Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte van 17 mei 2017 van Eutrex met productie 1
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring, tevens houdende conclusie van eis in reconventie van [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5]
- de incidentele conclusie van antwoord tevens houdende verzoek tot (rol)voeging.
2.De beoordeling in het incident
Gevolgen van het faillissement van Eutrex
5 november 2018heeft verzocht ook het incident te schorsen, bestaat daar geen grond voor, omdat de zaak in incident ten tijde van de faillietverklaring op 9 oktober 2018 al in staat van wijzen was. Met andere woorden, op dat moment hadden Eutrex en [gedaagde sub 5] reeds vonnis in incident gevraagd (en wel op de rol van 24 januari 2018). Het faillissement heeft vooralsnog dan ook geen gevolgen voor dit vonnis in incident (artikel 30 lid 1 Fw).
- Het gaat om het transport van een lading flatscreens (hierna de lading) vanaf Schesslitz (Duitsland) naar Deurne (België).
- Op 31 januari 2017 heeft Eutrex aan [gedaagde sub 4] opdracht gegeven die lading op
- [gedaagde sub 4] heeft op haar beurt het vervoer uitbesteed aan [gedaagde sub 5] .
- [gedaagde sub 5] heeft de lading op 1 februari 2017 in ontvangst genomen en heeft overnacht op een parkeerplaats aan de A3 nabij Montabauer.
- Bij aflevering van de lading in België bleek dat een groot deel van de lading was verdwenen.
indien er meer dan één verweerder is: voor het gerecht van de woonplaats van een hunner, op voorwaarde dat er tussen de vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven.”
deze verordening belet niet dat een gerecht van een lidstaat die partij is bij een verdrag of overeenkomst over een bijzonder onderwerp, overeenkomstig dat verdrag of die overeenkomst kennisneemt van een zaak, ook indien de verweerder zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat die geen partij is bij dat verdrag of die overeenkomst. Het gerecht past in ieder geval artikel 28 van deze verordening toe.
NJ2010/482 (
TNT Express Nederland/AXA Versicherung AG), HvJEU 19 december 2013, ECLI:NL:XX:2013:203 (
Nipponkoa Insurance Co. (Europe) Ltd/Inter-Zuid Transport BV) en HvJ EU 4 september 2014,
NJ2015/89 (
Nickel & Goeldner Spedition/Kintra UAB), in welke arresten uitleg is gegeven aan artikel 71 van de Brussel I-Verordening Nr. 44/2001 van 22 december 2000, van welk artikel 71 Brussel Ibis-Vo niet (in relevante mate) afwijkt.
3.De voortgang van de procedure in de hoofdzaak
4.De beslissing
9 oktober 2019voor oproeping curator tot overneming van het geding door [gedaagde sub 4] en Bi-Log,