Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 maart 2020 met de producties 1-3
- het antwoord van gedaagde partij met bijlage
- de akte overlegging producties van mr. Stegeman met de producties 4-7
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 13 augustus 2020.
2.De feiten
LBK Holding BV” als geldverstrekker aan “
[gedaagde]”, dus gedaagde, en “
[naam broer gedaagde]” als geldnemers, omstreeks 16 juni 2018 uitleent € 15.000,-.
3.Het geschil
(…) dat er nu een volledig bedrag van mijn kant wordt gevraagd tart toch ieder verstandelijk vermogen.”,
Dit is onterecht en ook niet fair”,
Ik wil best aansprakelijk worden gesteld voor de helft van het nog openstaande bedrag.”,
Voor deze helft wil ik graag een betalingsregeling treffen, (…) Maar niet voor het hele bedrag.”,
Hetgeen op pagina 2 onder het kopje feiten bij punt 2 wordt aangehaald betreffende de aflossing klopt ook niet(…)” en
En volgens mijn broer klopt de berekening van jullie niet”.
4.De beoordeling
Hoofdelijkheid
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 996,00
- salaris gemachtigde €
- totaal € 1.802,85