Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.vennootschap naar buitenlands rechtBIRAND N.V.,
[gedaagde, eiser in het incident sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 september 2020 met bijlagen 1 tot en met 18
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van de kliniek
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van [gedaagde, eiser in het incident sub 2]
- de conclusies van antwoord in het incident met bijlagen 1 tot en met 5.
2.De feiten
de kliniek en [gedaagde, eiser in het incident sub 2] , heeft zij zich in Nederland onder behandeling gesteld. Onderzoek in het ziekenhuis te Sittard heeft geleerd dat de prothese van de rechterborst kapot was. Vervolgens is in dat ziekenhuis op 17 oktober 2019 de prothese vervangen door een nieuwe prothese.
3.De beoordeling in het incident
ofdergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richten op die lidstaat of op meerdere staten met inbegrip van die lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt.
dater een overeenkomst gesloten is met [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] (r.o. 2.2.). Of die overeenkomst, gelet op het feit dat [gedaagde, eiser in het incident sub 2] de operatie heeft uitgevoerd (r.o. 2.3.), gelet op de gebruikte stempel op het formulier (r.o. 2.2.) en gelet op het exoneratie-beding dat strekt ten gunste van zowel de kliniek als [gedaagde, eiser in het incident sub 2] (r.o. 2.2.), door hen beiden met [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] is aangegaan of door slechts één van hen is in dit incident niet van belang. Er is namelijk in ieder geval met één van hen een overeenkomst gesloten. Aan de eerste voorwaarde is daarom voldaan.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
5.De beslissing
24 maart 2021voor conclusie van antwoord aan de zijde van beide gedaagden.