6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met de destijds 6-jarige dochter van zijn vriendin. De verdachte heeft hiermee op ernstige wijze inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer en haar lichamelijke integriteit. Dat de ontucht heeft plaatsgevonden in een huiselijke en voor het slachtoffer vertrouwde omgeving, waar zij zich veilig zou moeten kunnen voelen, maakt de impact voor het slachtoffer des te groter.
Ook heeft de verdachte het risico genomen dat de normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, voor haar is doorkruist. Volgens de slachtofferverklaring die [slachtoffer] moeder tijdens de zitting heeft voorgelezen, lijkt [slachtoffer] zich op dit moment gelukkig goed te ontwikkelen. Het is echter een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer. Schade die zich vaak pas op latere leeftijd openbaart.
De verdachte heeft destijds bij de gevolgen voor zijn slachtoffer niet stilgestaan. Integendeel, aanvankelijk legde hij de schuld van het gebeuren bij [slachtoffer] . Gelukkig is de verdachte, na behandeling bij “ [naam 2] ”, inmiddels tot het inzicht gekomen dat er maar één schuldige is en dat is hijzelf.
Verder heeft de verdachte kinderporno in zijn bezit gehad. In totaal zijn op zijn computer 235 afbeeldingen aangetroffen die als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt. Dit is moreel verwerpelijk en maatschappelijk zeer ongewenst, omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen op zeer grove wijze seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die aan de productie van kinderporno en het daarmee gepaard gaande seksuele misbruik worden blootgesteld ernstige psychische schade op. Daarbij is het een gegeven dat kinderpornografisch materiaal op internet circuleert, wat betekent dat de in de desbetreffende kinderpornobeelden betrokken kinderen tot in lengte van jaren slachtoffer kunnen blijven. De verdachte heeft bij dit grove seksuele misbruik kennelijk niet stilgestaan.
De rechtbank slaat bij de bepaling van de straf acht op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Deze gaan bij het bezit van kinderporno uit van een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Bezit van kinderporno is echter niet het enige waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt. Voor de ontucht bestaan evenwel geen oriëntatiepunten.
De rechtbank slaat acht op het blanco strafblad van de verdachte en het over zijn persoon opgemaakte reclasseringsadvies van 26 oktober 2017 en het aanvullend reclasseringsadvies van 21 december 2018. Blijkens dit advies heeft de verdachte baat bij de behandeling in de forensische polikliniek [naam 2] . Er zijn positieve resultaten geboekt, maar er dient volgens de behandelaar nog aandacht te zijn voor de copingvaardigheden van de verdachte en het risico van overvraging.
De reclassering heeft het recidiverisico ingeschat als laag, mits het veiligheidsplan en de huidige medicatie worden voortgezet. Het risico op onttrekking aan bijzondere voorwaarden wordt ingeschat als laag. De verdachte komt de huidige afspraken binnen de (vrijwillige) hulpverlening goed na.
De reclassering heeft een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleiding vanuit Middin of soortgelijke instelling, het vermijden van kinderporno, meewerken aan een zedenconvenant, toestemming aan de reclassering verschaffen voor het raadplegen van referenten, openheid geven ten aanzien van (partner)relatie(s) en reclasseringstoezicht.
Bij de bepaling van de straf zal de rechtbank in het voordeel van de verdachte het ruime tijdsverloop tussen de periode waarin de strafbare feiten zijn gepleegd en de behandeling ter terechtzitting meewegen. Dit tijdsverloop bedraagt ruim 3 jaar. Gedurende die periode is de verdachte niet opnieuw met politie of justitie in aanraking gekomen. De verdachte heeft zich voorts vrijwillig onder behandeling gesteld en gebruikt libidoremmende medicatie. Gelet hierop en omdat de rechtbank de behandeling van de verdachte zoals die nu loopt niet wil doorkruisen, vindt de rechtbank het nu nog opleggen van een landurige onvoorwaardelijke vrijheidsstraf niet passend, hoewel dat in principe bij een dergelijke bewezenverklaring wel aan de orde zou zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is zowel verdachte als de maatschappij erbij gebaat dat de verdachte zijn behandeling kan voortzetten.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 178 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering passend en geboden. De rechtbank gaat niet mee met de eis van de officier van justitie om aan het voorwaardelijk deel van deze gevangenisstraf een proeftijd van 5 jaren te verbinden. De verdachte heeft zich al gedurende de afgelopen 3 jaar keurig aan allerlei behandelingen onderworpen.
De rechtbank is van oordeel dat geen grondslag bestaat voor de door de officier van justitie gevorderde dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden. Artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht stelt als eis voor de dadelijke uitvoerbaarheid dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarvan is in deze zaak niet gebleken.
Naast de gevangenisstraf vindt de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, op zijn plaats.