3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de periode van februari 2018 tot en met augustus 2018 hebben zich vijf vrouwen bij de politie gemeld met een soortgelijk verhaal: via social media werden zij benaderd door een jongen, waarmee zij aan de praat raakten en vervolgens ook afspraken. Tijdens die afspraak kregen ze in zijn woning alcoholische drankjes aangeboden, waarna zij zich onwel voelden, het bewustzijn verloren en het op enig moment tot fysiek (seksueel) contact kwam. Deze jongen betrof de verdachte. Door drie van de vijf vrouwen is uiteindelijk aangifte gedaan van strafbare feiten.
Wat is er gebeurd?
Aan de verdachte zijn zedendelicten ten laste gelegd. Een kenmerk van dit soort delicten is dat bij de seksuele handelingen vaak maar twee personen aanwezig zijn: degene die zich als slachtoffer ziet en degene die als dader wordt gezien. Ook in deze zaak is dit het geval.
Dat betekent dat als de verdachte ontkent iets strafbaars te hebben gedaan, hetgeen hier het geval is, er vaak alleen de verklaring van het slachtoffer is als bewijsmateriaal. In de wet, en wel in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, staat echter dat het bewijs dat een verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet mag worden aangenomen op basis van één (getuigen)verklaring. Dit wettelijk voorschrift moet ervoor zorgen dat de rechter een goede bewijsbeslissing neemt, door hem te verbieden het bewijs aan te nemen op de verklaring van één enkele getuige als hetgeen die getuige verklaart niet ondersteund wordt door ander bewijsmateriaal. Ook al is de verklaring van een aangever dus nog zo waar, er zal altijd meer bewijs moeten zijn om tot een bewezenverklaring te komen. Als steunbewijs voldoet niet de verklaring van een getuige die slechts verklaart wat hij van het slachtoffer heeft gehoord. Indien een verklaring van een getuige daarentegen (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van het slachtoffer op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of vlak daarna, kan die waarneming voldoende steunbewijs opleveren voor het bewezen verklaarde.
De rechtbank zal hierna de afzonderlijke aangiftes bespreken en het eventueel voorhanden steunbewijs, om tot een vaststelling van de feiten en omstandigheden te komen.
De aangifte van [slachtoffer 1]
[slachtoffer 1] verklaart dat zij samen met haar ouders een paar dagen in Maastricht verbleef. Op 9 augustus 2018, rond 11.00 uur, begon een jongen genaamd [verdachte] (hierna te noemen: verdachte) haar te volgen op Instagram. Ze raakten aan de praat via social media, bleken gedeelde interesses te hebben en hij haalde haar over om die avond bij hem thuis af te spreken, alwaar hij sangria voor haar zou maken. Tijdens het appen had hij haar al veel complimenten gemaakt. Rond 22 uur was ze bij zijn appartement. Bij binnenkomst stond er een fles tequila klaar met vier shotglaasjes en zei verdachte tegen haar dat iedereen die voor het eerst bij hem binnenkomt, twee shotjes tequila moest nemen. Na die shotjes tequila volgden dan twee glazen met sangria en nog een rondje van tequila shotjes. Zodra zij haar glas leeg had, vulde verdachte het direct bij met sangria. Ze kon niet zien hoe hij dat deed. Ondertussen werd er gekletst op de bank en op enig moment werd er ook gezoend. Ze heeft nog een glas sangria gedronken en toen zijn ze in de slaapkamer beland. Daarvoor had verdachte op de bank ook al haar shirt uitgetrokken. Ze weet nog dat ze gezegd heeft dat ze niet meer wilde doen omdat de relatie met haar vriend pas net was verbroken. De verdachte bleef zeggen dat ze spontaan moest zijn en niet zo aan de regels moest denken. Ook werd hij boos toen ze hem vroeg of hij dit vaker met meisjes deed. Nadat ze haar excuses had gemaakt, zoenden ze verder en probeerde hij haar broek uit te trekken. Ze zei hem opnieuw dat ze niet verder wilde gaan. Hij zei dat ze moest kalmeren en even rustig moest gaan zitten. Hij haalde twee glazen sangria en zei haar dat ze dit glas maar snel leeg moest drinken. Vanaf dat moment werd alles een waas. Ze weet wel nog dat ze aan het zoenen waren en dat hij haar kleren uittrok. Ze lag op zijn bed, kreeg wel mee wat er gebeurde maar was er niet bij met haar hoofd. Ze kon ook niet meer zeggen dat hij moest stoppen. Ze herinnert zich dat hij haar jeans uittrok en vervolgens haar string en haar bh. Ze herinnert zich dat hij haar op het bed begon te beffen. Daarna weet ze niet wat er gebeurd is. Het volgende moment dat ze zich kan herinneren is dat ze opstond uit zijn bed en dat ze bij haar aanblik in de spiegel zich realiseerde dat ze onder invloed was van drugs. Ze had namelijk grote pupillen en haar kaak stond strak. Ze deed ook rare dingen met haar kaak, beet op haar wangen. Ze werd toen erg boos op verdachte en vroeg hem of hij iets in haar drinken had gedaan. Ze zou namelijk die avond nooit vrijwillig drugs hebben genomen, omdat ze met haar ouders weg was en ze niet wilde dat zij zouden merken dat ze drugs gebruikte.
Uiteindelijk gaf hij toe dat hij xtc in haar drankje had gedaan en dat hij zelf ook een beetje had genomen. Daarop kregen ze ruzie. Na een telefoongesprek met haar ouders, verzocht verdachte haar om haar spullen te pakken en zei hij dat het beter is als ze gaat. Ze is met behulp van Google Maps naar haar vakantieadres gelopen. Ze heeft haar ouders niet meteen durven vertellen wat er precies aan de hand was, maar vertelt haar moeder bij thuiskomst wel dat iemand iets in haar drankje heeft gedaan.
Diezelfde nacht neemt ze wel al twee vriendinnen in vertrouwen, die ook al op de hoogte waren van het feit dat ze had afgesproken met verdachte. In die berichten is ze duidelijk: ze wilde geen seks en heeft dat ook meerdere keren gezegd, ze is ervan overtuigd dat hij iets in haar drankje heeft gedaan en dat er vervolgens alsnog seks heeft plaatsgevonden. Ze schrijft ook dat ze zich schaamt om de waarheid aan haar ouders te vertellen, maar haar vriendinnen sporen haar aan dat toch te doen. De volgende ochtend licht ze haar ouders in en doet ze samen met hen aangifte.
Haar ouders verklaren dat zij die nacht thuis kwam en dat ze toen verward was, zwalkte, dat haar ogen alle kanten op gingen en dat ze raar uit haar ogen keek. Tijdens het ontbijt heeft ze in tranen verteld wat er was gebeurd. Haar ouders hadden haar eerder al proberen te bellen en waren ongerust, omdat ze haar niet konden bereiken.
[slachtoffer 1] zelf verklaart dat ze die nacht niet meer heeft geslapen en erg last had van hartkloppingen. Ook heeft ze haar wangen stuk gebeten. Uit het onderzoek dat door het NFI aan haar bloed en urine is uitgevoerd, blijkt dat zij MDA en een zeer hoge concentratie MDMA in haar bloed had ten tijde van het voorval. Die concentratie zal 0,8 tot 0.9 mg/l zijn geweest, terwijl de werkzame concentraties doorgaans tussen de 0,1 en 0,4 mg/l liggen.
De aangifte van [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] verklaart dat zij in juni 2018 via Instagram benaderd is door de verdachte. Hij stuurde haar diverse privéberichtjes waarin hij contact zocht. Ze zag dat het een knappe kerel was en heeft een berichtje teruggestuurd. Vervolgens was er gedurende een kleine maand dagelijks contact: via Instagram en later via WhatsApp. Ze verklaart dat verdachte beledigd en boos reageerde als ze geen tijd had om te kletsen. De verdachte wilde ook videobellen via WhatsApp. Hoewel zij daar geen goed gevoel bij had, heeft ze het toch gedaan omdat verdachte vond dat ze wat spontaner moest zijn en niet zo van de regeltjes. Hij vroeg tijdens hun eerste chatgesprek al of zij iets met hem wilde drinken, maar zij heeft aangegeven dat ze hem eerst beter wilde leren kennen. Vervolgens hebben ze afgesproken om elkaar te zien op 8 juli 2018 in Maastricht. De verdachte gaf in eerste instantie aan dat het een verrassing was wat ze gingen doen en dat [slachtoffer 2] wat spontaner moest zijn, maar op aandringen van [slachtoffer 2] zei hij dat ze zouden gaan picknicken in een soort park.
Ze is die dag rond 15 uur door haar ouders in Maastricht afgezet en heeft verdachte ontmoet op het Koningin Emmaplein. Hij had echter geen spullen bij zich om te picknicken en zei dat ze nog even langs zijn woning moesten. Bij binnenkomst in zijn studentenwoning maakte hij gelijk een gin tonic voor hen beiden. Ze had eigenlijk om een glas water gevraagd, maar hij negeerde dat. De gin tonic smaakte normaal, maar na enkele minuten voelde ze zich raar. Haar benen voelden als elastiekjes en ze werd heel lacherig. Daarna had verdachte een sangria voor haar ingeschonken, die zout smaakte. De verdachte deed er alles aan om te zorgen dat ze de drankjes op dronk. Wat ze verder deed, leek hem niet veel te schelen. Zo heeft hij haar op zijn knieën gesmeekt om de drankjes op te drinken, maar is ook erg kwaad geworden toen ze dat niet wilde. Daarbij heeft hij de glazen van tafel geslagen. Hij vond haar ondankbaar omdat ze niet snel genoeg dronk. Ze kan zich nog vaag herinneren dat hij haar probeerde te kussen. Ze voelde zich licht in haar hoofd en had geen kracht meer in haar armen. Ze weet nog dat ze met een sleutel naar het toilet op de gemeenschappelijke gang is gegaan en vervolgens mist ze een paar uur in haar herinnering. Tegen 19 uur kwam ze weer een beetje bij zinnen. Toen ze aankondigde dat ze naar haar broer zou gaan, werd verdachte agressief. Hij vond dat ze ondankbaar was en zei dat ze moest blijven. Ze heeft toen gevraagd of ze mocht gaan plassen en vatte het plan op om haar moeder vanaf het toilet te bellen. Haar telefoon bleek echter niet in haar tas te zitten. De verdachte was bij terugkomst op zijn kamer boos omdat zij haar tas naar het toilet had meegenomen. Ze is met hem terug zijn kamer binnengegaan om onopvallend haar telefoon te zoeken. De verdachte zei haar dat ze op zijn kamer moest wachten en verliet vervolgens zelf zijn kamer, waarna hij de deur op slot draaide. Ze heeft een andere sleutel gevonden en daarmee de deur kunnen openen. Een onbekende man heeft de toegangsdeur van het complex voor haar opengemaakt, omdat zij die zelf niet open kreeg. Ze is vervolgens de straat opgerend en heeft haar moeder proberen te bellen. Omdat ze die niet kon bereiken, heeft ze haar vriendin [vriendin slachtoffer 2] gebeld en haar alles verteld. [vriendin slachtoffer 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] haar belde en meteen zei dat de date niet goed was gegaan, dat ze op straat tegen een etalage stond en dat mensen naar haar keken. Ze vertelde dat die jongen heel veel drankjes voor haar had gemaakt en dat ze die moest drinken. Met hulp van een sleutel was ze ontsnapt. Ze was heel angstig dat die jongen haar zou volgen. [vriendin slachtoffer 2] kreeg opeens een andere vrouw aan de lijn die zei dat het niet goed met [slachtoffer 2] ging en daarop heeft ze [slachtoffer 2] broer [broer slachtoffer 2] gebeld.Door tussenkomst van die mensen op straat, is [slachtoffer 2] locatie aan haar broer [broer slachtoffer 2] doorgegeven. Haar broer verklaart dat [slachtoffer 2] huilde. Hij heeft haar meegenomen naar de politie en geeft daarbij nog aan dat ze hulp nodig had bij het lopen. [slachtoffer 2] vertelde hem dat ze met een jongen had afgesproken, dat hij haar had opgesloten en dat ze ontsnapt was. Toen ze aankwamen bij de politie, viel ze bijna flauw. Ze knarste met haar tanden en zei dat haar mond droog aanvoelde. Ze had grote pupillen en viel tijdens het verhoor in slaap.
