ECLI:NL:RBLIM:2018:6617

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
4702 6588933 cv expl 18-363
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en verjaring bij de aankoop van toegangskaarten voor evenementen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tickets4U B.V. en een gedaagde partij, die op een geheim adres woont. Tickets4U vorderde betaling van € 612,62, vermeerderd met rente en kosten, voor vier (entree)kaarten voor het evenement Decibel Outdoor, besteld op 20 augustus 2011. De gedaagde partij betwistte de bestelling en voerde aan dat hij de aanmaningen van Tickets4U niet had ontvangen, met uitzondering van enkele brieven vanaf 11 mei 2017. Hij beroept zich op verjaring van de vordering op grond van artikel 3:307 BW.

De kantonrechter oordeelde dat de aanmaningen naar het juiste adres waren gestuurd en dat de gedaagde partij niet voldoende had onderbouwd dat hij deze niet had ontvangen. Hierdoor werd aangenomen dat de aanmaningen wel degelijk waren aangekomen. De kantonrechter concludeerde dat de koop van toegangskaarten voor een evenement moet worden beschouwd als een consumentenkoop, waarbij de bepalingen van consumentenkoop van toepassing zijn. De korte verjaringstermijn van artikel 7:28 BW was van toepassing, maar de kantonrechter oordeelde dat Tickets4U de verjaring niet had gestuit, waardoor de vordering was verjaard.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van Tickets4U af en veroordeelde deze in de proceskosten van de gedaagde partij, die op € 200,00 werden begroot. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6588933 \ CV EXPL 18-363
Vonnis van de kantonrechter van 11 juli 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TICKETS4U B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zaandam, gemeente Zaanstad,
eisende partij,
verder te noemen Tickets4U,
gemachtigde J. Hardeman,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend in de gemeente [woonplaats gedaagde partij] op een geheim adres,
gedaagde partij,
verder te noemen [gedaagde partij] ,
gemachtigde mr. M.M.F. Starmans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Tickets4U vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 612,62, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Aan haar vordering legt Tickets4U ten grondslag de door [gedaagde partij] bestelde maar onbetaald gelaten vier (entree)kaarten voor Decibel Outdoor d.d. 20 augustus 2011. Gedaagde heeft online het bestelproces doorlopen met een extra check door een toegezonden unieke code, de tickets besteld, de bestelling niet geannuleerd, waardoor [gedaagde partij] de aankoopprijs verschuldigd is.
2.3.
[gedaagde partij] voert verweer en stelt zich op het standpunt nimmer deze tickets bij Tickets4U besteld te hebben. [gedaagde partij] gebruikt zelf zijn e-mail niet en heeft ook geen e‑mailberichten van Tickets4U gezien/ontvangen. De door Tickets4U gestelde aanmaningen en sommaties heeft [gedaagde partij] niet, met uitzondering van de brieven vanaf 11 mei 2017, ontvangen. [gedaagde partij] beroept zich op verjaring ex artikel 3:307 BW.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Als meest verstrekkende verweer doet [gedaagde partij] een beroep op verjaring (ex artikel 3:307 BW). Dit zal derhalve als eerste beoordeeld worden.
3.2.
Tickets4U stelt zich op het standpunt dat de verjaring rechtsgeldig is gestuit middels de sommatiebrief van 8 april 2013.
Artikel 3:37 lid 3 BW houdt in dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt. Met betrekking tot een schriftelijke verklaring geldt als uitgangspunt dat deze de geadresseerde heeft bereikt als deze door hem is ontvangen. Indien de geadresseerde betwist de verklaring te hebben ontvangen, brengt een redelijke, op de behoeften van de praktijk afgestemde, uitleg mee dat de afzender in beginsel feiten en omstandigheden dient te stellen en zonodig te bewijzen waaruit volgt dat de verklaring door hem is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde aldaar door hem kon worden bereikt, en dat de verklaring daar is aangekomen. Als adres in vorenbedoelde zin geldt in beginsel – behoudens andersluidend beding – de woonplaats van de geadresseerde in de zin van artikel 1:10 BW, dan wel, indien de mededeling een zakelijke kwestie betreft, het zakelijk adres van de geadresseerde, en voorts het adres waarvan de afzender op grond van de verklaringen of gedragingen van de geadresseerde mocht aannemen dat deze aldaar door hem kon worden bereikt, bijvoorbeeld diens postbus, e-mailadres of een ander adres dat bij recente contacten tussen partijen door de geadresseerde is gebruikt (HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4104).
3.3.
De aanmaningen van 8 maart 2013 en 8 april 2013 zijn gestuurd naar het (geheim) adres waar gedaagde partij op dat moment (en ook thans nog) in de Basisregistratie Personen stond (staat) ingeschreven. Gelet hierop en het in 3.2. geformuleerde uitgangspunt kan [gedaagde partij] niet volstaan met de mededeling de brieven niet te hebben ontvangen. Het had op de weg van [gedaagde partij] gelegen ter zake meer te stellen en te onderbouwen. Dit heeft [gedaagde partij] niet gedaan zodat ervan uit moet worden gegaan dat gedaagde partij de betreffende aanmaningen, althans één van de aanmaningen, wel heeft ontvangen. Gelet op de betrouwbare postbezorging in Nederland is immers niet aannemelijk dat [gedaagde partij] beide brieven niet heeft ontvangen. Het beroep op verjaring ex artikel 3:307 BW slaagt derhalve niet.
3.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van consumentenkoop. De
koop van het recht om toegang te verkrijgen tot een bepaald evenement moet worden beschouwd als de koop van een vermogensrecht. Op grond van artikel 7:48 BW zijn de bepalingen van titel 1 van boek 7 BW inzake koop ook van toepassing op de koop van vermogensrechten, tenzij de aard van het recht zich hiertegen verzet. Naar het oordeel van de kantonrechter verzet de aard van het recht zich bij het kopen van een toegangskaartje voor een evenement niet tegen toepasselijkheid van de bepalingen van consumentenkoop. Tussen partijen is voorts niet in geschil dat Tickets4U handelt in de uitoefening van een bedrijf en dat [gedaagde partij] een particulier is, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De korte verjaringstermijn van artikel 7:28 BW is dan ook van toepassing op een dergelijke koopovereenkomst.
3.5.
Tussen de door Tickets4U verzonden aanmaningsbrieven van 8 maart 2013/8 april 2013 en 11 mei 2017 zit een periode van meer dan twee jaren. Gesteld noch gebleken is dat Tickets4U de verjaring heeft gestuit door zich in die periode jegens [gedaagde partij] het recht van nakoming ondubbelzinnig voor te behouden. De vordering tot nakoming van betaling van de koopprijs is daarom verjaard en zal, evenals de nevenvorderingen, worden afgewezen.
3.6.
Nu de vordering wegens verjaring wordt afgewezen komt de kantonrechter niet toe aan een beoordeling van het inhoudelijk door [gedaagde partij] gevoerde verweer.
3.7.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig Tickets4U toe te laten tot nadere bewijslevering.
3.8.
Tickets4U zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagde partij] worden begroot op € 200,00 (2 x tarief € 100,00) ter zake salaris gemachtigde. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
3.9.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
3.10.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vordering af,
4.2.
veroordeelt Tickets4U in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde partij] gevallen en tot op heden begroot op € 200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt Tickets4U onder de voorwaarde dat zij niet binnen 2 weken na aanschrijving door [gedaagde partij] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 50,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst – voor zoveel nodig – het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: