3.3Het oordeel van de rechtbank
Het onder 1 en 2 tenlastegelegde
[slachtoffer 1] – geboren op [geboortedatum 2] – heeft in het informatief gesprek zedenverklaard dat zij in december 2012 met haar moeder bij [verdachte] (verdachte) is ingetrokken in de woning van verdachte in [woonplaats] . In maart 2014 nadat ze carnaval hadden gevierd, zaten ze met z’n drieën (haar moeder, [verdachte] en zijzelf) in de jacuzzi. Haar moeder ging even naar het toilet en toen pakte [verdachte] haar voet en duwde die tegen zijn piemel aan. Een week later was zij bij [verdachte] en haar moeder in bed tv gaan kijken. Haar moeder viel op een gegeven moment in slaap, [verdachte] ging naast haar liggen en raakt haar borsten aan op en onder haar bh. Hij ging met zijn hand in haar broekje, streelde haar clitoris en ging met zijn vinger in haar vagina. Het stopte omdat haar moeder wakker werd. Later gebeurde het vaker. Toen haar moeder door de week vanwege haar werk in Den Haag verbleef – in april 2014 – moest ze met [verdachte] mee naar boven. Ze zei dat ze geen seks wilde omdat ze pas 15 was, maar hij ging toch met zijn piemel in haar vagina. [slachtoffer 1] verklaart dat zij tussen juli 2014 en 11 juli 2018 bijna dagelijks seks moest hebben met [verdachte] . Zij geeft verder aan dat zij foto’s op een harde schijf heeft staan waarop is te zien dat zij [verdachte] pijpt.
[slachtoffer 1] heeft in de aangifte het volgende verklaard:
Op 4 maart 2014 was de eerste toenadering. Dat was met carnaval en wij zijn met zijn drieën in de jacuzzi gegaan. Dat was met mijn moeder, mijn stiefvader [verdachte][verdachte]
en ik. Mijn moeder ging op een gegeven moment naar de wc en [verdachte] heeft toen mijn voet vastgepakt en tegen zijn piemel gehouden. […] Ongeveer een week later lagen wij met zijn drieën in bed. Ik lag in het midden. Mijn moeder was in slaap gevallen en [verdachte] deed toen de tv uit. Hij begon toen onder mijn bh te voelen en in mijn broekje en die avond ging hij verder. (pagina 160) Hij legde zijn rechterhand heel nonchalant op mijn borst. Vervolgens ging zijn hand naar mijn heup en toen onder mijn shirt. En toen op de bh en toen onder de bh op mijn borst. Toen ging hij naar onderen in mijn broekje. Met zijn rechterhand ging hij in mijn pyjamabroek vanaf de bovenkant. Hij ging toen op een gegeven moment wel in mijn onderbroek. In eerste instantie strelen en toen met zijn vingers tussen mijn onderbuik en mijn vagina in. Hij ging toen met zijn vingers in mijn vagina. De volgende ochtend heb ik tegen [verdachte] gezegd: “Dit kan zo niet, dit is niet normaal”. Hij zei: “Nee het is niet normaal maar niemand hoeft het te weten”. Zo als deze avonden zijn er meer avonden geweest Tussen de 10 en de 20 avonden zoals deze. […] Een keer en daar schrok ik het meeste van. Hij heeft toen mijn broekje en onderbroek uitgedaan. Hij is toen onder de deken gegaan en naar beneden gegaan en heeft mij toen gebeft. […] Ik vond het heel erg vreemd en ik wist niet wat ik ermee aan moest. Zeker toen hij mij ging beffen. Toen vond ik dat er iets was gebeurd wat niet kon. 26 april 2014 was de eerste keer dacht wij echt seks hadden. Ik weet de datum omdat het de eerste keer was en het had best impact. Mijn moeder is op 27 april jarig en het was dus de dag voor haar verjaardag. Het was ’s middags. [verdachte] zei wij gaan naar boven. Het ging toen snel en we zijn op zijn bed gaan zitten. We gingen op zijn bed liggen. Ik weet niet meer heel goed hoe het begonnen is. Ik weet wel dat ik mijn kleren uitdeed. Daarna deed hij ook zijn kleren uit. Kan zijn dat ik nog een shirt aan had. Ik lag dwars op bed. Met mijn hoofd naar de deur. Ik lag op mijn rug. Hij lag naast mij. Hij zat eerst aan mijn borsten met zijn handen. Hij ging weer vingeren. Ik zei dat ik geen seks wilde. Maar voor ik het wist hadden wij seks. Ik geloof dat hij voor mij zat op zijn knieën en ik lag nog op mijn rug. Hij ging met zijn vinger naar binnen. Hij zat met zijn vinger in mijn vagina. Hij haalde die eruit en zijn piemel was al langer stijf en deed die naar binnen. Ik zei dat het pijn deed. Hij zei: Dat is normaal de eerste keer. Ik weet niet of hij dat zo specifiek had gezegd, maar dat bedoelde hij wel. Hij ging gewoon door. Wij hadden echt seks. […] Als wij samen in bed lagen, lag mijn moeder naast mij. Ik moest mij omdraaien met mijn gezicht naar mijn moeder en hij had toen zo seks met mij. Met ‘seks met mij’ bedoel ik dat hij zijn piemel in mijn vagina deed. 10 of 15 keer was het in totaal gebeurd dat mijn moeder naast ons in bed lag. Daarvan had [verdachte] de eerste 4 tot 5 keer mij alleen gevingerd en was het niet verder gekomen dan dat. Toen heeft [verdachte] mij een keer gebeft en was het niet verder gekomen tot seks. En dan hou ik nog 5 tot 10 keer over dat [verdachte] seks met mij heeft gehad terwijl mijn moeder naast ons lag. We hadden 3 à 4 keer per week seks.
In het verhoor van 4 oktober 2018heeft [slachtoffer 1] haar verklaring in haar aangifte aangevuld:
De laatste keer dat we seks hadden was op dinsdag 10 juli 2018. Later kregen we ruzie. Ik was 19 jaar. Op de vraag wat de laatste keer was dat wij seks hadden voordat ik 18 jaar werd, heb ik geen antwoord. Het is zo vaak gebeurd.
[slachtoffer 1] heeft in haar verhoor van 23 oktober 2018verklaard:
Op 10 of 11 juli 2018 ben ik bij [verdachte] weggegaan. We hadden ruzie over sla. Na het werk gingen we eten bij [verdachte] zijn moeder. Tijdens het eten, mijn vriend was er ook bij, is de ruzie geëscaleerd. Bij thuiskomst heb ik mijn spullen gepakt en ben ik met mijn vriend [getuige 1] meegegaan. Ik kreeg toen een hele rits smsjes. Hij dreigde toen nog om alles tegen [getuige 1] te vertellen wat er allemaal gebeurd was. Uiteindelijk heeft [verdachte] het ook gezegd tegen [getuige 1] .
Op de harde schijf die ik heb overgedragen staan foto’s in de jacuzzi, dat ik hem pijp in de jacuzzi. De foto’s zijn gemaakt met een telefoon.
In het verhoor van 2 augustus 2019heeft [slachtoffer 1] verklaard:
Op online vakantieveilingen had hij een fotosessie gewonnen in Geleen. Het idee kwam van [verdachte] om wat kleding uit te doen om het natuurlijker uit te laten zien. En de bedoeling was ook dat ik mijn slip uit moest doen maar dat wilde ik absoluut niet. [verdachte] wilde dat ik mijn slip uit deed. Ik was toen 17 jaar oud.
In het verhoor van 2 augustus 2019heeft [slachtoffer 1] verklaard:
Foto [bestandsnaam 1] . Dat ben ik en [verdachte] . Ik herken mezelf op deze foto en ik herken [verdachte] aan zijn buik en aan het formaat van zijn penis. Ik heb alleen met hem deze seksuele handelingen gedaan in die jacuzzi.
Foto [bestandsnaam 2] Dat is [verdachte] .
Foto [bestandsnaam 1] en [bestandsnaam 2] Ik kan mij herinneren dat we toen bewust deze foto’s hebben gemaakt en ook in deze positie.
Verbalisant: uit onderzoek is gebleken dat deze foto’s zijn gemaakt op 20 november 2016.
Ja, dat zou kunnen maar dat weet ik echt niet. De foto is gemaakt in de jacuzzi bij [verdachte] thuis op de [adresgegevens verdachte] . De foto’s zijn gemaakt door mij.
Foto [bestandsnaam 3] Dat ben ik en [verdachte] . Ik herken [verdachte] ook aan de zichtbare ader, die boven over zijn stijve penis loopt.
[getuige 1] , de toenmalige vriend van [slachtoffer 1] , heeft als getuige een verklaringafgelegd. Hij heeft verklaard:
We gingen vaker eten bij de moeder van [verdachte] in [plaats] en [slachtoffer 1] vroeg of ik meeging. Blijkbaar hadden [slachtoffer 1] en [verdachte] die dag een meningsverschil gehad. De sfeer daar was apart want [verdachte] was bot tegen [slachtoffer 1] en ze hadden ruzie over dat [slachtoffer 1] de verkeerde sla had gekocht. ’s Avonds bij het avondeten bleef het doorgaan en [verdachte] zei als het haar niet beviel dat ze dan maar weg moest gaan. Toen is ze bij mij komen wonen na dat incident met de sla. En toen heeft ze ook haar spullen gepakt en heeft ze niet meer bij [verdachte] gewoond. De dag nadat ze bij mij is komen wonen dat was 2018 heeft [slachtoffer 1] aan mij verteld wat er is gebeurd tussen haar en [verdachte] . ’s Nachts om 03.00 uur kreeg ik een Whatsapp van [verdachte] : “Vraag maar eens aan jouw vriendin hoe trouw ze is want je kunt haar niet vertrouwen, vraag maar hoe het echt zit”. [slachtoffer 1] was wakker en maakte mij wakker want ik was niet wakker geworden van het appje. [verdachte] had [slachtoffer 1] blijkbaar ook geappt dat hij mij een bericht had gestuurd. [slachtoffer 1] zei ik moet jou wat vertellen, kijk maar even op de telefoon. Ik vroeg aan [slachtoffer 1] wat er aan de hand was. Toen zei ze [verdachte] heeft mij geneukt. Verder vertelde ze niet heel veel meer maar dat dat gebeurd was. Ze was emotioneel, ze barstte niet in huilen uit maar ik zag wel dat ze een traantje moest laten en ik hoorde het aan haar stem. De dagen daarna kwam het er met beetjes uit. Ze heeft niet alles in een keer verteld en ze heeft ook niet de details verteld. Ze wilde ook niet alles vertellen om mij niet te kwetsen.
[verdachte] heeft wel gezegd dat hij spijt heeft en heeft sorry gezegd over de situatie. Hij wist van [slachtoffer 1] dat ik alles wist. Hij zei dit toen we de tweede keer daar waren om haar spullen op te halen.
[getuige 2] , een vriendin van [slachtoffer 1] , heeft verklaard:
Aan het begin was [verdachte] de vaderfiguur. Later veranderde dat. Dat kwam door de manier hoe hij naar [slachtoffer 1] , maar ook naar mij keek. Hij gedroeg zich anders. Hij keek meer zoals je naar iemand kijkt die je leuk vindt en er voor open staat. Op het laatst kwam ik erachter dat hij openstond voor seksuele handelingen. Tijdens het omslagpunt, toen haar moeder weg ging, heeft [slachtoffer 1] mij gezegd dat ze met [verdachte] naar bed was geweest, terwijl haar moeder daar nog woonde. Ik vond dat heel erg heftig. Toen haar moeder weg was gegaan had zij verteld dat zij bij [verdachte] bleef wonen vanwege de studie en haar sociale leven. Iets later vertelde zij aan mij dat ze naar bed ging met [verdachte] en dat zij al eerder met [verdachte] naar bed was geweest, ook toen haar moeder daar nog woonde. Ik denk dat zij ook wel geschrokken was, maar ergens had ze een geruststelling dat zij haar studie kon afmaken. Dat zij nog een plek had waar zij terecht kon. Ik was toen zelf 15 of 16 jaar oud. Met de carnaval is het ook een keer uit de hand gelopen. [verdachte] bleef wijntjes kopen, omdat wij dat nog niet zelf konden omdat wij nog geen achttien jaar oud waren. Ik was niets gewend, dus dat tikte flink aan. Ik zei dat ik geen alcohol meer wilde, maar hij bleef dat kopen. Ik had toen het idee dat hij een andere intentie had door ons zoveel mogelijk alcohol te geven en zo zat mogelijk te krijgen.
Ik ben ook een keer blijven logeren en toen lag [slachtoffer 1] ’s ochtends niet meer naast mij. Zij lag bij [verdachte] in bed en kwam later naar mij toe en zei dat [verdachte] vroeg of ik ook bij hun kwam liggen. Zij bedoelde daarmee dat wij met zijn drieën in hun tweepersoonsbed kwam liggen. Ik dacht dat dat rond die carnaval was van drie jaar geleden.
Over de seksuele relatie van [slachtoffer 1] en [verdachte] heb ik vrijwel meteen met mijn moeder gesproken. Dat was in het examenjaar, schooljaar 2015-2016. Ik vertelde het mijn moeder net nadat [slachtoffer 1] ’s moeder weg was.
[getuige 3] , de moeder van [getuige 2] , heeft verklaard:
[getuige 2] zei [verdachte] en [slachtoffer 1] hebben seks met elkaar. [getuige 2] vertelde het me toen [getuige 2] ook nog minderjarig was. [getuige 2] en [slachtoffer 1] zijn even oud, [getuige 2] is een paar maanden ouder. Dit was in ieder geval in de periode dat [getuige 2] 16 en 17 jaar oud was.
[slachtoffer 2] , de moeder van [slachtoffer 1] , heeft verklaard:
Hij ( [verdachte] ) heeft gezegd: “Kijk maar uit dat ik je dochter niet pak als jij in Den Haag bent”.
We hebben 1 keer met z’n drieën in de jacuzzi gezeten na een avondje stappen met carnaval in 2014. Blijkbaar is het toen begonnen, dat heb ik achteraf van [slachtoffer 1] gehoord. Ik moest naar de wc en ging eruit.
[slachtoffer 1] lag wel eens tussen ons in als wij film aan het kijken waren. Ik viel vaker in slaap als wij film keken. Als ik slaap dan slaap ik heel vast.
In het Verzoek raadsonderzoek d.d. 8 augustus 2014, dat door [naam 1] van Bureau Jeugdzorg is opgesteld, is opgenomen:
De eerste ruzie, op 20 juli 2014, was aanleiding voor politie om een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg te doen. Tevens heeft stiefvader tijdens deze ruzie gedreigd dat hij [slachtoffer 1] zou misbruiken. Stiefvader en [slachtoffer 1] geven hierover aan dat stiefvader deze woorden niet had mogen gebruiken, hij meende ze niet.
[…]
[…]
Stiefvader en [slachtoffer 1] lijken tijdens het gesprek op woensdag 6 augustus soms op een getrouwd stel in plaats van opvoeder en kind. Beiden geven aan dat dit soms ook het geval is.
[…]
Stiefvader vindt dat het stuk omtrent het geweld wordt overdreven. Tevens geeft hij aan niets te hebben bedoeld met de opmerking over het mogelijk misbruiken van [slachtoffer 1] . Hij geeft aan dat er in de wereld vele ergere dingen gebeuren, waar niets mee gebeurt.
In de brief van Bureau Jeugdzorg d.d. 22 augustus 2014 gericht aan [slachtoffer 2], opgesteld door [naam 2] en [naam 1] , is het volgende opgenomen:
In de tussenliggende periode is er een gesprek geweest met de spoedeisende hulp van bureau Jeugdzorg met stiefvader en [slachtoffer 1] . Stiefvader neemt zijn uitspraken terug (‘dan misbruik ik jouw dochter’) en geeft aan zich hiervoor te schamen. Dit was een uitlating in een uit de hand gelopen ruzie.
[slachtoffer 1] heeft ten overstaan van de rechter-commissaris (rc-nummer 20/701) op
10 december 2020 het volgende verklaard:
Ik heb bij de politie, bij al mijn verklaringen, naar waarheid verklaard. Ik zag [verdachte] als mijn stiefvader. Het is veranderd toen er seks bij kwam kijken. Ik dacht dat dat erbij hoorde in de relatie. Er is mijns inziens sprake geweest van afdwingen en manipuleren. Hij zag mij echt als een onderdaan.
We lagen met z’n drieën in bed, mijn moeder lag er ook bij. Hij ging eerst met zijn hand onder mijn hemdje, daarna later in mijn broekje en ging hij ook met zijn vingers bij mij in mijn vagina. Dit is gebeurd rond maart 2014. Ik weet de eerste seksuele toenadering nog goed. We hadden carnaval gevierd en zaten na carnaval in de jacuzzi. Het vingeren is niet dezelfde avond gebeurd als in de jacuzzi. Dat is wat later gebeurd. Het schoof steeds een beetje op qua seksuele handelingen. Met wat later bedoel ik dagen maar ik weet niet of dat er 1, 2 of 3 waren. Bij de eerste keer beffen lag mijn moeder er ook langs. Hij begon met vingeren en is vervolgens onder de dekens gegaan. Mijn moeder had drankjes op. Ze slaapt heel vast. Hoe de eerste keer seks is gegaan is voor mij een vage herinnering. Mijn moeder zat toen in Den-Haag. De andere handelingen waren natuurlijk al een tijdje bezig. Toen mijn moeder er niet was ging het allemaal heel snel. Voordat ik überhaupt wist wat er gaande was, hadden we al seks. Ik heb tegen hem gezegd dat ik wilde wachten toen ik merkte dat het steeds verder ging op een namiddag. Ik weet ook echt niet meer hoe vaak ik ben gebeft of seks heb gehad. Er zijn naast beffen en vingeren en seks ook andere seksuele activiteiten geweest. Dit betreft bijvoorbeeld pijpen, aftrekken.
In het proces-verbaalzijn de resultaten van het onderzoek naar de foto’s van de fotoshoot van 15 december 2016 opgenomen:
Ik trof onder andere aan 51 afbeeldingen die kennelijk gemaakt werden in een professionele omgeving. De foto’s zijn van zeer goede kwaliteit en duidelijk genomen in een ruimte die als studio was ingericht. Op enkele van deze foto’s worden twee personen, een volwassen man en een jonge vrouw afgebeeld. Op enkele andere foto’s staat telkens slechts één van beiden afgebeeld. De personen zijn op enkele van deze foto’s gedeeltelijk naakt. Gezien het geheel is er sprake van een fotoshoot waarbij meerdere opnames werden gemaakt. Het geheel van deze foto’s kan dan ook naar mijn mening als coherente serie worden aangemerkt. [verdachte] werd door mij herkend als de volwassen man die op de bedoelde foto’s staat afgebeeld.
In het proces-verbaal van bevindingenzijn bovenstaande foto’s nader onderzocht:
Op de foto’s staat een volwassen man afgebeeld die blijkens eerdergenoemd proces-verbaal 2018143477-27 verdachte is. De op de foto’s afgebeelde jonge vrouw herken ik als [slachtoffer 1] . De fotoserie is vervaardigd op 15 december 2016. De fotoserie is aangetroffen in een fotoalbum tijdens de doorzoeking bij verdachte, op het adres [adresgegevens verdachte] . In het fotoalbum zaten 34 foto’s. Gezien de seriematigheid zijn alle 34 foto’s door mij beoordeeld als zijnde kinderpornografisch beeldmateriaal.
In het proces-verbaal van 4 juni 2019wordt een beschrijving gegeven van een map met een 36-tal door [slachtoffer 1] afgegeven foto’s die zijn gemaakt met haar IPhone 5. De verbalisant relateert: Twaalf van de foto’s zijn uniek. De datum bij al deze foto’s is 20 november 2016, de tijdstippen liggen tussen 23.42 en 23.57 uur en enkele foto’s zijn voorzien van coördinaten. Deze komen overeen met de ligging van de woning van [verdachte] in [woonplaats] .
Gezien de tot nu toe bekend geworden feiten zijn de foto’s kennelijk gemaakt in de aanbouw bij de woning waarin zich een bubbelbad (jacuzzi) bevindt. Door mij, verbalisant, wordt op 4 van deze foto’s [verdachte] herkend, Hij zit naakt in een bad. Aangeefster verklaarde dat op deze foto’s onder andere te zien zou zijn dat zij de penis van [verdachte] in haar mond had. Op 8 foto’s is te zien dat de stijve penis van een man zich in de mond van een kennelijk jonge vrouw bevindt. Op enkele foto’s waarop de orale seks wordt afgebeeld is te zien dat de penis van de man een bepaald kromming heeft. Zo’n zelfde kromming heb ik kunnen waarnemen op naaktfoto’s waarop [verdachte] kennelijk wordt afgebeeld met een erectie.
De politie heeft de belichting van de foto’s die erg donker waren aangepast en in een proces-verbaal van bevindingen relateren drie verbalisanten: Wij herkennen op deze foto’s aangeefster als degene die de penis in haar mond heeft en [verdachte] als degene die in de jacuzzi zit.
Tussenconclusie: de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1]
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen die [slachtoffer 1] heeft afgelegd betrouwbaar zijn.
De verklaringen tijdens het informatief gesprek, de aangifte en latere verhoren bij de politie en ten overstaan van de rechter-commissaris zijn - hoewel zij op ondergeschikte punten van elkaar verschillen - over het algemeen volledig, gedetailleerd en in de kern met elkaar in overeenstemming. [slachtoffer 1] kan zich weliswaar niet elk detail herinneren maar geeft dit op die specifieke punten ook aan. De rechtbank vindt dit te verklaren op basis van de normale werking van het geheugen en is het niet met de verdediging eens dat dit afdoet aan de betrouwbaarheid. [slachtoffer 1] verklaart enkel wat ze nog weet en wat ze zich specifiek herinnert. Duidelijk is ook dat de verklaringen van [slachtoffer 1] ten overstaan van de politie (afgelegd in 2018 en 2019) gedetailleerder zijn dan de verklaring van [slachtoffer 1] ten overstaan van de rechter-commissaris (afgelegd in december 2020). De kleine details herinnert zij zich dan vager en dit benoemt zij ook door aan te geven dat ze het niet meer zeker weet. Ook dit ondersteunt de accuratesse en consistentie van haar verklaringen.
