ECLI:NL:RBLIM:2018:10180
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst van een werkneemster met wsw-indicatie na ernstige wanprestatie
In deze zaak verzoekt de werkgever, het openbaar lichaam WOZL, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werkneemster die een wsw-indicatie heeft. De kantonrechter heeft in een tussenbeschikking de werkgever opgedragen om een nieuw deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV, omdat er onduidelijkheid bestond over een eerder deskundigenoordeel. Na het overleggen van het nieuwe deskundigenoordeel en het nemen van aktes door beide partijen, heeft de kantonrechter de eindbeschikking gegeven. De arbeidsovereenkomst is ontbonden op grond van artikel 7:686 BW, omdat er sprake was van een ernstige wanprestatie van de werkneemster. Deze wanprestatie werd gelijkgesteld aan ernstig verwijtbaar handelen, waardoor de werkneemster, ondanks haar kwetsbare positie, geen recht had op een transitievergoeding. Daarnaast werd een nevenvordering van de werkgever tot terugvordering van onverschuldigd betaald loon afgewezen, omdat dit in strijd zou zijn met de eisen van goed werkgeverschap. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster niet de dupe mocht worden van een fout van het UWV.