Op 10 september 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond een vonnis uitgesproken tegen de verdachte, die onder andere is veroordeeld voor acht (gekwalificeerde) diefstallen, heling van een bromfiets en een telefoon, vernieling, twee mishandelingen, het bezitten en uitgeven van valse bankbiljetten, en handelen in strijd met een gedragsaanwijzing en opgelegd huisverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. De opgelegde straf bestond uit een gevangenisstraf, waarvan een fors deel voorwaardelijk, en het onvoorwaardelijke deel gelijk aan het voorarrest, om de behandeling van de verdachte niet te doorkruisen.
In het herstelvonnis van 10 september 2019, dat een correctie betreft van het eerder uitgesproken vonnis, heeft de rechtbank een fout hersteld die was gemaakt in de duur van de voorwaardelijke straf. In plaats van 6 maanden had hier 12 maanden moeten staan. Dit geldt ook voor een andere passage in het vonnis. De rechtbank heeft haar eerdere beslissing gehandhaafd, maar de misslagen gecorrigeerd. Het herstelvonnis is gewezen door de voorzitter en twee andere rechters, in tegenwoordigheid van de griffier. De rechtbank heeft bepaald dat het herstelvonnis aan het originele vonnis wordt gehecht en ter kennis wordt gebracht van de verdachte, zijn raadsvrouw en de officier van justitie.