3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de vroege ochtend van 29 augustus 2015 heeft de politie [slachtoffer] overgenomen van beveiligers van discotheek [naam discotheek] in Beek. De politie heeft hem aangehouden wegens bedreiging. Ook nam de politie een mes in beslag waarmee hij zou hebben gedreigd. De politie constateerde dat [slachtoffer] een snee had op zijn neus. Ook had [slachtoffer] pijn aan zijn kaak. Gelet hierop is hij naar het academisch ziekenhuis in Maastricht gebracht. In het ziekenhuis is vervolgens geconstateerd dat [slachtoffer] een gebroken kaak en een gebroken neus had. De volgende dag heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van zware mishandeling door beveiligers van de [naam discotheek].
In het dossier wordt melding gemaakt van vier incidenten die zich die nacht in of in de nabijheid van de [naam discotheek] hebben voorgedaan, waarbij [slachtoffer] bij betrokken was.
Ruzie in de garderobe
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij omstreeks 02:00 uur met vrienden op stap ging in de [naam discotheek] en hij op een gegeven moment ruzie kreeg met een groep Albanese jongeren. Hij heeft een van deze jongens een klap gegeven en werd daarna door een aantal jongeren aangevallen. Hierop heeft de beveiliging de ruzie beëindigd en [slachtoffer] meegenomen.
Incident in de hal
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij vervolgens op weg naar buiten door drie beveiligers op zijn buik tegen de grond is gehouden en door [medeverdachte 2] vier tot zes keer met de vuist in het gezicht is geslagen. Hierna is hij de [naam discotheek] uitgezet door de beveiliging.
Incident buiten
Eenmaal buiten is [slachtoffer] een mes gaan halen uit een auto en daarmee teruggelopen richting de [naam discotheek] . Hij wilde verhaal halen. Een beveiliger heeft hem daarop van achteren vastgepakt en heeft bijstand gekregen van andere beveiligers. Volgens getuige [getuige 1] is [slachtoffer] daar –dus buiten de [naam discotheek] – door [medeverdachte 2] geslagen. Op de camerabeelden van dit incident zijn de verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [slachtoffer] te zien.
Incident in een kamer
Beveiligers hebben [slachtoffer] mee naar binnen genomen en naar een kamer gebracht. Hij heeft verklaard dat een beveiliger op hem ging zitten en een Marokkaanse of Afghaanse beveiliger naast hem zat en hem meerdere keren met de vlakke hand in het gezicht sloeg op de al gebroken kaak.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het in vereniging toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Zij overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat duidelijk is dat [slachtoffer] op 29 augustus 2015 in of rond de [naam discotheek] ernstig gewond is geraakt. Zijn neus en kaak zijn gebroken
.Hiervoor zijn meerdere operaties noodzakelijk geweest en [slachtoffer] heeft zelfs nu, meer dan drie jaar na het ontstaan van het letsel, nog last daarvan. Dat blijkt uit de verklaring die hij ter terechtzitting als slachtoffer heeft afgelegd.
Voor de rechtbank is echter niet duidelijk wie op welk moment dat letsel aan [slachtoffer] heeft toegebracht. De rechtbank constateert dat de verklaringen van [slachtoffer] , de verdachten en de getuigen op cruciale punten tegenstrijdig zijn. Zowel wat betreft bij welk van de incidenten het letsel is toegebracht alsook door wie.
Daarmee ontbreekt bij de rechtbank de overtuiging dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en daarom dient hij hiervan te worden vrijgesproken.
De rechtbank is ook van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling wegens onvoldoende wettig bewijs en overweegt daartoe als volgt. Deze poging zou hierin hebben bestaan dat de verdachte opzettelijk (met kracht) een of meermalen tegen het hoofd van [slachtoffer] heeft geslagen of geschopt.
Behalve de verklaringen van [slachtoffer] , die onder meer (als verdachte) heeft verklaard dat de verdachte hem met de linkervuist in het gezicht sloeg, bevat het dossier onvoldoende bewijs voor een of meer slagen of trappen tegen het hoofd door de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting op 22 januari 2019 verklaard dat hij tegen de arm van [slachtoffer] trapte en daarop tikken gaf omdat deze een mes zou hebben.
In het dossier bevinden zich beelden van het incident waarop is te zien dat de verdachte een slaande respectievelijk trappende beweging maakt richting [slachtoffer] . Of dat richting het hoofd is gebeurd is echter niet onomstotelijk vast komen te staan.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte wel samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , zoals meer subsidiair ten laste is gelegd.
[slachtoffer] heeft, als (toenmalige) verdachte bij de politie, verklaard dat hij op 29 augustus, uit de [naam discotheek] was verwijderd en een mes is gaan halen. Daarmee is hij teruggelopen naar de deur van de discotheek om verhaal te halen. Hij werd tegengehouden door beveiligers en door een van hen in een nekklem genomen.
Van wat vervolgens is gebeurd, zijn filmopnamen gemaakt die aan het dossier zijn toegevoegd. Op die beelden is te zien dat [slachtoffer] wordt vastgehouden door twee beveiligers. Een van deze beveiligers is [medeverdachte 1] . Verder is te zien dat [medeverdachte 2] een omstander wegduwt en de verdachte een trappende beweging maakt richting een omstander. De verdachte maakt vervolgens een slaande beweging richting [slachtoffer] . [slachtoffer] houdt zijn handen voor zijn gezicht. [medeverdachte 2] wordt vervolgens belaagd en duwt zijn belager weg. De verdachte, [medeverdachte 1] en een andere beveiliger gaan dan helpen bij het wegbrengen van [slachtoffer] . De verdachte pakt daartoe [slachtoffer] bij een arm vast. [medeverdachte 1] maakt een slaande beweging richting [slachtoffer] . [medeverdachte 2] staat daarbij.
De verdachte heeft ter terechtzitting op 22 januari 2019 verklaard dat hij via zijn portofoon van [medeverdachte 2] hoorde dat [slachtoffer] een mes bij zich had en moest worden aangehouden. Hierop deed de verdachte de deur open en zag dat zijn collegabeveiligers bezig waren met [slachtoffer] , hij trapte tegen diens arm en gaf daarop tikken, volgens de verdachte omdat [slachtoffer] een mes zou hebben.
Deze gedragingen van de verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als geweldshandelingen en zijn begaan in vereniging met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] heeft daarover verklaard dat hij de opdracht heeft gegeven tot de aanhouding van [slachtoffer]. Weliswaar heeft [medeverdachte 2] bij dit incident niet zelf geweldshandelingen verricht, maar zijn aanwezigheid is aan te merken als getalsmatige versterking van de verdachte en [medeverdachte 1] , waardoor hij als medepleger kan worden aangemerkt.
De genoemde gedragingen van de verdachte en zijn medeverdachten hebben bovendien plaatsgevonden op een voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk bij de ingang van de [naam discotheek] .