Op 5 oktober 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van ladingdiefstal. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 september 2017, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie voerde aan dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal van parfumartikelen uit een vrachtwagen. Dit bewijs bestond uit camerabeelden, aangiftes en verklaringen van verbalisanten. De verdediging betwistte de betrokkenheid van de verdachte en stelde dat er onvoldoende bewijs was voor zijn rol in de diefstal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten in vereniging hebben gehandeld en dat de bijdrage van de verdachte aan de ladingdiefstal van voldoende gewicht was om te spreken van medeplegen. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte samen met anderen in de nacht van 23 op 24 februari 2017 parfumartikelen heeft weggenomen uit een vrachtwagen in Peel en Maas. De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uur, in plaats van een gevangenisstraf, omdat er geen eerdere veroordelingen waren en de verdachte uitzicht had op werk. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 9, 22c, 22d, en 311 van het Wetboek van Strafrecht.