Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De stukken
- de vordering van de officier van justitie d.d. 3 februari 2020;
- het verlengingsadvies d.d. 2 januari 2020 van [Naam kliniek 2] , ondertekend door drs. [Naam 1] (hoofd van de inrichting), drs. [Naam 2] (manager behandelzaken), drs. [Naam 3] (hoofd behandeling) en [Naam 4] (psychiater), allen verbonden aan de inrichting waar [verdachte] verbleef;
- de omtrent [verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van het eerste kwartaal van 2018 tot en met het derde kwartaal van 2019;
- het proces-verbaal van de raadkamerzitting van deze rechtbank d.d. 17 maart 2020;
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 oktober 2018, waarbij de beroepen beslissing van deze rechtbank van 13 maart 2018 is bevestigd;
- de beslissing van deze rechtbank van 13 maart 2018 waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is verlengd met twee jaar;
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 2 februari 2004, waarbij het beroepen vonnis van de toenmalige rechtbank Roermond van 25 april 2003 is bevestigd.
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
verlengingsadviesvan de kliniek vermeldt onder meer:
deskundige[Naam 3] onder meer verklaard:
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
6.De beoordeling
7.De beslissing
verlengtde termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met
een jaar.