ECLI:NL:RBLIM:2017:3003

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 maart 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
5260631 OV VERZ 16-188
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in een geschil over financiële compensatie bij vluchtvertraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg zich gebogen over de bevoegdheid om kennis te nemen van een vordering van [verzoekster] c.s. tegen Jetairfly.com, naar aanleiding van een vertraagde vlucht. De vordering betreft financiële compensatie op basis van EU-verordening 261/2004, die luchtvaartmaatschappijen verplicht om compensatie te bieden bij langdurige vertragingen. De verzoekster heeft een pakketreis geboekt via L’TUR, waarbij de vlucht door Jetairfly.com werd uitgevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen [verzoekster] c.s. en L’TUR als een pakketreis kan worden gekwalificeerd, wat betekent dat de consument bescherming geniet onder de Europese regelgeving.

Jetairfly.com heeft betoogd dat de kantonrechter niet bevoegd is, omdat de overeenkomst met L’TUR zou zijn en niet met hen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vordering terecht is ingesteld tegen Jetairfly.com, omdat zij de vlucht heeft uitgevoerd en dus verantwoordelijk is voor de compensatie. De kantonrechter heeft ook de argumenten van Jetairfly.com over de toepasselijkheid van Belgisch recht en verjaring verworpen.

De beslissing van de kantonrechter is dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en dat Jetairfly.com de gelegenheid krijgt om inhoudelijk op de vordering te reageren. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen, waarbij de partijen in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over het toepasselijke recht. De beschikking is uitgesproken door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer 5260631 OV VERZ 16-188
Beschikking van 29 maart 2017
op een verzoek van
[verzoekster],
wonend [woonplaats] aan de [adres] ,
verzoekster,
gemachtigde EuClaim B.V.,
met betrekking tot
TUI AIRLINES BELGIUM N.V. tevens h.o.d.n. JETAIRFLY.COM,
gevestigd te 1930 Zaventem, 40 P Box 1, Luchthaven Brussel Internationaal,
verweerder,
gemachtigde voorheen I. Decoster, legal advisor bij Jetairfly, thans mr. M. Lustenhouwer (Van Traa Advocaten)
Partijen zullen hierna (ook) [verzoekster] c.s. en Jetairfly.com worden genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beslissing van de kantonrechter van 30 november 2016
- de fax van Jetairfly.com waarbij mr. Lustenhouwer voornoemd meedeelt dat zij de gemachtigde van Jetairfly.com is en dat beide partijen onder opgave van verhinderdata pleidooi vragen
- de akte houdende producties van Jetarifly.com, ter griffie ontvangen op 9 en 10 februari 2017
- de akte houdende producties van [verzoekster] c.s., ter griffie ontvangen op 9 en 10 februari 2017
- het pleidooi waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren die overeenkomstig de door hen aangeleverde pleitnota’s hebben gepleit
- het proces-verbaal van het pleidooi.
1.2.
Beschikking is vervolgens bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De vordering van [verzoekster] c.s. is een cumulatie van de vorderingen van [verzoekster] , [naam echtgenoot] en [naam] van ieder € 600,00, te vermeerderen met buitengerechtelijke
incassokosten van primair € 363,00 en subsidiair € 270,00, met de wettelijke rente en met de proces- en nakosten.
2.1.1.
[verzoekster] en [naam echtgenoot] zijn met L’TUR overeengekomen dat zij op vrijdag 10 oktober 2014 om 15:35 met vlucht JAF 103 door Jetairfly.com vervoerd zouden worden van Cancun Airport, Mexico naar Brussel Zaventem National Airport, België waar zij op zaterdag 11 oktober 2014 om 09:00 uur zouden aankomen. Jetairfly.com heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd waardoor [verzoekster] en [naam echtgenoot] met vlucht JAF 504 vanuit Cancun Airport, Mexico op zaterdag 11 oktober 2014 om 08:35 uur zijn vertrokken en op zondag 12 oktober 2014 om 01.20 uur te Brussel Zaventem National Airport, België zijn aangekomen.
2.1.2.
[naam] is overeengekomen dat hij door Jetairfly.com op vrijdag 10 oktober 2014 om 13:50 uur met vlucht JAF 504 vervoerd zou worden van Juan Gualberto Gomez Airport, Varadero, Cuba naar Brussel Zaventem National Airport, België waar hij op zaterdag 11 oktober 2014 om 08:20 zou aankomen. Jetairfly.com heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd waardoor [naam] met vlucht JAF 504 vanuit Juan Gualberto Gomez Airport, Varadero, Cuba op zaterdag 11 oktober 2014 om 06:50 uur is vertrokken en op zondag 12 oktober 2014 om 01.20 uur te Brussel Zaventem National Airport, België is aangekomen.
2.1.3.
[verzoekster] c.s. en hun gemachtigde hebben Jetairfly.com meerdere keren tevergeefs aangeschreven om hun aanspraken op basis van Verordening 261/2004 kenbaar te maken.
2.1.4.
Bij brief van 11 december 2014 heeft de gemachtigde van [verzoekster] c.s. de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten aangezegd.
2.1.5.
Ter griffie van deze rechtbank is op 25 juli 2016 het vorderingsformulier met bijlagen van de Europese procedure voor geringe vorderingen van [verzoekster] c.s. ontvangen.
2.1.6.
Ter griffie van deze rechtbank is op 18 augustus 2016 het antwoordformulier C met bijlagen van Jetairfly.com ontvangen.
2.1.7.
Alle partijen wonen c.q. zijn gevestigd in een lidstaat van de EU en [verzoekster] c.s. hebben in hun hoedanigheid van consument de onderwerpelijke overeenkomsten met het Duitse reisbureau L’TUR gesloten.

3.Het geschil

3.1.
Jetairfly.com stelt dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de onderhavige vordering kennis te nemen, dat op de onderwerpelijke vordering Belgisch recht van toepassing is en dat naar Belgisch recht de vordering is verjaard.
3.2.
[verzoekster] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal de kantonrechter, indien nodig nader ingaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak thans over de bevoegdheid van de kantonrechter ten aanzien van de vorderingen van [verzoekster] c.s. die zij op grond van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (hierna: de
Verordening) tegen Jetairfly.com hebben ingesteld en waartegen Jetairfly.com een incident tot onbevoegdheid heeft opgeworpen.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat hij de stellingen van [verzoekster] c.s., dat hun het doel van Jetaifly.com van het opwerpen van het bevoegdheidsincident ontgaat, dat daarmee de rechtsgang wordt gefrustreerd en misbruik van procesrecht wordt gemaakt, zal passeren nu Jetairfly.com het recht om dit verweer te voeren toekomt en zij bij de eerste gelegenheid in de onderwerpelijke procedure (bij antwoordformulier C) daarvan gebruik heeft gemaakt. Bovendien hebben nadien beide partijen om pleidooi verzocht.
4.3.
Jetairfly.com stelt dat [verzoekster] c.s. niet met haar doch met L’TUR een overeenkomst voor vervoer en verblijf zijn overeengekomen. Aangezien L’TUR ten behoeve van het vervoer enkel stoelen aan boord van de door Jetairfly.com uitgevoerde vluchten heeft geboekt en geen accommodatie - dat is volgens Jetairfly.com niet mogelijk omdat zij geen pakketreizen verkoopt - is er geen overeenkomst tussen Jetairfly.com en [verzoekster] c.s. tot stand gekomen, is zij geen contractpartij van [verzoekster] c.s. en kan zij in casu niet in rechte worden betrokken.
4.3.1.
Indien en voor zover zou worden geoordeeld dat wel sprake is van een overeenkomst tussen [verzoekster] c.s. en Jetairfly.com dan dient deze als een vervoersovereenkomst te worden gekwalificeerd. Op grond het bepaalde in artikel 17 lid 3 Brussel I bis in samenhang bezien met artikel 4 Brussel I bis komt de rechtbank Limburg dan evenmin bevoegdheid toe, aldus Jetairfly.com.
4.4.
Met inachtneming van de vaststaande feiten oordeelt de kantonrechter als volgt.
4.4.1.
Vaststaat dat [verzoekster] c.s. hun reis via L’TUR hebben geboekt die op haar beurt een vlucht bij Jetairfly.com heeft geboekt en een verblijf in Hotel Riu Lupita. De overeenkomst tussen [verzoekster] c.s. en L’TUR kan niet anders worden uitgelegd dan dat L’TUR in het kader van een bijzondere volmacht van [verzoekster] c.s. in één pakket voor en namens [verzoekster] c.s. de vlucht en het verblijf met onder andere Jetairfly.com is overeengekomen. Bij de uitlegging van artikel 17 lid 3 Brussel I bis dient rekening te worden gehouden met de overeenkomstige bepaling in Verordening 593/2008 en dient te worden uitgegaan van het begrip “pakketreis” waarnaar deze Verordening verwijst. Hierbij heeft te gelden dat vervoersovereenkomsten, zoals bedoeld in artikel 17 lid 3 Brussel I bis-Verordening, dicht aanleunen tegen die welke beantwoorden aan het begrip “pakketreis” in de zin van Richtlijn 90/314. Een prestatie kan reeds als een “pakket” in de zin van artikel 2 punt 1, van Richtlijn 90/314 worden aangemerkt, indien de combinatie van toeristische diensten die tegen een vaste prijs worden verkocht, twee van de drie in deze bepaling genoemde diensten omvat, namelijk vervoer, logies en niet met vervoer of logies verband houdende toeristische diensten die een significant deel van het pakket uitmaken, en, in de tweede plaats, deze prestatie een periode van meer dan 24 uur beslaat of een overnachting omvat (HvJ EU 30 april 2002, C-400/00).
4.4.2.
Uit de in de vorige volzin genoemde uitspraak volgt dat een situatie mogelijk is waarbij een pakket door een reisbureau is samengesteld uit drie of meer diensten van twee of meer reisondernemingen. In deze uitspraak concludeerde het Hof dat onder het begrip ‘pakketreis’ ook valt wat men noemt ‘dynamic packaging’, een reis die een reisbureau op verzoek en overeenkomstig de specificaties van een consument of een beperkte groep consumenten organiseert, bestaande uit verschillende, door andere reisorganisaties aangeboden, diensten (zie ook Hoge Raad 11 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8510). Deze situatie doet zich in voorliggend geval ook voor. [verzoekster] c.s. hebben via L’TUR een pakket gekocht waarin vervoer en verblijf door twee verschillende aanbieders werden aangeboden voor één prijs. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een overeenkomst waarbij voor één enkele prijs zowel vervoer als verblijf wordt aangeboden, waarbij deze prestatie een periode van meer dan
24 uur beslaat of een overnachting omvat. Nu Jetairfly.com onvoldoende heeft gesteld dat tot een ander oordeel leidt, is door het voldoen aan de verbintenis door [verzoekster] c.s. (het betalen van de pakketreis aan L’TUR) L’TUR in haar hoedanigheid van
gevolmachtigde van [verzoekster] c.s. als het ware tussen [verzoekster] c.s. en, in ieder geval, Jetairfly.com uit gevallen. Uit de processtukken constateert de kantonrechter dat beide partijen bekend zijn met het feit dat L’TUR een reisbureau is dat ook ‘dynamic packaging’ reizen verzorgt. Nu uit de considerans noch uit de wettekst van Brussel I bis volgt dat het vervoer en verblijf met dezelfde partij dient te zijn geboekt als met degene met wie een overeenkomst tot luchtvervoer is gesloten en hier sprake is van een pakketreis, treft de stelling van Jetairfly.com, dat L’TUR geen overeenkomst heeft gesloten met de bij haar andere aangesloten rechtspersonen zoals de Belgische reisorganisator Tui N.V., geen doel en slaagt haarverweer als vermeld in r.o. 4.3. niet. Tegen de achtergrond van het vorenoverwogene slaagt het verweer van Jetairfly.com, dat indien mocht worden geoordeeld dat tussen [verzoekster] c.s. en haar enkel een vervoerovereenkomst is geboekt waardoor het bepaalde in Brussel I bis artikel 17 lid 3 van toepassing is, de rechter van de woonplaats in België bevoegd is, evenmin.
4.5.
Op basis van EU-Verordening 261/2004 is de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, in casu Jetairfly.com, degene die kan worden aangesproken voor financiële compensatie bij langdurige vertraging of annulering. Uit artikel 2 e van deze verordening volgt dat met “pakket” de diensten als gedefinieerd in artikel 2, punt 1 van Richtlijn 90/314 worden verstaan. Op grond van het voorgaande hebben [verzoekster] c.s. de juiste partij (Jetairfly.com) in rechte betrokken.
4.5.1.
Voorop staat de algemene bevoegdheidsregel van artikel 4 van Brussel I bis. Uit de considerans bij Brussel I bis volgt dat in het geval van consumentenovereenkomsten, waarvan hier sprake is, de zwakke partij (de consument) moet worden beschermd door bevoegdheidsregels die gunstiger zijn voor haar belangen dan de algemene regels. Aangezien [verzoekster] c.s. een zogenoemde pakketreis hebben geboekt doet zich de in art. 17 lid 3 vermelde uitzondering niet voor en heeft de consument een keuzemogelijkheid als vermeld in art. 18 lid 1 Brussel I bis. In de onderwerpelijke procedure hebben [verzoekster] c.s. hun vorderingen tegen Jetairfly.com voor het gerecht van hun woonplaats ingesteld en komt de Rechtbank Limburg om die reden bevoegdheid toe.
4.6.
Aangezien Jetairfly.com het bevoegdheidsincident heeft opgeworpen en inhoudelijk nog niet heeft geantwoord zal de kantonrechter haar daartoe in de gelegenheid stellen. Jetairfly.com wordt daarbij tevens in de gelegenheid gesteld om zich over het toepasselijke recht uit te laten. [verzoekster] c.s. zullen daarna in nog in de gelegenheid worden gesteld om zich over het toepasselijke recht uit te laten.
4.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

5.1.
verklaart zich bevoegd om van de ingestelde vordering kennis te nemen,
5.2.
stelt Jetairfly.com in de gelegenheid om binnen zes weken na heden inhoudelijk op de vordering in te gaan en zich daarbij uit te laten over het recht dat volgens haar van toepassing is,
5.3.
stelt [verzoekster] c.s. in de gelegenheid om binnen veertien dagen nadat Jetairfly.com zich over het toepasselijke recht heeft uitgelaten, daarop te reageren,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gewezen door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in
aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken. [1]
TY

Voetnoten

1.type: TY