ECLI:NL:RBLIM:2020:9254

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
8427914 \ CV EXPL 20-1369
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van contractuele boete en afwijzing van waarborgsom in koopovereenkomst

In deze zaak vordert de eiser in conventie, die tevens gedaagde in reconventie is, betaling van een contractuele boete van € 19.250,00 van de gedaagde in conventie, die tevens eiser in reconventie is. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst voor een woning, waarbij de eiser de overeenkomst heeft ontbonden en de boete heeft geëist omdat de gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij gebruik heeft gemaakt van zijn bedenkrecht, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet mogelijk is voor de verkoper. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe, omdat aan de voorwaarden van de koopovereenkomst is voldaan en de ontbinding rechtsgeldig is. Daarnaast worden de gevorderde buitengerechtelijke kosten toegewezen.

In reconventie vordert de gedaagde betaling van een waarborgsom van € 19.250,00, maar deze vordering wordt afgewezen omdat partijen uitdrukkelijk hebben afgesproken geen waarborgsom te storten. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde niet kan terugvallen op de gebruikelijke praktijk van het stellen van een waarborgsom, aangezien dit in de overeenkomst is doorgehaald. De gedaagde wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Het vonnis is uitgesproken op 25 november 2020 door de kantonrechter in Roermond, Rechtbank Limburg, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8427914 \ CV EXPL 20-1369
Vonnis van de kantonrechter van 25 november 2020
in de zaak van:

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,wonend [adres 1] ,[woonplaats] ,

