Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de stichting STICHTING MONDRIAAN, gevestigd te Heerlen,
STICHTING KORAAL, gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
MUTSAERSSTICHTING, gevestigd te Venlo,
STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH CENTRUM, gevestigd te Heerlen,
CARE 4 KIDZ GGZ B.V., gevestigd te Schimmert, gemeente Beekdaelen,
LIONARONS GGZ JEUGD B.V., gevestigd te Heerlen,
GEMEENTE MAASTRICHT, zetelend te Maastricht,
GEMEENTE SITTARD-GELEEN, zetelend te Sittard,
GEMEENTE STEIN, zetelend te Stein,
GEMEENTE BEEK, zetelend te Beek,
GEMEENTE BEEKDAELEN, zetelend te Nuth,
GEMEENTE BRUNSSUM, zetelend te Brunssum,
GEMEENTE HEERLEN, zetelend te Heerlen,
GEMEENTE LANDGRAAF, zetelend te Landgraaf,
GEMEENTE KERKRADE, zetelend te Kerkrade,
GEMEENTE MEERSSEN, zetelend te Meerssen,
GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN, zetelend te Margraten,
GEMEENTE GULPEN-WITTEM, zetelend te Gulpen,
GEMEENTE SIMPELVELD, zetelend te Simpelveld,
GEMEENTE VAALS, zetelend te Vaals,
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL, zetelend te Valkenburg,
GEMEENTE VOERENDAAL, zetelend te Voerendaal,
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 november 2019, met producties1 tot en met 21,
- de op voorhand gezonden incidentele conclusie tot voeging van Parnassia Groep B.V., met producties met mededeling dat deze ter zitting van 19 december 2019 zal worden ingediend,
- de brief van 13 december 2019 van de Zorgaanbieders, met productie 22,
- de brief van 13 december 2019 van de Gemeentes, met productie 1,
- de akte houdende nadere onderbouwing vorderingen en aankondiging eiswijziging, met productie 23 tot en met 26,
- de brief van 17 december 2019 van Parnassia Groep B.V. waarbij wordt meegedeeld dat geen incidentele conclusie tot voeging zal worden ingediend,
- de brief van 17 december 2019 van de gemeentes, met producties 2 tot en met 13,
- de brief van 18 december 2019 van de gemeentes, met productie 14,
- de mondelinge behandeling van 19 december 2019, met de pleitaantekeningen tevens akte houdende eiswijziging van de Zorgaanbieders en de pleitnota van de Gemeentes.
2.De feiten
6.Minimaal gemiddelde inzet bij materiële controle
3.Het geschil
4.De beoordeling
De spoedeisendheid
(1) met de kortingsregeling wordt voorkomen dat strategisch gedrag leidt tot een neerwaartse spiraal in kwaliteit en suboptimale besteding van publieke middelen - de arrangementsfinanciering kent immers de perverse prikkel tot buitengewoon lage ureninzet, waardoor excessieve uurtarieven worden gerealiseerd - en omdat (2) de kortingsregeling geen grotere of onwettelijke administratieve last op de aanbieder legt, omdat in het kader van monitoring (hoofdstuk 5 van de DVO) de aanbieder immers al verplicht is tot informatieverschaffing en, zo stellen de Gemeentes, de bevoegdheid tot het uitvoeren van controles niet ter discussie staat.
aan het eind van de dagafgerekend op uren. Alleen daarom al moet het ervoor worden gehouden dat de regeling minimale gemiddelde inzet, wat er ook zij van de noodzaak van monitoring en controle, in strijd is met het uitgangspunt dat de eenmaal gekozen uitvoeringsvariant consequent en consistent moet worden toegepast.
’s-Hertogenbosch merkt in genoemd arrest in dit verband op dat het voorgaande eens te meer geldt indien gemeenten ervoor kiezen dat bij de inkoop niet onderhandeld kan worden over de te hanteren prijzen.
- exploot van dagvaarding € 81,83
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat