Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling op 15 februari 2018
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 99,91
- griffierecht € 79,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert een vrouw in kort geding haar ex-vriend te veroordelen tot ontruiming van de huurwoning, waar zij beiden contractueel huurder van zijn. De vrouw heeft aangifte gedaan van mishandeling door de ex-vriend en heeft recent de relatie verbroken. De ex-vriend heeft eerder aangegeven de woning te willen verlaten, maar heeft zijn belofte niet nagekomen. De vrouw stelt dat de gespannen en gewelddadige thuissituatie nadelig is voor hun kinderen en vordert dat de ex-vriend de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis verlaat. De kantonrechter overweegt dat de vordering toewijsbaar is, gezien het spoedeisend belang en de omstandigheden van het geval. De rechter wijst de vordering toe, maar wijst de machtiging voor ontruiming met behulp van de sterke arm af, omdat dit overbodig is. De ex-vriend wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.