Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 maart 2017, met de producties 1 tot en met 13,
- de brief van BLM van 12 april 2017, met onder meer een verzoek tot tussenkomst, althans voeging, met de producties 1 tot en met 4,
- de brief van de Gemeente van 13 april 2017, met de producties 1 tot en met 3,
- de producties 14 tot en met 27 van CT-Plus,
- de mondelinge behandeling van 20 april 2017,
- de pleitnota van CT-Plus,
- de pleitnota van de Gemeente,
- de pleitnota van BLM, tevens incidentele conclusie tot tussenkomst, althans voeging.
2.Het incident
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Spoedeisend belang
816,00
6.De beslissing
- aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 1.434,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,
- aan de zijde van BLM tot op heden begroot op € 1.434,00,