Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 95,77
- griffierecht 462,00
- gemachtigde salaris
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 mei 2017, is de eisende partij, de rechtspersoon naar buitenlands recht HOIST KREDIT AB, gevestigd te Stockholm, een vordering gestart tegen de gedaagde partij, die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag dat voortvloeit uit een overeenkomst die betrekking heeft op een koop op afbetaling en een abonnement voor telecommunicatiediensten. De kantonrechter heeft ambtshalve de overeenkomst beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat het deel van de vordering dat betrekking heeft op de koop op afbetaling niet voldoet aan de wettelijke eisen. Dit deel van de vordering werd dan ook afgewezen.
Daarnaast werd het abonnementsdeel van de vordering gematigd, omdat de gedaagde partij geen gebruik meer kon maken van de telecommunicatiediensten. De kantonrechter oordeelde dat het in rekening brengen van resterende maandtermijnen onredelijk bezwarend was, gezien de omstandigheden. De rechter heeft de schadevergoeding geschat op 50% van de resterende maandtermijnen, wat resulteerde in een totale hoofdsom van € 626,80.
De eisende partij heeft ook aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, die door de kantonrechter tot een bedrag van € 94,02 zijn toegewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 657,77. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 720,82, vermeerderd met wettelijke rente.