Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“mede door de investeringen die zij in het huis heeft gedaan, om alle kamers op de zolderverdieping gereed te maken voor verhuur”.In de brief wordt een schikkingsvoorstel gedaan dat mede
“is (…) gebaseerd op de zeer slechte financiële positie waarin [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] zich momenteel bevindt”.
3.Het geschil
€ 500,00 waarborgsom).
4.De beoordeling
een onzelfstandige woonruimte– in strijd is met een dwingendrechtelijke bepaling in Afdeling 5, Titel 4, van Boek 7 BW.
“Huur maand april 2017 ontvangen van [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] 500,- Euro voldaan”en voorzien van een handtekening die volgens [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] zou zijn. De gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] betwist ter comparitie dat die handtekening van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] is. Dit verweer wordt gepasseerd, omdat de echtheid van de handtekening bij conclusie van antwoord niet is betwist, de handtekening op die kwitantie zeer grote gelijkenis vertoont met de handtekeningen onder de huurovereenkomst, de kwitantie van de huur van maart 2017 en de onder 2.7. aangehaalde brief, waarvan de echtheid niet is betwist, en het handschrift op de kwitantie hetzelfde lijkt te zijn als het handschrift op de kwitantie van de huur van maart 2017, waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] eveneens de echtheid niet heeft betwist. De kantonrechter gaat mitsdien ervan uit dat de huur over de maand april 2017 ten bedrage van € 500,00 - inclusief bijkomende diensten - door [eiser in conventie, verweerder in (voorwaardelijke) reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] is voldaan.
- € 500,00waarborgsom)
4 december 2017 (dag der dagvaarding).
€ 410,06 (inclusief btw) als vergoeding van buitengerechtelijke kosten toewijsbaar is. De
- salaris gemachtigde: €
350,00(2 x tarief € 175,00)
11 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9673). Dit kan anders zijn indien de eis in de voorwaardelijke reconventie ondeugdelijk is of de kosten daarvan nodeloos gemaakt of veroorzaakt zijn, in welke gevallen de kosten voor rekening van de eisende partij in reconventie behoren te worden gelaten. Dat zich hier één van die uitzonderingen voordoet is niet komen vast te staan, zodat de kantonrechter toepassing geeft aan het hiervoor beschreven uitgangspunt van de Hoge Raad.