ECLI:NL:RBLIM:2017:12107

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
11 december 2017
Zaaknummer
6452547 \ CV EXPL 17-8719
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de rol van de bewindvoerder in civiele procedures en de toewijzing van vorderingen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 13 december 2017, is de rechtspersoon INFOSCORE FINANCE GMBH, gevestigd te Baden-Baden, Duitsland, als eisende partij opgetreden, vertegenwoordigd door YARDS Deurwaardersdiensten BV. De gedaagde partij, aangeduid als [X], fungeert als bewindvoerster over de goederen van de gedaagde, die in deze procedure is betrokken. De eisende partij vordert betaling van € 145,84, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat de bewindvoerder niet gedagvaard is, waardoor de eisende partij niet ontvankelijk zou zijn.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad, waarin is vastgesteld dat een bewindvoerder die in rechte verschijnt, als formele procespartij wordt aangemerkt. Dit betekent dat het verweer van de gedaagde partij niet kan slagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de vordering heeft erkend of niet heeft betwist, waardoor de vordering kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft ook overwogen dat, ondanks de zware schuldenlast van de gedaagde partij, de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar zijn, omdat het verzuim is ingetreden en aanmaningen zijn verzonden.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van de eisende partij begroot op € 260,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Rijksen in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6452547 \ CV EXPL 17-8719
Vonnis van de kantonrechter van 13 december 2017
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht INFOSCORE FINANCE GMBH,
gevestigd te Baden-Baden, Duitsland,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde partij] ,h.o.d.n. Compass, in haar hoedanigheid van bewindvoerster over de goederen van
[X],
[postadres gedaagde partij]
,
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 145,84, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Gedaagde partij voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Gedaagde partij heeft aangevoerd om eisende partij niet ontvankelijk te verklaren omdat de bewindvoerder niet gedagvaard is. Het bewind is geregistreerd in het algemeen toegankelijk bewindregister, zodat eisende partij van het bewind had kunnen weten.
3.2.
De kantonrechter verwijst naar de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 7 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:525). In deze uitspraak heeft de Hoge Raad een aantal prejudiciële vragen beantwoord en aangegeven dat de bewindvoerder die in rechte verschijnt in een procedure waarin de rechthebbende zelf is gedagvaard, als formele procespartij heeft te gelden. Het op dit punt door gedaagde partij gevoerde verweer treft daarom geen doel.
3.3.
Gedaagde partij heeft de vordering erkend dan wel niet betwist, zodat deze kan worden toegewezen. Gedaagde partij geeft aan dat [X] met een zware schuldenlast kampt en vraagt daarom geen rente of buitengerechtelijke incassokosten toe te wijzen.
De kantonrechter overweegt als volgt. Als niet betwist staat vast dat [X] de betalingstermijn van de factuur d.d. 12 april 2016 heeft laten verstrijken en dat verzuim is ingetreden. De wettelijke rente is daarom verschuldigd.
Dit geldt eveneens voor de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Nu een aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 BW is verzonden, zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar.
Hoewel de kantonrechter oog heeft voor de financiële omstandigheden van [X] , staat dit toewijzing van rente en incassokosten niet in de weg.
3.4.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
3.5.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 83,54
  • griffierecht 117,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 260,54
3.6.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 145,84, vermeerderd met de wettelijke rente over € 102,79 vanaf 16 oktober 2017 tot aan de voldoening,
4.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 260,54,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: