdachte [verdachte 18] wetenschap had van de criminele herkomst van de contante geldbedragen, noch dat zij dit redelijkerwijs heeft moeten vermoeden, zodat verdachte partieel wordt vrijgesproken van medeplegen.
Gewoonte
Gelet op de totale hoogte van het witgewassen geldbedrag, de frequentie en de periode van ruim zes jaar, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt witwassen.
Eindconclusie
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank het onder parketnummer 03/702607-15 feit 10 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat verdachte partieel wordt vrijgesproken van medeplegen.
4.4.10
Valsheid in geschrifte (het feit in de zaak 03/702636-17)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte valsheid in geschrift heeft gepleegd. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
[verdachte 1] heeft, namens en als vertegenwoordiger van de coöperatie [naam coöperatie] , afgekort [naam coöperatie] , het bedrijfspand aan de [adres 2] te Oirsbeek gehuurd. Nadat de gemeente van de huurovereenkomst op de hoogte raakte, hebben twee gesprekken plaatsgevonden bij de gemeente: een met de verhuurder en de ander met onder anderen [verdachte 1] . Hieruit bleek dat de gemeente koste wat kost wilde voorkomen dat de Bandidos zich zouden vestigen in de gemeente. Ook de Rabobank, als financier van verhuurder [getuige 15] , was kennelijk op de hoogte geraakt van de mogelijke komst van de Bandidos en dreigde de samenwerking met [getuige 15] op te zeggen.
De problemen met enerzijds de gemeente en anderzijds de Rabobank leidden tot een aanpassing van de huurovereenkomst. Zoveel kan worden afgeleid uit een tapgesprek tussen [verdachte 1] en [verdachte 2] en de verklaring van [getuige 15] . De huurovereenkomst werd aangepast. De aanpassing betrof een toevoeging/clausule luidende ‘Absoluut verbod het gehuurde mag in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een motorclub en/of als clubhuis.’ De aangepaste huurovereenkomst werd kennelijk ook ter beschikking gesteld aan de gemeente.
Het pand zou gehuurd worden voor diverse bedrijfsactiviteiten van de genoemde coöperatie, aldus [verdachte 1] . Uit verslagen van de clubmeetings, waarbij [verdachte 1] op één na telkens ook aanwezig was, een opgenomen gesprek van [verdachte 3] , en de inrichting van het pand, concludeert de rechtbank – anders dan de verdediging – dat het wel degelijk, ook, ging om een clubhuis van de Bandidos. Dat er wellicht tevens bedrijfsactiviteiten werden verricht doet daar niet aan af. Kenmerkend is in dit licht ook de omstandigheid dat huur is betaald met gelden afkomstig uit de clubkas van de Bandidos. Al met al lijkt de stelling van het Openbaar Ministerie dat de coöperatie [naam coöperatie] enkel een dekmantel was teneinde de mogelijkheid van een clubhuis te creëren wel degelijk hout te snijden.
De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat sprake was van een civielrechtelijke overeenkomst tussen twee partijen die mogen overeenkomen zoals het hen goeddunkt; eventuele overtreding daarvan is een civielrechtelijke kwestie tussen beide.
Dat is in beginsel juist. Echter uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat het van meet af aan wel degelijk de bedoeling was om een clubhuis van de Bandidos te vestingen in het pand. Nadien is ook gebleken dat het pand gebruikt werd als clubhuis, getuige de vergaderruimte, met daarin diverse leren hesjes voorzien van het Bandidoslogo en bar. Met het desalniettemin aanpassen van de huurovereenkomst, wetende van de daadwerkelijke bedoelingen, is die tweede versie van de huurovereenkomst valselijk opgemaakt door de verdachte.
Bewezenverklaring van valsheid in geschrift vereist ook nog het oogmerk om het geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken. De verdachte moet dus de bedoeling hebben van misleiding. En juist dat is wat in de zaak aan de orde is. Uit het voorgaande leidt de rechtbank immers ook af dat [verdachte 1] ten eerste de bedoeling had om de gemeente te misleiden: zij moest in de veronderstelling verkeren dat er geen clubhuis zou komen. In die zin had hij het oogmerk om de gewijzigde overeenkomst als echt en onvervalst te gebruiken. Daarnaast was het mede in zijn belang dat de Rabobank de samenwerking met [getuige 15] niet zou beëindigen. In zoverre had [verdachte 1] dus ook de bedoeling om de gewijzigde overeenkomst te doen gebruiken door [getuige 15] .
De rechtbank concludeert dus tot bewezenverklaring van valsheid in geschrift, gepleegd door de verdachte. Niet bewezen acht de rechtbank het medeplegen hiervan. Hoewel blijkt dat hij de overeenkomst in overleg met [getuige 15] heeft gewijzigd, kan niet vastgesteld worden dat ook [getuige 15] de bedoeling had de gemeente en/of de bank te misleiden. Verder komt de naam van [verdachte 16] wel voor op de gewijzigde overeenkomst, maar niet is gebleken dat hij daadwerkelijk was betrokken bij de toevoeging van de clausule of er wetenschap van had. De rechtbank zal de verdachte dus partieel vrijspreken van het medeplegen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
in de zaak met parketnummer 03/702607-15:
feit 1:
hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten de leden van MC Bandidos (chapter Sittard), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten:
- bedreiging (art. 285 Sr) en
- openlijk geweld (art. 141 Sr)
terwijl hij, verdachte, oprichter, leider of bestuurder is van voornoemde criminele organisatie;
feit 2 subsidiair:
hij op 6 november 2014 in de gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bus (Mercedes Benz Viano, gekentekend [kenteken 2] ) toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een onbevoegd gebruikte sleutel van die auto;
feit 3:
hij op 9 januari 2015 in Nederland van een voorwerp, te weten een personenauto (merk VW Touareg kenteken [kenteken 3] ) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat voornoemd voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 5 primair:
hij op 7 mei 2015 te Sittard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander [slachtoffer 9] opzettelijk van het leven te beroven, (met geschoeide voet) (met kracht) die [slachtoffer 9] meermalen op en/of tegen het hoofd heeft geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 10 primair:
hij op meerdere tijdstippen in periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015 in Nederland en/of in Colombia,
a. van voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 151.219,46 euro,
de werkelijke aard, de herkomst, heeft verhuld,
en
b. voorwerpen te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 151.219,46 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet en van voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 151.219,46 euro, gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte (telkens) wist dat die geldbedragen (telkens) geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl verdachte van het plegen van voormelde feiten een gewoonte heeft gemaakt.
in de zaak met parketnummer 03/702636-17:
hij in de periode van 1 april 2015 tot en met 27 mei 2015 in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een huurovereenkomst winkelruimte gedateerd 1 april 2015, ten behoeve van het pand gelegen aan de [adres 2] te Oirsbeek, valselijk heeft opgemaakt, door aan die huurovereenkomst toe te voegen de zinsnede: "Absoluut verbod het gehuurde mag in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een moterclub en/of als clubhuis", met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
in de zaak met parketnummer 03/702607-15:
feit 1:deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, terwijl de verdachte oprichter, leider of bestuurder is;
feit 2 subsidiair:diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3:witwassen;
feit 5 primair:medeplegen van poging tot doodslag;
feit 10 primair:van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
in de zaak met parketnummer 03/702636-17:
valsheid in geschrift.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De vordering van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot oplegging van een gevangenisstraf van 67 maanden met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich niet vinden in de strafeis en heeft verzocht rekening te houden met diverse persoonlijke omstandigheden en de invoering van de Wet straffen en beschermen. Zij heeft geen expliciet standpunt ingenomen over de op te leggen straf.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan:
  • het als leider/bestuurder deelnemen aan een criminele organisatie gericht op bedreiging en openlijke geweldpleging;
  • het medeplegen van de diefstal van een Mercedes-Benz Viano;
  • het witwassen van een Volkswagen Touareg;
  • het medeplegen van een poging doodslag;
  • het witwassen van in totaal 151.219,44 euro;
  • valsheid in geschrifte.
Criminele organisatie
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie. Deze criminele organisatie bestond uit diverse van de leden van het Sittardse chapter van de motorclub Bandidos, te weten: president [verdachte 10] , vice-president [verdachte 1] , sergeants at arms [verdachte 6] en [verdachte 9] , secretary/treasurer [verdachte 13] , road captain [verdachte 2] , full members [verdachte 12] , [verdachte 4] , [verdachte 14] , [verdachte 3] en [verdachte 21] en hangaround [verdachte 15] . Deze criminele organisatie had als oogmerk het plegen van bedreigingen en openlijke geweldpleging en dat in het bijzonder tegen de motorclub Hells Angels.
Het Sittardse chapter van motorclub Bandidos zorgde letterlijk en figuurlijk voor een explosieve sfeer in Sittard en omgeving. Zo vond vlak na de oprichting in maart 2014 een granaataanslag plaats op de woning van president [verdachte 10] , korte tijd later gevolgd door nog twee granaataanslagen, één op diezelfde woning en één op de woning van [verdachte 14] . Al eind maart 2014 werden enkele leden aangehouden en later ook veroordeeld wegens verboden wapenbezit. Gaandeweg werd in de zomer van 2014 de rivaliteit tussen de motorclubs Bandidos en Hells Angels openlijk zichtbaar door een confrontatie tussen die twee clubs in Alkmaar. Uit het dossier blijkt ook van een daadwerkelijke vete tussen beide clubs in Limburg, zowel uit afgeluisterde gesprekken als uit diverse incidenten. Dit alles lijkt voort te komen uit een diepgewortelde, langdurende en zich over meer landen uitstrekkende strijd om hegemonie.
Die vete en de bedoelingen van het Sittardse chapter van de Bandidos kwamen uiteindelijk in januari en mei 2015 tot uiting. Op 24 januari 2015 vond een zogenaamde klopjacht plaats op leden van de Hells Angels. Meerdere leden van de Sittardse Bandidos bezochten die avond diverse plekken waar kennelijk regelmatig leden van de Hells Angels of hun sympathisanten kwamen. De bedoeling die avond was duidelijk: vechten met de Hells Angels. Toevalligerwijs werd er die avond nergens een Hells Angel aangetroffen, omdat er een clubfeest gehouden werd op een locatie die niet door de Bandidos werd bezocht. Op 7 mei 2015 was het zogezegd wel raak met de openlijke geweldpleging bij café [naam café 1] in Sittard en de provocatie van de Hells Angels daarna in Kerkrade.
Hierdoor kreeg het Sittardse chapter meer en meer een bedreigende en gewelddadige reputatie. Het wilde de enige motorclub in de omgeving, of zelfs van heel Nederland, worden. Alles was erop gericht de baas te zijn. Dit werd onderling besproken en ook uitgedragen door intimidaties en geweld.
Los van het voorgaande, bleken er nog tal van omstandigheden die duidden op de criminele aard van het samenwerkingsverband. Zo probeerde men op allerlei manieren uit het zicht van politie en justitie te blijven. Leden werden gemaand voorzichtig om te gaan met communicatiemiddelen, men had zogenaamde PGP-telefoons, er werd een heuse coöperatie opgericht die als dekmantel had te gelden voor een clubhuis, waarbij ook wachtgelopen werd en men bleek in staat om een – doorgaans vertrouwelijk – strafdossier in bezit te krijgen. Deze omstandigheden staan weliswaar niet in directe relatie tot de bedreigingen en het geweld tegen de Hells Angels, maar tonen wel het karakter van de club.
Kortom, de aanwezigheid van het Sittardse chapter van de Bandidos zorgde voor een aantasting van de openbare orde. Het liet zich leiden door territoriumdrift en plaatste zichzelf buiten de democratische rechtsorde.
De rechtbank acht voor de deelneming aan deze criminele organisatie in beginsel een gevangenisstraf van 9 maanden voor de leden en 12 maanden voor de leiders van die organisatie passend.
Poging tot doodslag
Tijdens de openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 bij café [naam café 1] heeft de verdachte deelgenomen aan een poging tot doodslag. Daarbij nam [verdachte 4] een aanloop en sprong met kracht op het hoofd van het slachtoffer dat daardoor tegen en van de grond stuiterde. Vervolgens trapte [verdachte 4] nog meermalen door en bleef ook de verdachte trappen op de benen van het op de grond liggende slachtoffer dat daardoor geen mogelijkheid had te vluchten. Verdachte en [verdachte 4] hielden pas op met trappen toen er vanuit de [naam café 1] een schot gelost werd.
Deze poging tot doodslag vond plaats in het kader van de kennelijke territoriumdrift van het Sittardse chapter van de Bandidos en hun vijandigheid tegen de Hells Angels. Bovendien was sprake van nietsvermoedende slachtoffers die zonder enige aanleiding daartoe te grazen werden genomen door een veel grotere groep in colors geklede leden van de Sittardse Bandidos waartegen ze totaal kansloos waren. Geen eerlijk gevecht, maar volstrekt zinloos geweld dus. En dat is strafverzwarend.
De rechtbank acht voor deze deelneming aan een poging tot doodslag in beginsel een gevangenisstraf van 24 maanden passend.
Diefstal Mercedes-Benz Viano
Verder heeft de verdachte samen met anderen een Mercedez-Benz Viano gestolen. Daartoe is men gezamenlijk in een auto naar Den Bosch gereden en naar de bezitter van die bus gegaan om aldaar de sleutel te pakken en met de bus weg te rijden. Blijkbaar moest een ‘boodschap’ overgebracht worden en die boodschap zou ook begrepen zijn. Hieruit leidt de rechtbank af dat deze diefstal kennelijk in het teken stond van een conflict, waarbij men eigen rechter speelde.
De rechtbank acht voor deze diefstal in beginsel een gevangenisstraf van 3 maanden passend.
Witwassen Volkswagen Touareg
Ook het witwassen van de gestolen Volkswagen Touareg lijkt het gevolg te zijn van een conflict of schuld, in elk geval een twist over geld. Uiteindelijk heeft de verdachte deze gestolen auto verkocht en zo geprofiteerd van een misdrijf.
De rechtbank acht voor dit witwassen, dat in zeer nauw verband staat met de diefstal van deze auto, in beginsel een gevangenisstraf van 3 maanden passend.
Witwassen 151.219,44 euro
Ook heeft de verdachte zich gedurende een periode van zes jaren schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen tot een totaalbedrag van ruim 150 duizend euro. Dat geld, met een criminele herkomst, heeft de verdachte kennelijk gebruikt om in de kosten van levensonderhoud te voorzien van zichzelf en zijn gezin. Door alle contante stortingen en Money Transfers door hemzelf en door derden heeft verdachte getracht de schijn te wekken over een legale vorm van inkomen te beschikken. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Witwassen faciliteert bovendien het plegen van andere strafbare feiten.
De rechtbank zal voor dit witwasfeit een uitgangspunt hanteren van 9 maanden gevangenisstraf.
Valsheid in geschrifte
Tot slot heeft de verdachte zich nog schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Hij heeft een huurovereenkomst zodanig opgemaakt dat deze de indruk wekte dat het gehuurde pand niet als clubhuis voor de Bandidos, maar enkel als bedrijfspand gebruikt zou worden. Dit maakt onderdeel uit van een dekmantel om een clubhuis voor de Bandidos te kunnen vestigen, terwijl duidelijk was dat zulks niet getolereerd werd door zowel de gemeente als de bank van de verhuurder.
De rechtbank acht hiervoor in beginsel een gevangenisstraf van 2 maanden passend.
Conclusie
Het voorgaande maakt dat de rechtbank een gevangenisstraf van 53 maanden als uitgangspunt hanteert. De straf zal lager zijn dan door het Openbaar Ministerie geëist, omdat de rechtbank de verdachte voor een deel vrijspreekt, waarvoor het Openbaar Ministerie tot bewezenverklaring had gerekwireerd.
Van bijzondere persoonlijke omstandigheden die in strafmatigende zin moeten meewegen in de op te leggen straf, is de rechtbank niet gebleken.
Wel zal de rechtbank, soortgelijk aan het standpunt van het Openbaar Ministerie, de op te leggen straf met ongeveer 1/3 verminderen gelet op de schending van de redelijke termijn. De verdachte werd aangehouden op 27 mei 2015, terwijl de rechtbank vandaag ruim zes jaren later vonnis wijst en dit tijdsverloop niet aan de verdachte te wijten is.
De rechtbank zal [verdachte 1] veroordelen tot een
gevangenisstraf van 35 maanden.

8.Het beslag

De beslaglijst d.d. 22 mei 2021 vermeldt diverse schriftelijke bescheiden, vier BlackBerry telefoons van het type Curve, een BlackBerry telefoon van het type Bold, een BlackBerry telefoon zonder typeaanduiding, een motorfiets ‘Legend’ voorzien van kenteken [kenteken 4] en drie geldbedragen van respectievelijk 305 euro, 30 euro en 231,12 euro.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de motorfiets is aangetroffen in het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek en dat deze niet aan de verdachte toebehoort, maar aan medeverdachte [verdachte 10] . Daarom zal de rechtbank de teruggave gelasten van deze motorfiets aan [verdachte 10] .
Nu met betrekking tot de overige voorwerpen niet (meer) wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, dienen deze te worden teruggegeven aan degene onder wie ze zijn inbeslaggenomen, zijnde verdachte.
De rechtbank merkt tot slot nog het volgende op. In de zaak van medeverdachte [verdachte 12] stond de motorfiets van het merk Harley Davidson voorzien van kenteken [kenteken 1] op de beslaglijst. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat deze motorfiets is aangetroffen in de garage bij de woning van de verdachte [verdachte 1] en dat deze niet aan de medeverdachte [verdachte 12] toebehoort, maar aan de verdachte [verdachte 1] . Daarom heeft de rechtbank in de zaak tegen de medeverdachte [verdachte 12] de teruggave gelast van deze motorfiets aan de verdachte [verdachte 1] .

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen:
- 45, 47, 57, 63, 140, 225, 287, 311, 420bis, 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de feiten 2 primair, 4, 6, 7, 8 en 9 in de zaak 03/702607-15;
Bewezenverklaring
  • verklaart de feiten 1, 2 subsidiair, 3, 5 primair en 10 in de zaak 03/702607-15 en het feit in de zaak 03/702636-17 bewezen zoals hierboven onder 4.5 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2 subsidiair, 3, 5 primair en 10 in de zaak 03/702607-15 en het feit in de zaak 03/702636-17 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • verstaat dat tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf volledig zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering;
Beslag
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan medeverdachte [verdachte 10] , geboren op [geboortedatum 2] 1963 te [geboorteplaats 2] :
- een motorfiets ‘Legend’ shopper 1994, kenteken [kenteken 4] , goednummer 390631, nummer 26 op de beslaglijst;
- gelast de teruggave van alle overige op de bijgevoegde beslaglijst d.d. 22 mei 2021 vermelde voorwerpen, te weten de nummers 5, 9, 10, 11, 12, 17, 18, 19, 20, 27, 28, 29 en 34, aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.P. Bosma, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer en mr. O.A.G. Corten, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 juli 2021.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
In de zaak met parketnummer 03/702607-15:
Aan de verdachte is - na nadere omschrijving van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 in de
gemeente Echt-Susteren en/of de gemeente Sittard-Geleen en/of de gemeente
Roermond en/of de gemeente Valkenswaard en/of de gemeente Heerlen en/of de
gemeente Kerkrade en/of de gemeente Schinnen, in elk geval in Nederland en/of
te Borgloon (B), in elk geval in België en/of
te Selfkant en/of te Alsdorf, in elk geval in Duitsland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband
van natuurlijke personen, te weten de leden van MC Bandidos (chapter Sittard)
en/of een samenwerkingsverband bestaande uit (onder meer) de volgende personen:
[verdachte 6] en/of [verdachte 7] en/of [verdachte 10] en/of [verdachte 5]
en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 4] en/of
[verdachte 9] en/of [verdachte 8] en/of [verdachte 13] en/of [verdachte 14]
en/of [verdachte 11] en/of [verdachte 12] en/of [verdachte 15] en/of [verdachte 17]
en/of [verdachte 20] en/of [verdachte 21] en/of [verdachte 22] en/of
[verdachte 16] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
misdrijven te weten:
- afpersing (art. 317 Sr) en/of
- diefstal met geweld (art. 312 Sr) en/of
- bedreiging (art. 285 Sr) en/of
- openlijk geweld (art. 141 Sr) en/of
- verboden wapenbezit (art. 26 WWM),
terwijl hij, verdachte, oprichter en/of leider en/of bestuurder is van
voornoemde criminele organisatie;
(zaak 1)
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 6 november 2014 in de gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) sleutel(s) en/of een bus
(Mercedes Benz 639 Viano Cdi, gekentekend [kenteken 2] ), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [slachtoffer 1] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
medeverdachte(n),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van/door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn medeverdachte(n) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft/ hebben verdachte en/of zijn medeverdachten (-zakelijk
weergegeven-)
- die [slachtoffer 1] ongevraagd benaderd en/of
- een intimiderende sfeer gecreëerd en/of
- met stemverheffing (tegen die [slachtoffer 1] ) gepraat en/of
- laten blijken dat ze van (een) motorclub (Bandidos) zijn, in elk geval was
voor die [slachtoffer 1] duidelijk dat hij te maken had met een of meer personen van
(een) motorclub (Bandidos) en/of de indruk laten ontstaan dat er geweld
gebruikt zou worden;
(zaak 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 6 november 2014 in de gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bus (Mercedes Benz 639
Viano Cdi, gekentekend [kenteken 2] ), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [slachtoffer 1] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n)
zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een
valse sleutel te weten een onbevoegd gebruikte sleutel van die auto;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 9 januari 2015 in de gemeente Eindhoven en/of in de
gemeente Stein, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen,
b.
van een voorwerp, te weten een personenauto (merk VW Touareg kenteken
[kenteken 3] ) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij en/of zijn medeverdachte(ne) wist(en) of redelijkerwijs moest(en)
vermoeden dat voornoemd voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf; (zaak 5)
(art. 420bis/quater)
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2014 tot en met 20 november
2014 in de gemeente Echt-Susteren, althans in de provincie
Limburg, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk
te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 6] te dwingen tot de afgifte 6000 euro, in elk
geval van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn medeverdachte(n), met genoemd oogmerk die [slachtoffer 6] (tijdelijk)
heeft/hebben opgesloten (in een kelder) en/of die [slachtoffer 6] heeft/hebben mishandeld
en/of die [slachtoffer 6] heeft/hebben toegevoegd de woorden -zakelijk weergegeven - dat
wanneer die [slachtoffer 6] niet zou betalen, op 24 november
2014 en/of 1 december 2014, hij vermoord zou worden, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 6)
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 7 mei 2015 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 9] opzettelijk van het leven te beroven,
door (met geschoeide voet) (met kracht) die [slachtoffer 9] meermalen, althans
eenmaal (telkens) op en/of tegen het hoofd te schoppen en/of trappen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 9)
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2015 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 9] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
door (met geschoeide voet) (met kracht) die [slachtoffer 9] meermalen, althans
eenmaal (telkens) op en/of tegen het hoofd te schoppen en/of trappen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2015 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen,
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de [adres 5] , in elk geval
op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (onder
meer) [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , welk geweld
bestond uit (het met een boksbeugel) slaan en/of trappen/schoppen van die
[slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , terwijl dit slaan
en/of trappen/schoppen voor die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 9] , enig lichamelijke letsel tengevolge heeft gehad;
(zaak 9)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
A.
hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 10
december 2014 te Oirsbeek, gemeente Schinnen, althans in de provincie Limburg
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet),
(telkens) (grote) hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine
(totaal ongeveer 10 kilogram),
zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij die wet behorende
lijst I;
en/of
B.
hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 10
december 2014 te Oirsbeek, in de gemeente Schinnen, althans in de provincie
Limburg
en/of elders in Nederland en/of België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad, (telkens) (grote) hoeveelheden van een materiaal
bevattende amfetamine (totaal ongeveer 10 kilogram), zijnde amfetamine
(telkens) een
middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
(zaak 7)
art 2 ahf/ond A Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 5 Opiumwet
7.
A.
hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 10
december 2014 te Oirsbeek, in de gemeente Schinnen, in elk geval in de
provincie Limburg en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (telkens) (grote)
hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep (totaal ongeveer 3 kilogram),
in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet,
en/of
B.
hij (meermalen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 10
december 2014 te Oirsbeek, in de gemeente Schinnen, in elk geval in de
provincie Limburg en/of elders in Nederland en/of België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk
aanwezig heeft gehad, (telkens) (grote) hoeveelheden van een materiaal
bevattende hennep (totaal ongeveer 3 kilogram), zijnde hennep (telkens) een
middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II;
(zaak 7)
art 3 ahf/ond A Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 11 lid 4 Opiumwet
8.
hij op of omstreeks 19 maart 2015, in elk geval in de maand maart 2015 in de
gemeente Viersen, in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf
opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de
[adres 3] )
een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te
weten (in totaal) ongeveer 1707 hennepplanten en/of delen daarvan,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
(zaak 8)
art 3 ahf/ond D Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
9.
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 te
Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, en/of in de gemeente Roermond en/of in
de gemeente Valkenswaard en/of te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen,
en/of in de gemeente Heerlen en/of te Echt, in de gemeente Echt-Susteren,
en/of te Oisrsbeek, in de gemeente Schinnen, in elk geval in
Nederland en/of te Borgloon, in elk geval in België en/of te Selfkant, in elk
geval in Duitsland, heeft deelgenomen aan een
organisatie, te weten de leden van MC Bandidos (chapter Sittard) en/of een
samenwerkingsverband bestaande uit (onder meer) de volgende personen: [verdachte 2]
en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 13]
en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 12] en/of [verdachte 7]
en/of [verdachte 11] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 9]
en/of [verdachte 10] en/of [verdachte 16] en/of [partner verdachte 3]
welke organisatie tot oogmerk heeft/had het plegen van één of meer
misdrij(f)(ven), als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid en/of
10a eerste lid en/of artikel 11 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet,
namelijk:
- het aanwezig hebben en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of
verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren
en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland
brengen van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
I, danwel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- het verrichten van voorbereidings- of bevorderingshandelingen gericht op het
telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen
en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) middel(en) als
bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, danwel aangewezen krachtens
artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- het in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of
bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of
verstrekken en/of vervoeren van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II en/of
- van het (van grote hoeveelheden) binnen en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
(vanaf 1 maart 2015 art 11b van de Opiumwet)
(zaak 10 A+B)
art 11a lid 1 Opiumwet
art 10 lid 3 Opiumwet
art 2 ahf/ond C Opiumwet
10.
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015,
(telkens) te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen en/of te Maasbracht, in de
gemeente Maasgouw en/of (elders) in Nederland en/of in Colombia,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een
totaal van (ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en ) dat dat/die
voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven),
zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van voormeld(e)
feit(en) een gewoonte heeft/hebben gemaakt; (zaak 12)
Artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015,
(telkens) te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen en/of te Maasbracht, in de
gemeente Maasgouw en/of (elders) in Nederland en/of in Colombia,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een
totaal van (ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 165.341,69 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat dat/die voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en)
(telkens) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven); (zaak 12)
Artikel 420quater Wetboek van Strafrecht
art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
In de zaak met parketnummer 03/702636-17:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 27 mei 2015 te
Oirsbeek, in de gemeente Schinnen, en/of te Maasbracht, in de gemeente
Maasgouw, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
een huurovereenkomst winkelruimte gedateerd 1 april 2015, ten behoeve van het
pand gelegen aan de [adres 2] te Oirsbeek,
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst, door aan die
huurovereenkomst toe te voegen de zinsnede:"Absoluut verbod het gehuurde mag
in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een moterclub en/of als
clubhuis",
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken;
(zaak 13)
BIJLAGE II: De bewijsmiddelen
Zaakdossier 1: Deelneming aan de criminele organisatie MC Bandidos (chapter Sittard) [1]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de oprichting van het Sittardse chapter en relateerde daarover het volgende: [2]
Uit een onderzoek op de internetsite [website] bleek dat op zaterdag 15 maart 2014 de uitreiking probationary colors aan het eerste chapter van de BMC in Nederland, het chapter Sittard, plaatsvond. [verdachte 10] is de president van dit chapter.
Tijdens de doorzoeking in de woning van
[verdachte 13]op de actiedag 27 mei 2015 werd een
geheugenstickaangetroffen. Het proces-verbaal [3] over het vervolgonderzoek aan die geheugenstick vermeldt dat daarop onder meer werden aangetroffen:
 ledenlijsten Bandidos;
 verslagen van vergaderingen van de BMC Sittard;
 financiële registratie, contributie en dergelijke door de leden BMC Sittard;
 financiële registratie betaling maandelijkse contributie aan het ’Mother Chapter Marseille’.
Het proces-verbaal vermeldt verslagen van 1, 8, 14, 21 en 28 januari, 4, 11, 18 en 25 februari, 6, 11, 18 en 25 maart en 1 april. Voorts werd een ongedateerd verslag aangetroffen getiteld ‘Sec meeting 2015 Unna‘.
Op de geheugenstick werden drie kennelijke
ledenlijstenvan de Bandidos MC Sittard aangetroffen. De meest recente ledenlijst vermeldt in totaal 22 namen, waaronder zakelijk weergegeven: [4]
Name
Member
Probationary
Prospect
Hangaround
President
[verdachte 10]
23-08-14
15-03-14
Vice President
[verdachte 1]
23-08-14
15-03-14
Sgt. at Arms
[verdachte 9]
23-08-14
15-03-14
Sec/Treas
[verdachte 7]
23-08-14
15-03-14
Road Captain
[verdachte 2] *
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 12]
23-08-14
15-03-14
Member
[verdachte 4]
23-08-14
15-03-14
Member
[verdachte 13] **
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 14]
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 3]
15-03-14
26-07-2014
Sgt. at Arms
[verdachte 6] **
22-10-14
26-04-2014
04-04-14
Prospect
[verdachte 21] ***
02-02-15
30-04-2014
Hangaround
[verdachte 15] ****
17-12-14
*De rechtbank begrijpt: [verdachte 2] .
** Omstreeks april 2015 volgde [verdachte 13] [verdachte 7] op in de functie van secretary/treasurer. [5]
*** De rechtbank begrijpt: [verdachte 6] .
**** De rechtbank begrijpt: [verdachte 21] .
***** De rechtbank begrijpt: [verdachte 15] .
De eerder genoemde
verslagen [6] op de geheugenstick aangetroffen bij [verdachte 13] beschrijven – zakelijk weergegeven – onder meer de aan/-afwezigheid, contributie, kosten, afspraken en samenvattingen van de ‘meetings’ voor het overige, waaronder:
 Het verslag ‘meeting 28 january’ dat onder meer vermeldt (pg. 331-333): “Afgelopen zaterdag is het een en ander gebeurt met hangaround [hangaround 1] van 81. (…) Zijn in cafes geweest maar staan wel op camera”. Verder vermeldt dit verslag dat iemand heeft verteld dat hij is verzocht om zijn zwijgrecht om te zetten naar een verklaring, maar dat geweigerd omdat zulks de club zou beschadigen omtrent “crim organisatie.”
 Het verslag ‘meeting 18 february’ dat onder meer vermeldt (pg. 321-323): “Doorgegeven aan rood wit einde maart moet duidelijkheid zijn, als weer iets gebeurt gas er op. [7]
 Het verslag ‘meeting 25 maart’ dat onder meer vermeldt (pg. 329-330): “Afgelopen nacht is de cafe van [naam eigenaar 1] afgebrand.” [8]
De verslagen [9] vermelden de volgende
aanwezigen:
 8 8 januari: [15 namen 1] (pg. 310).
 8 28 januari: [19 namen] (pg. 331).
 8 4 februari: [24 namen] (pg. 304).
 8 11 februari: [22 namen] (pg. 314).
 8 18 februari: [18 namen 1] (pg. 321).
 8 25 februari: [15 namen 2] (pg. 326).
 8 11 maart: [18 namen 2] (pg. 317)
 8 18 maart: [17 namen] (pg. 323).
 8 25 maart: [21 namen] (pg. 329).
 8 1 april: [18 namen 3] (pg. 306).
Tijdens de doorzoeking in de woning van
[verdachte 7]werd een
geheugenstickaangetroffen. Het proces-verbaal [10] over het vervolgonderzoek aan die geheugenstick vermeldt dat daarop werd aangetroffen:
 het document Holland regels Bandidos
 communicatie (in de Engelse taal) in nieuwsbrieven waarin melding wordt gemaakt van een conflict met ’HA’ en spanningen met ’81’.
Het document ’
Bandidos MC Sittard Holland – Holland regels’zoals aangetroffen op voornoemde geheugenstick vermeldt onder meer: [11]
 Holland Meeting wordt gehouden op de eerste woensdag van de maand bij chapter Sittard, niet aanwezig zonder reden gaat jas uit tot volgende Holland Meeting;
 vierentwintig uur bereikbaar en binnen half uur tel of sms berichten beantwoorden;
 wordt iemand opgepakt door politie voor wat voor reden dan ook zwijgrecht tot advocaat daar is geweest en uitleg geeft over de situatie.
Op 28 maart 2014 werd in de auto van [verdachte 10] een handboek aangetroffen. [12] Deze ’
Bible of the Bandidos motorcycleclub Europe’beschrijft onder meer (in de Engelse taal) de toelatings- en lidmaatschapsregels (hangaround, prospect, probationary, full membership), contributie, onkostenvergoedingen bij voorlopige hechtenis, vergadering, clubregels, officieren, financiële verplichtingen, patches, nieuwsbrief, bmcmail en geschiedenis. [13]
De politie heeft voorts onderzoek gedaan naar diverse
incidentendie plaatsvonden sinds de oprichting van het Sittardse chapter van de Bandidos MC. Daarover relateert de politie het volgende: [14]
Op 16 maart 2014 vond een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 10] .
Op 22 maart vond wederom een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 10] .
Op 26 maart 2014 vond de sluiting plaats van het clubhuis van de Bandidos in perceel [adres 4] te Geleen op grond van mogelijke ernstige verstoring van de openbare orde vanwege de bewoning door [verdachte 10] . Hierbij werden vier leden van de Bandidos aangehouden waaronder [verdachte 10] . Er werden meerdere vuurwapens en munitie gevonden op het perceel en in personenauto's.
Op 7 mei 2014 vond een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 14] .
Op 15 juni 2014 werd een soort van brandbom tegen de gevel van café [naam café 5] te Echt gegooid. Dit café betreft een locatie waar de Bandidos, chapter Sittard elkaar regelmatig treffen.
Op 29 augustus 2014 vond een verbaal treffen tussen leden van de Bandidos en Hells Angels in Alkmaar plaats. Een fysieke confrontatie tussen beide clubs is door inzet politie voorkomen. Er werden enkele aanhoudingen verricht. Het is verder niet bekend of bij dit treffen leden van de Bandidos, chapter Sittard aanwezig waren.
Op 24 januari 2015, werd door de Hells Angels een bijeenkomst gehouden in café [naam café 3] aan de Markt in Kerkrade. Hierbij waren ook leden van de Red Devils aanwezig.
Op 24 januari 2015 werd door meerdere leden van de OMG Bandidos Sittard een bezoek gebracht aan de ontmoetingsplaats van de Red Devils aan de [adres 5] te Sittard (café [naam café 1] ).
Op 24 januari 2015, na het bezoek aan de [naam café 1] , zijn de leden van de Bandidos door het zuiden van Limburg getrokken waarbij ze meerdere locaties, waarvan bekend is dat er regelmatig leden van de Hells Angels aanwezig zijn, bezochten. Tijdens deze bezoeken worden geen leden van de Hells Angels of Red Devils aangetroffen door de Bandidos.
Op 25 januari 2015 werd gezien dat een grote groep leden van de Hells Angels vanuit het centrum van Kerkrade naar café [naam café 2] te Kerkrade liepen. Bekend is dat de uitbater van café [naam café 2] sympathiseert met de Bandidos en dat er regelmatig leden van de Bandidos daar aanwezig zijn geweest. Nadat de Hells Angels daar weer vertrokken waren, bleken de vier banden van de auto van de uitbater van café [naam café 2] te zijn lek gestoken. Ook was er met een scherp voorwerp twee maal de cijfercombinatie 81 in de lak van de auto gekrast.
Op 16 maart 2015 hield een grote groep leden van de Hells Angels zich provocerend op ter hoogte van de woning van een lid van de Bandidos aan de [adres 6] te Susteren. Na enige tijd vertrok de groep zonder dat er verdere incidenten hadden plaatsgevonden.
Op 25 maart 2015 wordt omstreeks 03.00 uur een brandend projectiel geworpen door de ruit van café [naam café 2] aan de [adres 7] in Kerkrade. Hierdoor ontstaat er een grote brand. In de woning boven het cafégedeelte sliep op dat moment het gezin van de uitbater dat het brandende pand tijdig kon verlaten. Het pand brandde geheel uit. Naar aanleiding van dit incident werd een verdachte op heterdaad aangehouden. Deze verdachte is een bekend lid van de Supportcrew 81, de officiële supportclub van de Hells Angels uit Kerkrade.
Op 7 mei 2015, omstreeks 20.20 uur, werden drie leden van de Red Devils nabij hun ontmoetingsplaats aan de [adres 5] te Sittard zwaar mishandeld door ruim twintig leden van de Bandidos. Eén van de Bandidos wordt bij hun vertrek herkend door de politie als de president [verdachte 10] .
Op 7 mei 2015, omstreeks 23:55 uur, probeerde een grote groep leden van de OMG Bandidos op de Markt in Kerkrade de horecagelegenheden te betreden. Dit werd overal geweigerd.
Op 9 mei 2015 kwam interne politie-informatie binnen dat zich in de late avond rond perceel [adres 8] te Kerkrade (café [naam café 3] ) een grote groep personen verzameld had in de colors van de Hells Angels.
Op 9 mei 2015 kwam interne politie-informatie binnen dat een grote groep Bandidos zich ophield in en rond het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek. Dit pand betreft de vestigingsplaats van het bedrijf en de woonplaats van de vice-president van de Bandidos.
Diverse
OVC-verslagen uit de auto van [verdachte 3]vermelden dat [verdachte 3] onder meer het volgende zegt:
2 maart 2015: [15]
Als je eenmaal in een motorclub zit dan, zoals ons, dan moet je voor elkaar door het vuur gaan. (…) Dat begon hier in Nederland, de Bandidos. We waren tien jongens allemaal buitenbeentjes (…) en dan kom je bij elkaar, die allemaal voor mekaar door het vuur gaan. (…) Ik heb schijt aan alles, ik ben 1%-er, ik sta buiten de wet. (…) Als iemand zegt ik kan niet meer zo vaak komen door mijn werk… rot op man werk. Wij zijn 1%, wij staan buiten de wet, wij werken niet. (…) Je moet 24 uur per dag voor je club klaar staan. (…) Wij zijn criminelen, uitschot zijn wij.
20 april 2015: [16]
(…) de oorlog gaat beginnen met rood/wit, die zijn ons vandaag de hele dag aan het zoeken geweest.
14 mei 2015: [17]
Als wij met chapter Sittard ergens knokken, als er in het clubhuis wapens worden gevonden, dat ze dan gewoon zeggen de chapter Sittard is verboden. Maar dan moeten ze wel hard kunnen maken dat het chapter een criminele organisatie is.
Diverse
OVC-verslagen uit de auto van [verdachte 1]vermelden onder meer het volgende:
17 november 2014: [18]
[verdachte 1] heeft geregeld dat ze nu iedere vrijdagavond en eventueel maandagavond kunnen trainen voor het boxen.
[jongste zoon verdachte 1] wil ook blijven voetballen.
Dat sowieso zegt [verdachte 1] , maar als hij dadelijk Chicano wil worden is het wel handig als hij een beetje kan vechten. Als [jongste zoon verdachte 1] komt dan zullen die anderen ook wel denken, die jongen van 15 doet het ons voor, dan komen ook 2-3 Chicano’s trainen.
[verdachte 1] zegt dat ze daar wel achter komen als ze de eerste keer op straat tegen een Rood-Witte aanlopen… dan wordt geknokt… dan komen ze met dikke ogen thuis.
29 oktober 2014 (twee Chicanosleden die het volgende over de Bandidos zeggen): [19]
Ze hebben al backup met de Satudarah en als ze die ook nog kunnen samentrekken, dan hebben we toch een paar clubs, waarmee we toch dadelijk proberen te overheersen. Dan kunnen ze rood-wit uitdrijven. Dat is wel de bedoeling.
13 januari 2015: [20]
[verdachte 1] , [oudste zoon verdachte 1] , [verdachte 6] en [verdachte 11] in de auto.
[verdachte 6] : Zaterdag komt er nog een maat mee… [Bandidos-lid 1] mee.. een stevige jongen… een goeie MMA-vechter, de beste MMA-vechter die België had.
[verdachte 1] : Goed zo, ok.
Bij de doorzoeking in de woning van de verdachte [verdachte 12] werd een iPhone aangetroffen. Op die iPhone bleek een foto van 5 maart 2015 aanwezig, waarop [verdachte 12] was afgebeeld in de colors van de Bandidos en met een
raketwerperop zijn schouder. [21]
Zaakdossier 2: Afpersing [slachtoffer 1] [22]
Op 6 november 2014 zijn in de Opel Vectra van [verdachte 1] onder meer de volgende
OVC-gesprekkenopgenomen:
Om 11.22 uur (sessienummer 4052) [23]
[verdachte 1] praat met NN-persoon buiten de auto. Vervolgens openen de portieren, [verdachte 1] stapt in en zegt dat het fris aan het worden is tegen [verdachte 3] . Vervolgens stapt ook [verdachte 7] in, die wordt begroet door [verdachte 1] in de auto.
Om 11.27 uur (sessienummer 4052) [24]
[verdachte 1] , [verdachte 3] en [verdachte 7] zitten nog steeds in de auto. [verdachte 1] zegt dat hij in Born de autoweg kan afgaan en hier weer erop, dat is het makkelijkste voor hem. [verdachte 3] zegt .. ntv ...
Ja zegt [verdachte 1] , die staat in Echt te wachten.
Wanneer de auto om 11.42 volgens het peilbaken op de Peijerstraat te Echt is, stapt een onbekende man in (sessienummer 4056). [25]
Gesprek over hoeveel een ticket naar Thailand kost.
[verdachte 1] zegt dat ze vanmiddag hier een beetje gas moeten geven.
Dan kunnen we direct boeken zegt [verdachte 7] .
Om 11.52 uur (sessienummer 4058) [26]
[verdachte 7] zegt: Ik heb pepperspray en pistool meegenomen he!
Om 13.36 uur (sessienummer 4070) [27]
[verdachte 1] zegt tegen [verdachte 3] dat het beter is dat ze van hieruit de autoweg nemen naar IJsselstein en als ze terugkomen gaan ze langs Den Bosch en dan gaan ze langs.
Het mooie is, zegt [verdachte 1] , die ‘Albino’ die kent ons niet, heeft ons nog nooit gezien ..... .
Dat is altijd goed, zegt [verdachte 7] . Dan weet hij ook niet voor wie hij weg moet rennen .....
Ja dat bedoel ik, zegt [verdachte 1] , die kent ons niet, daar kun je gewoon heen lopen die rent niet
weg die kent ons niet.. ....
Om 14.57 uur (sessienummer 4084) [28]
[verdachte 1] zegt dat het beste is als hij en vermoedelijk [verdachte 3] uitstappen en [verdachte 7] en [bijnaam verdachte 8] blijven zitten anders komt hij niet naar buiten. [verdachte 3] geeft aan waar ze naar toe moeten rijden. [verdachte 3] zegt dat zijn Vito er staat en dat ze beter achterom kunnen parkeren. [verdachte 1] zegt dat ze die Vito gelijk meenemen.
De politie heeft onderzoek gedaan naar bijnamen hadden en concludeerde dat [bijnaam verdachte 8] een bijnaam is van de verdachte [verdachte 8] . [29]
Blijkens de gegevens van het
peilbakenaangebracht in de auto Opel Vectra van [verdachte 1] is dit voertuig op donderdag 6 november 2014 van 14.59 tot 15.25 uur stationair op de [adres 1] te 's-Hertogenbosch [30] . Dit betreft het GBA adres van [slachtoffer 1] . [31]
Om 14.59 uur (sessienummer 4085) [32]
De motor wordt afgezet. [verdachte 7] vraagt of hij moet blijven zitten. Ja, zegt [verdachte 1] , blijf maar stand-by en ik laat de sleutel op de auto staan. [verdachte 1] en [verdachte 3] stappen uit. [bijnaam verdachte 8] en [verdachte 7] blijven in de auto.
Om 15.04 uur (sessienummer 4086) [33]
[bijnaam verdachte 8] en [verdachte 7] hebben het erover dat het wel lang geduurd heeft voordat de persoon open deed en dat het wel geregeld zal zijn. [bijnaam verdachte 8] zegt dat hij misschien andere mensen heeft gebeld. We zien het wel als andere mensen komen, zegt [verdachte 7] .
Om 15.09 uur ( sessienummer 4088) [34]
[verdachte 7] zegt dat het lang duurt en dat dat goed is. Jazeker, zegt [bijnaam verdachte 8] . De Vito mee dan is het toch goed. [bijnaam verdachte 8] vraagt of die ‘meneer’ bij hun gezeten heeft. Neen zegt [verdachte 7] .
Om 15.22 uur (sessienummer 4091) [35]
[verdachte 1] (vermoedelijk alleen) stapt weer in de auto en zegt dat ‘hij’ de boodschap heeft gesnapt. Rijgeluiden.
Om 15.26 uur (sessienummer 4091) [36]
[verdachte 1] wil zo snel mogelijk weg uit deze buurt en ze gaan een bakje pakken op de autoweg. [verdachte 7] vraagt of ze hem ergens binnen moeten zetten. [verdachte 1] zegt zich aan het bedenken waar we hem kunnen neerzetten. [verdachte 7] geeft aan dat ze die bij hem achterom kunnen zetten.
Om 15.27 uur (sessienummer 4092) [37]
[verdachte 3] roept dan ‘ik moet tanken hij is helemaal leeg’. [verdachte 1] en [verdachte 7] lachen.
Om 15.30 uur (sessienummer 4093) [38]
[verdachte 7] zegt dat hij nog een plekje heeft waar hij hem binnen kan zetten. Oké zegt [verdachte 1] .
Om 15.39 uur (sessienummer 4093) [39]
Blijkt dat [bijnaam verdachte 8] bij [verdachte 3] in de auto zit, want [verdachte 1] dacht hem te zijn vergeten. [verdachte 1] zegt bij Nederweert te stoppen voor een bakkie en dan spreken we verder af .. ntv... met de bus .... ntv.
Om 15.59 uur ontvangt [verdachte 3] een
sms-berichtvan [telefoonnummer 1] op naam van [bedrijf betrokkene 1] te Roermond, inhoudende: ‘Hallo, ik hoor net van [slachtoffer 1] dat jullie mijn bus hebben meegenomen, maar zo werkt dat niet jongens’. [40]
Op 6 november 2014 om18.42 uur (sessienummer 418) [41] vindt er een
telefoongesprekplaats tussen [verdachte 3] en [betrokkene 1] , gebruiker telefoonaansluiting [telefoonnummer 1] , onder andere inhoudende:
[betrokkene 1] zegt: ‘Luister, ik ga niet zomaar overal naar toe rijden of weet ik veel wat (…) daar gaat het niet om maar het gaat zich er om ik weet niet waarom jullie mijn bus meenemen bij [slachtoffer 1] ’.
[verdachte 3] zegt: ‘Nou dan moet je dat aan hem vragen dan kan hij jou dat precies uitleggen’.
(…)
[betrokkene 1] zegt: ‘Ik kan ook naar de politie gaan en zeggen dat jullie mijn bus hebben gestolen, is ook geen probleem’.
[verdachte 3] zegt: ‘Zodra [slachtoffer 1] ons/mij de papieren geeft wat afgesproken is krijgt hij die terug’.
Op 3 december 2014 worden er door een nummer dat niet op naam staat twee sms-en verstuurd naar een nummer in gebruik bij [verdachte 3] met de volgende inhoud: [42]
heb aangiften gedaan van afpersen en diefstal van die bus door een motorclub uit Limburg heb geen namen en clubnaam genoemd dus kijk maar wat je met die bus doet.
Op 17 maart 2015 in de auto van [verdachte 3] het volgende
OVC-gesprekmet [verdachte 12] opgenomen:
Om 23.03 uur (sessienummer 2737) [43]
[verdachte 3] zegt: Ja daar heb ik toen toch met [verdachte 1] die bus afgepakt.
[verdachte 12] vraagt: weetje die te vinden?
[verdachte 3] zegt: Op een gegeven moment kreeg ik een berichtje dat hij aangifte gedaan had.
Om 23.11 uur (sessienummer 2738) [44]
[verdachte 12] : Wat is er met die bus gebeurd? Verkocht?
[verdachte 3] : Weet ik niet. Ik denk het wel. Die hebben ze volgens mij ergens in de sloop geduwd. [verdachte 7] zou dat geregeld hebben.
[verdachte 12] : Maar jullie hadden die papieren toch?
[verdachte 3] : Nee…
[verdachte 12] : Jullie gaan een bus meenemen zonder papieren?
[verdachte 3] : Heeft [verdachte 1] gedaan. Ja… [verdachte 1] pakte gewoon de sleutel.
Om 23.13 uur (sessienummer 2739) [45]
[verdachte 3] zegt: hij zou gewoon terugkrijgen als hij de eerste tien had betaald.
[verdachte 12] zegt: als hij aangifte had gedaan had je daar zeker al wat van gehoord.
(…)
[verdachte 12] zegt: Waar wil je aangifte van doen als je zelf fout bezig ben?
[verdachte 3] zegt: daarom had hij het op een afpersing gegooid.
Om 23.19 uur (sessienummer 2740) [46]
[verdachte 12] vraagt: Toen jullie die afspraak hadden met die ene gast, hadden jullie die vast of is die naar een afspraak gekomen?
[verdachte 3] zegt: Die hadden wij vast, daar zijn we aan de deur gegaan.
[verdachte 12] vraagt: was [betrokkene 1] daarbij?
[verdachte 3] zegt: Die zat in de auto he. Weet je wat het is, wij waren eerst naar Amsterdam geweest voor een verhaal, toen zei [verdachte 1] …
Op 14 april 2015 wordt in de auto van [verdachte 3] een OV-gesprek (sessienummer 4121) [47] opgenomen. [verdachte 3] vertelt dat [betrokkene 1] altijd een grijze Vito heeft gereden en dat deze aangifte heeft gedaan van afpersing van de motorclub.
De
politieheeft ook onderzoek gedaan naar welke auto het betreft en komt op basis van een verklaring van [betrokkene 1] d.d. 22 januari 2012 dat hij een grijze Mercedes Vivano heeft (opmerking rechtbank: bedoeld zal zijn Viano) , een OVC-gesprek op 14 april 2015 van [verdachte 3] en het aantreffen van [slachtoffer 1] bij een verkeerscontrole van 23 augustus 2014 in deze auto, tot de conclusie dat het een Mercedes Benz Viano met het kenteken [kenteken 2] betreft. [48] Uit nader onderzoek blijkt dat de kleur van deze auto briljant-zilver metallic is. Voorts wordt gerelateerd dat de Mercedes-Benz type Viano en de Mercedes-Benz type Vito uiterlijk identiek zijn, doch het interieur verschillend is. [49]
Zaakdossier 5: Afpersing [slachtoffer 5] [50]
Verklaring [slachtoffer 5]
Op de actiedag van het onderzoek Kievit (27 mei 2015) werd [51] in opdracht van de rechter-commissaris door twee verbalisanten van de politie als getuige gehoord. Hij verklaarde – zakelijk weergegeven – onder andere over een lening van 10.000 euro die hij tien jaar geleden had verkregen van een man met de roepnaam [verdachte 2] of [verdachte 2] uit Limburg, die hij ontmoet had in de skybox van [naam eigenaar 2] in het PSV stadion.
Eind 2014, begin 2015 kwam [verdachte 2] of [verdachte 2] bij [slachtoffer 5] thuis aan de deur. Hij was samen met een andere man, die enkele momenten later de oprit op kwam lopen. Deze man zag er imponerend uit, hij had tattoos en een breed postuur. Het was omstreeks tien uur ’s avonds. [verdachte 2] vertelde dat hij voor het geld kwam dat hij [slachtoffer 5] geleend had in het PSV stadion. Op dat moment kwam die andere man de oprit op gelopen. [slachtoffer 5] hoorde dat hij tegen die [verdachte 2] zei: ‘Hee hoe staat het er mee’. [verdachte 2] vertelde [slachtoffer 5] dat hij het geld nu of een dag later terug moest betalen. Hij noemde geen bedrag. [slachtoffer 5] vertelde hem dat hij dat zo snel niet kon betalen. [slachtoffer 5] auto, de Volkswagen Touareg, stond op dat moment op zijn oprit. [verdachte 2] vroeg aan [slachtoffer 5] of deze auto van hem was, wat [slachtoffer 5] bevestigde it. De man met de tattoos kwam op dat moment heel dicht tegen hem aan staan en vroeg hem om de sleutels van de Volkswagen. Deze man ging heel dicht tegen [slachtoffer 5] aan staan waardoor hij heel erg bang werd. De manier waarop hij bijna tegen hem aan stond was erg bedreigend en hij was echt bang.
De verbalisanten merken vervolgens op dat [slachtoffer 5] voordoet hoe dicht de man tegen hem aan stond. Zij zien dat [slachtoffer 5] emotioneel wordt.
[slachtoffer 5] verklaart vervolgens verder – zakelijk weergegeven – dat hij de autosleutels niet wilde geven, maar hij werd door het intimiderende gedag van de man met de tattoos die dicht tegen hem aan stond zo bang dat hij naar binnen liep om de sleutels te pakken. Hij dacht dat, als hij de sleutels niet zou geven, hem iets zou worden aangedaan. [slachtoffer 5] heeft vervolgens de autosleutels aan [verdachte 2] gegeven. [verdachte 2] stapte in de auto en reed er mee weg. Een week later (opmerking rechtbank: 9 januari 2015) ontving [slachtoffer 5] via de post een vrijwaring van de auto.
[slachtoffer 5] heeft verder verklaard dat hij de Volkswagen Touareg met het kenteken [kenteken 3] pas een half jaar in bezit had. Daarvoor had hij een Mercedes type 200.
Verdachte [verdachte 1]heeft ter terechtzitting van 25 mei 2021 – zakelijk weergegeven – verklaard dat [verdachte 2] hem heeft gevraagd om de Volkswagen Touareg voor hem te verkopen.
Ter terechtzitting van 28 mei 2021 heeft verdachte aanvullend verklaard dat hij via [verdachte 3] bij [bedrijf betrokkene 4] terecht is gekomen. Hij is samen met zijn zoon [oudste zoon verdachte 1] met de Touareg naar [betrokkene 4] gereden. [betrokkene 4] kon niet contant betalen en toen heeft [oudste zoon verdachte 1] het nummer van zijn bankrekening gegeven.
4 januari 2015
Het dossier bevat voorts een aantal tapgesprekken/ sms-berichten betreffende de periode 4 januari 2015 tot en met 9 januari 2015 tussen de volgende telefoonnummers:
  • [telefoonnummer 2] betreft telefoonaansluiting in gebruik bij [verdachte 3] ;
  • [telefoonnummer 3] betreft telefoonaansluiting in gebruik bij [bedrijf betrokkene 4] ;
  • [telefoonnummer 4] betreft telefoonaansluiting in gebruik bij [verdachte 1] .
Op zondag 4 januari 2015 vindt de volgende communicatie plaats:
19.44 uur
sms-bericht(sessienummer 657) van [verdachte 3] naar [bedrijf betrokkene 4] , inhoudende: ‘Kun je iets met een Touareg van 2004 3.2.liter’; [53]
20.15 uur
sms-bericht(sessienummer 659) van [bedrijf betrokkene 4] naar [verdachte 3] , inhoudende: ‘Wat vragen ze ervoor en wat heeft hij gelopen’; [54]
21.50 uur
sms-bericht(sessienummer 3427) van [verdachte 3] naar [verdachte 1] , inhoudende: ‘kan je kenteken sturen hij heeft zeker interesse’; [55]
21.55 uur
twee sms-berichten(sessienummer 3429 en 3430) van [verdachte 1] naar [verdachte 3] , inhoudende: ’ [kenteken 3] ’ en ‘Staat in Rmnd’. [56]
6 januari 2015
Op dinsdag 6 januari om 12:51 uur (sessienummer 747) [57] wordt [verdachte 3]
gebelddoor [betrokkene 4] . [betrokkene 4] zegt dat hij vier uur niet redt, want hij is nog onderweg. [verdachte 3] vraagt hoe laat dan. En [betrokkene 4] vraagt: ‘Woont die in de buurt of moet die van ver komen?’ [verdachte 3] zegt: ‘Roermond’. Er wordt vervolgens afgesproken voor de volgende dag om half elf.
In een volgend
telefoongesprekom 13:05 uur (sessienummer 3539) [58] wordt [verdachte 1] door [verdachte 3] op de hoogte gebracht van de verplaatsing van de afspraak met [betrokkene 4] . [verdachte 1] zegt: ‘Is goed, ik rijd nu ook even langs twee mensen. Ik ben nu met die auto onderweg’ en ‘als die mensen dadelijk zeggen, we pakken hem dan is die weg’.
Uit
peilbakengegevensblijkt dat op 6 januari 2016 tussen 12.28 uur en 18.00 uur de Opel Vectra [kenteken 5] van [verdachte 1] stationair heeft gestaan op de [adres 9] in Roermond. De verbalisanten relateren dat [adres 9] te Roermond het woonadres betreft van [verdachte 19] en het nabij gelegen [adres 10] te Roermond het woonadres van [verdachte 2] . [59]
9 januari 2015
Op 9 januari 2015 om 11.41 uur (sessienummer 892) [60] vindt een
gesprekplaats tussen [verdachte 3] en [verdachte 1] , waarin [verdachte 3] aangeeft dat ‘hij’ (derde) over een uurtje op de zaak is. Het was geen probleem. [verdachte 1] vraagt: ‘Met dat nummertje was geen probleem he?’ [verdachte 3] zegt: ‘Nee dan niet’. [verdachte 1] zegt dat hij ook zijn meisje kan laten meerijden om terug te komen. [verdachte 1] probeert om een uur daar te zijn.
Uit
peilbakengegevensblijkt dat op 9 januari 2015 de Opel Vectra [kenteken 5] van [verdachte 1] om 13.06 uur en 13.07 uur een stop heeft gemaakt op de [adres 11] . De verbalisanten relateren dat [bedrijf betrokkene 4] is gelegen aan de [adres 11] te Urmond. [61]
Er is
nader onderzoekgedaan naar de tenaamstelling van de Volkswagen Touareg met het kenteken [kenteken 3] . Het betreffende kenteken heeft van 20 oktober 2014 tot en met 9 januari 2015, op naam van [slachtoffer 5] gestaan en vanaf 9 januari 2015, 14.16 uur, op naam van de organisatie [betrokkene 4] . [62]
Op 8 januari 2015 om 00.00 uur (sessienummer 8060) [63] vindt er een
OVC-gesprekplaats tussen [verdachte 1] en [verdachte 6] . [verdachte 1] vraagt of [verdachte 6] wat geld heeft voor benzine want hij heeft niks omdat het geld van die auto nog niet binnen is. Die jongen geeft hem morgen de helft en na het weekend de andere helft. [verdachte 6] zegt dat het geen probleem is. Het geld van de auto zou op de rekening gestort kunnen worden maar [verdachte 1] zegt dat het beter is van niet in verband met het aanvragen van de uitkering.
De
betalingvoor de auto, een bedrag van 7.000 euro vond plaats op 9 januari 2015 via een overboeking van de zakelijke ING rekening van het bedrijf van [betrokkene 4] naar bankrekening-nummer [rekeningnummer 1] ten name van de zoon van [verdachte 1] genaamd [oudste zoon verdachte 1] . [64]
10 januari 2015
Voorts is er op 10 januari 2015 om 00:02 uur nog een
OVC-gesprek(sessienummer 8273) [65] opgenomen in de auto van [verdachte 1] , waarin hij praat met [getuige 3] . Het OVC-verslag vermeldt het volgende:
[verdachte 1] : In februari kan ik misschien een huis krijgen in Geleen. Ik weet niet of ik het doe. Ik denk ... Het is wel interessant nieuw huis. Modern, sjiek wel.
[getuige 3] : Wat zei je van de week ... (onverstaanbaar) ... auto ...
[verdachte 1] : Ja ja van die. Dat was dezelfde man van die Mercedes toen weet je nog
[getuige 3] : Ah ja
[verdachte 1] : .. (onverstaanbaar) ... moeten nog een heleboel en die komt steeds zijn woord niet na. Die had eigenlijk in november al moeten afrekenen. Na ja alstublieft nog een paar weken en dan nog een paar weken en dan komt die weer niet en laat die niks horen. En op een gegeven moment ben ik het zat he.. (onverstaanbaar) ... Zie je hij doet alsof die geen geld heeft. Hij koopt wel een auto een Touareg van acht, negen duizend euro.
Getuige [getuige 3] [66] verklaart over dit gesprek als volgt:
Ik weet dat hij in die periode heeft gesproken over een man die nog openstaande schulden had. Deze man had een schuld bij hem in verband met een wagen.
(…)
Deze persoon moest hem nog geld. Doordat deze man zijn schuld niet afloste kon [verdachte 1] mij niet meer geld geven.
9 februari 2015
Verder vindt er op 9 februari 2015 om 22.15 uur (sessienummer 1328-1329) [67] nog een
OVC-gesprekplaats betreffende de Touareg in de auto van [verdachte 3] , inhoudende:
[verdachte 3] en [verdachte 9] in de auto
[verdachte 3] : Vrijdag met [betrokkene 4] naar [naam 1] geweest, ik had [verdachte 1] zijn auto half verkocht aan [betrokkene 4] , ... ntv .... van iemand afgepakt
[verdachte 9] : die Touareg
[verdachte 3] : ik moest die snel weer kwijt en [betrokkene 4] heeft die gekocht, daar had die 5 meier winst op gemaakt
(…)
[verdachte 3] : Ja binnen 24 uur, [betrokkene 4] vroeg mij of ik 100 knaken moest hebben.
Zaakdossier 9: Openlijke geweldpleging Sittard [68]
Gebeurtenissen 24 januari 2015
Op 25 januari 2015 deed [getuige 11]
aangiftevan bedreiging. Zij verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [69]
Ik ben eigenaresse van café [naam café 1] aan de [adres 5] te Sittard en als zodanig wil ik aangifte doen van bedreiging tegen [verdachte 10] en 6 andere leden van de OMG Bandidos.
Op zaterdag 24 januari 2015 was ik werkzaam in mijn café. Omstreeks 20.55 uur zag ik dat [verdachte 10] binnenkwam, gevolgd door 6 andere motorclubleden van de Bandidos. Ik hoorde dat [verdachte 10] aan mij vroeg waar een bepaald persoon was. Ik wist niet waar hij het over had. Ik hoorde dat [verdachte 10] tegen mij zei: “Jij vindt wel een manier om dit door te geven.” (…) Ik zag dat hij opstond van de bar en naar de uitgang van mijn café liep. Ik hoorde dat [verdachte 10] , terwijl hij mij heel dreigend aankeek, tegen mij zei: “Ik kom wanneer ik dat wil, daar heeft niemand iets mee te maken en niemand houdt mij tegen. (…) Dit café ga ik sluiten, daar zorg ik persoonlijk voor. Hier komt geen rood/wit meer naar binnen.” De toon waarop [verdachte 10] tegen mij sprak en de manier waarop hij naar mij keek, waren heel bedreigend, intimiderend en bijzonder beangstigend. Hierna liepen ze naar buiten.
[verdachte 10] bedoelde alle clubs die vallen onder rood/wit, zoals de Red Devils en Support. Deze laatste komen wel eens in mijn café. Ik ben heel erg bang voor [verdachte 10] en de overige motorclubleden. Ik ken hun bijzonder gewelddadige karakter.
Bij analyse van de
camerabeeldenvan 24 januari 2015 werden achtereenvolgens van de groep van 7 personen herkend: [verdachte 10] , [Bandidos-lid 1] , [verdachte 12] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 3] en [verdachte 9] , met uitzondering van [Bandidos-lid 1] en [verdachte 15] allen in Bandidos full colors. [70]
In de vroege ochtend van 24 januari 2015 had zich in
café [naam café 6]te Brunssum een vechtpartij voorgedaan waarbij [Bandidos-lid 2] , bij de politie ambtshalve bekend met banden met de Bandidos, zou zijn overmeesterd door klanten. In een gesprek met de politie verklaarde uitbater [getuige 12] dat:
  • [Bandidos-lid 2] de volgende dag met acht Bandidos, waaronder de president en allen gekleed in full colors, in de zaak was geweest;
  • het gesprek met de president er in grote lijnen op neer kwam dat ze van een Bandidos lid moesten afbleven en dat ze wilden weten wie de politie had gebeld.
Nadien bevestigde [getuige 12] dat een en ander impact heeft gehad, met de woorden: “Ja, dat is altijd schrikken geblazen als zoiets naar binnen komt. Niet alleen ik ben geschrokken, maar ook de klanten.” [72]
Een
tapverslagvan een telefoongesprek tussen [verdachte 10] en [verdachte 3] vermeldt onder meer het volgende: [73]
24 januari 2015, 18.15 uur
[verdachte 3] wordt gebeld door [verdachte 10]
vraagt [verdachte 3] om naar hem toe te komen met de colors aan.
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 6] van [verdachte 3] melden een stop in de straat [adres 12] te Nieuwstad, waar de woning van [verdachte 10] is gelegen, op 24 januari 2015 van 20.24 tot 20.27 uur. [74]
OVC-verslagenvan gesprekken in de auto van [verdachte 3] van 24 januari 2015 vermelden onder meer het volgende: [75]
20.26
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
[verdachte 9] had gezegd dat ze vanavond gingen knokken.
(...)
[verdachte 9] zegt dat ze even moeten wachten, want die moeten even jongens inladen. [verdachte 6] en [Bandidos-lid 1] . Die hebben daar de auto staan.
20.28
uur
[verdachte 9] : Die had hem goed geraakt jong. Het hele t-shirt had hij onder het bloed
[verdachte 3] : En waar is dat gebeurd?
[verdachte 9] : Bij hem in het café in de straat… Kijk, we gaan eerst naar Sittard. Daar zitten ze meestal. Dan hebben we er tenminste een stuk of drie, vier. En als daar niemand is, dan gaan we daar naar dat café toe. Dan stappen we daar naar binnen.
20.32
uur
[verdachte 9] zegt dat hij een kogelwerend vest aan heeft; een steekvest.
20.33
uur
[verdachte 9] : Die ouwe van mij, jongen die is ook gek. Die gaat ook te keer hè jong.
[verdachte 12] : Hij was vanmiddag al helemaal opgeladen.
20.4
uur
Portier gaat open.
[verdachte 9] : Kom [verdachte 12] (fon)… dan gaat het feest beginnen.
20.41
uur
[verdachte 9] : We zetten hem hier op de parkeerplaats.
[verdachte 12] : Cafe de [naam café 1] . Ken je dat?
[verdachte 9] : Ja, daar gaan we nu naar toe.
[verdachte 3] : Oh ik heb er zin in.
[verdachte 9] : Ik ook.
[verdachte 12] : Dan is het café [naam café 4]
Ze stappen uit
20.45
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
Personen stappen in het voertuig.
[verdachte 9] : Is dat dat ‘wijf’ van die café?
[verdachte 12] : Ja dat is de eigenaar en die gaat nu met de president van de Red Devils.
20.48
uur
[verdachte 9] : Haal tassen leeg. Ik heb ook al niets erin. Alleen mijn rijbewijs heb ik erin, voor als ze ons snappen. Dan kunnen ze zien wie ik ben, dan hoef ik tenminste niets te zeggen… Als wij een kloppartij hebben.
[verdachte 3] : Oh ik heb er zin in hey.
[verdachte 9] : Morgen staat zoiets erin: Bandidos jagen op Hells Angels.
[verdachte 3] : Ja, de oorlog is uitgebroken.
(…)
20.57
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
Op de achtergrond is de stem van [verdachte 10] te horen.
[verdachte 10] rijdt voorop en [verdachte 3] rijdt erachter aan.
[verdachte 3] : Waar is [Bandidos-lid 2] nu dan?
[verdachte 9] : [Bandidos-lid 2] is thuis, die gaan we nu ophalen.
Ze moeten naar Hoensbroek, maar [verdachte 3] weet de weg niet. [verdachte 9] moet hem een beetje sturen. [verdachte 9] zegt dat hij road captain is en ze lachen.
20.58
uur
[verdachte 3] : Die [bijnaam verdachte 1] weet ervan.
21
uur
[verdachte 9] : Als er ene zit, dan laten we [Bandidos-lid 1] even… Dan heeft die (ntv) zijn color.
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 6] van [verdachte 3] twee stops:
  • om 21.14 uur aan de [adres 13] Brunssum, welke straat grenst aan de [adres 14] te Heerlen, alwaar [Bandidos-lid 2] woonachtig is;
  • om 21.21 uur (tot 21.32 uur) aan de [adres 15] te Brunssum, alwaar café [naam café 6] is gevestigd.
De
OVC-verslagenvan gesprekken in de auto van [verdachte 3] van
24 januari 2015vermelden verder onder meer het volgende: [77]
21.31
uur
[verdachte 3] , [verdachte 12] , [Bandidos-lid 2] en [verdachte 15] in het voertuig.
[verdachte 3] zegt dat hij ze toch zo graag had willen zien vandaag.
[verdachte 12] zegt dat die [naam 2] daar voor 100% zit.
[verdachte 15] vraag of ze die ook door gaan halen.
21.36
uur
[Bandidos-lid 2] vraagt waar ze naar toe gaan.
[verdachte 12] zegt naar [naam 3] (klinkt als).
21.37
uur
[verdachte 3] hoopt dat er hier een of twee zitten. Het liefst 20, zodat ze met acht man twintig man afslaan.
[verdachte 15] zegt dat ze dat maar even lekker goed door krijgen.
21.39
uur
Parkeren auto en stappen uit.
21.54
uur
[verdachte 3] , [verdachte 12] , [Bandidos-lid 2] en [verdachte 15] in het voertuig.
[verdachte 15] vloekt.
[verdachte 3] zegt dat ze misschien ergens een feest hebben.
[verdachte 15] zegt dat die ook wel weten dat stront aan de knikker is.
21.57
uur
[verdachte 3] : Kan je zien, waar die Hells Angels altijd uithangen, in die cafeetjes… Wat een ballententen.
[verdachte 15] : Daar kunnen ze de man spelen. Ohhh Hells Angel ohhh.
22.05
uur
[verdachte 15] zegt dat het erop lijkt alsof iedereen gewoon thuis gebleven is.
22.09
uur
[verdachte 15] : Dan donderdag maar he.
[verdachte 3] : Die vangen we nog wel.
22.13
uur
Gesprek over café waar ze net waren.
Daar werd gevraagd: met colortjes aan?
[verdachte 3] zegt dat ze eigenlijk hadden moeten zeggen dat ze kwamen incasseren.
[verdachte 15] : (lacht) dagopbrengst, weekopbrengst.
[verdachte 3] : 1500 per maand is zat. Zo pakken we een stuk of tien kroegjes.
(…)
[verdachte 15] : Bij die eerste café al. Heeft dat kutwijf van die Red Devils meteen een sms-bom eruit gegooid. Iedereen binnen blijven jongens (lacht).
22.17
uur
[verdachte 3] zegt dat ze vanavond eigenlijk in elk café een of twee hadden moeten treffen.
En die allemaal op de bek pompen vindt [verdachte 15] .
Openlijke geweldpleging 7 mei 2015: café [naam café 1] Sittard.
Op 7 mei 2015 omstreeks 20.20 uur meldde [getuige 11] (de rechtbank begrijpt: de uitbaatster van café [naam café 1] te Sittard) bij
112dat er Bandidos bij haar café waren. Omstreeks 20.32 uur meldde ene [getuige 13] dat er op de [adres 5] twee of drie mensen in elkaar getrapt werden door een hele groep mensen. [78]
De
politieging ter plekke en relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [79]
Wij zagen dat ongeveer 15 “full color” Bandidos bij het zien van ons dienstvoertuig in auto’s stapten. Voor het café [naam café 1] zagen wij – naar later bleek – [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op de grond zitten, met diverse verwondingen in het gelaat. In de sporthal trof ik [verbalisant] tevens [slachtoffer 9] aan, eveneens met verwondingen in het gelaat. Alle drie de betrokkenen verklaarden dat zij waren mishandeld door enkele leden van de Bandidos en dat zij “ [bijnaam verdachte 10] ” te weten [verdachte 10] hadden herkend. Zij gaven aan dat [verdachte 10] tegen hen zei: “Wat moeten jullie hier? Dit is Bandidos gebied.”
[slachtoffer 7] deed op 8 mei 2015
aangifteen verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [80]
Ik wil aangifte doen van openlijke geweldpleging dan wel mishandeling door meerdere personen. Ik was gisterenavond donderdag 7 mei 2015 rond 20:30 uur bij de [naam café 1] in Sittard. Dat is een café aan de [adres 5] in Sittard. Ik kwam aanrijden met de motor. Dat waren twee vrienden en ik. (…)
Op de [adres 5] bij de parkeerplaats zagen wij vijftien tot twintig Bandidos staan in de straat. (…) Ik herkende twee personen van de Bandidos. Dit waren [verdachte 10] , de president van de Bandidos, en een andere man. (…) Ik reed met een hesje, zonder clubkenmerken. Mijn vrienden hadden beiden een prospect color van de Red Devils met daarop South Border. De Red Devils is een wereldwijde supportclub van de Hells Angels. (…) Op mijn hesje staat alleen een support badge van de South East club uit Weert. (…)
[verdachte 10] heeft een tijd terug, ik denk een maand of twee, drie geleden gezegd dat Sittard zijn stad is. (…) [verdachte 10] zei dat zodra er Rood-Wit te zien zou zijn in Sittard, hij de [naam café 1] letterlijk zou sluiten. (…)
We deden onze helmen af en zetten onze motoren af. Ik stond daar en ik zag en hoorde [verdachte 10] aankomen. Ik hoorde hem schreeuwen. (…) Ik hoorde dat hij opgefokt was. Hij maakt allerlei wilde bewegingen met zijn armen. Ik hoorde dat hij stamelde. Ik hoorde hem zeggen: "Ik heb jullie gewaarschuwd, dit is Holland, dit is Holland, dit is Holland." (…) Ik zag dat hij aan het begin van het terras van de [naam café 1] bleef staan. Op dat moment kwamen er een paar mannen om mij heen staan. (…)
Ik zag dat een man voor me kwam staan, pal voor mij met zijn neus bijna tegen de mijne aan zo dichtbij. (…) De man die voor me stond, keek me alleen intimiderend aan en zei niets. Ik had het gevoel dat hij door me heen keek. Ik reageerde door te proberen op dezelfde manier terug te kijken. Ik probeerde hem ook te intimideren. (…) Op dat moment hoorde ik iets waarop die persoon voor mij reageerde. Ik weet niet meer wat het was dat ik hoorde. Op dat moment voelde ik de man voor me, me bij mijn jas pakken en ik voelde dat hij me naar de grond probeerde te trekken. Ik viel daardoor op mijn rug. Ik zag dat de man boven mij uitkwam.(…) Ik zag dat hij met zijn rechtervuist uithaalde en ik voelde dat hij mij op mijn hoofd sloeg. (….) Ik zag dat deze man echt uithaalde om zo te zeggen mijn hoofd plat te slaan. Ik zag en voelde dat hij mij meerdere malen op mijn hoofd sloeg met zijn rechtervuist. (…)
Ik zag toen in mijn ooghoek een andere man staan die mij ook begon te slaan. Dat was precies op het moment dat die andere man stopte. Ik voelde dat hij ook met gebalde vuist op mijn hoofd sloeg. Zijn klappen kwamen voor het grootste deel achter op mijn hoofd terecht. (…) Deze laatste persoon kan ik omschrijven als een donker getinte (…) negroïde man. (…) Ik weet niet hoelang ik mishandeld ben. Ineens hielden de klappen op en was iedereen weg. Ik was verbaasd hoe snel iedereen weg was. (…)
Ik heb door de mishandeling een blauw oog rechts, een kras op mijn linkerwang, een wond boven mijn linkerslaap en [burgemeester] achter op mijn hoofd een bult.
[slachtoffer 8] deed op 7 mei 2015
aangifteen verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [81]
Donderdag 7 mei 2015 was ik omstreeks 20.15 uur bij café [naam café 1] aan de [adres 5] te Sittard. Ik kwam op dat tijdstip aanrijden op mijn motor (…). Ik zag dat er een groep van ongeveer 20 Bandidos voor het café stond. Ik hoorde iemand van de Bandidos roepen dat Sittard van de Bandidos is. Verder riep hij iets over Nederlanders en Duitsers. Aan het gestamel te horen was dit [verdachte 10] . Ik zag dat een van de Bandidos uithaalde naar een vriend van me. Ik zag dat er vervolgens een op mij af kwam lopen en me ook een klap verkocht. Ik zag dat er meerdere personen bij mij stonden. Enkelen hielden mijn handen vast en de andere sloeg en trapte me.
De
geneeskundige verklaringover [slachtoffer 8] vermeldt de volgende bevindingen van het onderzoek op 7 mei 2015: [82]
- Een forse zwelling van het linkeroog;
- Een hematoom boven het linkeroog;
- breuk oogkas en jukbeen [burgemeester] .
[slachtoffer 9]bevestigde desgevraagd door de politie dat hij slachtoffer was van het incident dat op 7 mei 2015 plaatsvond bij de [naam café 1] aan de [adres 5] in Sittard. [83]
De politie analyseerde de
camerabeeldenin en buiten het café [naam café 1] te Sittard van 7 mei 2015 en relateerde dat zij daarop het volgende waarnam: [84]
De [hierna weergegeven, rb] tijd loopt 29 minuten en 42 seconden achter op de werkelijke tijd.
19.59.00
uur: De eerste motor, bestuurder [slachtoffer 7] , arriveert en wordt geparkeerd aan de buitenzijde van de terrasafscheiding.
19.59.12
uur: De tweede motor, bestuurder [slachtoffer 9] , wordt eveneens geparkeerd aan de buitenzijde van de terrasafscheiding.
19.59.20
uur: De derde motor, bestuurder [slachtoffer 8] , wordt geparkeerd aan de binnenzijde van de terrasafscheiding.
20.00.06
uur: Terwijl de motorrijders bezig zijn met het afzetten van hun helm, komt [verdachte 10] met achter zich aan een grote groep personen het plein opgelopen in de richting van café de ’ [naam café 1] ’. Als de groep, van naar schatting zo'n 15 personen, onder aanvoering van [verdachte 10] dicht genoeg genaderd is, is te zien dat de meesten van hen de colors van de MC Bandidos dragen.
20.00.18
uur:
[verdachte 10]blijft aan de buitenzijde van de terrasafscheiding staan en spreekt kennelijk de drie eerder genoemde motorrijders toe.
20.00.41
uur: Een man, later herkend als [verdachte 2] , is voor [slachtoffer 7] gaan staan. Hij geeft [slachtoffer 7] een kopstoot en slaat meteen hierna met gebalde linkervuist tegen het gezicht van [slachtoffer 7] . Meteen hierna wordt [slachtoffer 7] door [verdachte 13] tegen de grond getrokken. [verdachte 2] gaat ook naar de grond. Wat er zich daarna afspeelt, is buiten het zicht van de camera. Wel is te zien dat
[verdachte 15]zich ook naar [verdachte 2] en [slachtoffer 7] begeeft.
20.00.54
uur:
[verdachte 6]slaat met zijn gebalde rechtervuist tweemaal achter elkaar tegen het hoofd van [slachtoffer 8] . [slachtoffer 8] komt daardoor ten val en komt buiten het zicht van de camera te liggen. [verdachte 6] beweegt zich ook naar de grond waar [slachtoffer 8] terecht gekomen is. Meteen sluit
[verdachte 3]bij [verdachte 6] aan. [verdachte 3] heeft in zijn rechterhand een boksbeugel waarmee hij slaande bewegingen maakt in de richting van de plaats waar [slachtoffer 8] terecht is gekomen.
[verdachte 14]en
[verdachte 21]begeven zich naar de plaats waar [slachtoffer 8] kennelijk op de grond ligt. Voordat zij echter iets kunnen doen, wordt er kennelijk vanuit het café door een ruit geschoten.
20.00.56
uur:
[verdachte 1]slaat diverse malen met gebalde rechtervuist in de nek van [slachtoffer 9] . [slachtoffer 9] valt hierdoor voorover over de terrasafscheiding op de grond. Hij komt terecht tussen de motor van [slachtoffer 8] en de grote ruit van het café.
[verdachte 13]stapt over de terrasafscheiding en trapt met de onderzijde van zijn rechtervoet kennelijk op de onderbenen van [slachtoffer 9] . [verdachte 1] heeft zijn rechterbeen over de terrasafscheiding gestoken en trapt herhaalde malen met kracht met de onderzijde van zijn voet kennelijk op de benen van [slachtoffer 9] .
[verdachte 4]neemt een aanloop, springt op en landt op het hoofd van [slachtoffer 9] .
[verdachte 13]duwt daarna de motor van [slachtoffer 8] om richting [slachtoffer 9] .
20.01.07
uur: Uit de richting van de ruit van het café [naam café 1] ’ is een witte wolk (pluim) te zien. Te zien is dat [verdachte 13] deze wolk (pluim) gedeeltelijk in zijn gezicht krijgt. Hij duikt meteen weg en grijpt met beide handen naar zijn hoofd. Dat schot is voor de vechtende Bandidos het sein om zich terug te trekken.
Naast de hiervoor genoemde personen werden door de politie op (een printscreen met tijdstip 20.00.33 uur van) de camerabeelden ook herkend: [verdachte 9] (staand naast [verdachte 10] ), [verdachte 22] , [verdachte 17] , [verdachte 12] en [verdachte 7] . [85]
De rechtbank heeft op de camerabeelden – zakelijk weergegeven – onder andere het volgende
waargenomen:
De persoon die is herkend als [verdachte 9] staat in het begin naast [verdachte 10] . Op enig moment is rechtsboven in beeld te zien dat [verdachte 2] de jas van [slachtoffer 7] lijkt vast te pakken en vervolgens [slachtoffer 7] naar zich toetrekt, terwijl hij zelf met zijn hoofd hard vooruit gaat. [slachtoffer 7] wordt daarna vastgepakt door zowel [verdachte 2] als [verdachte 13] . [verdachte 9] begeeft zich richting deze de vechtpartij begeeft en stopt ter hoogte van de lantaarnpaal, staat dan achter [verdachte 13] en [verdachte 1] en loopt richting een motor. Hij doet iets met zijn tas en komt in actie door met versnelde pas om te lopen. Hij rent tot bij de fietsen die bij de andere lantaarnpaal staan en stopt. Vervolgens vindt het kennelijke schot plaats en rent iedereen weg.
De persoon aangeduid als [slachtoffer 9] staat op enig moment gebukt en wordt door de personen, herkend als [verdachte 1] en [verdachte 13] , van voren en van achteren geslagen. Daarna valt [slachtoffer 9] over de terrasafscheiding heen. Hij wordt nog steeds geslagen. Vervolgens is de voet van [verdachte 13] te zien, die trapt naar het onderlichaam of de benen van [slachtoffer 9] . [verdachte 1] staat rechts van [verdachte 13] . [verdachte 1] slaat nog één keer. Op dat moment komt ook [verdachte 4] met versnelde pas aanlopen. [verdachte 14] die bij de terrasafscheiding staat, wordt door [verdachte 4] weggeduwd, die de bocht om vliegt. Op het moment dat [verdachte 4] bij [slachtoffer 9] arriveert, is rechts in beeld te zien dat het hoofd van [slachtoffer 9] vlakbij de grond is. [verdachte 4] springt vervolgens op het hoofd van [slachtoffer 9] , waardoor dat hoofd eerst naar de grond en daarna weer omhoog beweegt. Vervolgens wordt door [verdachte 13] de motor omgeduwd. [verdachte 1] is dan met een been over de terrasafscheiding heen gestapt en stampt [slachtoffer 9] meerdere keren. Te zien is dat het been van [verdachte 1] omhoog en vervolgens met kracht naar beneden beweegt.
OVC-gesprekken voorafgaand aan de vechtpartij
OVC-gesprekverslagen [86] uit de auto van [verdachte 3] van 7 mei 2016 vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
14.2
uur ( [verdachte 3] , [partner verdachte 3] en kind in het voertuig)
[partner verdachte 3] : Maar wat gaan jullie eigen doen en wat is nu eigenlijk de bedoeling vanavond met die mensen? Gaan jullie hen/hem gewoon waarschuwen of wat?
17.45
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 4] : Ik vind dat wel allemaal een beetje dom onder cameratoezicht. We moeten hem maar eens even een half jaar het ziekenhuis in slaan of zo, of steken.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden een stop aan het adres [adres 12] te Nieuwstadt van 17.51 uur tot 18.23 uur. [87]
De
OVC-gesprekverslagen [88] uit de auto van [verdachte 3] vermelden voorts – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
18.55
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] zegt dat hij het niet normaal vindt dat die jongen erbij is. [verdachte 9] heeft dat geregeld. [verdachte 4] begrijpt er ook niets van. [verdachte 3] gaat daar vrijdag wel iets over zeggen, want dan gaat hij niet meer mee. [verdachte 3] kent hem niet en weet niet wat 'hij' doet als hij vast komt te zitten. En dat is gisteren niet afgesproken.
18.57
uur ( [verdachte 14] is ook ingestapt)
[verdachte 14] : Weet je wat eigenlijk is, we moeten de volgende keer een code afspreken. Bijvoorbeeld code 20 of zoiets, dan weten we dat we allemaal een kogelvrij vest moeten aandoen en dat we wat moeten meenemen, weet je wel. Nu wordt ons gebeld, ja we moeten daar zijn bij [verdachte 10] . Ja. Ik bel op, nog eens een keer [verdachte 9] : [verdachte 9] , moet ik in de trainingsbroek aankomen of in eh… spijkerbroek? Ja spijkerbroek, ja dan weet ik dat ik mijn colors moet aandoen, begrijp je.
(…)
[verdachte 4] wil overstappen in een andere auto maar [verdachte 14] zegt dat hij dat niet moet doen anders gaat [verdachte 4] zich daar druk maken. Als [verdachte 4] daar dadelijk staat en iemand iets verkeerds zegt, dan stijgt de bloeddruk van [verdachte 4] en begint hij meteen te slaan. Daarom moet [verdachte 14] ook niet bij het gesprek zijn. [verdachte 3] zegt dat het zo is afgesproken. [verdachte 4] zegt dat dit klopt.
[verdachte 4] : Maar wij zien dadelijk helemaal niks. Dadelijk zitten er daar 5 of 6 man binnen.
[verdachte 14] : Dat kunnen we zien.
[verdachte 3] : Dat weet ik niet. Ik weet helemaal niet waar die man woont.
[verdachte 14] : Die woont daar vlakbij [Bandidos-lid 2] .
[verdachte 3] : En waar gaan wij dan staan.
[verdachte 14] : We moeten nou bij [Bandidos-lid 2] … Dan doen wij dadelijk gewoon de colors, doen we dadelijk onder onze jas en dan gaan we kijken. Begrijp je?
[verdachte 3] : Nae, dat maakt niet uit. Die kennen ons allemaal jongen. Die hebben allemaal een foto van ons al een keer gezien. Die weten beter wie wij zijn, als wij hun.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden vanaf 19.07 uur achtereenvolgens een stop op de [adres 5] (19.07 uur), een stop op de [adres 16] (19.09-19.33 uur), beweging op de [adres 5] (19.34-19.40 uur), een stop op de [adres 16] (19.40-20.12 uur), beweging op de [adres 5] (20.13) en een stop op de [adres 16] (20.14-20.24 uur). [89]
De
OVC-gesprekverslagen [90] uit de auto van [verdachte 3] vermelden voorts – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
19.32
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] , [verdachte 1] en [verdachte 6] stappen in de auto)
[verdachte 1] : Ik denk dat je nu gaat praten en dat je weer hetzelfde bereikt als wat we altijd bereiken. Helemaal niks. En dat je over drie weken staat weer ergens iets in de fik, leggen ze een granaat voor het clubhuis ofzo.
(…)
[verdachte 6] : We moeten een verantwoordelijk stellen. Die moeten we aanpakken.
[verdachte 3] : Als we hem nu niet thuis niet te pakken krijgen moeten we eigenlijk naar die Sergeant of Arms toe. Dat is die jongen waar [verdachte 12] het nummer van heeft. Volgens mij die met die gouden tanden, [naam 4] volgens mij.
19.37
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] , [verdachte 1] en [verdachte 6] in de auto)
[verdachte 6] : hier was die café he.
[verdachte 3] : Ja hier [burgemeester] .
(…)
[verdachte 3] : Ik zet ‘m hier.
[verdachte 1] : …ntv… dadelijk nog eens met [verdachte 2] …
[verdachte 6] : ja ja we wisselen van auto he.
20.22
uur ( [verdachte 3] , [verdachte 15] en [verdachte 4] in de auto)
[verdachte 3] : Ik volg gewoon [verdachte 10] en ik zie het wel.
Gesprekje over wat ze zien en dat ze [verdachte 10] gewoon volgen.
20.25
uur Motor wordt afgezet en ze stappen uit. Op de achtergrond zijn stemmen te horen.
20.27
uur: Op de achtergrond wordt door een persoon geroepen …ntv… Holland …ntv…
20.28
uur: Geschreeuw op de achtergrond. Een NN-vrouw zegt wat er aan de hand is… er is ruzie met die mannen.
20.28
uur: Vervolgens weer geschreeuw en een klap/slag/schot.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden een bakenstop van 20.26 tot 20.38 uur op de [adres 5] te Sittard. [91]
OVC-gesprekken na afloop van de vechtpartij
OVC-gesprekverslagen [92] uit de auto van [verdachte 3] van 7 mei 2016 vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
20.29
uur ( [verdachte 4] , [verdachte 3] en [verdachte 15] in het voertuig)
[verdachte 4] : Heb ik geluk gehad jongen… Over mijn kop heen he.
[verdachte 3] : [verdachte 13] die heeft heel zijn gezicht open liggen.
[verdachte 4] : Ja, het is de laatste keer dat ik zonder iets ergens naar toe ga.
(...)
[verdachte 3] : Ik sloeg er een met de boksbeugel over zijn gezicht heen. Dat is kut he, da het niet gewoon rood-wit zelf was hé.
(…)
[verdachte 4] : Is wel lekker zo een keer.
[verdachte 3] : Ja weet je wat het is, volgende keer man, dan moeten we godverdomme terug knallen.
(…)
[verdachte 4] : Bij mij zitten geen knokkels meer zie je, alleen van het knokken.
20.37
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] : Godverdomme ik moet ook een dingen hebben man… Ik was mee terug beginnen te knallen. Het is zo kut dat het prospects waren van Red Devils he. Dat had gewoon eigenlijk rood-wit zelf moeten zijn, weet je dat? Maar ja, nou hebben we wel weer hetzelfde terug gedaan als hun hebben gehad.
[verdachte 4] : Maar krijgen die een grote mond dan?
[verdachte 3] : Weet ik niet… Maar op een gegeven eh, want [verdachte 2] begon he? Jaaa, die begon, maar eh… want toen die ene zoveel klappen, dat [verdachte 1] zei: Moet je je maatje niet helpen? En toen begon [verdachte 1] he. Klets klets… en toen sprong [verdachte 6] , en ikke met [verdachte 6] op ene.
[verdachte 4] : Ik heb ook ene flink te pakken gehad, heb je dat gezien? Die [verdachte 1] die sloeg toch een over dat schot heen. Die heb ik op zijn kop staan stampen [verdachte 3] .
[verdachte 3] : Maar [verdachte 1] dan met zijn Spaans, die was aan het trappen in het Spaans “Punta.”
(…)
[verdachte 4] : Ik moet zo’n ding hebben.
[verdachte 3] : Ja, ik ga er morgen bij [betrokkene 4] een halen.
(…)
20.42
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] : Daar heb je de wouten.
[verdachte 4] : Hadden we eigenlijk de hesjes …ntv… moeten…
[verdachte 3] : Ja, maar ik heb het gelukkig hier overeen zitten.
[verdachte 4] : Nee jongen kom op hey. Ik ben niet voor niks bij een bende gegaan.
(…)
[verdachte 3] : Maar ik pak wel niets meer op me van niemand. Dat doe ik niet meer.
(…)
[verdachte 4] : een knokpartijtje, half jaar he?
[verdachte 3] : Het was misschien ook wel precies op tijd dat dat gebeurde, anders slaan we misschien ene half lam ofzo.
[verdachte 4] : Dan stamp je hem misschien dood. Ik was hem zo op zijn kop aan het rammen.
(…)
[verdachte 3] : Die [verdachte 1] …. Puta, puta madre… klets, klets… En hij was aan het schoppen met zijn lange stelten. ( [verdachte 4] lacht.) Lekker hé, zegt hij op een gegeven moment.
(…)
[verdachte 4] : Heb je gehoord wat ik tegen die [verdachte 22] zei?
[verdachte 3] : Nee.
[verdachte 4] : [verdachte 1] gaf mij gelijk. [verdachte 6] en 3 members van ons stonden met elkaar te praten …ntv… hij zich mee bemoeid. Dus ik riep hem weg en toen stond [verdachte 1] bij mij en [verdachte 10] enzo. Ik zeg: Luister jongen, dit is de laatste keer dat je tegen…. De eerste en de laatste keer. Ik zeg: dat zijn 3 members, die zijn met elkaar aan het praten. [verdachte 1] zei: dan moet je eigenlijk al weglopen.
23.12
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 6] in de auto)
[verdachte 6] : Maar dat is wel goede reclame voor ons, want in die sportschool, daar stond allemaal volk en toen lagen wij met die colors van de Bandidos boven op die mannen… knak, knak.. Dus die zeggen toch: Met de Bandidos moet je niet sollen.
[verdachte 3] : Ja… Daar zitten een paar gekken bij.
[verdachte 3] : Ik zag die [verdachte 1] te keer gaan he. Maar het mooiste was… Hij zegt zo tegen die gast: Moet jij je brother niet helpen? Dus die man loopt er heen. Klets (hard gesproken) ging het.
[verdachte 6] : ja, die wilde op hem slaan.
[verdachte 3] : Jij was bezig met die jongen die voorbij kwam gelopen.
[verdachte 6] : Holland is van ons zei [verdachte 10] . Ja, Holland is van ons. Hahaha zei hij.
Restaurant [naam café 3] Kerkrade 7 mei 2015
Op 7 mei 2015 omstreeks 23.55 uur komt een
meldingbij de politie binnen dat een 30-tal Bandidos in full colors op de Markt in Kerkrade trachten om horecagelegenheden naar binnen te gaan. [93]
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 6] van [verdachte 3] melden een stop in de Kapellaan, die grenst aan de Markt, te Kerkrade, in de nacht van 7 op 8 mei 2015 van 23.21 tot 00.08 uur. [94]
Op 8 mei 2015 om 11.05 uur wordt met nummer (+ [telefoonnummer 4] ) in gebruik bij [verdachte 1] , een
MMS berichtverstuurd naar een Duits telefoonnummer. Dit bericht bevat een foto van een groot aantal Bandidosleden die geposteerd zijn voor het restaurant [naam café 3] aan de [adres 8] te Kerkrade. Dit voormalig restaurant is een ontmoetingsplek van de Hell's Angels en de Red Devils (Supportclub Hell's Angels). (…) Dat het pand in gebruik is bij OMG de Hells Angels kan mede worden afgeleid uit het bord aan de gevel van het pand met de cijfers 81 (Cijfermatig worden daarmee de letters H (ells) en A (Angels) uit het alfabet aangeduid). (…) Via een EPICC bevraging werd informatie verkregen, dat de Duitse telefoonaansluiting + [telefoonnummer 5] in gebruik was bij een prominent Bandidos Nomads lid uit Duitsland, [lid Bandidos Duitsland] (" [bijnaam lid Bandidos Duitsland] "). [95]
Op de foto werden herkend: [verdachte 10] , [verdachte 1] , [verdachte 22] , [verdachte 2] , [verdachte 7] , [verdachte 12] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 4] , [verdachte 3] , [verdachte 13] , [verdachte 20] en [verdachte 14] . [96]
Overige verklaringen
[getuige 11]was niet bereid om een getuigenverklaring af te leggen en zei daarbij: “Ik ben al bedreigd en eentje woont hier vlak bij.” [97]
[getuige 14] is de partner van [getuige 11] . Hij wordt verdacht van het lossen van een schot vanuit de [naam café 1] richting de vechtpartij die op 7 mei 2015 voor de [naam café 1] plaatsvond. (Dit schot is op de beelden zichtbaar door de pluim van glas).
[getuige 14]verklaarde – als verdachte – onder meer:
U toont mij de camerabeelden van 7 mei 2015. We zijn eerder bedreigd geweest, er gaat dan zoveel adrenaline door je heen. Ik weet echt niet wat ik gedacht heb. Dat speelt al heel lang en ja mijn vriendin is een keer bedreigd, samen met mijn zoontje die was toen zes maanden. We hebben toen de politie om hulp gevraagd, en ondanks dat ik vroeger altijd heb meegeholpen, kwam hulp niet. We hebben constant op onze tenen gelopen omdat het ieder moment kon ontploffen. Dat is niet alleen op de bedreiging zelf, maar ook al van te voren dat er dingen gebeuren. De bedreiging staat gewoon op beeld. Welke mensen ik bedoel? Ik ben al bedreigd, daar doe ik geen uitspraken over. Ik ben bang voor represailles als ik hier iets over zeg. [98]
Zaakdossier 12: Witwassen [verdachte 1] / [verdachte 18] [99]
Algemene gegevens
De onderzoeksperiode is van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015. [100] [verdachte 1] en medeverdachte [verdachte 18] zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben twee kinderen. Uit onderzoek blijkt dat [verdachte 1] en [verdachte 18] , van 2007 tot 2014 in Colombia hebben gewoond samen met hun twee kinderen [oudste zoon verdachte 1] ( [oudste zoon verdachte 1] ) en [jongste zoon verdachte 1] ( [jongste zoon verdachte 1] ). Vanaf september 2014 wonen zij weer in Nederland met één van de twee zonen. De andere zoon verbleef voornamelijk in Colombia, maar werd financieel ondersteund in zijn levensonderhoud door verdachte en [verdachte 18] . De politie constateert op basis van het onderzoek dat tussen verdachte en [verdachte 18] een grote financiële verwevenheid bestaat, onder andere omdat zij samen met hun twee kinderen alle vier vennoten zijn van een onderneming in Colombia en omdat zij in de onderzochte periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015 een economische eenheid vormden met hun twee zonen in zowel in Colombia als in Nederland. [101]
[verdachte 1] , [verdachte 18] en hun zonen gebruikten gedurende de onderzoeksperiode – voor zover relevant – de volgende bankrekeningen:
- [rekeningnummer 2] (ING) op naam van [verdachte 1] , waarvan bankpassen werden afgegeven op naam van [verdachte 1] en [verdachte 2] . [verdachte 2] is tevens gemachtigde zijn voor deze rekening; [102]
- [rekeningnummer 3] (ING) op naam van [verdachte 18] ; [103]
- [rekeningnummer 4] (ING) op naam van [jongste zoon verdachte 1] ; [104]
- [rekeningnummer 1] (ING) op naam van [oudste zoon verdachte 1] , waarvan [verdachte 18] gemachtigde en pashouder is. [105]
Beginsaldo contant geld
Het beginsaldo is bepaald op 0 euro. Het begin van de onderzoeksperiode is 27 mei 2009 en
daarna vindt pas de eerste contante storting op de bankrekening van [verdachte 1] plaats op
24 juli 2009. [106]
Contante ontvangsten
De politie heeft onderzoek gedaan naar de contante ontvangsten van de familie [verdachte 1] . Daarover relateert zij het volgende:
Leningen familie [verdachte 1]
Het dossier bevat twee leningsovereenkomsten - ten bedrage van elk 5.000 euro waaruit kan worden opgemaakt dat [vader verdachte 1] (vader van verdachte) en [zus verdachte 1] (zus van verdachte) deze contante geldbedragen leenden aan verdachte respectievelijk ter beschikking stelden ten behoeve van verhuiskosten en de opleiding van zoon [oudste zoon verdachte 1] . Het totaalbedrag ad 10.000 euro wordt daarom opgenomen als contante ontvangst. [107]
Meegevoerde contanten Colombia
Uit onderzoek blijkt dat medeverdachte [verdachte 18] in het kader van het aanvragen van een uitkering een
schriftelijke verklaringheeft overgelegd betreffende de in de periode van maart 2014 tot en met februari 2015 meegenomen contante bedragen afkomstig van de verkoop van auto’s en inboedel vanuit Colombia naar Nederland en de stortingen van die contante bedragen op de ING-rekening [rekeningnummer 2] ten name van verdachte. Dit betreft een totaal bedrag van
22.500 euro. [108]
Contante opnames buiten Colombia
Uit een analyse van de
bankmutatiesblijkt dat er in de onderzochte periode op verschillende rekeningen toebehorende aan verdachte of zijn familieleden contante opnamen hebben plaatsgevonden buiten Colombia, te weten:
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 2] ten name van verdachte een totaalbedrag van 11.328,81 euro (8.190 + 3.138,81); [109]
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 3] ten name van medeverdachte [verdachte 18] een totaalbedrag van 6.000 euro; [110]
- van rekening van rekeningnummer ING [rekeningnummer 1] ten name van [jongste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 236 euro. [111]
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 1] ten name van [oudste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 9.010 euro. [112]
In totaal is derhalve sprake van een bedrag van
26.574,81 euroaan contante ontvangsten bestaande uit contante kasopnamen buiten Colombia vanaf de betreffende rekeningen.
Contante opnames in Colombia
Uit een analyse van de
bankmutatiesblijkt dat er in de onderzochte periode op verschillende rekeningen toebehorende aan verdachte of zijn familieleden contante opnamen hebben plaatsgevonden in Colombia, te weten:
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 2] ten name van verdachte een totaalbedrag van 77.931,20; [113]
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 3] ten name van medeverdachte [verdachte 18] een totaalbedrag van 79.955,89 euro; [114]
- van rekening van rekeningnummer ING [rekeningnummer 1] ten name van [jongste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 2.807,36 euro. [115]
- van rekeningnummer ING [rekeningnummer 1] ten name van [oudste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 17.623,43 euro. [116]
In totaal is derhalve sprake van een bedrag van
178.317,88 euroaan contante ontvangsten bestaande uit contante kasopnamen in Colombia vanaf de betreffende rekeningen.
Money transfers opgenomen in Colombia
Uit het
onderzoekblijkt dat er door verdachte en medeverdachte [verdachte 18] veelvuldig gebruik werd gemaakt van money transfers die plaatsvonden via de financiële dienstverlener Western Union. Daarbij is gebleken dat door verdachte en medeverdachte [verdachte 18] de volgende bedragen in Colombia bij Western Union zijn opgenomen:
- door verdachte verschillende bedragen van 2.000 euro, 486 euro en 1.800 euro opgenomen; [117]
- door medeverdachte [verdachte 18] verschillende bedragen van 13.269 euro [118] , 962 euro [119] en 800 euro [120] .
In totaal is derhalve sprake van een totaalbedrag van
19.344 euroaan contante inkomsten, bestaande uit opnames bij de Western Union in Colombia.
Eindsaldo contant geld
De politie deed onderzoek naar het contant beschikbare geld tegen het einde van de onderzoeksperiode.
Bij de
doorzoekingvan het verblijfadres van verdachte op 27 mei 2015 is een totaalbedrag van
1.775 euroaan contanten aangetroffen. [121]
Contante uitgaven
Vervolgens is door de politie onderzoek gedaan naar de contante uitgaven, waarbij het volgende is bevonden:
[naam coöperatie] Limburg
Getuige
[getuige 15]heeft verklaard dat hij het perceel [adres 2] te Oirsbeek heeft verhuurd aan verdachte, die het pand huurde ten behoeve van de vestiging van een bedrijf genaamd [naam coöperatie] Limburg. De borg en huur van het pand bedroegen 1.750 euro en waren contant betaald door verdachte. [122] Het dossier bevat een tweetal
kwitantiesmet de vermeldingen borg (1.750 euro) en huur (1.750 euro) betreffende de [adres 2] te Oirsbeek, gedateerd 1 april 2015, ondertekend door de verhuurder en huurder (genaamd [verdachte 1] ). [123]
Het totaalbedrag van deze contante betalingen, die aan verdachte zijn toe te rekenen als contante uitgaven, bedraagt daarmee dan een bedrag van
3.500 euro.
Contante stortingen in Nederland
Uit een analyse van de
bankmutatiesblijkt dat er in de onderzochte periode op verschillende rekeningen toebehorende aan verdachte of zijn familieleden contante stortingen hebben plaatsgevonden, te weten:
- op rekeningnummer ING [rekeningnummer 2] ten name van verdachte een totaalbedrag van 137.190 euro, waarvan 81.530 euro is gestort met het pasnummers op naam van verdachte; [124]
- op rekeningnummer ING [rekeningnummer 3] ten name van medeverdachte [verdachte 18] een totaalbedrag van 17.470 euro; [125]
- op rekeningnummer ING [rekeningnummer 1] ten name van [oudste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 3.600 euro. [126]
In totaal is derhalve sprake van een bedrag van
158.260 euroaan contante kasstortingen.
Money transfers gestort in Nederland
Uit het
onderzoekblijkt dat er door verdachte en medeverdachte [verdachte 18] veelvuldig gebruik werd gemaakt van money transfers die plaatsvonden via de financiële dienstverlener Western Union. Daarbij is gebleken dat door verdachte en zijn gezinsleden de volgende bedragen in Nederland bij Western Union zijn gestort:
- door verdachte een bedrag van 20.053 euro; [127]
- door medeverdachte [verdachte 18] een bedrag van 3.652 euro [128] en een bedrag van 2.384,37 euro [129] ;
- door [oudste zoon verdachte 1] een totaalbedrag van 1.850 euro, [130]
In totaal is derhalve sprake van een totaalbedrag van
27.939,39 euroaan contante uitgaven, bestaande uit stortingen bij de Western Union in Nederland.
Overige contanten uitgaven in Nederland
De politie deed voorts onderzoek naar de overige contante uitgaven in Nederland. Daarover wordt het volgende gerelateerd:
Bij de doorzoeking van de het verblijfsadres van verdachte ( [adres 17] in Geleen) is een
Opel Vectramet het kenteken [kenteken 5] aangetroffen, die in gebruik was bij verdachte. Gelet op de gemiddelde waarde van de Opel Vectra's die ter vergelijking werden geselecteerd, het ontbreken van een bancaire betaling en gezien een OVC-gesprek, waarin verdachte zegt dat hij de auto voor 3.000 euro heeft gekocht, kan worden afgeleid dat verdachte voor de aankoop van de Opel Vectra een contante betaling heeft gedaan van
3.000 euro. [131]
Bij de doorzoeking van het verblijfadres van verdachte zijn tevens
contant bonnenaangetroffen met een totaalbedrag van
1.761,08 eurouitgegeven aan goederen, vakantie en zorgkosten in Nederland. [132]
Getuige [getuige 16], verhuurder van de woning aan de [adres 17] te Geleen, heeft verklaard dat medeverdachte [verdachte 18] in 2015 een bedrag van
750 eurocontant heeft betaald voor de overname van de meubels. [133]
Bij de doorzoeking van de woning van medeverdachte [verdachte 11] zijn
aantekeningenaangetroffen betreffende kosten van het onderhoud en reparaties van de motoren van verschillende Bandidos-leden, waaronder verdachte. Ten aanzien van verdachte staat in deze aantekeningen een totaalbedrag van
2.248,14 eurovermeld. [134]
Getuige [getuige 3] [135] heeft verklaard dat verdachte haar verspreid over anderhalf jaar in totaal tussen de 7.000 à 9.000 euro heeft gegeven. Dit wordt ondersteund door verschillende
OVC-gesprekken [136] opgenomen in de periode december 2014 tot maart 2015. De
politie [137] heeft dit gemiddeld op een bedrag van dit op
8.000 euroaan contante uitgaven.
Verdachte is voorts sinds de oprichting in april 2014 lid van OMG Bandidos. Uit het onderzoek blijkt dat de leden van de Bandidos maandelijks
contributiedienen te betalen. Tijdens de doorzoeking van de woning van medeverdachte [verdachte 13] (secretaris) werden contributielijsten aangetroffen, waaruit kan worden afgeleid dat de contributie over de maanden april en mei 2015 220 euro per maand per lid bedroeg. Uit de aangetroffen lijsten blijkt dat bij de naam van verdachte elke maand wordt opgenomen dat de verschuldigde contributie betaald werd. Op de contributielijsten zijn van verdachte geen betalings-achterstanden opgenomen. Uit de geverifieerde bankgegevens van de familie [verdachte 1] - [verdachte 18] blijken geen contributiebetalingen. Er van uitgaande dat de contributie gedurende de gehele periode van lidmaatschap 220 euro bedroeg, betekent dit dat verdachte over de periode april 2014 tot en met mei 2015 (14 maanden) in totaal een bedrag van
3.080 eurocontant heeft betaald. [138]
Gelet op vorenstaande bedraagt het totaal aan contante uitgaven in Nederland:
Aankoop Opel Vectra 3.000,00 euro
Contant bonnen 1.761,08 euro
Onderhoud motorfiets 2.248,14 euro
Aankoop inventaris 750,00 euro
Ondersteuning [getuige 3] 8.000,00 euro
Contributie Bandidos 3.080,00 euro
Totaal
18.839,22 euro
Contante betalingen voor levensonderhoud
De
politierelateert dat op basis van de in het onderzoek beschikbare informatie geen reëel inkomen kon worden vastgesteld voor verdachte en/of medeverdachte [verdachte 18] in de onderzochte periode. Duidelijk is wel dat geld nodig was om te voorzien in het levensonderhoud. De verkrijging van het geld om hierin te voorzien, is te verklaren uit de contante stortingen op de bankrekeningen in Nederland, de money transfers en het lenen/krijgen van geld van familie. Vastgesteld is dat in Colombia ivanaf de bank 178.298,54 euro contant werd opgenomen en aan money transfers 19.344 euro. Het totaal aan contante opnamen in Colombia bedraagt
197.642,54 euro. Aangenomen wordt dat de in Colombia opgenomen bedragen gebruikt moeten zijn voor contante uitgaven ten behoeve van het levensonderhoud in Colombia. [139]
Zaakdossier 13: Valsheid in geschrifte [140]
De bestemming van het pand [adres 2] te Oirsbeek
Tijdens de doorzoeking in het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek, gemeente Schinnen, op 27 mei 2015 werden verschillende
e-mailsaangetroffen tussen een medewerker van de gemeente Schinnen en [betrokkene 12] , zijnde de partner van [getuige 15] gedateerd van 17 tot en met 23 maart 2015. [141] [getuige 15] is de verhuurder van de panden [adres 2] te Oirsbeek. In deze e-mails wordt onder meer gecorrespondeerd over de bestemming op deze panden. [142]
Een
tapverslagvan een telefoongesprek tussen [verdachte 1] en [getuige 15] van 21 maart 2015 vermeldt onder meer het volgende: [143]
[verdachte 1] wordt gebeld door [getuige 15] .
(…)
[getuige 15] zegt dat hij goed nieuws heeft, het ziet allemaal goed uit.
In het dossier zijn diverse
verslagenvan “meetings” gevoegd die zijn aangetroffen op digitale gegevensdragers gevonden bij de doorzoeking in de woning van [verdachte 13] op 27 mei 2015. Die verslagen vermelden onder meer het volgende:
- (6 (6 maart) Clubhuis Oirsbeek vanaf woensdag. 1750 huur. [144]
- (11 (11 maart) Clubhuis, de vorderingen aldaar. Het ziet er goed uit, zijn even bezig met alle papieren op orde te [krijgen] i.v.m. gemeente. (…) Clubhuis gaat goed, zijn aan het wachten tot de gemeente en eigenaar op een lijn zitten voor ons. Moet woonbestemming op zitten. [145]
- (18 (18 maart) Clubhuis: De eigenaar is op de juiste papieren aan het wachten alvorens het contract te tekenen, zal wel spoedig gaan gebeuren. (…) Clubhuis: eerst zekerheid hebben van gemeente. [146]
- (25 (25 maart) Het clubhuis is geregeld, papieren van gemeente zijn klaar. (…) Doel van de stichting: het behoud van de motorcultuur in Nederland. [147]
- (1 (1 april) Eigenlijk was vandaag Holland meeting maar verschuiven we naar volgende week hopelijk in ons bedrijfspand. [verdachte 1] heeft de huur en borg betaald van het bedrijfspand. (…) Als we ons bedrijfspand hebben, moet er meer inzet komen van iedereen. Morgen gaan [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 7] naar de notaris, de KvK, belasting en naar de bank om een rekening te openen op de vereniging. [148]
De verslagen van 11 maart, 18 maart, 25 maart en 1 april vermelden dat ‘ [verdachte 1] ’ aanwezig was.
Een
OVC-verslaguit de auto van [verdachte 3] van 17 april 2015 tussen [verdachte 3] en een onbekende man (A) vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [149]
[verdachte 3] : Dus als je iets door moet geven of zo, kan je altijd ff bellen daarheen en anders ben ik morgen gewoon thuis.
A: Is goed jong. Is dat jullie clubhuis of wat?
[verdachte 3] : Ja daar hebben wij een zaak geopend.
A: Ehe.
[verdachte 3] : Met eh, ja wat motorbruggen en er komt een t-shirtdrukkerij in en eh…
A: Beetje legale zaak.
[verdachte 3] : Ja, je moet ook hè.
A: Eh ja.
In het
proces-verbaal van doorzoekingis het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek beschreven, zoals dat werd aangetroffen op 27 mei 2015. De politie relateerde het volgende: [150]
Een ruimte op de begane grond werd gebruikt voor onderhoud en reparaties van motoren. Er werden zes motoren aangetroffen alsmede drie hefbruggen, geschikt voor het op hoogte brengen van motoren ter reparatie/onderhoud.
Op de eerste etage was een ruimte ingericht die als vergaderruimte kan worden bestempeld. Er stond een grote ovale tafel opgesteld met daaromheen een aantal relaxstoelen. Op de tafel en op stoelen werden diverse leren hesjes aangetroffen voorzien van het logo Bandidos. Tevens was er een bureau met stoel aanwezig waarop de administratie van BMC Limburg UA werd aangetroffen alsmede andere aan BMC gerelateerde documenten. Verder werd in het keukenblok in de keukenunit in dezelfde ruimte een afgesloten blauwe geldkist aangetroffen, welke kennelijk als kas diende. Na opening van deze geldkist werd een geldbedrag van 231,12 euro aangetroffen, alsmede consumptiebonnen en een handgeschreven briefje met vermelding van het kasgeld en het aantal consumptiebonnen.
Verder werd op de eerste etage in een separaat daartoe ingerichte ruimte een ontmoetingsruimte annex bar aangetroffen. In de vitrinekoelkast werd naast frisdrank ook sterk alcoholische drank aangetroffen.
De huurovereenkomst
Tijdens de
doorzoekingin het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek op 27 mei 2015 werd in een bureau in de vergaderruimte onder meer een huurovereenkomst in tweevoud aangetroffen tussen [verdachte 1] en verhuurder [getuige 15] , voorzien van beslagcode PWZ68-2.01.07.02. [151]
Het beslag voorzien van code PWZ68-2.01.07.02 is een ‘
huurovereenkomst winkelruimte’betreffende een bedrijfsruimte aan de [adres 2] te Oirsbeek, ingaande 1 april 2015 tussen verhuurder [getuige 15] en de Coöperatieve Vereniging U.A. [naam coöperatie] , vertegenwoordigd door [verdachte 1] . Deze huurovereenkomst is gedateerd 1 april 2015 te Hoensbroek en voorzien van een handtekening van [getuige 15] , [verdachte 1] en [verdachte 16] , die als penningmeester is opgevoerd. Pagina 5/7 van deze overeenkomst vermeldt de handgeschreven tekst ‘Absoluut verbod het gehuurde mag in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een motorclub en/of als clubhuis.’ [152]
Op
16 april 2015vond een zogenaamd
stopgesprekplaats tussen (onder meer) de burgemeester van de gemeente Schinnen en [getuige 15] . Het verslag van dit gesprek vermeldt onder meer dat sprake is van commotie over de komst van de motorclub Bandidos naar Oirsbeek, dat vanuit de gemeente geen medewerking zal worden verleend aan de vestiging van een motorclub en dat de burgemeester een beroep doet op [verdachte 20] om de inmiddels ondertekende huurovereenkomst te ontbinden of te beëindigen. [153]
Op
20 april 2015vond nog een
gesprekplaats: tussen onder andere de burgemeester van Schinnen, gemeenteambtenaar [getuige 21] , [verdachte 1] , [naam 5] en [verdachte 16] . Het gespreksverslag vermeldt onder meer dat de burgemeester te kennen geeft dat hij “never nooit niet” een clubhuis zal toestaan. [154] Het verslag van de burgemeester van dit gesprek vermeldt onder meer dat het gesprek aanving om 10.00 uur. [155]
Een
tapverslagvan een telefoongesprek tussen [verdachte 1] en [verdachte 2] van 20 april 2015 te 12.46 uur vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [156]
[verdachte 1] belt uit naar [verdachte 2] .
(…)
[verdachte 1] : Alles goed gegaan moet ik zeggen.
[verdachte 2] : Oké.
[verdachte 1] : Moeten even eh.. zo meteen naar de huurbaas toe gaan en op dat huurcontract laten… laten vast zetten, even veranderen, dat het verhuurd is aan [naam coöperatie] , [naam coöperatie] coöperatie en dat het niet gehuurd is om als clubhuis te dienen voor de Bandidos.
[verdachte 2] : Jajaja, oké.
[verdachte 1] : En dan uh, moeten we even de reactie van de bank afwachten en als zij daarmee akkoord gaat, dan kunnen we blijven.
[verdachte 2] : Ja.
[verdachte 1] : Als ik ook maar iets erop lijkt dat de huurbaas dadelijk in de problemen komt door ons, dan laten we het voor wat het is.
Getuige [getuige 21], handhaver bij de gemeente Schinnen, verklaarde over de huurovereenkomst betreffende het pand [adres 2] te Oirsbeek – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [157]
Het pand aan de [adres 2] te Oirsbeek is een bedrijfspand verhuurd door ene [getuige 15] . Ik ken het pand. Medio april 2015 kwam mij via de burgemeester van Schinnen ter ore dat het pand in gebruik zou zijn genomen of zou zijn gehuurd door de Bandidos. Dit heeft de burgemeester mij destijds mondeling medegedeeld. Hij had op 15 april 2015 een gesprek gehad met een journalist van De Telegraaf. De journalist zou dat pand meerdere dagen geobserveerd hebben en hebben gezien dat de Bandidos gebruik maakten van dat pand. (…) Het eerste wat de burgemeester toen gedaan heeft, is een stopgesprek gevoerd met [getuige 15] en zijn vrouw. Dat is geweest op 16 april 2015. (…) Omdat het gesprek van 16 april 2015 onbevredigd was verlopen, wilde de burgemeester een gesprek met de huurders. Dit gesprek vond plaats om 10:00 uur op 20 april 2015. In het verslag staat wie er bij aanwezig waren. (…) De notulen zijn door mij opgesteld. (…) Het bezwaar van de burgemeester was dat hij per sé geen clubhuis wilde.
In de periode van kennismaking van 15 april 2015 en het gesprek van 20 april 2015 is er veel gebeurd. Via een collega die de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) beheerde is toen een huurovereenkomst overlegd. Deze huurovereenkomst had betrekking op de verhuur van het pand aan de [adres 2] in Oirsbeek tussen [getuige 15] en [verdachte 1] . Ik weet niet wie de huurovereenkomst heeft ontvangen en ik weet ook niet of de burgemeester de huurovereenkomst fysiek heeft ingezien voorafgaande aan het gesprek van 20 april 2015. lk weet dat er nog een tweede versie is van de huurovereenkomst waarin een toevoeging is gedaan. Deze zal ik letterlijk citeren: “Absoluut verbod het gehuurde mag in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een motorclub en/of als clubhuis.”
Getuige [getuige 21]verklaarde verder over de huurovereenkomsten het volgende:
De exacte datum van de ontvangst van de huurovereenkomsten weet ik niet. lk weet wel dat de gemeente kort voor het stopgesprek van 16 april 2015 de huurovereenkomst heeft ontvangen waarin geen toevoeging was gedaan. De huurovereenkomst met de toevoeging heeft de gemeente na het stopgesprek ontvangen. Of deze huurovereenkomst was ontvangen na het gesprek van 20 april 2015 weet ik niet.
[getuige 15]verklaarde over dit gesprek het volgende:
V: Waarom heb jij bij het opmaken van het verhuurcontract de handgeschreven ‘clausule’ erbij gezet: ‘Absoluut verbod het gehuurde mag in geen enkele zin fungeren als vestigingsadres voor een motorclub en/of als clubhuis?‘
A: Vanwege de burgermeester. lk wil op goede voet met de burgemeester staan en wil dit ook blijven.
V: Je hebt een zogenaamd STOP-gesprek gehad met burgemeester [burgemeester] van de gemeente Schinnen waarin je aangaf weinig kwaad te zien in de verhuur. Hoe denk je daar nu over?
A: (…) Toen ik dat gesprek heb gehad, hebben we die clausule opgenomen en heeft [verdachte 1] ook gezegd dat hij bij de Bandidos zat. Tevens droeg hij ook de kleding daarvan.
V: Op 17 april 2015 omstreeks 10:32 uur wordt er binnen het onderzoek een telefoongesprek opgenomen waaruit blijkt dat jij belt naar [verdachte 1] . In het gesprek praten jullie over de Rabobank en dat ze willen dat jij 1,3 miljoen euro terugbetaalt aan hun omdat je het aan de Bandidos verhuurd hebt. Waarom hebben ze dat zo tegen jou gezegd?
A: lk kreeg een mail van de Rabobank waarin stond dat als berichten uit de media juist waren ze verder geen zaken meer deden. lk heb met de bank gesproken hierna en toen verteld dat in samenspraak met advocaat en burgemeester het contract is aangepast, toen hebben zij gezegd we zullen zien wat de toekomst brengt. lk heb tegen de bank gezegd, als jullie willen dat het contract ontbonden wordt, dan wil ik dit zwart op wit, zo kan ik het contract ook niet ontbinden. Tevens heb ik dit ook gemeld bij de burgemeester, geef me iets zwart op wit, waardoor ik het contract kan ontbinden, dan zal ik dit ook niet tegenwerken. Die 1,3 miljoen is het hypotheekbedrag van enkele panden. [158]
Huurbetalingen
In het dossier bevinden zich een tweetal
kwitantiesmet de vermeldingen borg (1.750 euro) en huur (1.750 euro) betreffende de [adres 2] te Oirsbeek, gedateerd 1april 2015, ondertekend door de verhuurder en huurder (genaamd [verdachte 1] ). [159]
Een
tapgesprekvan 29 april 2015 tussen [verdachte 1] en [verdachte 13] vermeldt: [160]
[verdachte 1] belt naar [verdachte 13]
[verdachte 1] vraagt aan [verdachte 13] straks 2.000 euro mee om voor op de bank te storten: Want ik ga mij inschrijven en dan kan ik direct voor de coöperatie een bankrekening nummer aanvragen en de huur betalen. Dan kan we het via de bank doen is beter.
[verdachte 13] : Is goed hoeveel?
[verdachte 1] : 2000.
[verdachte 13] : Is goed.
De politie relateert dat het
kasoverzicht van OMG Bandidosop 28 april een uitgave vermeld van 2.000 euro met als omschrijving ‘Huur [verdachte 1] .’
Bijlage III: de beslaglijst
[scan beslaglijst]

Voetnoten

1.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z01, zaakdossier 1 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 7 juli 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 966.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2016, pg. 373-378 van zaakdossier 1.
3.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek beslag Kievit – item 044 – [verdachte 13] d.d. 15 oktober 2015, pg. 281-294 van zaakdossier 1.
4.Een geschrift, te weten een ledenlijst getiteld “Bandidos MC Sittard”, pg. 299-300 van zaakdossier 1.
5.Proces-verbaal zaakdossier 1, pg. 24.
6.Geschriften, te weten verslagen van “meetings”, pg. 302-333 van zaakdossier 1.
7.Een geschrift getiteld “meeting 18 february”, pg. 321-323 van zaakdossier 1.
8.Een geschrift getiteld “meeting 25 maart”, pg. 329-330 van zaakdossier 1.
9.Geschriften, te weten verslagen van “meetings”, pg. 302-333 van zaakdossier 1.
10.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek beslag Kievit – item 170 – [verdachte 7] d.d. 28 oktober 2015, pg. 351-366 van zaakdossier 1.
11.Een geschrift getiteld “Bandidos MC Sittard Holland, Holland regels”, pg. 367-368.
12.Proces-verbaal bevindingen inbeslagneming handboek Bandidos d.d. 6 november 2015, pg. 392-393.
13.Een geschrift, getiteld “Bible of the Bandidos motorcycleclub Europe” edition 2014/2015, pg. 1354-1429 van zaakdossier 1.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2016, pg. 373-378 van zaakdossier 1.
15.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 13-14.
16.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 73.
17.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 71.
18.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 19.
19.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 73.
20.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 20.
21.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 68.
22.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z02, zaakdossier 2 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 2 juni 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 135.
23.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 22 van zaakdossier 2.
24.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 22-23 van zaakdossier 2.
25.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 23 van zaakdossier 2.
26.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 23 van zaakdossier 2.
27.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 24 van zaakdossier 2.
28.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 24 van zaakdossier 2.
29.Proces-verbaal bevindingen Bijnamen d.d. 20 januari 2016, pg. 39-45 van persoonsdossier 02 ( [verdachte 1] ).
30.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 15 van zaakdossier 2.
31.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 7 van zaakdossier 2.
32.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 2.
33.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 2.
34.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 2.
35.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 2.
36.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 2.
37.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 26 van zaakdossier 2.
38.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 26 van zaakdossier 2.
39.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 26 van zaakdossier 2.
40.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg. 27 van zaakdossier 2.
41.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 30-31 van zaakdossier 2.
42.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d.2 juni 2016, pg 41 van zaakdossier 2.
43.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg 54 van zaakdossier 2.
44.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg 56 van zaakdossier 2.
45.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg 57 van zaakdossier 2..
46.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg 57 van zaakdossier 2.
47.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg 60 van zaakdossier 2.
48.Relaas proces-verbaal zaakdossier 2 d.d. 2 juni 2016, pg. 63-67 van zaakdossier 2.
49.Proces-verbaal bevindingen d.d. 1 december 2015, pg. 74 van zaakdossier 2.
50.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z05, zaakdossier 5 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 9 juni 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 125.
51.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 27 mei 2015, pg. 93-99 van zaakdossier 5.
52.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 9 van zaakdossier 5.
53.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 9 van zaakdossier 5.
54.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 9 van zaakdossier 5.
55.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 10 van zaakdossier 5.
56.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 10 van zaakdossier 5.
57.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 12 van zaakdossier 5.
58.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 14 van zaakdossier 5.
59.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 13 van zaakdossier 5 en proces-verbaal van bevindingen bakenstops [kenteken 6] d.d. 6 juni 2015, pg. 36-38 van zaakdossier 5.
60.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 18 van zaakdossier 5.
61.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 19 van zaakdossier 5.
62.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 19 van zaakdossier 5.
63.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 17 van zaakdossier 5.
64.Bankafschrift d.d. 5 februari 2015, pg. 103 van zaakdossier 5.
65.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 22 van zaakdossier 5.
66.Belgisch verhoor van getuige d.d. 10 juni 2015, pg. 76-77 van zaakdossier 5.
67.Relaas proces-verbaal zaakdossier 5 d.d. 9 juni 2016, pg. 25 van zaakdossier 5.
68.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z09, zaakdossier 9 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 17 mei 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 378.
69.Proces-verbaal aangifte [getuige 11] d.d. 25 januari 2015, pg. 290-292 van zaakdossier 9.
70.Proces-verbaal uitwerking videobeelden café [naam café 1] 24-1-2015 d.d.
71.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2015, pg. 322 van zaakdossier 9.
72.Proces-verbaal 1e verhoor getuige [getuige 12] d.d. 23 juni 2015, pg. 324-327.
73.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 66.
74.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 67.
75.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 67-79.
76.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 82.
77.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 87-93.
78.Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren meldkamerbestanden d.d. 14 oktober 2016, pg. 111-113 van zaakdossier 9.
79.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2015, pg. 133-135 van zaakdossier 9.
80.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 7] d.d. 8 mei 2015, pg. 158-161 van zaakdossier 9.
81.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 8] d.d. 7 mei 2015, pg. 170-171 van zaakdossier 9.
82.Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 26 oktober 2015 van R. van Avesaath, arts, pg. 185 van zaakdossier 9.
83.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2015, pg. 194 van zaakdossier 9.
84.Proces-verbaal uitkijken video 7 mei 2015 d.d. 26 oktober 2015, pg. 99-109 van zaakdossier 9.
85.Proces-verbaal uitkijken video 7 mei 2015 d.d. 26 oktober 2015, pg. 99-109 (in het bijzonder pg. 105-106) van zaakdossier 9.
86.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 15-16.
87.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 16.
88.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 17-18.
89.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 19-20.
90.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 20-24.
91.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 20166, pg. 23.
92.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 32-44.
93.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 50.
94.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 54.
95.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 55.
96.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 56.
97.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2015, pg. 137-138 van zaakdossier 9.
98.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 14] d.d. 3 juni 2015, pg. 220-233 van zaakdossier 9.
99.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer zaakdossier 12 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 4 oktober 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 836.
100.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 4 van zaakdossier 12.
101.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 8-9 van zaakdossier 12.
102.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2016 (bijlage 22) , pg. 514-519 van zaakdossier 12.
103.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2015 (bijlage 23), pg. 584-587 van zaakdossier 12.
104.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2015 (bijlage 24), pg. 625-626 van zaakdossier 12.
105.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2015 (bijlage 25), pg. 634-637 van zaakdossier 12.
106.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 59 van zaakdossier 12
107.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 18 van zaakdossier 12 in combinatie met de handgeschreven verklaring pg. 5296-5297 van het Algemeen Financieel Onderzoek.
108.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 18 van zaakdossier 12 in combinatie met de handgeschreven verklaring pg. 5294-5295 van het Algemeen Financieel Onderzoek.
109.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2016 (bijlage 22) , pg. 517, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 565-567 van zaakdossier 12.
110.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2015 (bijlage 23), pg. 586, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 590-614 van zaakdossier 12.
111.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2015 (bijlage 24), pg. 626, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 630 van zaakdossier 12.
112.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2015 (bijlage 25), pg. 635, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 643 van zaakdossier 12
113.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2016 (bijlage 22) , pg. 517, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 529-565 van zaakdossier 12.
114.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2015 (bijlage 23), pg. 585, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 590-614 van zaakdossier 12.
115.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2015 (bijlage 24), pg. 626, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 630 van zaakdossier 12.
116.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2015 (bijlage 25), pg. 635, in combinatie met de daarbij behorende bijlage 3, pg. 643 van zaakdossier 12
117.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014 (bijlage 26), pg. 649-652, met de daarbij behorende bijlage 10, pg. 686-687 van zaakdossier 12 en proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 25 juli 2014, pg. 3528- 3538 van het Algemeen Financieel Dossier 1e aanvulling.
118.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014 (bijlage 26), pg. 649-652, met de daarbij behorende bijlage 11, pg. 688 van zaakdossier 12.
119.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 oktober 2014, pg. 3540-3541 van het Algemeen Financieel dossier 1e aanvulling.
120.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014 (bijlage 26), pg. 649-652, met de daarbij behorende bijlage 11, pg. 688 van zaakdossier 12.
121.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 51 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 2 juni 2015, pg. 325-329, van het beslagdossier.
122.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 juni 2015, pg. 156-161 van zaakdossier 12.
123.Geschriften, tweemaal een ‘kwitantie’ d.d. 1 april 2015, pg. 152-153 van zaakdossier 12.
124.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2016 (bijlage 22) , pg. 516 van zaakdossier 12
125.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2015 (bijlage 23), pg. 585 van zaakdossier 12
126.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2015 (bijlage 25), pg. 635 van zaakdossier 12
127.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014 (bijlage 26), pg. 649-652, met de daarbij behorende bijlage 10, pg. 686-687 van zaakdossier 12.
128.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014 (bijlage 26), pg. 649-652, met de daarbij behorende bijlage 11, pg. 688 van zaakdossier 12.
129.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 11 april 2016, pg. 3559-3567 van het Algemeen Financieel dossier 1e aanvulling.
130.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 38 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens d.d. 12 februari 2015, pg. 3550-3551 van het Algemeen Financieel dossier 1e aanvulling.
131.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 oktober 2015 (bijlage 28), pg. 700-703 van zaakdossier 12.
132.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 46 van zaakdossier 12 in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 augustus 2015 (bijlage 30), pg. 717-719 van zaakdossier 12.
133.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 6 juni 2015 (bijlage 29), pg. 705-708 van zaakdossier 12.
134.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2016 (bijlage 12), pg. 103-109 van zaakdossier 15.
135.Belgisch proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 27 mei 2015 (bijlage), pg. 789 van zaakdossier 12.
136.OVC-gesprekken weergegeven in bijlage 31, pg. 769-772 van zaakdossier 12.
137.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 48 van zaakdossier 12
138.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 50 van zaakdossier 12
139.Relaas proces-verbaal zaakdossier 12 d.d. 4 oktober 2016, pg. 54 van zaakdossier 12.
140.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z13, zaakdossier 13 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 28 september 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 336.
141.Proces-verbaal zaakdossier 13, pg. 11-13.
142.Een geschrift, te weten een e-mailwisseling in de periode 17 tot en met 23 maart 2015, pg. 101-117 van zaakdossier 13.
143.Proces-verbaal zaakdossier 13, pg. 11.
144.Een geschrift getiteld “Holland meeting 6 maart Unna” weergegeven op pg. 92 van zaakdossier 13.
145.Een geschrift getiteld “Meeting 11 maart” weergegeven op pg. 93-94 van zaakdossier 13.
146.Een geschrift getiteld “Meeting 18 maart” weergegeven op pg. 95-96 van zaakdossier 13.
147.Een geschrift getiteld “Meeting 25 maart” weergegeven op pg. 97-98 van zaakdossier 13.
148.Een geschrift getiteld “Meeting 1 april” weergegeven op pg. 99 van zaakdossier 13.
149.Een geschrift, te weten een verslag van opgenomen vertrouwelijke communicatie d.d. 17 april 2015 (sessienr. 4366), pg. 246 van zaakdossier 13.
150.Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 2 juni 2015, pg. 271-277 van zaakdossier 13.
151.Proces-verbaal onderzoek beslag d.d. 5 augustus 2015, pg. BD978-BD998 van het beslagdossier Kievit d.d. 13 mei 2016.
152.Een geschrift, te weten een “huurovereenkomst winkelruimte” d.d. 1 april 2014, pg. 153-159 van zaakdossier 13 (alsmede pg. BD1154-BD1160 van het beslagdossier Kievit d.d. 13 mei 2016).
153.Een geschrift, te weten een “huurovereenkomst winkelruimte” d.d. 1 april 2014, pg. 153-159 van za
154.akdossier 13 (alsmede pg. BD1154-BD1160 van het beslagdossier Kievit d.d. 13 mei 2016).
155.Een geschrift, te weten een gesprekverslag d.d. 20 april 2015, pg. 268-269 van zaakdossier 13.
156.Een geschrift, te weten de weergave van een tapgesprek (sessienr. 8482) d.d. 20 april 2015, pg. 166.
157.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 21] d.d. 16 juni 2016, pg. 119-128 van zaakdossier 13.
158.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 15] d.d. 11 juni 2015, pg. 83-88 van zaakdossier 13.
159.Geschriften, tweemaal een “kwitantie” weergegeven op pg. 160-161 van zaakdossier 13.
160.Een geschrift te weten een tapgesprek d.d. 29 april 2015 (sessienr. 8928), pg. 332 van zaakdossier 13.