ECLI:NL:RBLIM:2018:946

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 januari 2018
Publicatiedatum
31 januari 2018
Zaaknummer
6550646 \ CV EXPL 17-9886
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de formele procespartij in een civiele procedure met betrekking tot een bewindvoerder

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 januari 2018, is de naamloze vennootschap VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V. als eisende partij opgetreden tegen COMPASS ZUID NEDERLAND B.V., die als gedaagde partij fungeert. De zaak betreft de vraag of de bewindvoerder van de gedaagde partij als formele procespartij kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft zich gebaseerd op de uitspraak van de Hoge Raad van 7 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:525), waarin is vastgesteld dat een bewindvoerder die in rechte verschijnt, als formele procespartij geldt, mits de rechthebbende zelf is gedagvaard. De kantonrechter heeft het verweer van de gedaagde partij, dat de eisende partij niet ontvankelijk zou zijn omdat de bewindvoerder niet als formele procespartij was gedagvaard, verworpen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde partij, die heeft aangegeven dat de schuldenpositie van de rechthebbende omvangrijk is en dat deze niet zonder schuldhulpverlening kan worden opgelost. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is om nadere informatie in te winnen, aangezien de vordering is erkend en niet onrechtmatig of ongegrond lijkt. De vordering is toegewezen, inclusief de gevorderde rente, omdat de gedaagde partij in verzuim is.

Daarnaast heeft de kantonrechter vastgesteld dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, aangezien het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De eisende partij heeft een aanmaning gestuurd die voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn toegewezen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 280,05. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6550646 \ CV EXPL 17-9886
Vonnis van de kantonrechter van 31 januari 2017
in de zaak van:
de naamloze vennootschap VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V.,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij,
gemachtigde Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
COMPASS ZUID NEDERLAND B.V.,
kantoorhoudende te Reuver, gemeente Beesel,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[X],
wonende te [woonplaats X] , [adres X] ,
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij voert allereerst aan dat eisende partij niet ontvankelijk moet worden verklaard omdat de bewindvoerder niet als formele procespartij is gedagvaard. De kantonrechter verwerpt dit verweer. Volgens de uitspraak van de Hoge Raad van 7 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:525) geldt de bewindvoerder, die in rechte verschijnt in een procedure waarin de rechthebbende zelf is gedagvaard, als formele procespartij. Het alsnog oproepen of dagvaarden van de bewindvoerder is dan niet meer nodig. In deze procedure is de bewindvoerder in de procedure verschenen, zodat deze als formele procespartij geldt.
2.2.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet althans onvoldoende wordt betwist. Gedaagde partij geeft aan dat de schuldenpositie van [X] omvangrijk is en dat deze niet zonder schuldhulpverlening opgelost kan worden. Gedaagde partij verzoekt daarom de vordering niet te verzwaren met buitengerechtelijke kosten en rente.
2.3.
Nu de vordering is erkend, althans niet is weersproken, en deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt ziet de kantonrechter geen noodzaak tot het inwinnen van nadere informatie. De vordering kan worden toegewezen, inclusief de daarover gevorderde rente. Gedaagde partij is immers in verzuim, zodat rente verschuldigd is.
2.4.
De kantonrechter stelt verder vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Eisende partij heeft aan gedaagde partij een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, zodat ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen.
2.5.
Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat de vordering integraal dient te worden toegewezen en dat gedaagde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, dient te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 101,05
  • griffierecht € 119,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 280,05

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 280,05,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: