3.2.Woonpunt baseert de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair op de stelling dat [verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] zodanig verwijtbaar gehandeld/nagelaten heeft dat van haar in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (art. 7:669 lid 3, aanhef en onder e BW). Ter onderbouwing daarvan verwijst zij naar het rapport van Hoffmann. Woonpunt voert (samengevat) aan dat uit het rapport (onder meer) blijkt dat:
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] / [naam eenmanszaak] in opdracht van zakelijke relaties van Woonpunt werkzaamheden heeft verricht
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] / [naam eenmanszaak] zakelijke relaties van Woonpunt opdracht heeft gegeven voor het verrichten van werkzaamheden voor [naam eenmanszaak]
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] namens Woonpunt in 2015 en 2016 de verkoop van een grondpositie aan Mulleners Vastgoed B.V. (hierna: Mulleners) heeft begeleid, terwijl hij vanuit [naam eenmanszaak] een opdracht voor Mulleners heeft uitgevoerd
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] twee werknemers van Woonpunt tekenwerkzaamheden heeft laten verrichten voor de opdracht van Mulleners aan [naam eenmanszaak]
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] voor de bouw van de woning van zijn dochter bouwmaterialen bij leveranciers van Woonpunt heeft besteld en de kosten daarvan heeft laten “verschrijven” op meerwerklijsten van projecten van Woonpunt
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] in privé verf en Bio Boxen heeft besteld bij leveranciers van Woonpunt en de kosten daarvan heeft laten “verschrijven” op meerwerklijsten van projecten van Woonpunt
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] onder werktijd van Woonpunt werkzaamheden voor [naam eenmanszaak] heeft verricht door het verzenden van e-mails namens [naam eenmanszaak] en door het houden van een bespreking voor [naam eenmanszaak] ten kantore van Woonpunt
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] bouwkundige inspecties voor [naam eenmanszaak] in de digitale agenda van Woonpunt heeft verantwoord als afspraken namens Woonpunt
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] zakelijke relaties heeft verzocht een tennisvereniging en zijn tennisteam te sponsoren
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] de zakelijke inlogcode van Woonpunt voor het online Kadaster tientallen keren heeft gebruikt voor het opvragen van kadastrale uittreksels voor [naam eenmanszaak]
[verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] zijn zakelijke telefoonnummer van Woonpunt heeft vermeld bij de contactgegevens op de website van [naam eenmanszaak] .
Volgens Woonpunt zijn deze gedragingen van [verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] dusdanig ernstig dat het voor hem duidelijk moet zijn geweest dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Dit geldt volgens Woonpunt temeer daar een en ander uitdrukkelijk in de integriteitscode is verboden. Voorts verwijt zij het [verweerder, verzoeker in het voorwaardelijk tegenverzoek] dat hij de schendingen van de integriteitscode en de aard en omvang van zijn nevenwerkzaamheden lange tijd bewust verzwegen heeft.