ECLI:NL:RBLIM:2020:1917
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in megazaak Landlord wegens gebrek aan bewijs voor witwassen en valsheid in notariële akte
In de strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de megazaak Landlord, heeft de rechtbank Limburg op 9 maart 2020 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van witwassen en het valselijk opnemen van een verkeerde koopprijs in een notariële akte. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld na een lange procedure die begon met een niet-ontvankelijk verklaring van het openbaar ministerie in 2013, gevolgd door een hoger beroep en een terugverwijzing naar de rechtbank. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.M. Kurvers, en de zittingen vonden plaats in Roermond.
De tenlastelegging omvatte twee feiten: het witwassen van een pand in Kerkrade en het valselijk opnemen van een lagere koopprijs in de notariële akte. De verdediging voerde aan dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de werkelijke koopprijs of dat hij betrokken was bij het witwassen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wist dat de koopprijs in de akte onjuist was en dat hij niet betrokken was bij het verhullen van de rechthebbende op het pand.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, waarbij zij de lange duur van de procedure en de overschrijding van de redelijke termijn in overweging nam. De rechtbank benadrukte dat de overschrijding van de redelijke termijn niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, maar dat dit wel een factor is die meegewogen moet worden in de beoordeling van de zaak.