De door haar afgelegde verklaringen worden bovendien op diverse punten ondersteund door getuigenverklaringen. Zo bevestigt [slachtoffer 2] onder meer dat ze samen met verdachte en [slachtoffer 1] op de avond van carnaval - waarop volgens [slachtoffer 1] het seksueel misbruik begonnen is - met verdachte en [slachtoffer 1] in de jacuzzi gezeten heeft en even naar de wc ging en ze verklaart dat ze wel eens met verdachte en [slachtoffer 1] in bed film keek en dat zij dan wel eens in slaap viel. [getuige 2] bevestigt dat [slachtoffer 1] haar heeft verteld over het seksuele misbruik, dat [slachtoffer 1] toen zij er bleef logeren ’s nachts niet meer in haar eigen bed lag maar bij verdachte en dat verdachte haar via [slachtoffer 1] uitgenodigd had om ook naar zijn bed te gaan. De moeder van [getuige 2] bevestigt de verklaring van [getuige 2] . [getuige 1] bevestigt het moment en de wijze waarop (en de emoties die daarmee gepaard gingen) [slachtoffer 1] hem over het seksueel misbruik heeft verteld en verklaart over app-berichten die hij van verdachte heeft ontvangen alsmede de spijtbetuiging die verdachte richting hem heeft gedaan. Ook de foto’s op zowel de Iphone van [slachtoffer 1] gemaakt op 20 november 2016 als van de fotoshoot van 15 december 2016 ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer 1] dat geen sprake was van een normale stiefvader-dochter relatie, maar van een seksuele relatie.
In het arrest van 10 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1355, heeft de Hoge Raad omtrent de bewijsminimumregel het volgende overwogen: “Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal”.
Voorts kan met betrekking tot zedenzaken uit de rechtspraak van de Hoge Raad worden afgeleid dat niet is vereist dat het misbruik zelf steun vindt in ander bewijsmateriaal. Als maar de verklaring van de aangever op specifieke punten bevestiging vindt in het overige bewijsmateriaal en tussen dit een en ander niet een te ver verwijderd verband bestaat.
Tussenconclusie: steunbewijs
De verklaring van [slachtoffer 2] ondersteunt de plaats (locatie) waarop het misbruik zou hebben plaatsgevonden, namelijk in de jacuzzi terwijl [slachtoffer 2] naar het toilet was en in het bed van verdachte en [slachtoffer 2] terwijl [slachtoffer 2] sliep. Deze verklaring ondersteunt ook de momenten die [slachtoffer 1] noemt waarop het misbruik zou hebben plaatsgevonden, namelijk (wederom) de carnavalsavond in 2014 en de filmavonden in bed, maar ook de momenten waarop [slachtoffer 2] in Den Haag was en [slachtoffer 1] alleen thuis was met verdachte. Dit wordt ook ondersteund door de verklaring van [getuige 2] , die verklaart dat [slachtoffer 1] haar toen haar moeder net naar Den Haag was vertrokken heeft verteld dat zij seks had gehad met verdachte voordat haar moeder naar Den Haag vertrokken was.
Daarnaast ligt de opmerking die verdachte tegen [slachtoffer 2] heeft gemaakt “pas maar op dat ik je dochter niet pak als jij in Den Haag zit”, in lijn met de verklaring van [slachtoffer 1] dat zij seksueel misbruikt werd door verdachte. Deze opmerking is in brieven en rapporten van Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming terug te vinden en hierbij is vermeld dat verdachte (en [slachtoffer 1] ) destijds hebben aangegeven dat de opmerking niet geplaatst had mogen worden en dat dit niet zo zou zijn bedoeld door verdachte. Ter terechtzitting heeft verdachte echter stellig ontkent dat hij de opmerking heeft geplaatst. De opmerking zou door kopiëren en plakken telkens in deze bewoordingen in de rapportages zijn opgenomen. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Te meer nu meerdere hulpverleningsinstanties de opmerking aan verdachte hebben voorgehouden en nooit is genoteerd dat verdachte ontkend zou hebben de opmerking te hebben geplaatst maar (in andere bewoordingen) is genoteerd dat verdachte de opmerking heeft gebagatelliseerd.
Verder ondersteunt de verklaring van [getuige 1] de verklaring van [slachtoffer 1] , voor wat betreft het moment waarop ze [getuige 1] over het misbruik heeft verteld en voor wat betreft de emoties die [getuige 1] bij [slachtoffer 1] waarnam toen zij hem inlichtte. Maar ook de app-berichten die [getuige 1] van verdachte heeft ontvangen (met de tekst
“Vraag maar eens aan jouw vriendin hoe trouw ze is want je kunt haar niet vertrouwen, vraag maar hoe het echt zit”)en de spijtbetuiging van de zijde van verdachte ondersteunen de verklaring van [slachtoffer 1] dat zij seksueel is misbruikt door verdachte.
Voorts ondersteunt het bewijsmateriaal de verklaring van [slachtoffer 1] dat het misbruik al gestart is toen [slachtoffer 2] nog niet in Den Haag woonde, hetgeen is af te leiden uit de verklaring van [getuige 2] , aan wie [slachtoffer 1] reeds vlak na de breuk tussen verdachte en [slachtoffer 2] heeft verteld dat ze seks had gehad met verdachte al voordat [slachtoffer 2] naar Den Haag vertrokken was. Deze verklaring is verder verankerd door de verklaring van [getuige 3] , de moeder van [getuige 2] , aan wie [getuige 2] destijds heeft verteld wat [slachtoffer 1] haar verteld had.
Tot slot ondersteunt ook het aangetroffen fotomateriaal de verklaringen van [slachtoffer 1] waar het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag. De rechtbank verwijst naar de fotoshoot van november 2016 toen [slachtoffer 1] nog minderjarig was en waaraan verdachte volgens [slachtoffer 1] ‘een erotisch tintje’ wilde geven. Ter terechtzitting noemde verdachte het een normale vader/dochter fotoshoot, maar uit het proces-verbaal van bevindingen waarin de foto’s zijn beschreven zijn de foto’s aangemerkt als kinderpornografisch materiaal, vanwege de seksuele strekking van de beelden. Ook de foto’s in de jacuzzi waarop te zien is dat [slachtoffer 1] verdachte oraal bevredigd terwijl zij nog minderjarig was, zijn steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer 1] .
De beoordeling van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte zijnde de stiefvader en later pleegvader van [slachtoffer 1] ontuchtige handelingen met haar heeft gepleegd in de tenlastegelegde perioden van 4 maart 2014 tot en met 31 januari 2015 (toen zij nog geen 16 jaar oud was) en in de periode van 1 februari 2015 tot en met 31 januari 2015 (toen zij 16, maar nog geen 18 jaar oud was). Die seksuele handelingen bestonden mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde.
Het onder 3 tenlastegelegde
[slachtoffer 1] heeft tijdens haar aangifteverklaard:
In december 2016 hebben wij een fotoshoot gehad en [verdachte] wilde daar een erotisch tintje aan geven.
In het proces-verbaalvan 4 juni 2019 zijn de resultaten van het onderzoek naar de foto’s van de fotoshoot van 15 december 2016 opgenomen:
Hoofdstuk 1. Ik trof op een smartphone overhandigd door aangeefster onder andere aan 51 afbeeldingen die kennelijk gemaakt werden in een professionele omgeving. De foto’s zijn van zeer goede kwaliteit en duidelijk genomen in een ruimte die als studio was ingericht. Op enkele van deze foto’s worden twee personen, een volwassen man en een jonge vrouw afgebeeld. Op enkele andere foto’s staat telkens slechts één van beiden afgebeeld. De personen zijn op enkele van deze foto’s gedeeltelijk naakt. Gezien het geheel is er sprake van een fotoshoot waarbij meerdere opnames werden gemaakt. Het geheel van deze foto’s kan dan ook naar mijn mening als coherente serie worden aangemerkt. Op 7 maart 2019 vond er een doorzoeking ter inbeslagname plaats op het adres [adresgegevens verdachte] . De bewoner van het pand, [verdachte] , werd door mij herkend als de volwassen man die op de bedoelde foto’s staat afgebeeld. Op de onderste plank in een kast in de woonkamer trof ik een fotoalbum aan met een rode kaft. In het album trof ik 34 foto’s aan. Het was een gedeelte van dezelfde foto’s als bedoeld in hoofdstuk 1.
In het proces-verbaal van bevindingenzijn bovenbedoelde foto’s nader onderzocht:
Op de foto’s staat een volwassen man afgebeeld die blijkens eerdergenoemd proces-verbaal 2018143477-27 verdachte is. De op de foto’s afgebeelde jonge vrouw herken ik als [slachtoffer 1] . De fotoserie is vervaardigd op 15 december 2016. Gezien de seriematigheid zijn alle 34 foto’s door mij beoordeeld als zijnde kinderpornografisch beeldmateriaal.
Foto 1
Achterzijde foto: [bestandsnaam 4]
[slachtoffer 1] staat achter [verdachte] en van beiden is de rechterkant van het bovenlichaam zichtbaar. Beiden hebben een ontbloot bovenlichaam. Op de foto is de bovenrand van het zwart slipje van [slachtoffer 1] zichtbaar. [slachtoffer 1] staat met haar gehele bovenlichaam tegen de blote rug van [verdachte] aan. De zijkant van haar rechterborst is gedeeltelijk zichtbaar. Het lijkt erop dat [slachtoffer 1] met haar borsten tegen de rug van [verdachte] aan staat. [slachtoffer 1] heeft haar rechterarm om [verdachte] heen geslagen. Haar rechterarm gaat onder de rechterarm van [verdachte] door en zij houdt met haar hand de buik van [verdachte] vast. Haar linkerwang heeft zij tegen de rug van [verdachte] aan en ze kijkt lachend in de camera.
Foto 2
Achterzijde foto: [bestandsnaam 5]
[verdachte] zit met een ontbloot bovenlichaam en een ontbloot rechterbeen. De rechterzijde van zijn lichaam is gedeeltelijk zichtbaar. Hij heeft zijn rechterbeen opgetrokken en kijkt naar voren cq naar boven. [slachtoffer 1] zit meteen achter het opgetrokken rechterbeen. De voorkant van haar bovenlichaam is gericht naar de camera. Zij heeft een ontbloot bovenlichaam. Haar rechterhand ligt op het rechterbovenbeen van [verdachte] . Haar linkerhand ligt op het rechteronderbeen van [verdachte] . [verdachte] omarmt [slachtoffer 1] en houdt haar vast. Hij heeft zijn rechterarm voor het bovenlichaam van [slachtoffer 1] en hij houdt met zijn rechterhand de linkerbovenarm van [slachtoffer 1] vast. Het lijkt erop dat [slachtoffer 1] met haar rechterschouder tegen het bovenlichaam van [verdachte] leunt. De rechterzijde van het hoofd van [slachtoffer 1] is tegen de linkerzijde van het hoofd van [verdachte] . [slachtoffer 1] kijkt recht in de camera.
Foto 3
Achterzijde foto: [bestandsnaam 6]
[slachtoffer 1] ligt met haar rechterzijde op de grond. Haar bovenlichaam en een gedeelte van haar linkerbovenbeen zijn zichtbaar. Zij draagt alleen een zwart slipje. Haar bovenlichaam en haar linkerbovenbeen zijn ontbloot. Met haar rechterarm ondersteunt zij haar hoofd, door de achterkant van haar rechterhand achter haar rechteroor en in haar nek te leggen. Zij kijkt recht in de camera. Haar bovenlichaam is naar de camera gericht. Door deze pose die zij aanneemt wordt de focus gelegd op haar borsten. Haar linkerbeen heeft zij opgetrokken en deze komt gedeeltelijk in beeld. De ronding van haar linkerbil wordt hierdoor zichtbaar. Door de pose die zij aanneemt, waarbij haar borsten prominent in beeld zijn, krijgt deze foto een seksuele strekking. Haar linker onderarm ligt op haar linkerbil.
Foto 4
Achterzijde foto: [bestandsnaam 7]
[slachtoffer 1] ligt met haar buik op de grond, haar bovenlichaam komt een klein beetje van de grond af. Haar onderarmen heeft zij voor haar op de grond liggen, waardoor zij zichzelf ondersteunt. Zij draagt alleen een zwart slipje. De rest van haar lichaam is ontbloot. Haar bovenlichaam en haar linkerbovenbeen zijn zichtbaar. Haar linkerbeen heeft zij gedeeltelijk opgetrokken. De ronding van haar linkerbil is zichtbaar. Door de houding die zij aanneemt zijn haar borsten zichtbaar in beeld, waarbij ook haar tepels te zien zijn. Gezien deze gehele pose, krijgt deze foto een seksuele strekking.
In het verhoor van 2 augustus 2019heeft [slachtoffer 1] verklaard:
Op online vakantieveilingen had hij een fotosessie gewonnen in Geleen. [verdachte] had aan de fotograaf verteld dat hij een vader dochter fotosessie wilde laten maken. Het idee kwam van [verdachte] om wat kleding uit te doen om het natuurlijker uit te laten zien. En de bedoeling was ook dat ik mijn slip uit moest doen maar dat wilde ik absoluut niet. [verdachte] wilde dat ik mijn slip uit deed. Ik was toen 17 jaar oud.
[slachtoffer 1] heeft ten overstaan van de rechter-commissaris (rc-nummer 20/701) op
10 december 2020 het volgende verklaard:
De foto’s van de fotoshoot zijn gemaakt in december 2016. Het was [verdachte] ’s idee om ook half naakt te poseren.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard:
De fotoshoot was een cadeautje voor [slachtoffer 1] omdat ze bijna 18 werd. Het was voor haar.
De beoordeling van het onder 3 tenlastegelegde
Op het moment van de fotoshoot was [slachtoffer 1] 17 jaar oud en daarmee nog minderjarig. Verdachte wist dit. De foto’s zijn, vanwege hun strekking, beoordeeld als kinderpornografisch beeldmateriaal. In raadkamer heeft de rechtbank de toonmap met foto’s bekeken die onderdeel uitmaken van deze fotoshoot en de rechtbank komt, evenals de zedenrechercheur, tot de conclusie dat de focus bij de foto’s ligt op het seksuele aspect. Naar het oordeel van de rechtbank is hier geen sprake van een “vader/dochter fotoshoot” zoals door verdachte ter zitting is gezegd, maar zijn de foto’s duidelijk erotisch prikkelend bedoeld. Dat [slachtoffer 1] op het moment van het maken van de foto’s bijna 18 jaar oud is, maakt dit niet anders. .
De foto’s zijn aangetroffen bij de doorzoeking van de woning van verdachte, op 7 maart 2019. Op die datum woonde [slachtoffer 1] niet meer in de woning van verdachte en had zij haar spullen al opgehaald. De rechtbank stelt daarom vast dat verdachte het fotoalbum in zijn bezit had.
Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat verdachte zich in de periode van 15 december 2016 (datum fotoshoot) tot en met 7 maart 2019 (datum doorzoeking woning verdachte) schuldig heeft gemaakt aan het onder 3.4 bewezenverklaarde, te weten het verwerven en in bezit hebben van (meerdere) kinderpornografische afbeeldingen, terwijl hij als pleegvader de zorg had over de minderjarige [slachtoffer 1] die op de foto’s te zien is.
Het onder 4 tenlastegelegde
[slachtoffer 2] heeft in haar aangiftevan 18 augustus 2014 het volgende verklaard:
Op 27 augustus 2014[de rechtbank begrijpt: 27 juli 2014, gelet op de datum van de aangifte (18 augustus 2014) en gelet op de aanhef van de aangifte (“zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict, tussen zondag 27 juli 2014 te 23.00 uur en maandag 28 juli 2014 te 00.00 uur”)]
omstreeks 20.00 uur bevond ik me in mijn woning aan de [adresgegevens verdachte] . Ik woon hier samen met mijn man, [verdachte] . In onze slaapkamer kreeg ik ruzie met mijn man. Ik pakte mijn man zijn telefoon en gooide deze uit woede tegen de kast. Hierop viel zijn telefoon uit elkaar. Mijn man duwde mij van voren, met twee armen op het bed en ging op mij zitten. Ik lag met mijn gezicht richting het plafond. Man man ging met beide benen op mijn lichaam zitten en omvatte met beide handen mijn nek en ik voelde hoe hij kracht zette met zijn handen om te proberen mijn keel dicht te knijpen. Ik voelde de pijn en kreeg het heel benauwd, alsof ik lucht te kort kwam. Ik weet niet hoe lang dit geduurd heeft. Ik was ten tijde hiervan druk aan het proberen met mijn gehele lichaam om los te komen en dit lukte mij. Ik schreeuwde vanuit volle borst richting mijn dochter [slachtoffer 1] , die zich in haar slaapkamer bevond, dat ik hulp nodig had. […] Hij draaide zich om en ik ben voor hem gaan staan, hierop zei ik tegen hem “sla maar”. Ik deed dit omdat die voorgaande keer ik niets durfde te zeggen. Mijn man sloeg mij hierop met zijn rechterhand en gebalde vuist tegen mijn mond. Ik voelde hierop een hevige pijn ter hoogte van mijn wang en mijn mond.
Op vrijdag 11 juli 2014. Toen heeft mijn man na een ruzie mijn keel dichtgeknepen. Dit deed hij tijdens mijn slaap. Ik voelde hierbij hoe hij heel hard mijn nek dichtkneep en ik direct geen lucht meer had. Ik was mijzelf kapot geschrokken, ik had dit nog nooit eerder meegemaakt. Hij kneep hierop wederom met beide handen mijn keel dicht en bedekte hierop mijn neus en mond met beide handen. Hij zei tegen mij: “je kunt zes minuten zonder lucht”. Hij is hierop plots gestopt en liet mij los.
In de avond van 18 juli kregen wij ruzie en dit escaleerde en ik ben op de logeerkamer gaan liggen om erger te voorkomen. Op 19 juli kwam mijn man naar beneden van de slaapkamer daar had hij de hele dag gezeten. Hij zei mij dat ik de woning moest verlaten, hierbij heeft hij mij beetgepakt en bij de keel gegrepen en gezegd dat ik weg moest. Ik ben gaan zitten aan de eetkamertafel en hierop zei hij dat hij zijn trouwring terug wilde. Ik zei hem dat hij de ring niet kreeg. Hij werd hierop woest en kwam met opgeheven bovenlichaam op mij af, ik deinsde hiervan terug en liep richting het raam. Hij pakte mijn keel beet en ging op mijn voet staan. Hierbij drukte hij met kracht mij tegen het raam aan. Ik voelde de kracht die hij met zijn twee handen op mijn keel zette. Ik voelde dat ik weinig lucht meer kreeg, ik voelde tevens de pijn van het drukken van zijn handen in mijn nek. Hij zei: “pas maar op dat ik je dochter niet pak als je in Den Haag zit”. Hierop bedaarde hij weer.
[slachtoffer 1] heeft in haar verhoor van 23 oktober 2018verklaard:
Ik geloof dat mijn moeder op 28 juli 2014 verhuisd is. Ze had toen ruzie met [verdachte] . Die ruzie heeft een paar dagen geduurd. Er was al huiselijk geweld want [verdachte] was heel agressief. Ik lag al in bed. Ik hoorde mijn moeder gillen vanuit de slaapkamer. Ik zag dat [verdachte] mijn moeder met zijn handen bij de keel vast had in een wurggreep. Ik zag dat [verdachte] toen los liet op het moment dat ik binnen kwam. Ik weet het niet meer precies maar wel in stukken. (…)
Die wurggreep is twee keer gebeurd.
In de politiesystemen zijn de meldingen geïnventariseerd die vanuit het gezin gedaan zijn. Deze zijn opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen. Hieruit volgt:
19 juli 2014.
Op 19 juli 2014, omstreeks 20.42 uur, kwam bij het meldcentrum een melding binnen van [slachtoffer 2] . Zij meldde bij een medewerker van het meldcentrum dat haar man [verdachte] haar die dag 2 keer bij de keel had gegrepen en dat hij gedreigd had haar dochter van 15 jaar, [slachtoffer 1] , seksueel te misbruiken;
20 juli 2014.
Op 20 juli 2014 kwam bij het meldcentrum een melding binnen van [slachtoffer 1] Brakenhoff. Zij meldde dat [verdachte] haar moeder had willen wurgen.
Hierop is een patrouille ter plaatse gegaan. De patrouille kon geen letsel waarnemen bij [slachtoffer 2] .
De beoordeling van het onder 4 tenlastegelegde
De rechtbank stelt vast dat zowel [slachtoffer 2] (aangeefster) als [slachtoffer 1] hebben verklaard dat verdachte meerdere malen met zijn handen de keel van [slachtoffer 2] heeft dichtgeknepen. [slachtoffer 1] omschrijft het incident op 28 juli 2014 als een wurggreep, waarbij verdachte met zijn handen de keel van haar moeder vast had. [slachtoffer 2] verklaart over meerdere momenten waarop verdachte met zijn handen in haar nek heeft gedrukt in de periode vlak voordat zij de woning van verdachte heeft verlaten.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat onduidelijk is gebleven of door het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer 2] de aanmerkelijke kans heeft bestaan op zwaar lichamelijk letsel. Door de politie is op 20 juli 2014 geen letsel geconstateerd bij [slachtoffer 2] en ook voor het overige zijn er geen aanknopingspunten over hoelang verdachte de keel van [slachtoffer 2] heeft dichtgeknepen of met hoeveel kracht.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de primair tenlastegelegde poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelt dat wél wettig en overtuigend bewezen geacht wordt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het mishandelen van [slachtoffer 2] in de periode van 11 juli 2014 tot en met 28 juli 2014, zoals bewezenverklaard onder 3.4.
Het onder 5 tenlastegelegde
Hoewel de rechtbank op basis van de bevindingen in het dossier niet twijfelt dat aangeefster en verdachte op de tenlastegelegde foto zichtbaar zijn, acht de rechtbank (het medeplegen van) het vervaardigen van kinderporno niet bewezen. Aangeefster heeft verklaard dat er naast verdachte en zijzelf geen anderen aanwezig waren en dat zij de foto’s heeft gemaakt. De foto’s zijn door haar aan de politie overgelegd en niet op enige gegevensdrager van verdachte aangetroffen. Verdachte heeft een geheel ontkennende verklaring afgelegd.
De rechtbank ziet onvoldoende bewijsmiddelen waaruit kan volgen dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen zelf heeft vervaardigd en evenmin is er voldoende bewijs voor de stelling dat verdachte dat in nauwe en bewuste samenwerking met een ander zou hebben gedaan, zoals bij medeplegen is vereist. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het tenlastegelegde onder feit 5.