Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2018 in de zaak tussen
[Naam], te [plaatsnaam], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, die voor zijn uitval als productiemedewerker werkte, had eerder een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze was afgewezen. Na een nieuwe aanvraag in 2016, die door de verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts werd beoordeeld, werd de aanvraag opnieuw afgewezen op basis van een verlies aan verdienvermogen van 15,89%, wat onder de drempel van 35% ligt voor recht op WIA-uitkering. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn beperkingen.
De rechtbank heeft het procesverloop en de medische beoordelingen van de verzekeringsartsen zorgvuldig bekeken. De rechtbank oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek op zorgvuldige wijze was uitgevoerd en dat de bezwaarverzekeringsarts de relevante medische informatie had meegenomen in zijn beoordeling. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe medische feiten waren die de eerdere conclusies van de verzekeringsartsen konden ondermijnen. Eiser had geen overtuigend bewijs geleverd dat de medische beoordeling onjuist was.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het bestreden besluit van de verweerder op een juiste medische grondslag berustte en dat eiser per 25 oktober 2016 geen recht had op een WIA-uitkering. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep.