Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.De wettelijke voorschriften
10.De vorderingen tot tenuitvoerlegging
11.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 april 2019, voor zover dit bedrag niet door de mededader is voldaan;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 15 dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 10 april 2018 met parketnummer 03.014676.18 met een termijn van 1 (één) jaar;
- verlengt de proeftijd als vermeld in het arrest van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 juli 2018 met parketnummer 20.003048.19 met een termijn van 1 (één) jaar.