ECLI:NL:RBLIM:2020:10610
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter mr. H.H. Dethmers in een civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door M.H.W. Walraven, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. H.H. Dethmers, rechter in de rechtbank Limburg. Het verzoek tot wraking is ingediend op 2 september 2020, naar aanleiding van een eerdere civiele procedure waarin verzoekster zich benadeeld voelde door de communicatie en behandeling van haar zaak. Verzoekster stelde dat de rechter haar onterecht anders behandelde en dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek op 26 november 2020 behandeld, waarbij de rechter niet aanwezig was.
Verzoekster voerde aan dat er geen adequate reactie was gekomen op haar verzoek om de zaak door een andere rechtbank te laten beoordelen. De rechter had op procedureel vlak meer coulance moeten tonen, aldus verzoekster. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster en de schriftelijke reactie van de rechter beoordeeld. De rechter gaf aan dat hij meer tijd had gegeven dan strikt noodzakelijk was en dat de beslissing om de zaak voor vonnis te stellen niet voortkwam uit partijdigheid.
De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Het verzoek tot wraking is afgewezen, omdat de wrakingskamer geen zwaarwegende aanwijzingen voor partijdigheid heeft gevonden. De beslissing is openbaar gemaakt op 10 december 2020, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.