ECLI:NL:RBLIM:2021:4991
Rechtbank Limburg
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering onttrekking aan het verkeer van een bestelauto met verborgen ruimte wegens gebrek aan relatie met strafbaar feit
Op 22 juni 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vordering tot onttrekking aan het verkeer van een bestelauto met een verborgen ruimte. De vordering was ingediend door de officier van justitie op grond van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een relatie tussen de bestelauto en enig strafbaar feit. De inbeslaggenomen bestelauto, die op 7 april 2021 in Eijsden-Margraten was gecontroleerd, bevatte een professioneel aangebrachte verborgen ruimte. Echter, tijdens de controle was deze ruimte leeg en er waren geen aanwijzingen dat deze daadwerkelijk was gebruikt voor strafbare feiten. De rechtbank benadrukte dat het enkele feit dat voertuigen met verborgen ruimtes kunnen worden gebruikt voor strafbare feiten, niet voldoende is om een onttrekking aan het verkeer te rechtvaardigen. De rechtbank verwees ook naar de bestaande regeling in artikel 1:37 van de Algemene Douanewet, die specifiek voorziet in de inbeslagname van voertuigen met verborgen ruimtes, ongeacht of deze op dat moment voor strafbare feiten werden gebruikt. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de officier van justitie moest worden afgewezen, omdat niet voldaan was aan de vereiste relatie tussen de bestelauto en een strafbaar feit.