ECLI:NL:RBLIM:2021:4642
Rechtbank Limburg
- Wraking
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- W.E. Elzinga
- A.M. Schutte
- M.J.W.D. Janssen
- Rechtspraak.nl
Wraking na einduitspraak in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 8 juni 2021 een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Verzoekster, die betrokken was bij een zaak over de ondertoezichtstelling van haar minderjarige kinderen, heeft op 25 mei 2021 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. M.E. Salemans-Wijnen, de rechter die de einduitspraak had gedaan. De mondelinge behandeling van de ondertoezichtstelling vond plaats op 21 mei 2021, waarna de rechter dezelfde dag de ondertoezichtstelling heeft uitgesproken. De verzoekster heeft haar wrakingsverzoek ingediend nadat de einduitspraak al was gedaan, wat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet is toegestaan. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoekster de rechter heeft gewraakt na het moment waarop de einduitspraak was gedaan, en heeft daarom geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk is. De wrakingskamer heeft de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wraking, conform het Wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg. Deze beslissing is openbaar gemaakt op 8 juni 2021.