Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
de besloten vennootschap Maastrichtse Autobus Combinatie B.V.,
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
LMDM HOLDING B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte houdende overlegging producties 1 tot en met 8 van de curator
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8
- de brief van de rechtbank van 4 december 2019 waarbij de comparitiedatum is bepaald
- het proces-verbaal van comparitie van 16 juni 2020
- de brief van de curator van 22 juni 2020 naar aanleiding van het proces-verbaal
- de brief van de griffie van de rechtbank van 6 juli 2020 aan partijen
- de akte uitlating van de curator
- de akte van gedaagden met producties 9 tot en met 13
- de antwoordakte van de curator
- het formulier B7 van gedaagden met het verzoek om bij akte te mogen reageren op de
2.De feiten
3.Het geschil
subsidiairgedaagde sub 3 veroordeelt om aan de curator tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen
4.De beoordeling
Wettelijk kader
€ 50.000,00 betaald is aan MAC. Volgens de curator, die belast is met de afwikkeling van het faillissement van MAC, is na onderzoek gebleken dat die koopsom niet betaald is. Gedaagden stellen dat de koopsom wel voldaan is.
€ 7.500,00 en € 19.230,00 overgemaakt naar de bankrekening van Coachtracs Holding B.V. (hierna: Coachtracs). De omschrijving van de betalingen blijkend uit de overgelegde kopieën van de bankafschriften t.n.v. Coachtracs B.V. luidt “aankoop T.S.M.” (gehecht aan het proces-verbaal van comparitie).
8 november 2010 (productie 5 conclusie van antwoord) aan de curator toegelicht, maar de curator gaat hieraan ten onrechte voorbij. MAC was erbij gebaat want de rekening-courant-schuld van MAC is er door verminderd. Als productie 13 brengen gedaagden alle kopieën van bankafschriften van Coachtracs in het geding waaruit volgens hen blijkt dat er overboekingen plaatsvonden tussen MAC en Coachtracs, die ten grondslag lagen aan het bestaan van een rekening-courant-verhouding. Door deze betaling is bevrijdend betaald nu MAC deze betaling heeft bekrachtigd en MAC er door is gebaat. Gedaagden wijzen hierbij op de artikelen 6:30 jo 6:32 BW.
oferdoor is gebaat. De curator heeft uitvoerig betwist dat MAC door de betaling is gebaat. De curator heeft echter onbetwist gelaten de stelling van gedaagden dat MAC de betaling heeft bekrachtigd. Bij gebrek aan die betwisting gaat de rechtbank er vanuit gaat dat MAC de betaling van het bedrag van € 26.730,00 heeft bekrachtigd, zodat er bevrijdend is betaald. De vraag of MAC door de betaling gebaat was, kan daarom onbeantwoord blijven.
€ 5.000,00 contant door [naam bv] aan MAC en € 15.000,00 via verrekening.
€ 15.000,00
€ 15.000,00 beoordelen.
€ 3.270,00 heeft verrekend met een schuld van MAC aan hem: MAC was dit bedrag nog aan hem verschuldigd uit hoofde van achterstallige pensioenpremies. [gedaagde sub 2] is namelijk in dienst geweest van MAC en MAC was als werkgever gehouden pensioenpremie te betalen. In plaats van MAC heeft [gedaagde sub 2] dit zelf gedaan voor een bedrag van € 3.270,00, uit hoofde waarvan [gedaagde sub 2] een vordering op MAC heeft. Een betalingsbewijs hebben gedaagden niet meer aangetroffen. Het overzicht van Pensioenfonds Vervoer waaruit die achterstand blijkt, heeft [naam bestuurder] destijds aan de curator afgegeven. Dit betreft een rechtsgeldige meerpartijen-verrekening, aldus gedaagden.
9 september 2004 is TCMio uitgeschreven uit het handelsregister (zie 2.4). Op dezelfde dag is in het handelsregister ingeschreven onder registratienummer 14081645 [naam bv] . Als productie 11 hebben gedaagden overgelegd de notariële oprichtingsakte van [naam bv] van
9 september 2004 die is opgemaakt ten overstaan van voornoemde notaris [naam notaris] .
€ 18.270,00 van de koopsom niet betaald is. LMDM is als rechtsopvolger van [naam bv] aansprakelijk voor betaling van dit bedrag omdat er sprake is van een stilzwijgend bekrachtigde rechtshandeling als bedoeld in artikel 2:203 lid 1 BW (zie 4.2.).
18 september 2009, meer subsidiair 21 augustus 2014 en uiterst vanaf de dag der dagvaarding (zijnde 12 augustus 2019) tot aan de dag waarop gedaagden de geldsom hebben voldaan.
€ 18.270,00 zal toegewezen worden vanaf dag van de dagvaarding (12 augustus 2019).
- Griffierecht € 1.328,00 (2/3 x € 1.992,00)
- Kosten advocaat
- Kosten exploot € 27,28 (1/3 x € 81,83)
- Griffierecht € 205,67 (1/3 x € 617,00)
- Kosten advocaat