Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding met de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 29,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 9,
- de conclusie van antwoord in reconventie met de daarbij gevoegde producties 30 tot en met 40,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 augustus 2020 en de reacties van partijen daarop.
2.De feiten
- De jaarrekening, inclusief het opstellen en presenteren daarvan;
- De nauwkeurigheid en de volledigheid van de aan ons ter beschikking gestelde informatie;
- De inrichting van een toereikende administratie, maatregelen van interne beheersing en de keuze en het toepassen van grondslagen voor financiële verslaggeving die in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik van de jaarrekening;
- De oordeelsvormingen die nodig zijn bij het opstellen en presenteren van de jaarrekening, inclusief oordeelsvormingen waarvoor wij u in de loop van de samenstellingsopdracht ondersteuning kunnen bieden.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
In conventie
“U heeft ons opdracht gegeven de jaarrekeningen 2016 en 2017 van (…) Hotel Vue – La Caverne BV, samen te stellen.”Uit het woordgebruik volgt dat de overeenkomst op een eerder moment al tot stand gekomen moet zijn. De opdrachtbevestiging waarnaar Rsm Nederland verwijst, is enkel de schriftelijke bevestiging van de eerder mondeling gemaakte afspraken, aldus Rogama.
na10 oktober 2017 nog samen zijn gekomen om te bespreken welke werkzaamheden Rsm Nederland exact zou moeten uitvoeren. Mede gelet daarop bestond er op 10 oktober 2017 nog geen overeenstemming over een essentieel aspect van de overeenkomst, te weten de aard en omvang van de door Rsm Nederland uit te voeren werkzaamheden. Nu het e-mailbericht van 10 oktober 2017 van Rogama niet als een aanvaarding van het aanbod van Rsm Nederland kwalificeert, is de overeenkomst tussen partijen aldus niet op 10 oktober 2017 tot stand gekomen.
‘vaste prijsafspraak zoals overeengekomen per email d.d. 22 april 2018 (3 maanden)’(productie 38 bij conclusie van antwoord in reconventie). Volgens Rsm Nederland heeft de factuur onder andere betrekking op administratieve ondersteuning en het doen van aangiftes. Ter comparitie heeft Rsm Nederland verder naar voren gebracht dat zij in dit kader gehouden was een managementrapportage op stellen, hetgeen ook gebeurd is. Als gevolg van het faillissement is dit in een gewijzigde vorm gebeurd, namelijk via een zogenaamde kolommenbalans. Ondanks het faillissement zijn de werkzaamheden wel uitgevoerd, aldus Rsm Nederland.
“in het vooruitzicht heeft gesteld”, wordt gepasseerd. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 9 lid 1 van de toepasselijke algemene voorwaarden een beroep op opschorting of verrekening contractueel uitgesloten is. In dit artikel van de algemene voorwaarden staat immers dat betaling door de opdrachtgever, in dit geval Rogama, zonder aftrek, korting of schuldverrekening, dient te geschieden binnen de overeengekomen termijnen, doch in geen geval later dan dertig dagen na factuurdatum. Aangezien, zoals eerder in rechtsoverweging 4.8. overwogen, de algemene voorwaarden van toepassing zijn, zal de rechtbank Rogama veroordelen tot betaling van de hierboven genoemde facturen.
buitengerechtelijke kosten
proceskosten
2016te deponeren. Zoals Rsm Nederland gemotiveerd heeft gesteld, en Rogama onvoldoende heeft betwist, blijkt uit de inhoud van de door Rogama geaccepteerde offerte dat de werkzaamheden van Rsm Nederland zien op het opstellen van de jaarrekening van Hotel Vue over
2017en op andere werkzaamheden op het gebied van de financiële administratie. Van een tekortkoming van de zijde van Rsm Nederland in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de op 19 juni 2017 gesloten overeenkomst is geen sprake. De rechtbank is van oordeel dat evenmin sprake is van een tekortkoming uit hoofde van de tussen partijen op 24 november 2017 gesloten overeenkomst. Het staat immers vast dat op dat moment de termijn voor deponering van de jaarrekening al verstreken was. Voor zover Rogama nog heeft willen aanvoeren dat Rsm Nederland een op haar rustende precontractuele waarschuwingsplicht heeft geschonden, overweegt de rechtbank als volgt. Wanneer al aangenomen moet worden dat een dergelijke verplichting op Rsm Nederland zou rusten, dan heeft Rogama onvoldoende weersproken dat Rsm Nederland aan die verplichting heeft voldaan. Tijdens de comparitie heeft Rsm Nederland immers verklaard dat uit een e-mailbericht van 31 oktober 2017 van haar medewerker, de [naam 2] , aan de [naam bestuurder] blijkt dat Rogama op de deponeringplicht is gewezen en op de daarvoor geldende termijn. Deze stelling is door Rogama niet betwist, terwijl dit, mocht dit niet het geval zijn geweest, wel van haar mocht worden verlangd. Van een schending van een dergelijke precontractuele waarschuwingsplicht is dan ook geen sprake.
1.074,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 1.074,00)