Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
De inleiding
De bewijsmiddelen
- perforatie trommelvlies;
- rechteroor suist, kaak rechts pijn.
De bewijsoverwegingen
De bewijsmiddelen
- armen en benen gezwollen en geschaafd;
- vele kneuzingen;
- vele krassen, kneuzingsbeeld scheen rechts, TV rechts met kleine scheur.
De bewijsoverwegingen
paragraaf 3.3.1.3.3 feit 2.
primair) dan wel mishandeling (
subsidiair) heeft begaan, zodat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Daartoe overweegt zij het volgende.
De bewijsmiddelen
De bewijsoverwegingen
De bewijsmiddelen
De bewijsoverwegingen
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
- de ernst van de feiten;
- dat de verdachte geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedragingen;
- dat enkele van de slachtoffers de gebeurtenis nog steeds niet hebben verwerkt en ook lichamelijk nog niet zijn hersteld;
- dergelijke feiten in de samenleving leiden tot gevoelens van angst;
- het omvangrijke strafblad;
- de verdachte eerder voor vermogensdelicten met justitie in aanraking is geweest.
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- fiets Koga: € 229,75
- telefoon: € 120,00
- broek aangeschaft 2018: € 50,00
- diverse medische kosten: € 1.219,33
- diverse reiskosten: € 191,17
- porto en telefoonkosten: € 5,00
- sportabonnement: € 212,00
- fiets Union: € 169,80
- diverse medische kosten: € 825,00
- diverse reiskosten: € 146,09
- wondverzorging: € 225,00
- porto- en telefoonkosten: € 5,00
- de post ‘diverse medische kosten’ onvoldoende onderbouwd is, nu onduidelijk is hoe het verband ligt tussen de orthomanueel arts en Marlantis en geen nota van de sportmasseur is toegevoegd;
- de post ‘diverse reiskosten’ kan worden toegewezen, met uitzondering van het bezoek aan de artsen en de rechtbank. De laatste post is door mr. Kievits ter terechtzitting bijgesteld;
- de post ‘sportabonnement’ moet worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk moet worden verklaard, nu het causaal verband ontbreekt en de post onvoldoende onderbouwd is;
- de post ‘immateriële schade’ gematigd zou moeten worden tot minstens de helft van het bedrag.
- de post ‘diverse reiskosten’ kan worden toegewezen, met uitzondering van het bezoek aan de artsen en de rechtbank. Deze post is ter terechtzitting door mr. Kievits bijgesteld. Bij de kosten die gemaakt zijn in het kader van het ophalen bij plaats ongeval, is niet duidelijk of de benadeelde partij alleen of samen met [slachtoffer 1] is opgehaald;
- de post ‘rechtsbijstand’ dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu er samen met [slachtoffer 1] één consult is geweest, maar de kosten dubbel als schadepost worden opgeven.
- fiets Koga tot het gevorderde bedrag van € 229,75
- telefoon tot het gevorderde bedrag van € 120,-
- broek aangeschaft 2018 tot het gevorderde bedrag van € 50,-
- port- en telefoonkosten tot het gevorderde bedrag van € 5,-.
- fiets Union tot het gevorderde bedrag van € 169,80
- diverse medische kosten tot het gevorderde bedrag van € 825,-
- port- en telefoonkosten tot het gevorderde bedrag van € 5,-.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
4 primairen
4 subsidiairtenlastegelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2 primair, 3 primair, 5 (onder parketnummer 03/721290-18), de feiten 1 en 2 (onder parketnummer 03/866038-19) en het feit onder parketnummer 03/087393-18 tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
10 jaar;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- bepaalt dat voor zover het bedrag ad € 1.285,60 door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 451,54;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 1] , een bedrag van € 2.571,25, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 35 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 27 mei 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover het bedrag ad € 1.258,60 en € 451,54 door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 290,-;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 2] , een bedrag van € 3.121,27, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 41 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 27 mei 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 3] , een bedrag van € 250,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 11 juni 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.