Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- het letsel dat blijkens het autopsierapport met een mes aan het slachtoffer is toegebracht, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden; het letsel bestond uit acht steekwonden in de voorzijde van de borstkas, drie steekwonden liepen door tot diep in de borstkas, twee daarvan zijn volledig doorgedrongen tot in de rechterlong en zijn de grootste oorzaak van het dodelijke bloedverlies, en vier steekwonden in de rug;
- de bloedsporen in en rond de taxi, op grond waarvan aannemelijk is dat de steekwonden
- bloedsporen buiten de taxi, bij de poort behorende bij het adres Oude Kerk [huisnummer] te Spaubeek; deze bloedsporen wijzen er op dat het slachtoffer bij de poort in de rug is gestoken; uit het autopsierapport is gebleken dat de steken in de rug vermoedelijk nà de steken in de borst zijn toegebracht;
- nadat de taxi voor de tweede maal bij Oude Kerk te Spaubeek is aangekomen en daar enkele minuten heeft stilgestaan, is de verdachte als bestuurder van de taxi weggereden met in de auto het mes en het lichaam van het slachtoffer; het mes is later aangetroffen in Catsop en daarna door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzocht: er is een DNA-mengprofiel op aangetroffen met DNA van het slachtoffer én van de verdachte;
- het aantreffen van het lichaam van het slachtoffer op een bospad in Isenbruch (D.) en de verklaring van de verdachte dat hij het lichaam op deze plek heeft achtergelaten;
- de verklaring van de verdachte dat hij nadat hij het lichaam in Isenbruch (D.) heeft gelegd, met de taxi en de zich daarin bevindende goederen is weggereden; de taxi is wegens gebrek aan brandstof bij Zoetermeer tot stilstand gekomen en de verdachte is vervolgens bij de taxi weggelopen; nadat hij is aangehouden zijn in zijn looprichting vanaf de taxi tot aan de plaats van de aanhouding onder meer twee beurzen, klaarblijkelijk toebehorende aan het slachtoffer, aangetroffen;
- de verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon van het slachtoffer heeft meegenomen;
De verdachte spreekt hem dan aan en vraagt naar de ritprijs naar de Maastrichterlaan (bij het viaduct) te Beek. Nadat een prijs wordt afgesproken van € 35,00, vertrekt de taxi met de verdachte als passagier op de achterbank om 4:24:45 uur naar Beek. De taxichauffeur gaf aan dat hij ondanks de afgesproken ritprijs wel de taximeter moest aanzetten omdat hij daartoe verplicht is, zodat het geen “zwarte rit” zou zijn. Verdachte vond dat goed. [3] [4] Volgens de taximeter is de meter voor deze taxirit ingeschakeld op 7 mei 2017 om 4:25:07 uur. [5]
Acht steekwonden heeft in de voorzijde van zijn borstkas, waarvan één boven het linker sleutelbeen en vier steekwonden in de linkerzijde van zijn rug.
wijst op een snelle opeenvolging van steken, zonder wezenlijke relatieve beweging tussen de dader en het slachtoffer.
wat erop wijst dat eerst de inwerkingen tegen de rechter voorzijde van de borstkas en daarna tegen de rug plaatsvonden.
één zijde snijdend, stabiel mes met relatief lang lemmet.Het karakter van de steken, zijnde volledig doordringen in de long met harpoenering van het borstvlies aan de achterzijde, beschadiging van het schouderblad en de halswervel,
wijst op een grote hevigheid respectievelijk energie van de inwerkingen.
op een dynamisch gebeuren. De snijwonden aan de buigzijden van beide handen (links duidelijk sterker aanwezig dan rechts) zijn te verklaren als zogenoemde
actieve afweerverwondingen bij het grijpen in het werktuigvan het strafbaar feit. [21]
doodbloeden op grond van steekwonden.
