ECLI:NL:RBLIM:2019:5418

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
12 juni 2019
Zaaknummer
C/03/257032 / HA ZA 18-563
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en schadevergoeding in asbestsaneringsovereenkomst

In deze zaak vordert Ervé B.V. betaling van een factuur van € 30.619,05 van Solar Roof Investments B.V. (SRI) voor asbestsanering werkzaamheden die zijn uitgevoerd in de periode van 3 tot en met 7 september 2018. Ervé stelt dat de werkzaamheden conform de overeenkomst zijn uitgevoerd en dat er een oplevering heeft plaatsgevonden zonder gebreken. SRI betwist dit en voert aan dat Ervé de werkzaamheden onzorgvuldig heeft uitgevoerd, wat heeft geleid tot schade. SRI heeft de overeenkomst ontbonden en stelt dat er geen betalingsverplichting meer bestaat.

De rechtbank heeft de procedure in conventie en reconventie beoordeeld. SRI vordert in reconventie dat de rechtbank verklaart dat Ervé tekort is geschoten in de nakoming van de saneringsopdracht en vordert schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende vragen zijn gerezen over de kwaliteit van het geleverde werk door Ervé, mede op basis van filmbeelden die zijn gemaakt tijdens de werkzaamheden. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om deskundigen te benoemen voor verder onderzoek naar de kwaliteit van de asbestsanering.

De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en partijen zijn verzocht om akten in te dienen over de benoeming van deskundigen en de bijbehorende kosten. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 12 juni 2019.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/257032 / HA ZA 18-563
Vonnis van 12 juni 2019
in de zaak van
ERVÉ B.V.,
gevestigd te Weert,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.J. Exterkate,
tegen
SOLAR ROOF INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat mr. H.H.T. Beukers.
Eiseres in conventie zal hierna Ervé worden genoemd, gedaagde in conventie SRI.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met negen producties
  • de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie met 27 producties
  • de door de griffier van deze rechtbank opgemaakte akte depot d.d. 21 januari 2019
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties tien en elf
  • de zijdens SRI genomen akte overlegging producties met producties 28 en 29
  • het proces-verbaal van comparitie d.d. 28 maart 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Bij de beoordeling van dit geschil wordt uitgegaan van de volgende feiten die vaststaan omdat zij enerzijds zijn aangevoerd en anderzijds zijn erkend of niet voldoende gemotiveerd weersproken.
a. SRI heeft aangenomen de opdracht van manege ’t Hetjen B.V. (hierna de manege) om werkzaamheden te verrichten aan het dak van de paardenrijhal van deze manege (hierna de rijhal) aan de [adres] in [plaats] . SRI diende in elk geval de asbesthoudende dakplaten te verwijderen en nieuwe dakplaten en zonnepanelen aan te brengen.
b. In het kader van de verwijdering van de asbesthoudende dakplaten heeft Heijing Adviesbureau B.V. in opdracht van SRI een asbestinventarisatie uitgevoerd, waarvan rapport is opgemaakt. Dit asbestinventarisatierapport van 17 augustus 2017 (productie 1 dagvaarding) is opgemaakt aan de hand van documentenonderzoek en visuele inventarisatie. Asbesthoudend materiaal is in de rijhal aangetroffen in golfplaten op het dak, nokstukken, windveren en dag- en hoekstukken.
c. Ervé heeft op 20 juli 2018 SRI de volgende werkzaamheden ter verwijdering van asbest in de rijhal geoffreerd:
“(…)
Afbakenen van het te saneren gebied en werkterrein middels borden en lint. Het doen van de benodigde meldingen bij bevoegde instanties. Het laten uitvoeren van de visuele inspecties door erkend bureau. Het na de vrijgave verwijderen en afvoeren van de gebruikte materialen.
Werkzaamheden worden uitgevoerd conform voorschriften van inspectie SZW en conform het Ascert certificatieschema.
Saneren van asbesthoudende materialen conform rapport opgesteld door Heijing adviesbureau bv met project nummer: HAB 170809.3
(…)
- Saneren bron 1,2,3 dakvlak C/D 1216m2 golfplaten € 20.370,00 Excl. BTW
144m1 windveren
- Saneren bron 4,5,6 dakvlak W 165m2 golfplaten € 2.300,00 Excl. BTW
26m1 windveren
- Saneren bron 7,8 wandvlak W 62m2 golfplaten € 900,00 Excl. BTW
14m1 windveren
- Afdekken rijbak met folie € 2.035,00 ExcI. BTW
Totaal: € 25.605,00 ExcI. BTW
(…)
- Voor het afvoeren en saneren dient de transportroute goed toegankelijk te zijn. - De hier bovengenoemde prijs is inclusief inzet materieel en stortkosten.- De sanering vind in één genoemde fase plaats
Voorwaarde:
Het verwijderen van eventuele andere vervuilingen zijn niet in onze prijs inbegrepen.
De werktijden zijn van 7.30 uur tot 16.l5 uur of in overleg.
Ervé bv is niet aansprakelijk voor schade welke door de aard van de werkzaamheden niet te voorkomen is.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele waterschade.
Onze prijsstelling is gebaseerd op uitvoering in 1 fase voor bovengenoemd project
Indien er meer asbest wordt aangetroffen dan vermeld, in het asbestinventarisatierapport zullen wij de werkzaamheden stoppen en de opdrachtgever hiervan in kennis stellen.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele asbestbesmettingen ontstaan tussen asbestinventarisatie en asbestsanering.
Rondom gebouw dient een strook van 5 m1 vrij te zijn van obstakels.
Groen rondom het gebouw dient gesnoeid te zijn en het gebouw dient goed bereikbaar te zijn.
Arbo en Milieu:
Al ons in te zetten materieel en materiaal voldoet aan de thans geldende eisen met betrekking tot de veiligheid. Tevens zijn al onze medewerkers in het bezit van de benodigde certificaten en zullen wij ervoor zorgdragen het huidige veiligheidsniveau te handhaven c.q. te verbeteren.
Afvoeren van materialen naar een vergunning houdende verwerkingsinrichting. (…)”
De offerte is met enkele in dit geschil niet ter zake doende opmerkingen, door SRI geaccepteerd en ondertekend op 23 juli 2018 (productie 2 en 3 bij dagvaarding).
d. Ervé heeft de aangenomen werkzaamheden uitgevoerd in de periode van 3 tot en met 7 september 2018 (nr. 7 antwoord conventie).
e. Het als productie 1 bij antwoord in conventie overgelegde e-mailbericht van 4 september 2018 (12:31) van [naam 1] (SRI) aan Ervé met urgentie hoog, houdt in, voor zover relevant:

Beste heer [naam 2] ,
Ik probeerde u vandaag twee maal te bellen zonder succes, vandaar via deze weg. Vandaag ben ik op locatie manege ‘t Hetjen [plaats] gaan kijken naar de aangevangen asbestsanering. Ik ben niet blij geworden van wat ik daar heb aangetroffen.
Zoals van tevoren met elkaar afgesproken zou de hele ondergrond van de rijbak afgedekt worden met folie om vervuiling van de rijbak te voorkomen. Ik heb vandaag geconstateerd dat dit niet gebeurd is volgens afspraak. Gisteren bij aanvang van de werkzaamheden was ca. de helft van de rijbak niet afgedekt. Vandaag lagen nog steeds verschillende delen van de ondergrond niet afgedekt. Ik heb foto’s ter onderbouwing mocht u daar behoefte aan hebben.
Wij gaan ervan uit dat na gereed van de werkzaamheden er een nieuwe rijbak wordt aangebracht op uw kosten; nu er ook maar het kleinste risico bestaat van vervuiling en alle potentiële consequenties van dien; e.e.a. is door Ervé niet conform afspraak uitgevoerd, alles zou namelijk netjes afgedekt worden.
Zoals u bekend gaan we in de toekomst tientallen van dit soort vergelijkbare projecten ontwikkelen en wij waren bereid om met jullie deze eerste pilot te doen en bij positieve ervaring een vaste samenwerking voor de toekomstige projecten. We gaan er derhalve van uit dat dit door jullie gepast, zoals hierboven omschreven, wordt opgelost.”.
f. Nadat [naam 1] op het e-mailverzoek van [naam 2] om de foto’s, die foto’s heeft gestuurd, antwoordt Ervé ( [naam 2] ) blijkens het als productie 1 bij antwoord in conventie overgelegde e-mailbericht van 4 september 2018 (14:50), voor zover relevant:

De werkzaamheden zullen op deze voet verder vervolgd worden. De folie blijft liggen tot aan de vrijgave, waarna het onafhankelijk laboratorium een visuele inspectie zal verrichten. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan de stukken die open liggen (desnoods wordt er een toplaagje vanaf gehaald)
Ons inziens hoeft dan ook niet de gehele rijbak vernieuwd te worden.
Hierbij wil ik u graag uitnodigen om bij de visuele inspectie aanwezig te zijn waarbij ook ik aanwezig zal zijn. Tevens kunt u dan ook de wijze zien van aanpak met de open stukken in de rijbak, deze worden grondig schoongemaakt.”.
g. Op de ter griffie door SRI gedeponeerde USB-stick staan twee bestanden. Het bestand depot 2 betreft een filmpje van ongeveer 100 seconden. Het betreft een op 7 september 2018 door [naam bestuurder/eigenaar manege] , bestuurder/eigenaar van de manege gemaakte opname van de wijze waarop personeel van Ervé het plastic opruimt waarmee de met zand gevulde rijbak (paardenbak) is bedekt. Dit opruimen gebeurt voor zover zichtbaar door vijf mannen volledig gekleed in witte overkleding met volledige gezichtsbedekking bestaande uit onder meer ademhalingsmaskers (maanmannetjesuitrusting). Te zien is onder meer dat er water ligt op het plastic zeil. Het zeil wordt door meerdere mannen opgevouwen waarbij water vanaf het plastic zeil op het zand van de paardenbak terechtkomt. De mannen lopen regelmatig over het plastic en vervolgens over het zand zonder dat schoenen worden schoongemaakt. Verder is te zien dat een man een voorwerp dat lijkt te bestaan uit twee met elkaar verbonden platen van ongeveer 70 bij 40 cm, vermoedelijk gebruikt als gewicht om te voorkomen dat het plastic zeil opwaait (een trapje, volgens SRI in nr. 13 van haar antwoord), zonder meer van het plastic optilt en ongeveer twee meter wegwerpt, en wel tegen/langs de muur van de paardenbak op het zand. Te zien is verder een man die zand aanharkt, welk zand eerst met plastic was afgedekt. Deze harkende man pakt een voetbal op en schopt deze weg richting een andere opruimer. Die andere opruimer pakt de bal op en schopt deze omhoog waarna de bal uit beeld verdwijnt en niet meer is terug te zien.
h. Sanitas metingen en inspecties B.V. heeft na een visuele inspectie, waarbij SRI niet aanwezig is geweest, de asbestsanering goedgekeurd bij rapport van 7 september 2018 voor wat betreft dak van rijhal en kantine/kantoor, torenkraan en omliggend terrein en bij rapport van 13 september 2018 voor wat betreft dak paardenstal dak woning, zolder en terrein. Beide rapporten (productie 4 dagvaarding) vermelden als eindconclusie: “
Op grond van bovenstaande bevindingen van de uitgevoerde inspectie kan worden geconcludeerd dat het geinspecteerde gebied WEL voldoet aan de eisen zoals beschreven in art. 4.47b lid 2 van het arbeidsomstandighedenbesluit en dat het geinspecteerde gebied WEL zonder gebruik van adembescherming mag worden betreden.”
i. Het door Ervé bij dagvaarding als productie 6 overgelegde stuk houdt in, voor zover relevant:
“7
. Projectevaluatie/oplevering
Bouwwerk/object
Opdrachtgever
Naam: [naam 3] (…)
Adres: [adres] (…)
● Werkzaamheden conform werk-/V&G-plan uitgevoerd? ja
(…)
● Eindcontrole ontruimde werklocatie uitgevoerd door onafhankelijke inspectie-instelling? ja
(…)
Datum: 11-09-18 Handtekening (Rb: onleesbare handtekening
)
2. Oplevering aan de opdrachtgever
ERVE B.V. stelt er groot belang in dat u, als opdrachtgever, tevreden bent over de uitgevoerde asbestverwijdering. Wij verzoeken u vriendelijk uw mening te geven over onze werkzaamheden door het beantwoorden van onderstaande vragen.
1. Bent u tevreden over onze gevolgde werkwijze? ja
(…)
Datum: 11-09-18 Handtekening opdrachtgever(Rb: onleesbare paraaf)”
j. Ervé heeft bij factuur van 10 september 2018 (productie 7 dagvaarding) SRI in totaal € 30.619,05 in rekening gebracht voor haar werkzaamheden. De factuur is niet betaald.
k. SRI heeft na 11 september 2018 werkzaamheden aan het dak van de paardenrijhal verricht.
l. In het rapport Monstername van Kiwa (productie 8 antwoord in conventie) is vermeld dat Kiwa op 13 september 2018 monsters heeft genomen in Rijhal 1, zolder en jurykamer van de [adres] te [plaats] . Het eveneens als productie 8 overgelegde analyserapport vermeldt dat op het monster “mos in rijbak” Asbest Cement is aangetroffen van de soort chrysotiel met massa percentage 10-15%, hechtgebonden.
m. Bij brief van 28 september 2018 (productie 10 antwoord conventie) heeft (de raadsvrouw van) SRI Ervé laten weten dat de werkzaamheden niet zorgvuldig zijn uitgevoerd en Ervé gesommeerd om uiterlijk 1 oktober 2018 alle maatregelen in kaart te brengen en uit te voeren die nodig zijn om de locatie conform de overeenkomst te saneren teneinde deze vrij van asbest op te kunnen leveren. Ervé heeft hier geen gehoor aan gegeven.
n. Bij brief van 4 oktober 2018 (productie 14 antwoord conventie) heeft (de raadsvrouw van) SRI de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.

3.Het geschil

in conventie

3.1.1
Ervé vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. SRI veroordeelt tot betaling aan Ervé van € 30.616,05, dit te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a (zoals de rechtbank “1191a” leest) BW vanaf 25 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
2. SRI veroordeelt tot betaling aan Ervé van € 1.081,19 aan buitengerechtelijke incassokosten, dit te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. SRI veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder de beslagkosten ex artikel 706 Rv en de na het gewezen vonnis verschuldigde nakosten, welke nakosten worden begroot op € 157,- zonder betekening, te vermeerderen met € 82,- in het geval van betekening van het vonnis en daarbij te bepalen dat de proces- en nakosten binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis door SRI aan Ervé dienen te zijn voldaan, alsmede te bepalen dat deze proces- en nakosten met ingang van de vijftiende dag na dagtekening vonnis worden vermeerderd met de wettelijke rente.
3.1.2
Ervé legt hieraan ten grondslag dat zij de werkzaamheden conform overeenkomst heeft uitgevoerd, dat er oplevering van de werkzaamheden heeft plaatsgevonden en dat de overeengekomen visuele inspectie, uitgevoerd door Sanitas, geen gebreken aan het licht heeft gebracht.
3.2
SRI voert aan dat Ervé de werkzaamheden onjuist heeft uitgevoerd. Onder meer uit het filmpje blijkt dat zodanig onzorgvuldig is gewerkt dat sprake is van toerekenbare tekortkoming. Nadat Ervé niet heeft gereageerd op de brief van 28 september 2018 (rov. 2.1 sub m) is de overeenkomst ontbonden bij brief van 4 oktober 2018 (rov. 2.1 sub n). Er is dus geen betalingsverplichting meer.
in reconventie
3.1.
SRI vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat Ervé toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen uit hoofde van de met SRI gesloten saneringsopdracht, waarvan de voorwaarden zijn bevestigd in de offerte van 20 juli 2018 met nummer AS201807092;
2. Ervé veroordeelt tot vergoeding aan SRI van de door SRI als gevolg van de onder 1 beschreven tekortkoming geleden schade, op te maken bij staat;
3. Ervé bij wijze van voorschot op schadevergoeding veroordeelt tot betaling aan SRI van € 174.921,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf primair 11 september 2018, subsidiair 28 september 2018 en meer subsidiair de dag van de eis in reconventie (2 januari 2019), tot aan de dag van algehele voldoening;
4. Ervé veroordeelt tot opheffing van het door haar ten laste van SRI onder ABNAMRO NV gelegde conservatoir beslag binnen zeven dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of deel daarvan dat Ervé niet aan deze veroordeling voldoet;
in conventie en reconventie:
Ervé veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder de daadwerkelijk door SRI gemaakte advocaatkosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.1.2
SRI legt aan een en ander ten grondslag dat Ervé zodanig onzorgvuldig haar verbintenis heeft uitgevoerd dat sprake is van toerekenbaar tekortkomen. SRI heeft schade geleden door die tekortkoming, die moet worden vergoed door Ervé. Die schade bestaat in elk geval uit (nr. 80 antwoord conventie):
- kosten onderzoek verricht door KIWA waarvoor KIWA € 10.346,15 excl. btw in rekening heeft gebracht;
- kosten veiligheidsmaatregelen (luchtdicht maken manege door Het Zuiden) ad € 1.770,-;
- de manege heeft als noodvoorziening een tent gehuurd die over de buitenbak is gezet, zodat lessen e.d. door konden gaan. De kosten ad € 31.963,- heeft de manege bij SRI in rekening gebracht;
- kosten hernieuwde sanering ad € 66.852,42 excl. btw;
- kosten verwijdering oud zand en storten nieuw zand in de paardenbak ad € 20.550,-;
- kosten vervanging onbruikbaar geraakte valbeveiligingsnetten ad € 5.065,20 excl. btw;
- kosten rechtsbijstand ad € 1.368,- excl. btw;
- kosten gederfde winst manege die de manege in rekening heeft gebracht bij SRI ad € 28.819,- excl btw;
- crisismanagementkosten en overige interne kosten € 11.288,75;
- kosten voorzieningen die de manege heeft gemaakt voor de alternatieve rijbak, nader vast te stellen.
3.2
Ervé betwist niet goed te hebben gewerkt. Zij voert verder aan dat SRI eerst zelf werkzaamheden heeft verricht nadat zij, Ervé, op 7 september 2018 klaar was. Als er al asbest is vrijgekomen, is dat asbest pas bij en/of door die werkzaamheden vrijgekomen, en viel het opruimen van die asbest niet binnen de opdracht. Zij betwist verder de schadeposten en de schadebedragen.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze in het onderstaande in onderling verband beoordelen.
4.2.1
SRI heeft aangevoerd (zie nr. 30 antwoord conventie) dat zij mede gelet op de filmbeelden (rov. 2.1 sub g) er niet op vertrouwde dat Ervé haar werkzaamheden op de juiste manier had uitgevoerd. Indien dit wantrouwen voldoende is gerechtvaardigd, rechtvaardigt dit dat SRI nader onderzoek heeft ingesteld zoals zij heeft gedaan. Indien vervolgens uit dit nadere onderzoek voldoende aannemelijk is geworden dat er veiligheidsrisico’s bestaan, rechtvaardigt dit weer dat SRI verdere saneringsmaatregelen heeft genomen. Het antwoord op de vraag naar aard en omvang daarvan is nu nog niet relevant.
4.2.2
Uit de filmbeelden blijkt een wanverhouding tussen enerzijds de groots aandoende genomen veiligheidsmaatregelen bestaande uit in elk geval de zeer veilig uitziende maanmannetjesuitrusting van de vijf opruimers en anderzijds het op het eerste oog onzorgvuldige gedrag bestaande uit onder meer het voetballen, het wegwerpen van een voorwerp (trapje?) en het in het zand van de rijbak laten aflopen van het water liggende op het plastic dat het zand afdekte. Die filmbeelden roepen voldoende vragen op over de kwaliteit van het door Ervé geleverde werk om allereerst aan een asbestsaneringsdeskundige te vragen die beelden te bestuderen teneinde de vraag te beantwoorden of een redelijk bekwaam en redelijk handelend asbestsaneerder als Ervé zich naar behoren van haar taak heeft gekweten terwijl is gewerkt zoals is te zien op de filmbeelden.
Partijen worden in staat gesteld zich bij akte uit te laten over de vraag welke deskundige moet worden benoemd voor dit onderzoek, hoeveel deskundigen moeten worden benoemd, de aan de deskundige te stellen vragen en de hoogte van het door de deskundige gevraagde voorschot op zijn onderzoekskosten. De filmbeelden zijn dermate verontrustend dat de rechtbank voornemens is de kosten van de deskundige door Ervé te laten voorschieten (vergelijk nr. 3.17, sub 10 in ECLI:NL:PHR:2018:1459).
4.3
In afwachting van de te nemen akten zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1
verwijst de zaak naar de rol van 10 juli 2019 voor zijdens beide partijen gelijktijdig te nemen akte uitlating omtrent de vraag welke deskundige moet worden benoemd voor het hiervoor in rov. 4.2 genoemde onderzoek, hoeveel deskundigen moeten worden benoemd, de aan de deskundige te stellen vragen en de maximale hoogte van het door de deskundige gevraagde voorschot op zijn onderzoekskosten;
5.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2019.