In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg te Maastricht is behandeld, betreft het een erfrechtelijke verdeling waarbij een deskundige benoemd moest worden. De procedure begon met een tussenvonnis op 7 december 2016, waarin de rechtbank partijen de gelegenheid gaf om zich uit te laten over het voorschot van de beoogde deskundige A. Zinken. De gedaagde in conventie maakte bezwaar tegen deze deskundige, omdat deze in het verleden door de eiseres was ingeschakeld. De rechtbank besloot daarop een andere deskundige, M. Groeneveld van GNM Makelaardij, te benoemen. De deskundige werd gevraagd om de waarde van verschillende onroerende zaken te taxeren en de kosten van het onderzoek te begroten.
De rechtbank stelde het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 1.815,00, inclusief btw, en bepaalde dat dit bedrag door partijen gezamenlijk vanaf hun bankrekening moest worden voldaan. De rechtbank benadrukte dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij ook verplicht zijn om de deskundige toegang te verlenen tot de benodigde plaatsen voor het onderzoek. De deskundige diende binnen twee maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport in te dienen, waarin ook de opmerkingen van partijen over het conceptrapport moesten worden verwerkt.
De rechtbank verklaarde de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad en hield verdere beslissingen aan. Dit vonnis is op 1 februari 2017 gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.