13 minuten na vertrek in Maastricht op de plaats van bestemming is aangekomen. [22]
- want op de juiste wijze gebeurd door het invoeren van daarvoor benodigde codes - uit de BCT gehaald. [31]
wijst op een snelle opeenvolging van steken, zonder wezenlijke relatieve beweging tussen de dader en het slachtoffer. Ook is gebleken dat [slachtoffer] zich actief heeft geweerd tegen deze messteken. Verder is geconcludeerd dat de steekwonden in de rug later zullen zijn toegebracht dan de steekwonden aan de borstkast, en dat uit de aard van die steekwonden blijkt dat daarbij door slachtoffer geen verweer is gevoerd. Het karakter van de steken, ten slotte,
wijst op een grote hevigheid respectievelijk energie van de inwerkingen.De conclusie is dat [slachtoffer] is
doodgebloed als gevolg van de steekwonden. [38]
“Ik vermoed dat [slachtoffer] bedreigd is om op die plaats in Spaubeek in te rijden. Wij zijn met iemand van de politie gaan kijken waar het gebeurd is. Op die plaats is een bos en de huizen die er zijn kunnen dan niet zien wat daar gebeurd. Ik zou daar niet zijn ingereden en ik vermoed [slachtoffer] ook niet, tenzij hij bedreigd werd. Het was ook nog donker.” [40]
voelt nog de hand van de taxichauffeur op zijn schouderen daarna niets meer en rijdt weg. Hij was in paniek, en heeft er ook toen niet aan gedacht te kijken hoe het met de taxichauffeur ging en om de politie of een dokter of ambulance in te schakelen. Hij vertrekt dan naar de locatie in Catsop waar hij even is uitgestapt omdat hij zich niet goed voelde. Hij zag het mes op de vloer bij de achterbank van de taxi liggen en zal het mes weggegooid hebben in paniek. Hij heeft daar ook gezien dat de taxichauffeur niet meer leefde. Hij weet niet waarom hij toen geen hulp heeft ingeschakeld. Hij was in paniek. Hij is vervolgens gaan rijden en kwam toevallig op de locatie in Isenbruch terecht, waar hij het lichaam van de taxichauffeur heeft achtergelaten. Hij heeft het lichaam niet bewust over de grens in Duitsland achtergelaten. Hij kan desgevraagd niet verklaren waarom hij de taxi niet daar, of ergens in de bebouwde kom, bijvoorbeeld in Sittard heeft achtergelaten en de taxi heeft meegenomen. Hij verklaart te zijn gaan rijden en is gereden totdat de benzine op was en hij de taxi heeft achtergelaten op de plaats waar die op 7 mei 2017 is aangetroffen door de politie Den Haag. De verdachte weet niet waarom hij de portemonnees heeft meegenomen en waarom hij vervolgens zich het geld uit de portemonnees en de telefoon van de taxichauffeur heeft toegeëigend. Dat was niet de bedoeling. Maar hij was in paniek. Hij ontkent desgevraagd dat hij tevoren van plan was de taxichauffeur te beroven en bewust deze taxichauffeur te hebben uitgezocht omdat deze de zwakste zou zijn, zoals een van de broers van [slachtoffer] veronderstelt. Hij betwist ook dat hij geen geld bij zich zou hebben gehad, hij had € 50,- bij zich. Hij heeft deze taxichauffeur uitgekozen omdat hij de goedkoopste was. [41]
Dat de verdachte daarbij heeft gehandeld uit noodweer, zoals de verdachte heeft verklaard, blijkt naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze logisch uit de bewijsmiddelen en is naar het oordeel van de rechtbank ook anderszins niet aannemelijk geworden. Integendeel:
Ten eerste blijkt dat op de Maastrichterlaan te Beek, de bestemming is bereikt als afgesproken volgens de afgesproken ritprijs. Dat er dus onenigheid zou kunnen zijn over de ritprijs, is daarmee al niet aannemelijk geworden.
Verder wordt de wijze waarop er in de taxi een worsteling heeft plaatsgevonden volgens de verdachte, weersproken door het sporenbeeld van het bloed in en aan de taxi. Bovendien is bij de verdachte, in tegenstelling tot het slachtoffer, geen enkel letsel vastgesteld.
De rechtbank is voorts van oordeel dat uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen niet aannemelijk is geworden dat [slachtoffer] degene is geweest die het mes bij zich had in de taxi. Dat oordeel impliceert dat het de verdachte is geweest die het mes bij zich droeg toen hij in de taxi stapte.
€ 50,-. Uit onderzoek van de politie is tevens niet gebleken dat de verdachte over bronnen van inkomsten beschikte op 7 mei 2017.
Hiervoor is al vermeld dat de rechtbank wel tot de conclusie is gekomen dat de verdachte toen wel het voornemen had om de taxichauffeur te beroven van zijn geld en/of telefoon en/of taxi. En dat hij daarom een mes bij zich had waarmee hij de taxichauffeur kon bedreigen tot afgifte van zijn goederen.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast, dat de verdachte het mes ook voor dit doel heeft gebruikt. Immers, als al niet eerder, dan heeft de verdachte in elk geval na aankomst voor de eerste maal op de Oude Kerk [huisnummer] te Spaubeek geprobeerd de taxichauffeur te beroven. Kort ervoor is immers de rit als beëindigd ingetoetst op de BCT/taximeter. De taxi heeft daar toen 3 minuten stilgestaan. Blijkbaar heeft de verdachte zijn doel toen aldaar niet (volledig) bereikt omdat [slachtoffer] weerstand bood of de verdachte op andere gedachten probeerde te brengen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en de maatregel
terschikkingstelling, met het bevel dat hij van overheidswege wordt verpleegd. De officier van justitie heeft aan de rechtbank verzocht in de uitspraak tevens het advies op te nemen de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet eerder aan te vangen dan nadat de verdachte twee derde gedeelte van de gevangenisstraf heeft ondergaan.
De verdachte heeft zich daarbij schuldig gemaakt aan een van de ernstigste misdrijven uit het Wetboek van Strafrecht.
Het is evident dat de moord op [slachtoffer] een groot verlies betekent voor zijn familie, zijn ouders en 3 broers, waaronder zijn tweelingbroer. Op de terechtzitting is gebleken dat zij allen psychisch gebroken zijn. De brute wijze waarop het slachtoffer is omgebracht en vervolgens achter is gelaten in het bos, maakt het verlies extra zwaar.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert, zoals dat hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast de
- beveelt dat de ter beschikking gestelde
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde
- veroordeelt de verdachte in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, aan de zijde van [vader slachtoffer] tot op begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde
- veroordeelt de verdachte in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, aan de zijde van [moeder slachtoffer] tot op heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde
- veroordeelt de verdachte in de kosten van de procedure, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van [broer 2] tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde
- veroordeelt de verdachte in de kosten van de procedure, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van [broer 3] tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde
- veroordeelt de verdachte in de kosten van de procedure, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer,
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.