ECLI:NL:RBLIM:2019:10919

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
4 december 2019
Zaaknummer
03/659003-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel in vereniging met anderen

Op 26 november 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De zaak betreft een incident op 6 januari 2019, waarbij de verdachte samen met anderen een aantal personen zonder geldige reisdocumenten van Rotterdam naar Herkenbosch heeft vervoerd. De verdachte heeft geen actieve rol gespeeld in de smokkel, maar was wel aanwezig en heeft de gesmokkelden toegang verschaft tot een busje. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van medeplegen, gezien de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 36 maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een straf op van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een cruciale rol heeft gespeeld in het netwerk van mensensmokkelaars, maar dat er geen aanwijzingen waren dat hij eerder met dergelijke feiten in aanraking was gekomen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de kwetsbaarheid van de gesmokkelden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659003-19
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 november 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.H.L. Antonides, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 november 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op of omstreeks 6 januari 2019 te Herkenbosch zich al dan niet met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan het helpen bij verschaffen van toegang tot dan wel doorreis door Nederland van [vreemdeling 1] (of [vreemdeling 1] ), [vreemdeling 2] (of [vreemdeling 2] ), [vreemdeling 3] en [vreemdeling 4] .

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van mensensmokkel. Hij baseert dit op een samenstel van feiten, waaronder het aantreffen van de verdachte als bestuurder van het busje met daarin de te smokkelen personen en de verklaringen van die personen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. De verdachte zegt dat hij niets wist van de mensen achter in het busje en hij zag er geen kwaad in om [vreemdeling 4] een lift te geven. De verdediging acht de verklaring van [vreemdeling 4] die zou duiden op betrokkenheid van de verdachte, onbetrouwbaar. Er zijn geen aanwijzingen voor het georganiseerd smokkelen van mensen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aanleiding van het onderzoek
Op 6 januari 2019 krijgen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] omstreeks 09.08 uur de melding dat op de Meinweg te Herkenbosch een Pools busje plastic vaten aan het lossen is bij een visvijver. Op het busje staat op de zijkant “ [naam] ”. Omstreeks 09.42 uur zien betreffende verbalisanten op de rotonde bij de kruising van de Keulsebaan met de Stationsweg een busje met Pools kenteken in hun richting rijden. Aan de zijkant van de bus staat “ [naam] ”. Ze zien drie personen in de cabine zitten. Ze keren hun politievoertuig en zien dat het busje stopt bij een tankstation te Herkenbosch. De bestuurder van het busje stapt uit en aan de bijrijderskant stapt een andere man uit. De bijrijder toont een legitimatiebewijs dat op naam staat van [medeverdachte] . In de bus zien ze een man zitten die aangeeft dat zijn identiteitsbewijs in Rotterdam ligt en dat hij [vreemdeling 4] heet. [medeverdachte] opent de laadruimte van de bus. De verbalisanten zien daarin een man, een vrouw en een kind. Deze inzittenden hebben geen documenten. De bestuurder van het busje overhandigt een identiteitsbewijs dat op naam van [verdachte] staat [2] . In het busje treffen de verbalisanten een vrachtbrief aan. Hieruit blijkt dat de lading afkomstig is van een bedrijf uit Schiphol en het afleveradres een bedrijf in Londen is [3] .
De getuigenverklaringen
Uit onderzoek blijkt dat de in de laadruimte van de bus aangetroffen man, [vreemdeling 1] , staat geregistreerd in het Europese Visumsysteem en dat hij in Frankrijk een visum verstrekt heeft verkregen en dat hij hiervoor een identiteitsdocument heeft moeten overleggen. Uit de hit blijkt dat betrokkene andere personalia heeft, namelijk [vreemdeling 1] [4] . [vreemdeling 1] heeft verklaard dat de mensensmokkelaar ongeveer 2,5 maand geleden zijn Afghaans paspoort heeft afgepakt. Een smokkelaar zei hem dat hij hen naar Londen zou brengen. [vreemdeling 1] is vanuit Afghanistan vertrokken. Hij reisde met zijn vrouw en kind. Hij is naar Dubai gevlogen en van daaruit naar de Oekraïne. Uiteindelijk zijn zij door een persoon naar het station in Roermond gebracht. Daar stond een auto op hen te wachten. Met een taxi zijn zij naar de locatie gebracht. Hem was verteld dat daar een wit voertuig zou staan waar zij in moesten stappen. De persoon die door de politie is aangehouden is de persoon die de deur van het busje heeft geopend. De verbalisanten zien dat de getuige de verdachte [verdachte] herkent als die persoon op een foto die zij hem tonen. De mannen die voor in de bus zaten hebben hem en zijn gezin gezien en hebben gezien dat zij in het busje zijn gestapt. [5]
Uit onderzoek blijkt dat de in de laadruimte aangetroffen vrouw, [vreemdeling 2] , staat geregistreerd in het Europese Visumsysteem en dat zij in Frankrijk een visum verstrekt heeft gekregen en hiervoor een identiteitsdocument heeft moeten overleggen. Uit de hit blijkt dat betrokkene andere personalia heeft, namelijk [vreemdeling 2] [6] . [vreemdeling 2] heeft verklaard dat de mensensmokkelaar alle documenten heeft ingenomen en dat ze door de mensensmokkelaars op reis zijn gestuurd. Haar zoon was bij hen en had alleen een Afghaans paspoort. [7] Ze heeft verklaard dat ze uit Afghanistan zijn vertrokken en na drie maanden reizen die dag in een voertuig zijn gestapt dat hen naar de eindbestemming zou brengen. Een handlanger van de mensensmokkelaar heeft de deur van het busje open gedaan.
De bijrijder in de cabine, [vreemdeling 4] , heeft verklaard dat hij vanuit Albanië vertrokken was met bestemming Engeland. Hij zou in Rotterdam door een Pool opgehaald worden in de buurt van het hotel waar hij een paar dagen had verbleven. Op 6 januari 2019 kwam een auto (Audi) met Pools kenteken aan. Hij is in deze auto gestapt. Naast de chauffeur zaten er nog twee andere jongens van een jaar of 20-22 in de auto. Vanuit de Audi is hij bij een supermarkt overgestapt in een busje samen met twee van de mannen uit deze Audi. Ze zijn in het busje vertrokken en gestopt op een veld. Daar werden grote vaten in het busje vastgezet door middel van folie. Ze reden terug richting de supermarkt en de chauffeur stapte daar uit en maakte de deuren van de bus open. Vervolgens gingen de deuren dicht en zijn ze vertrokken. Kort hierna zijn ze aangehouden. De twee van de drie mannen die in de Audi zaten, zijn de personen die door de politie zijn aangehouden. [8]
Camerabeelden
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben camerabeelden [9] bekeken. Hieruit blijkt onder meer het volgende: in de ochtend van 6 januari 2019 komt een man aanlopen uit de richting waar de witte bestelbus uit het zicht van de camera is verdwenen. De verbalisanten herkennen deze persoon als [vreemdeling 4] . Een witte bus met opschrift “ [naam] ” rijdt een rondje over de parkeerplaats bij de Jan Linders en verdwijnt uit beeld. Iets later komt dit busje weer in beeld. Gelijktijdig komt [vreemdeling 1] met zijn vrouw en kinderwagen uit dezelfde richting. [vreemdeling 1] kijkt in de richting van de bestelbus. [vreemdeling 1] loopt naar de ingang van Jan Linders en blijft in de richting kijken van de bestelbus. [vreemdeling 1] komt alleen bij Jan Linders naar buiten. Uit de richting waar de bestelbus uit beeld is verdwenen, komt een man - die herkend wordt als de verdachte, [verdachte] - aanlopen in de richting van Jan Linders. [verdachte] is aan het bellen en loopt in de richting van [vreemdeling 1] . Op minder dan één meter afstand blijft [verdachte] ter hoogte van [vreemdeling 1] staan. Op enig moment maakt [verdachte] een gebaar met zijn linkerhand in de richting van [vreemdeling 1] en wijst hij in de richting van Jan Linders. [verdachte] loopt met de telefoon aan zijn oor in de richting van Jan Linders en wordt gevolgd door [vreemdeling 1] . [verdachte] stopt met bellen en spreekt tegen [vreemdeling 1] , waarbij ze elkaar aankijken en [verdachte] in de richting wijst van de witte bus. [verdachte] loopt in de richting van de witte bestelbus en [vreemdeling 1] loopt Jan Linders binnen. [vreemdeling 1] komt met zijn vrouw en kind weer naar buiten en ze lopen in de richting die door [verdachte] is aangewezen.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft verklaard dat hij niets met mensensmokkel te maken heeft. Hij is samen met zijn vriend, medeverdachte [medeverdachte] , vanuit Polen naar Nederland gereden. [medeverdachte] zou met de lading van het busje naar Engeland gaan en hij, de verdachte, zou naar een vriend in Melick gaan. Hij stond op een parkeerplaats bij een winkel en op een gegeven moment kwam een man (zijnde [vreemdeling 4] ) naar hem toe en vroeg of hij mee mocht rijden. De verdachte heeft verklaard dat deze man ook ’s nachts bij het busje is geweest. De verdachte kan geen aannemelijke verklaring geven voor de verklaring van [vreemdeling 4] dat hij vanuit Rotterdam met de verdachte in een Audi naar Herkenbosch is komen rijden. Ook heeft hij geen idee hoe het komt dat [vreemdeling 1] en zijn gezin achter in het busje zitten, terwijl camerabeelden aantonen dat er contact tussen de verdachte en [vreemdeling 1] is geweest. De rechtbank acht de verklaringen van de verdachte onaannemelijk en gaat uit van de juistheid van de verklaringen van de getuigen dat zij via Nederland naar Engeland zouden worden gesmokkeld en dat de verdachte hen in het busje heeft gelaten.
Er zijn mensen afkomstig uit Afghanistan en Albanië zonder geldige reisdocumenten door Nederland vervoerd om hen naar Engeland te brengen. De verdachte heeft samen met [medeverdachte] en een andere Poolse man [vreemdeling 4] in Rotterdam opgehaald en naar het busje gebracht. Weliswaar heeft de verdachte hier geen actieve rol in vervuld, maar daar tegenover staat dat hij zich geen enkel moment hiervan heeft gedistantieerd en de hele reis naar en van Rotterdam aanwezig is geweest, zonder andere reden dan dat [vreemdeling 4] moest worden opgehaald. Daarna heeft hij, samen met [medeverdachte] , [vreemdeling 4] en de andere gesmokkelde personen toegang verschaft tot de witte bus en heeft hij samen met [medeverdachte] de vier gesmokkelde personen daarin vervoerd. De rechtbank ziet in deze feiten omstandigheden een zodanige nauwe en bewuste samenwerking dat van medeplegen sprake is.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van mensensmokkel.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 6 januari 2019 te Herkenbosch, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten
- [vreemdeling 1] of zich noemende [vreemdeling 1] en
- [vreemdeling 2] of zich noemende [vreemdeling 2] en
- [vreemdeling 3] en
- [vreemdeling 4]
behulpzaam is geweest bij doorreis door Nederland door die [vreemdeling 1] (of [vreemdeling 1] ) en [vreemdeling 2] (of [vreemdeling 2] ) en [vreemdeling 3] en [vreemdeling 4] te vervoeren in een bestelbus, terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
medeplegen van mensensmokkel, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft een belangrijke rol vervuld in het netwerk van mensensmokkelaars door vier personen daadwerkelijk te vervoeren met Engeland als doel. Deze personen waren volledig afhankelijk van de mensensmokkelaars. De officier van justitie is bij het bepalen van zijn strafeis uitgegaan van de richtlijn van het openbaar ministerie. Voorts verwijst hij naar een eerdere zaak met een soortgelijk feit, waarin deze rechtbank op 22 oktober 2019 (ECLI:NL:RBLIM:2019:9362) aansluiting heeft gezocht bij deze richtlijn. Mensensmokkel maakt een inbreuk op de internationale rechtsorde. Het houdt een illegaal circuit in stand dat gemakkelijk leidt tot allerlei vormen van uitbuiting van kwetsbare personen. Bovendien veroorzaken deze delicten gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. De officier van justitie brengt naar voren dat de wijze waarop het gezin in het busje werd vervoerd, levensgevaarlijk was. De verdachte en zijn mededader hebben zich niet bekommerd om de veiligheid van de gesmokkelden. De verdachte en zijn mededader wisten dat ze mensen aan het smokkelen waren, anders zouden de gesmokkelden niet verstopt zitten. Als uitgangspunt voor vier gesmokkelden neemt de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden. Als strafverzwarende omstandigheden neemt hij in aanmerking dat er sprake is van medeplegen in georganiseerd verband, de bijzondere kwetsbaarheid van de gesmokkelden en de wijze waarop de personen werden vervoerd. De officier van justitie acht een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest passend, conform het genoemde vonnis. De verdachten dienen vergelijkbaar gestraft te worden als in de genoemde andere zaak.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman voert aan dat de officier van justitie verwijst naar een zaak die qua ernst op een aantal punten afwijkt van onderhavig dossier. Indien de rechtbank het feit bewezen acht dan dient te worden uitgegaan van de oriëntatiepunten landelijk overleg vakinhoud strafrecht (LOVS). Een taakstraf is niet praktisch omdat de verdachte woonachtig is in Polen. De raadsman acht bij een bewezenverklaring een voorwaardelijke gevangenisstaf passend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan mensensmokkel van vier personen. Mensensmokkel ondermijnt het overheidsbeleid ter zake van bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie. Niet is gebleken dat de verdachte een leidende rol had tijdens de uitvoering, maar het vervoeren van gesmokkelden is een onmisbare schakel in het geheel. Door het vervoeren van vier personen heeft hij een cruciale rol gespeeld in een netwerk van mensensmokkelaars. Hij heeft de mensen met een in Polen gehuurd busje door Nederland gereden met het doel Engeland te bereiken. De gesmokkelde personen hadden geen geldige reisdocumenten en waren afhankelijk van de verdachten. Volgens medeverdachte [medeverdachte] konden de lege vaten zowel in Rotterdam als in Engeland worden afgeleverd. De rechtbank gaat ervan uit dat de lege vaten in het busje slechts fungeerden als dekmantel voor het smokkelen van personen. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de verklaringen van de gesmokkelden. De verklaringen worden bovendien ondersteund door camerabeelden.
Vanwege de ernst van het feit past naar het oordeel van de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het feit is in vereniging gepleegd, hetgeen strafverzwarend werkt. Het is echter onduidelijk hoe structureel de verdachte onderdeel van dit netwerk van mensensmokkelaars uitmaakt. De rechtbank heeft geen aanwijzingen in het dossier aangetroffen dat de verdachte zich hier vaker aan schuldig heeft gemaakt. Anders dan de officier van justitie zal de rechtbank hier dan ook niet in strafverzwarende zin rekening mee houden. De rechtbank is van mening dat voor verdachte een flinke stok achter de deur nodig is om hem de ernst van dit soort feiten te laten inzien en hem er van te weerhouden in herhaling te vallen.
De rechtbank heeft gelet op de justitiële documentatie van de verdachte van 21 oktober 2019 waaruit blijkt dat hij niet eerder in aanraking is geweest met politie en justitie. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met opgelegde straffen voor soortelijke feiten bij andere rechtbanken.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend. De straf is lager dan de eis van de officier van justitie om reden zoals hiervoor vermeld.

7.Het beslag

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen telefoons TP Link Neffos (goednummer 1152383), Maxcom MM129 (goednummer 1152454) en Huawei (goednummer 1152223) aan de verdachte.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde feit tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
  • heft op de geschorste voorlopige hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte:
- TP Link Neffos, goednummer 1152383;
- Maxcom MM129, goednummer 1152454;
- Huawei, goednummer 1152223.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Verkijk, voorzitter, mr. J.B.J. Driessen en
mr. M.A. Teeuwissen, rechters, in tegenwoordigheid van M.S.E.M. Oude Hengel, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 november 2019.
Buiten staat:
Mr. R. Verkijk is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 6 januari 2019 te Herkenbosch, in de gemeente Roerdalen,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
een ander, te weten
- [vreemdeling 1] of zich noemende [vreemdeling 1] en/of
- [vreemdeling 2] of zich noemende [vreemdeling 2] en/of
- [vreemdeling 3] en/of
- [vreemdeling 4]
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen,
in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New
York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over
de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
door die [vreemdeling 1] (en/of [vreemdeling 1] ) en/of [vreemdeling 2] (en/of [vreemdeling 2] )) en/of [vreemdeling 3]
en/of [vreemdeling 4] , heeft vervoerd in een bestelbus terwijl verdachte wist of
ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis
wederrechtelijk was.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, district Noord- en Midden Limburg, basisteam Echt, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, proces-verbaalnummer LBRCC19001-112, gesloten d.d. 20 februari 2019, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 271.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2019, pagina 99 en 100.
3.Bijlage 3, pagina 271.
4.Proces-verbaal d.d. 6 januari 2019, pagina 116.
5.Proces-verbaal verhoor getuige [vreemdeling 1] d.d. 6 januari 2019, pagina 144 tot en met 152.
6.Proces-verbaal d.d. 6 januari 2019, pagina 130.
7.Proces-verbaal verhoor verdachte [vreemdeling 2] d.d. 6 januari 2019 op pagina 136.
8.Proces-verbaal verhoor verdachte [vreemdeling 4] d.d. 16 januari 2019 op pagina 207 tot en met 216.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2019 op pagina 181 en 182.