ECLI:NL:RBLIM:2018:1969

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 februari 2018
Publicatiedatum
28 februari 2018
Zaaknummer
C03/233901/HA ZA 17-186
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfdienstbaarheid en strijdige toestand met betrekking tot doorgang over perceel

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Limburg op 28 februari 2018, staat de vraag centraal of er een met de erfdienstbaarheid strijdige toestand bestaat. De eisers in conventie, wonende te Borgharen, vorderen een verklaring voor recht dat de gedaagden in conventie, ook wonende te Borgharen, met hun aangebrachte veranderingen op de grond voor hun woning in strijd handelen met de gevestigde erfdienstbaarheid. De erfdienstbaarheid, gevestigd in 1959, geeft de eigenaren van het perceel [adres 2] het recht om over de grond van [adres 5] te gaan met voertuigen. De gedaagden in reconventie vorderen op hun beurt de opheffing van de erfdienstbaarheid, stellende dat deze verjaard is.

De rechtbank oordeelt dat er een erfdienstbaarheid ten laste van [adres 5] is gevestigd ten behoeve van [adres 2] en dat de eigenaren van [adres 2] recht hebben op doorgang. De rechtbank stelt vast dat de gedaagden in conventie veranderingen hebben aangebracht die de doorgang belemmeren, en dat deze veranderingen in strijd zijn met de erfdienstbaarheid. De rechtbank wijst de vorderingen van de gedaagden in reconventie af, omdat de erfdienstbaarheid niet is verjaard en de eisers in conventie recht hebben op doorgang. De gedaagden worden veroordeeld tot het verwijderen van de belemmeringen en het betalen van de proceskosten.

De rechtbank benadrukt dat de erfdienstbaarheid niet beperkt is tot één meter breedte, zoals door de gedaagden in reconventie gesteld. De rechtbank legt de gedaagden op om binnen acht weken na betekening van het vonnis de belemmeringen te verwijderen, op straffe van een dwangsom. De vorderingen van de eisers in conventie worden toegewezen, terwijl de vorderingen van de gedaagden in reconventie worden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/233901 / HA ZA 17/186
Vonnis van 28 februari 2018
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. C.S.B.E. Reinders te Maastricht,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

2. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.L.E. Marchal te Maastricht,
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 maart 2017,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende de eis in reconventie,
- het vonnis van 28 juni 2017 waarbij een descente en een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van descente en comparitie van 13 oktober 2017,
- de reactie van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. van 20 oktober 2017 op het proces-verbaal,
- de reactie van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. van 24 oktober 2017 op het proces-verbaal,
- de akte uitlating van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. met het verzoek om vonnis te wijzen,
- de akte verzoek pleidooi van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s.,
- de brief van de griffier van 15 november 2017 waarin staat dat het verzoek om pleidooi wordt afgewezen.
- de brief van de griffier van 17 november 2017 waarin staat dat de rechter geen aanleiding ziet het proces-verbaal te wijzigen,
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1
De woningen op de percelen [adres 1] , [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] te Borgharen (gemeente Maastricht) zijn gelegen aan een hofje. Deze vijf woningen zijn geschakeld, in een L-vorm gebouwd, inhoudende dat vier woningen ( [adres 2 t/m 5] ) naast elkaar
- en daarmee op één rij - zijn gelegen en de vijfde woning ( [adres 1] ) haaks op deze rij staat. Van de vier-op-een-rij gelegen woningen is - wanneer men met het gezicht naar de gevels toestaat - de woning [adres 2] de meest rechter woning en [adres 5] de meest linker woning. Vóór de woningen [adres 1 t/m 5] bevindt zich een strook grond, die - in de breedte - enerzijds wordt begrensd door de gevels van de woningen en anderzijds door een hekwerk. Om vanaf de openbare weg de voorzijde van de woningen te bereiken (en vise versa), dient men over de strook grond te gaan. Ieder van de eigenaren van de percelen [adres 2 t/m 5] is eigenaar van het deel van de strook grond, dat gelegen is vóór zijn gevel tot het hekwerk, over de breedte van zijn woning.
2.2
In 1959 is ten behoeve van [adres 2] een erfdienstbaarheid gevestigd ten laste van [adres 5] . In de leveringsakte akte van 6 juli 1956 - waarbij de eigendom van [adres 2] is overgedragen en een recht van erfdienstbaarheid is gevestigd - staat, voor zover hier van belang:
(…)
De comparant sub I verklaarde te hebben verkocht en mitsdien bij deze in volle en vrije eigendom over te dragen aan de comparant sub II, die verklaarde te hebben gekocht en bij deze in koop en in eigendomsoverdracht aan te nemen:
het huis met erf gelegen aan de [adres 2][later omgenummerd tot [adres 2] ]
te Borgharen, (…)
1. Gemeld perceelsgedeelte is verkocht zo en in de staat als het zich thans bevindt, met alle lusten en lasten, hoedanigheden en gebreken, rechten en gerechtigheden, meer speciaal de hierna vermelde erfdienstbaarheden, doch vrij en onbelast van hypothecaire en/of andere schulden, hypothecaire inschrijvingen, beslagen en/of andere verbanden. (…)
6. Ten behoeve van het aan verkoper in eigendom verbleven resterend gedeelte van voormeld perceel, kadastraal bekend gemeente Borgharen [kadasternummer] , als heersend erf, en ten laste van het bij deze aan koper overgedragen gedeelte van dat perceel, als lijdend erf, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van doorgang, krachtens welke de eigenaar (eigenaren) van het heersend erf en van ieder deel daarvan het recht hebben om over een strook grond ter breedte van ongeveer een meter - welke strook grond gelegen is aan de achterzijde van het bij deze verkochte huis - te voet en al of niet met een fiets, kinderwagen, motor of scooter, kruiwagen en andere dergelijke kleine rij- en/of voertuigen vice versa te gaan.
7. Ten behoeve van het bij deze aan de koper overgedragen gedeelte van vermeld perceel, als heersend erf en ten laste van het aan de verkoper in eigendom verbleven resterend gedeelte van dat perceel, als lijdend erf, wordt hierbij gevestigd de erfdienstbaarheid van doorgang krachtens welke de eigenaar (eigenaren) van het heersend erf het recht hebben om over een strook grond ter breedte van ongeveer een meter - welke strook grond aansluit aan de hiervoor sub 6 bedoelde strook grond en welke gelegen is gedeeltelijk achter de panden aan de [adres 4] en [adres 5][adres 4] is later omgenummerd tot [adres 4] en [adres 5] tot [adres 5] ]
te Borgharen en gedeeltelijk langs de westelijke zijgevel van het pand aan de [adres 5] te Borgharen - te voet en al, of niet met de hiervoor sub 6 bedoelde rij- en/of voertuigen, vice versa te gaan, zomede om over de grond gelegen aan de voorzijde van de op voormeld kadastraal perceel staande huizend, plaatselijk bekend als [adres 4] en [adres 5] en zich uitstrekkend tot de Europastraat vice versa te voet te gaan en met vorenbedoelde rij- en/of voertuigen en/of daarenboven met vier- of meerwielige rij- en/of voertuigen vice versa te rijden.
2.3
[adres 2] behoort sinds 1987 in eigendom toe aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. zijn sinds 1997 eigenaar van [adres 5] . In de leveringsakte van [adres 5] van
1 juli 1997 is de reeds in 1959 ten laste van dit perceel gevestigde erfdienstbaarheid (2.2) (woordelijk) overgenomen.
2.4
In 1993 is er aan de voorzijde van de woningen op de perceelgrens [adres 4] en [adres 3] een voortuintje met buxus haag geplant, en is er op de strook grond vóór de woningen [adres 5] en [adres 4] een bloembak aangebracht.
2.5
In 1994 zijn [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. en [naam toenmalige eigenaren] , de toenmalig eigenaren van [adres 1] , overeengekomen dat zij, zowel [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. als [naam toenmalige eigenaren] , hun auto’s niet meer vóór de woningen [adres 2] en [adres 1] - en daarmee op het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. - plaatsen. Deze afspraak heeft geresulteerd in het over en weer vestigen van erfdienstbaarheden bij notariële akte van 21 juni 1994. In deze akte staat, voor zover hier van belang:
(…)
2. zowel [eisers in conventie, verweerders in reconventie] alsmede de familie [naam toenmalige eigenaren] zullen hun auto’s niet meer plaatsen op het pleintje waaraan hun woningen zijn gelegen; (…)
3. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen twee bloembakken aanbrengen, die zij ook ordentelijk zullen onderhouden;
één bloembak zal worden geplaatst met inachtneming van een afstand tot de voorgevel van de woning van [naam toenmalige eigenaren] van vijfenzeventig centimeter; (…)
de andere bloembak zal worden geplaatst voor het woonkamerraam van de woning van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en zal de breedte hebben van dat raam; (…)
4. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen ervoor zorgdragen dat tussen beide bloembakken een doorgang van tenminste een meter en vijfentwintig centimeter zal bestaan, zodat zowel zij als de familie [naam toenmalige eigenaren] hun eigen woningen kunnen bereiken;
5. Partijen verlenen over en weer aan elkaar het recht van overpad over hun op het plein gelegen panden en vestiging over en weer thans het recht van erfdienstbaarheid terzake; (…) .
2.6
In september 2016 hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. de vóór hun woning gelegen en aan hen toebehorende grond opnieuw ingericht. Daarbij hebben [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. de bestrating vernieuwd, een tuinbed met heg aangebracht en een grindbak met boompje en verlichting gerealiseerd. Tevens is de oude bloembak gelegen vóór de woningen [adres 5] en [adres 4] (2.4) afgebroken en opnieuw opgemetseld.

3.Het geschil

in conventie
3.1
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. vorderen - samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. een verklaring voor recht dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. met de door hen op de grond voor de woning gelegen aan de [adres 5] aangebrachte en in het lichaam der dagvaarding omschreven veranderingen in strijd met de gevestigde erfdienstbaarheid handelen,
2. een verklaring voor recht dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. door op de grond voor de woning gelegen aan de [adres 5] te parkeren in strijd met de gevestigde erfdienstbaarheid handelen,
3. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de inbreuken - het niveauverschil in bestrating, het gebogen tuinbed met heg, de grindbak met boompje en verlichting en alle andere inbreuken die de doorgang verhinderen - op het recht van erfdienstbaarheid van eisers, ongedaan te maken c.q. weg te nemen en zich voortaan van deze en soortgelijke inbreuken te onthouden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van primair € 1.000,- per dag, met een maximum van
€ 50.000,-, en subsidiair door de rechtbank nader te bepalen,
4. hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. in de proceskosten met inbegrip van de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van verzuim.
3.2
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. leggen hieraan ten grondslag dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. met de door hen op de grond voor de woning aangebrachte veranderingen - bestaande uit het niveauverschil in bestrating tussen de parkeerplaats en de rest van de betegeling, het tuinbed met de daarin aanwezige heg en de grindbak met daarin een boompje en verlichting - in strijd handelen met de gevestigde erfdienstbaarheid. Deze veranderingen staan eraan in de weg dat doorgang over [adres 5] plaatsvindt zowel richting [adres 2] als naar het pad lopende langs de woning van en behorende tot [adres 5] . Dit pad geeft toegang tot de achterzijde van de woning van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover hier van belang nader ingegaan.
in reconventie
3.4
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. vorderen - samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. primair een verklaring voor recht dat de erfdienstbaarheid verjaard is, voor zover het de doorgang aan de voorzijde van het pand [adres 5] met rij- en/of voertuigen en/of vier- of meerwielige rij en/of voertuigen met een breedte van meer dan één meter betreft, dan wel subsidiair de opheffing van de erfdienstbaarheid, voor zover het de doorgang aan de voorzijde van het pand [adres 5] met rij- en/of voertuigen en/of vier- of meerwielige rij en/of voertuigen met een breedte van meer dan één meter betreft,
2. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. te veroordelen om mee te werken aan het opstellen van een nieuwe akte van erfdienstbaarheid en ondertekening daarvan, in welke akte de uitoefening van de erfdienstbaarheid van doorgang, gevestigd ten laste van het perceel [adres 5] als dienend erf en ten gunste van perceel [adres 2] als heersend erf, te beperken tot het recht van doorgang met rij- en/of voertuigen en/of vier- of meerwielige rij- en/of voertuigen met een breedte van niet meer dan één meter,
3. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. te veroordelen in de proceskosten.
3.5
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. leggen hieraan primair verjaring van de erfdienstbaarheid ten grondslag, voor zover de erfdienstbaarheid ziet op de doorgang van rij- of voertuigen die breder zijn dan één meter. In 1993 heeft de toenmalige eigenaar van [adres 3] een voortuintje aangelegd, waardoor er sindsdien over dit perceel geen doorgang van voertuigen van breder dan één meter heeft kunnen plaatsvinden. Aangezien het recht van doorgang naar het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. naar zijn aard en strekking slechts kan bestaan op een eenduidige wijze en omvang van doorgang, is de beperking van de doorgang door [adres 3] bepalend voor de inhoud en omvang van de erfdienstbaarheid gevestigd ten laste van [adres 5] . Daarmee is de verjaringstermijn voor de erfdienstbaarheid voor [adres 5] in 1993 gaan lopen en is met ingang van september 2013 de erfdienstbaarheid voor zover deze ziet op voertuigen breder dan één meter verjaard, aldus [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. Ook zelfstandig en daarmee los van de ten aanzien van [adres 3] heersende juridische situatie is, aldus [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s., de erfdienstbaarheid met betrekking tot [adres 5] verjaard, nu er sinds eind 1993 geen rij- of voertuigen van meer dan één meter breed over de voorzijde van [adres 5] zijn gegaan of gereden en de toenmalige eigenaren van [adres 5] sinds eind 1993 regelmatig hun auto parkeerden vóór het pand [adres 5] waardoor de opgang voor een auto richting [adres 2] onmogelijk werd gemaakt. Daarbij is het niet aannemelijk dat de mogelijkheid van uitoefening van de volle omvang - de doorgang van rij- en voertuigen van breder dan één meter - van de oorspronkelijke erfdienstbaarheid of het redelijk belang daarbij zal terugkeren gezien de verwezenlijking van het voortuintje door de toenmalig eigenaar van [adres 3] in 1993 en de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. en de voormalige eigenaren van [adres 1] over en weer gevestigde erfdienstbaarheden waarbij het verboden is om met een auto bij [adres 2] en [adres 1] te komen. Subsidiair doen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. een beroep op artikel 5:79 BW inhoudende opheffing van de erfdienstbaarheid voor zover deze ziet op de doorgang van rij- en voertuigen van breder dan één meter, nu de doorgang sinds 1993 is verminderd. Meer subsidiair beroepen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. zich op misbruik van recht, nu [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. een puur theoretisch recht proberen te handhaven dat sinds 1993 praktisch slechts uitvoerbaar is voor rij- en voertuigen van niet meer dan één meter.
3.6
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover hier van belang nader ingegaan.

4.De beoordeling

in reconventie en in conventie
4.1
De rechtbank zal vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie beide zaken gezamenlijk behandelen.
4.2
Tussen partijen staat niet ter discussie dat er een recht van erfdienstbaarheid ten laste van [adres 5] is gevestigd ten behoeve van [adres 2] en dat de eigenaren van [adres 2] op grond van de erfdienstbaarheid zoals in de vestigingsakte omschreven (2.2) doorgang hebben over de grond gelegen vóór de [adres 5] . Zij mogen dit te voet doen, maar mogen ook met rij- en/of voertuigen en/of vier- of meerwielige voertuigen over deze grond rijden, waarbij de breedte van de doorgang ten tijde van de vestiging
nietbeperkt was tot één meter. In geding is of de doorgang inmiddels wel
- zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. stellen - in breedte beperkt is tot één meter.
4.3.1
Wanneer er een met de erfdienstbaarheid strijdige toestand bestaat, dan heeft de eigenaar van het erf ten behoeve waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd een rechtsvordering tot opheffing daarvan. Deze rechtsvordering tot opheffing verjaart na twintig jaar (artikel 3:306 BW). Indien de strijdige toestand aan de uitoefening van de erfdienstbaarheid in de weg staat en de rechtsvordering tot opheffing van deze strijdige toestand is verjaard, heeft dit tot gevolg dat ook de erfdienstbaarheid tenietgaat. Wanneer de strijdige toestand aan een deel van de uitoefening van de erfdienstbaarheid in de weg staat, zal met het verjaren van de rechtsvordering tot opheffing niet de gehele erfdienstbaarheid tenietgaan, maar zal de erfdienstbaarheid slechts tenietgaan voor dat gedeelte waarvan uitoefening niet meer mogelijk is.
4.3.2
De vraag rijst of er een met de erfdienstbaarheid strijdige toestand bestaat waardoor
- voor de duur van 20 jaar - de doorgang over de grond vóór [adres 5] is beperkt tot één meter. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. stellen dat deze situatie zich pas voordoet vanaf september 2016, sinds [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. de bestrating hebben vernieuwd, en zij een tuinbed en een grindbak op het perceel [adres 5] hebben gerealiseerd (2.6). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. zijn van mening dat deze situatie zich reeds sinds 1993 voordoet. Sindsdien heeft de toenmalige eigenaar van [adres 3] een voortuintje aangelegd (2.3), rijden er geen rij- of voertuigen van meer dan één meter breedte over de voorzijde van [adres 5] en parkeerden de toenmalige eigenaren van [adres 5] sinds eind 1993 regelmatig hun auto voor het pand [adres 5] waardoor de opgang voor een auto richting [adres 2] onmogelijk was.
4.3.3
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. hebben bij de conclusie van antwoord in reconventie gesteld dat zij
- dan wel anderen ten behoeve van hen - tot de herinrichting in het najaar van 2016 (2.6) met voertuigen van breder dan één meter over de grond van [adres 5] zijn gegaan. Ze hebben van de momenten dat er doorgang over [adres 5] heeft plaatsgevonden een lijst overgelegd (productie 14) die ziet op de periode 1995 tot en met 2016. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hebben ter comparitie bevestigd dat in het verleden (vóór 2016) gebruik is gemaakt van het recht op doorgang met voertuigen breder dan één meter, bijvoorbeeld toen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. hun gevel hebben laten stuken. De andere op voornoemde lijst opgenomen momenten van doorgang zijn voorts niet (onderbouwd) weersproken. Dit betekent niet alleen dat doorgang met voertuigen van meer dan één meter mogelijk was, maar ook dat hiervan gebruik is gemaakt. Van verjaring is dan ook geen sprake. Dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s., om welke reden dan ook, niet tot aan hun eigen perceel kunnen doorrijden en zij - gezien de over en weer ten behoeve en ten laste van [adres 1] (2.5) - niet voor hun eigen deur mogen respectievelijk kunnen parkeren, doet niet af aan hun recht van
doorgangover [adres 5]
. De rechtbank benadrukt dat de erfdienstbaarheid ziet op een recht van doorgang, en dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. op grond van deze erfdienstbaarheid niet het recht hebben op [adres 5] te parkeren.
4.4
Ingevolge artikel 5:79 BW kan de rechter de erfdienstbaarheid op vordering van de eigenaar van het dienende erf opheffen, indien de uitoefening daarvan onmogelijk is of de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heeft en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren. Dit artikel is slechts van toepassing in geval een gehele opheffing van de erfdienstbaarheid wordt geëist (ECLI:NL:RBOVE:2013:2629). Nu [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. geen gehele opheffing van de erfdienstbaarheid vorderen, kan een beroep op artikel 5:79 BW alleen al om die reden niet slagen. De rechtbank merkt ten overvloede op dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. voorts onvoldoende hebben onderbouw waarom
doorgangover [adres 5] onmogelijk is, dan wel [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. geen belang bij een recht op doorgang hebben.
4.5
Het beroep op misbruik van recht kan evenmin slagen nu zoals onder 4.3.3 overwogen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. in ieder geval in het recente verleden wel degelijk gebruik hebben gemaakt van de doorgang door voertuigen van breder dan één meter. Van handhaving van een puur - zoals door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. gesteld - theoretisch recht is dan ook geen sprake.
4.6
Op grond van hetgeen onder 4.3.3, 4.4 en 4.5 is overwogen, is het recht van erfdienstbaarheid zoals verwoord in de leveringsakte van 6 juli 1959 (2.2) onverkort van toepassing. Dit betekent dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. een erfdienstbaarheid van doorgang hebben voor onder andere ‘rij- en/of voertuigen en/of vier- en meerwielige rij- en/of voertuigen’, waarbij de breedte van deze voertuigen niet beperkt is tot één meter. De vorderingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. worden dan ook afgewezen.
4.7.1
Nu doorgang met rij- en voertuigen breder dan één meter mogelijk was tot de herinrichting van de grond vóór [adres 5] in september 2016, dienen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. de aan de doorgang van voornoemde rij- en voertuigen in de weg staande objecten te verwijderen. Dit betekent in concreto dat de grindbak met boom en verlichting
- voor zover deze op de grond van [adres 5] staan, de eigenaar van [adres 4] is immers niet gedagvaard - dient te worden verwijderd, en ook het tuinbed met de daarin aanwezige heg dient te worden aangepast voor zover deze de doorgang over [adres 5] verhindert. Tijdens de descente is door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. gesteld dat de bocht naar het pad lopende langs en behorende tot [adres 5] (richting de achterzijde van de woningen [adres 2 t/m 5] ) door het plaatsen van het tuinbed en de heg te krap was om de draai met de fiets te kunnen maken. Het tuinbed is, zo bevestigen partijen, nadat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. over de te krappe draaicirkel hebben geïnformeerd, aangepast, waardoor de toegang tot dit pad (met fiets en steekwagen) mogelijk is. Hoewel het tuinbed
- zoals vormgegeven ten tijde van de descente - niet strijdig is met het recht op doorgang naar het pad, zal bij het aanpassen van het tuinbed (uiteraard) de doorgang naar het pad gerespecteerd moeten worden.
4.7.2
De rechtbank heeft tijdens de descente waargenomen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. verschillende stenen hebben gebruikt voor het bestraten van de grond vóór [adres 5] . De rechtbank heeft niet weggenomen dat de gekozen bestrating het recht van doorgang belemmert. Nu [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. niet hebben onderbouwd waarom - voor zover al sprake is van een niveauverschil - dit aan het recht op doorgang in de weg staat, ziet de rechtbank geen aanleiding [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. te veroordelen tot het aanpassen van de bestrating.
4.7.3
De grindbak met boom en verlichting (voor zover gelegen op perceel [adres 5] ) en het tuinbed met heg dienen te worden verwijderd respectievelijk te worden aangepast, zodat doorgang over het perceel [adres 5] mogelijk is (4.7.1). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. worden hier hoofdelijk toe veroordeeld. De gevorderde dwangsom zal eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank termen aanwezig ziet om de hoogte van de dwangsom te matigen als hierna in het dictum te bepalen en daaraan het eveneens in het dictum te vermelden maximum te verbinden. De rechtbank zal voorts een redelijke termijn bepalen (acht weken na betekening van dit vonnis) waarbinnen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. tot verwijdering respectievelijk aanpassing dient over te gaan.
4.8
Voor de ontvankelijkheid van een vordering tot een verklaring voor recht is vereist dat eiser een concreet belang in de zin van artikel 3:303 BW heeft bij die vordering. Daarnaast dient voor toewijzing van een dergelijke vordering te zijn voldaan aan het vereiste van artikel 3:302 BW dat de verklaring slechts wordt gegeven op vordering van een bij de rechtsverhouding onmiddellijk betrokken persoon. Wanneer een verklaring voor recht wordt gevorderd, moet de eiser zijn belang aantonen. De Hoge Raad heeft deze eis aldus uitgewerkt dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn gesteld of gebleken die het wenselijk maken dat de aanspraken van eiser door een verklaring van recht worden veiliggesteld (HR 30 maart 1951, NJ 1952, 29). De door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. gevorderde verklaringen worden afgewezen, nu zij hebben nagelaten te onderbouwen wat hun concreet - na toewijzing van de vordering de inbreuken te verwijderen resterende - belang is bij de gevorderde verklaringen.
4.9
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten zowel in conventie als in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. worden in conventie begroot op:
- dagvaarding € 101,11
- griffierecht € 287,00
- salaris gemachtigde
€ 904,00(2 punten x € 452,-)
Totaal: € 1.292,11
4.1
De kosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. in reconventie worden begroot op € 452,- (1 punt).
4.11
De gevorderde nakosten in conventie zullen op de hierna in het dictum weergegeven wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hoofdelijk, inhoudende dat als de één aan de veroordeling voldoet de ander is gekweten, tot het verwijderen van de grindbak met boom en verlichting (voor zover gelegen op perceel [adres 5] ) en aanpassing van het tuinbed met heg binnen 8 weken na betekening van dit vonnis zulks op straffe van een dwangsom van
€ 250,- per dag dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. daarmee in gebreke blijven, zulks tot een maximum van
€ 10.000,-,
5.2
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hoofdelijk, zoals voormeld, in de proceskosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. tot op heden begroot op € 1.292,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag van algehele voldoening,
5.3
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hoofdelijk, zoals voormeld, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6
wijst de vorderingen af,
5.7
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] c.s. hoofdelijk, zoals voormeld, in de proceskosten aan de
zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. tot op heden begroot op € 452,- te vermeerderen met de wettelijke
rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag van algehele voldoening,
Dit vonnis is uitgesproken door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken.
Type: KH