In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Maastricht, verzocht om inzage in haar persoonsgegevens die door de gemeente Maastricht worden verwerkt, op basis van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechtbank Limburg heeft op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek van eiseres gedeeltelijk werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen recht had op documenten waarin haar persoonsgegevens zijn opgenomen, omdat verweerder niet in meer persoonsgegevens inzage kon geven dan reeds was verstrekt. Eiseres had eerder inzage gekregen in haar persoonsgegevens, maar verweerder had na heroverweging alsnog enkele documenten verstrekt die niet eerder waren gegeven. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerder, omdat dit besluit niet was herroepen, maar liet de rechtsgevolgen van het besluit in stand. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit een besluit op bezwaar was en niet een besluit in primo. Eiseres had niet aannemelijk gemaakt dat er meer documenten met haar persoonsgegevens bestonden dan de documenten die haar waren verstrekt. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres gedeeltelijk gegrond was, maar dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand konden blijven. Eiseres kreeg het griffierecht vergoed, maar er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.