2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
wonend [adres 1] ,
[woonplaats] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mw. K. Roos, DAS Rechtsbijstand,
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonend [adres 2] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde dhr. J.P.J. Franssen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] (mannelijk enkelvoud) en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten, waarbij [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] koopt voor een bedrag van € 192.500,00.
De schriftelijke koopovereenkomst is op 21 november 2019 door beide partijen ondertekend.
2.2.
Per aangetekend schrijven, dat door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] op 9 december 2019 is ontvangen, laat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het volgende weten:
“Aangezien ik vandaag pas de koopovereenkomst heb gelezen en door wijzigingen in de privésituatie heb ik besloten om mij te beroepen op mijn bedenkingsrecht en de ontbinding van de koopovereenkomst te vragen.
(..)
p.s. Kosten worden vergoed”.
2.3.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 31 december 2019 in gebreke gesteld ex artikel 11.1 van de koopovereenkomst en gevraagd hem binnen acht dagen te bevestigen dat de notariële akte op de overeengekomen datum wordt gepasseerd.
2.4.
Bij brief van 13 januari 2020 ontbindt [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de koopovereenkomst en eist conform artikel 11 de contractuele boete van 10% op.
2.5.
Bij brief van 17 februari 2020 zijn de buitengerechtelijke kosten aangezegd.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 19.250,00 aan hoofdsom en € 967,50 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.2.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] baseert zijn vordering op het bepaalde in artikel 11.2 van de koopovereenkomst. De bedenktijd van drie dagen komt alleen de koper toe en niet de verkoper. De ontbinding van de koopovereenkomst door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals gedaan in de brief die op 9 december 2019 ontvangen is, is daarom niet rechtsgeldig.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer tegen de vordering en vordert (samengevat) [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 19.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in de proceskosten.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat niet is onderhandeld over het bedenkrecht. Hij verwijst naar een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 30 januari 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:738 waarin is geoordeeld dat de wettelijke bedenktijd ook voor de verkoper geldt. Het recht om de overeenkomst te herroepen is tijdig gedaan. Eerst begin december 2019 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de getekende koopovereenkomst ontvangen omdat deze naar een geblokkeerd e-mailadres was gestuurd.
3.5.
Ook [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is in gebreke, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Het is gebruikelijk om een waarborgsom ter hoogte van 10% van de koopsom te storten. Dit heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet gedaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] bij brief van 4 januari 2020 gesommeerd om alsnog zekerheid te stellen door 10% van de koopsom te storten. Hieraan heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet voldaan. Omdat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] al op 13 januari 2020 de koopovereenkomst heeft ontbonden, hoeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit niet meer te doen.
3.6.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] voert verweer tegen de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en stelt dat het stellen van zekerheid door middel van het storten van een waarborgsom niet is overeengekomen. Artikel 5 van de koopovereenkomst is immers doorgehaald.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
4.1.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert betaling op basis van artikel 11 van de koopovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hiertegen aangevoerd dat hij gebruik heeft gemaakt van de wettelijke bedenktijd en de koopovereenkomst tijdig heeft ontbonden.
4.2.
De kantonrechter verwerpt het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Volgens artikel 7:2, lid 3, BW heeft
de kopervan een onroerende zaak drie dagen na de terhandstelling van de schriftelijke koopovereenkomst het recht de koop te ontbinden.
Ook in de schriftelijke koopovereenkomst is in artikel 16 opgenomen dat
de koperhet recht heeft om de koopovereenkomst te ontbinden.
Op basis van zowel de wettekst als ook de tekst van de schriftelijke koopovereenkomst komt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als verkoper niet het recht toe om binnen drie dagen na de terhandstelling van de koopovereenkomst deze te ontbinden. Uit de jurisprudentie volgt geen andere conclusie.
4.3.
Ter bescherming van de (consument-)koper zijn in de wet het schriftelijksvereiste en de bedenktijd opgenomen. Bij arrest van HR 9 december 2011, NJ 2013/273, m.nt. Jac Hijma, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook een particuliere verkoper zich op
het schriftelijkheidsvereistevan art. 7:2 lid 1 BW kan beroepen. De parlementaire geschiedenis van de bepaling geeft hier ook aanknopingspunten voor, welke ontbreken voor de bedenktijd. Integendeel valt uit de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 1992/93 23095, nr. 3, p. 4 onder 5.) af te leiden dat de (wettelijke) ontbindingsmogelijkheid van de koper ingevolge art. 7:2 BW enkel strekt ter bescherming van de particuliere koper.
De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemde uitspraak van de Rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2019:738) maakt dat ook niet anders. In de casus die heeft geleid tot die uitspraak waren partijen immers uitdrukkelijk overeengekomen dat ook voor de verkoper de wettelijke bedenktijd geldt. In de onderhavige zaak is dit niet het geval.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat aan de vereisten van artikel 11 van de koopovereenkomst is voldaan. Er is een tekortkoming in de nakoming, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in gebreke gesteld en de overeenkomst is ontbonden. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft hiermee recht op de boete van 10% van de koopsom zoals opgenomen in artikel 11.3 van de koopovereenkomst.
Het gevorderde bedrag van € 19.250,00 wordt daarom toegewezen, evenals de daarover gevorderde rente.
4.5.
Ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die toewijzing van incassokosten rechtvaardigen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hiertegen ook niet op aparte gronden verweer gevoerd.
in reconventie
4.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie eveneens een bedrag van € 19.250,00 omdat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in gebreke is gebleven met de betaling van de waarborgsom. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] betwist de vordering.
4.7.
De kantonrechter kan kort zijn over deze vordering. Het mag dan wel gebruikelijk zijn dat er zekerheid wordt gesteld door middel van het storten van een waarborgsom, maar partijen hebben uitdrukkelijk hiervan afgezien. Artikel 5 van de schriftelijke koopovereenkomst, waarin de bankgarantie en de waarborgsom was opgenomen, is immers doorgehaald. Gesteld noch gebleken is dat partijen, ondanks deze doorhaling, toch hebben afgesproken dat een waarborgsom wordt betaald.
4.8.
Gelet op het voorgaande wordt de vordering in reconventie afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.9.
De kantonrechter ziet geen aanleiding [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 105,09
  • griffierecht 499,00
  • salaris gemachtigde conventie 960,00 (2 x tarief € 480,00)
  • salaris in reconventie
totaal € 2.044,09
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 120,00 aan nakosten salaris.
4.11.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen een bedrag van € 20.217,590, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering af,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 2.044,09, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 120,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG/ap