Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
“ [slachtoffer 1] , 36 lentes jong , lekker geil…. Wat prijzen en wat tekst”. [6]
. Leuke lieve geile meid van 36 jaar doe vrijwel vanalles ook pijpen zonder condoom en alles is bespreekbaar. Liever even bellen of appen voor contact je kunt ook een bericht sturen heb bijna altijd tijd van smorgens tot avonds en ben echt geil wil lekker geneukt worden wie o wie komt langs, kan ontvangen en verplaatsen[…]”. [7] Op 1 september 2018 is de advertentie offline gehaald. [8] Een dag eerder, 26 juni 2018, is er op de internetsite [naam internetsite 2] eenzelfde soort seksadvertentie geplaatst. Ook hier stond bij de gebruikersgegevens het e-mailadres van [slachtoffer 1] en het telefoonnummer van de verdachte vermeld. [9]
Uit de bevindingen van de deskundige volgt immers dat de letsels aan de rechter bovenarm, linker onderarm en hand van [slachtoffer 1] - terugrekenend vanaf 21 september 2018 en met het genoemde aantal weken zichtbare verkalking - in de periode van juni tot begin augustus 2018 kunnen zijn ontstaan. Aanwijzingen dat [slachtoffer 1] voor 1 juni 2018 op andere wijze dit letsel heeft opgelopen, ontbreken. Verder heeft de getuige [getuige 5] in die periode blauwe plekken en uitgetrokken haren bij [slachtoffer 1] gezien. Daarnaast zag [getuige 1] op 6 september 2018 bij binnenkomst van [slachtoffer 1] in zijn woning dat haar benen helemaal blauw waren en dat er op haar linkerarm een grote blauwe/gele plek zat. Verder namen de verbalisanten en [getuige 3] op 7 september 2018 waar dat [slachtoffer 1] mank liep, haar arm niet kon optillen en over het hele lichaam blauwe plekken had. Deze letsels kunnen niet verklaard worden door de mishandeling in de nacht van 6 op 7 september 2018 bij [getuige 1] in de woning, nu de verdachte [slachtoffer 1] toen ‘alleen maar’ in haar gezicht geslagen en haar haren eruit heeft getrokken. De andere letsels moeten dus al eerder zijn toegebracht.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
“Ik wil (…) zeggen dat ik zoiets onmenselijks niet eerder heb meegemaakt”en
“het leek alsof die vrouw onder een trein was gekomen”.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
.
€ 23.100,00aan materiële schade, met oplegging van de wettelijke rente. De wettelijke rente wordt berekend vanaf 7 september 2018 voor de afgedragen inkomsten uit prostitutie en vanaf 14 december 2018 (de laatst meegenomen opname) voor de vergoeding voor ziekenhuisopnames. Daarnaast zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het wetboek van strafrecht opleggen zodat de Staat voor de benadeelde de schadevergoeding kan incasseren. De rechtbank verklaart de vordering betreffende de afgedragen inkomsten uit prostitutie tot het bedrag van € 17.250,00 niet-ontvankelijk en wijst het niet toegewezen deel van de vordering ter zake de daggeldvergoedingen voor ondergane opnames af.
€ 10.000,00aan immateriële schade, met oplegging van de wettelijke rente vanaf 7 september 2018. Daarnaast zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het wetboek van strafrecht opleggen zodat de Staat voor de benadeelde de schadevergoeding kan incasseren. De rechtbank wijst de vordering af voor een bedrag van € 10.700,00.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
wijstde vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 33.100,00, bestaande uit € 23.100,00 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade;
niet-ontvankelijkin haar vordering ten aanzien van het resterende bedrag aan afgedragen inkomsten prostitutie, te weten een bedrag van € 17.250,00;
wijstde vordering van de benadeelde partij voor het overige
af, te weten een bedrag van € 14.720,00;
de verplichting op tot betaling aan de Staatten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 1] , van € 33.100,00 en bepaalt dat het bedrag € 3.225,00 dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 14 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening en dat het bedrag van € 29.875,00 dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 7 september 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;