Op het bureau is urine en bloed afgenomen en ingestuurd voor onderzoek door het NFI. Door het NFI zijn alcohol, MDMA en MDA in het bloed aangetoond. De concentratie MDMA zal ten tijde van het voorval 0,3 mg/l zijn geweest.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat ze niet weet of ze seksueel misbruikt is. Bij thuiskomst bleek wel dat ze haar blouse verkeerd om aan had, terwijl haar dit normaal nooit gebeurt. Ook had ze pijn in haar liezen en een blauwe plek op haar schouder, hetgeen haar huisarts geduid heeft als afweerletsel. Tijdens het doen van haar aangifte, kreeg ze een filmpje van de verdachte toegestuurd waarop hij haar op haar mond kust. Hier kan ze zich ook niets van herinneren.
De aangifte van [slachtoffer 3]
Reeds op 22 mei 2018 heeft er een informatief gesprek zeden plaatsgevonden met [slachtoffer 3] . Zij verklaart tijdens dat gesprek dat ze een afspraak met verdachte had op
15 april 2018 en dat ze verdachte kent via Facebook. Die avond is ze rond 23 uur bij de verdachte aangekomen. Omdat ze te laat was, moest ze van hem een shotje tequila drinken. Ze had nog nooit eerder tequila gedronken en ze was ook niet gewend zoveel te drinken. De verdachte bleef haar glas bijvullen en hij gaf aan dat ze er goed tegen kon. Ze had het idee dat ze zich moest bewijzen en bleef dus stevig doordrinken, maar voelde zich op enig moment slecht. Ze is naar de wc gegaan om bij te komen, maar hoefde niet over te geven. Vervolgens is ze op het bed van de verdachte gaan liggen. Hij deed zijn broek uit en ze voelde iets tussen haar benen. Ze heeft het allemaal laten gebeuren, omdat ze maar half bij bewustzijn was.
Kennelijk wordt haar dan afgeraden om aangifte te doen wegens gebrek aan bewijs en besluit zij om geen aangifte te doen. Na de aangiftes van [slachtoffer 2] en van [slachtoffer 1] , wordt er echter weer contact met haar gezocht. Op 23 augustus 2018 doet ze dan alsnog aangifte.
Ze verklaart dan dat hij de alcohol al had klaarstaan toen ze binnen kwam. Steeds als haar glas leeg was, schonk hij weer bij. Na een half uur voelde ze zich niet goed. Ze heeft toen een tijdje in de wc op de grond gezeten. Alles draaide en ze zag niet meer helder. Terug in de kamer van de verdachte, zei ze dat ze zich niet goed voelde en de verdachte stelde toen voor op zijn bed te gaan liggen. Vanaf dat moment kan ze zich weinig herinneren en ze vermoedt dat ze buiten bewustzijn is geraakt. Ze herinnert zich wel nog dat hij met haar broek bezig was. Toen ze wakker werd, had hij seks met haar. Daar heeft ze niets tegen gedaan omdat zij zich niet goed voelde. Het overspoelde haar en ze kon niet helder nadenken. Ze weet wel nog dat er bloed was toen hij klaar kwam en dat hij haar vroeg of ze ongesteld was. Toen ze bij kwam had ze geen broek en onderbroek meer aan. Hij lag toen op haar en had vaginale seks met haar. Hij voelde aan haar borst en bewoog op en neer met zijn penis in haar vagina. Toen hij was klaargekomen, moest ze van hem snel naar huis omdat hij dingen te doen had. Ze heeft alle gesprekken met hem verwijderd, omdat ze niet wilde dat hij nog in contact met haar kon komen en ze toch geen aangifte zou doen. Ze heeft hem wel na het incident geconfronteerd en toen heeft hij zich verontschuldigd en gezegd dat hij haar niet gevraagd had of ze wel seks wilde.
Die berichten, waarin de verdachte toegeeft dat zij zonder haar toestemming seks hebben gehad, zijn later wel door haar aangetroffen in de map Prullenbak op haar computer en zijn aan het dossier toegevoegd.
[slachtoffer 3] heeft op 17 april 2018 een vriendin in vertrouwen genomen over wat haar gebeurd is. Het berichtenverkeermet die vriendin maakt deel uit van het dossier. Hieruit blijkt dat [slachtoffer 3] zich weinig meer kon herinneren en zich zeer ongemakkelijk onder de situatie voelde.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bekend dat hij afgesproken heeft met de drie aangeefsters, dat hij alcohol aan ze heeft geschonken en dat hij seks heeft gehad met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en heeft gezoend met [slachtoffer 2] . Ook heeft hij toegegeven dat hij samen met [slachtoffer 1] MDMA heeft ingenomen. Dat kan hij zich niet herinneren ten aanzien van [slachtoffer 2] , maar aangezien er wel MDA en MDMA in haar bloed is aangetroffen, gaat hij ervan uit ze op zijn initiatief drugs hebben gebruikt.De verdachte bestrijdt echter dat er dingen tegen de wil van de drie aangeefsters zijn gebeurd.
De vaststelling van de feiten en omstandigheden door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de aangeefsters gedetailleerd en consistent zijn. Daarmee zijn de verklaringen betrouwbaar. Ook vinden de verklaringen voldoende steun in overig bewijs. Dat steunbewijs vindt de rechtbank in de eerste plaats in de verklaring van de verdachte, die de verhalen van de aangeefsters bevestigt met uitzondering van de omstandigheid dat er dingen tegen hun wil zijn gebeurd. Daarnaast worden de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ondersteund door de resultaten van het bloedonderzoek, waaruit blijkt dat zij onder invloed waren van MDA en MDMA. Ten slotte wordt iedere aangifte, juist op het vlak van de door de verdachte betwiste onvrijwilligheid, ondersteund door de verklaringen van getuigen die omschrijven in wat voor verwarde toestand de aangeefsters verkeerden na hun ontmoeting met de verdachte.
Aldus is er voldoende wettig bewijs dat de verdachte heeft gehandeld, zoals de aangeefsters hebben verklaard. De rechtbank is er ook van overtuigd dat de aangeefsters, in tegenstelling tot wat de verdachte beweert, onvrijwillig seksuele handelingen met hem hebben verricht nadat zij in ieder geval onder invloed waren van alcohol en ook nog, buiten hun wetenschap, MDA en/of MDMA hadden ingenomen. Die overtuiging wordt gesterkt door de omstandigheid dat vijf vrouwen, waaronder de drie aangeefsters, onafhankelijk van elkaar dezelfde situatie beschrijven. Hieruit valt een bepaalde werkwijze te destilleren, die duidt op opzet bij de verdachte om zijn “dates” in een toestand te brengen waarin zij niet tot nauwelijks weerstand zouden bieden aan hem en aan zijn seksuele verlangens.
De juridische kwalificatie
Nu de rechtbank heeft vastgesteld wat er is gebeurd, resteert de vraag hoe dat feitelijk gebeuren juridisch moet worden gekwalificeerd. Is er sprake van strafbare feiten en zijn die feiten door de officier van justitie ten laste gelegd?
Ten aanzien van [slachtoffer 1] is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van verkrachting. De verdachte heeft haar opzettelijk buiten haar medeweten gedrogeerd toen zij weigerde om verdergaande seksuele handelingen te verrichten dan zoenen. In een toestand van verminderd bewustzijn, namelijk onder invloed van alcohol en MDA en MDMA, heeft de verdachte vervolgens seksuele handelingen met haar verricht, bestaand uit onder andere het penetreren van haar vagina met zijn penis. Het opzettelijk drogeren van een persoon en daarmee op voorhand uitschakelen van eventueel verzet, wordt gezien als een handeling waarmee seks wordt afgedwongen. Daarmee acht de rechtbank feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen. Ook feit 2 acht zij bewezen. De verdachte heeft [slachtoffer 1] opzettelijk MDA en MDMA toegediend. Uit het onderzoek door het NFI blijkt zelfs dat zij een uitzonderlijke hoge werkzame concentratie MDMA in haar bloed moet hebben gehad. Het is algemeen bekend dat MDA en MDMA schadelijke stoffen voor het leven of in ieder geval voor de gezondheid kunnen zijn, zeker wanneer deze stoffen gemengd worden met alcohol. De lichamelijke effecten, zoals beschreven door [slachtoffer 1] , liegen er ook niet om.
Dit laatste geldt ook ten aanzien van [slachtoffer 2] . Ook aan haar heeft de verdachte zonder haar medeweten MDA en MDMA toegediend en uit het gebezigde bewijs volgt dat ook zij een werkzame hoeveelheid in haar bloed heeft gehad. Uit haar verklaring valt eveneens af te leiden wat de impact op haar fysiek welzijn is geweest. Daarmee is feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
Eveneens bewezen acht de rechtbank dat de verdachte zich ten aanzien van [slachtoffer 2] heeft schuldig gemaakt aan het afdwingen van ontuchtige handelingen: hij heeft haar opzettelijk onder invloed gebracht van alcohol en MDA en MDMA en daarmee afgedwongen dat zij zich niet verzette tegen het zoenen. Anders dan bij [slachtoffer 1] kan niet bewezen worden (en zo is het ook niet ten laste gelegd) dat er verdergaande handelingen hebben plaatsgevonden dan zoenen, hoewel er wel aanwijzingen zijn die daarop duiden. Hoe dan ook, met de gebezigde bewijsmiddelen is feit 3 primair wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van [slachtoffer 3] acht de rechtbank bewezen dat de verdachte ook haar opzettelijk in een toestand heeft gebracht waarin zij weinig tot geen weerstand aan hem zou bieden door haar alcoholische drank aan te bieden en haar te stimuleren om veel te drinken. Hoewel [slachtoffer 3] een lichamelijke toestand omschrijft die erg lijkt op die van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , is haar bloed niet onderzocht en kan daarmee niet vastgesteld worden of ook aan haar drankjes MDA en/of MDMA was toegevoegd. Toen zij door toediening van alcohol eenmaal in een toestand van verminderd bewustzijn door de verdachte was gebracht, heeft de verdachte seks met haar gehad onder meer bestaande uit het penetreren van haar vagina. Aldus is er sprake van verkrachting en is feit 5 primair wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank komt tot een vrijspraak van feit 6, omdat het wettig bewijs ontbreekt dat de verdachte ook aan [slachtoffer 3] buiten haar medeweten drugs heeft toegediend; de indruk die daarvoor oprijst uit de beschrijving van [slachtoffer 3] lichamelijke toestand is, ook gegeven de inname van alcohol, onvoldoende.