Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
Ik kan u meedelen dat mijn manager akkoord is gegaan met u in mijn voorstel om een maand huur terug te betalen. Eerst wil ze dat alle gebreken in de woning zijn verholpen. Daarna kan ik de opdracht doorzetten naar onze afdeling incasso.”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
Eerst wil ze dat alle gebreken in de woning zijn verholpen” in samenhang met de daarop volgende zin “
Daarna kan ik de opdracht doorzetten naar onze afdeling incasso”in redelijkheid niet anders kunnen opvatten dan dat niet eerder dan dat moment het incassotraject zou worden voortgezet dan wel de terugbetaling in gang zou worden gezet. Op de derde plaats gaat het niet aan om op grond van vermeende gebreken simpelweg de huur niet meer te betalen, waarbij de huurder eenzijdig zou kunnen bepalen wat wel en wat niet een gebrek is. De e-mail van Woonpunt biedt voor die uitleg geen enkel aanknopingspunt. Daar komt nog bij dat indien een huurder meent dat aan het gehuurde gebreken kleven, hij/zij dan op grond van geconstateerde gebreken huurprijsvermindering kan vorderen (art. 7:207 BW juncto art. 7:257 BW) bij de kantonrechter of via de weg van de Huurcommissie. Dat is de geëigende weg, maar die weg heeft [gedaagde] niet bewandeld.
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.” (artikel 7:201 lid 1 BW)