ECLI:NL:RBLIM:2017:1090

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 februari 2017
Publicatiedatum
8 februari 2017
Zaaknummer
5648269 BR VERZ 17-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing vereffening nalatenschap en vaststelling loon vereffenaar

Op 7 februari 2017 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven inzake de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon, hierna te noemen de erflater. De verzoekers, beiden kantoor houdende te Rosmalen, zijn benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van de erflater na de verwerping van de nalatenschap door de in artikel 4:206 BW genoemde personen. De erflater is op 9 november 2015 overleden en zijn stoffelijk overschot is aangetroffen in Heerlen. De activa van de nalatenschap zijn nihil, terwijl de passiva € 41.151,05 bedragen. De verzoekers hebben verzocht om de opheffing van de vereffening, vaststelling van de vereffeningskosten en om het griffierecht ten laste van de Staat te brengen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffeningskosten het actief ruimschoots overtreffen, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van een insolvente nalatenschap. Hierdoor is het verzoek tot opheffing van de vereffening ingewilligd. De kantonrechter heeft de vereffeningskosten vastgesteld op € 4.037,41, bestaande uit € 2.081,20 aan loon van de vereffenaars, € 91,31 aan reiskosten en € 1.864,90 aan overige vereffeningskosten. Tevens is besloten om het griffierecht van € 78,00 ten laste van de Staat te brengen, in overeenstemming met de kosteloze behandeling van een faillissement en de regeling van de kosteloze vereffening.

De kantonrechter heeft verder bepaald dat de opheffing van de vereffening gepubliceerd dient te worden in de (digitale) Staatscourant en dat de griffier zorgdraagt voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister. De beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zaaknr: 5648269 BR VERZ 17-12
Beschikking van 7 februari 2017
inzake
[verzoeker sub 1]en
[verzoeker sub 2] ,
beiden kantoor houdende te Rosmalen, Edelweisstraat 5,
verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 13 januari 2017 is een verzoekschrift met bijlagen ontvangen door tussenkomst van mr. P. van der Wal.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald op heden.

2.Het verzoek

2.1.
Uit het verzoekschrift en de bijlagen blijkt het volgende:
- op 9 november 2015 is te Heerlen het stoffelijk overschot aangetroffen van [erflater] (verder te noemen: de erflater) laatstelijk wonende te Heerlen;
- de
voor zover bekendin artikel 4:206 BW genoemde personen, hebben de nalatenschap verworpen;
- bij beschikking van deze rechtbank van 26 januari 2016 zijn verzoekers tot vereffenaar van de nalatenschap van de erflater benoemd;
- de hypotheekhouder heeft het recht van parate executie uitgeoefend ter zake het tot de nalatenschap van erflater behorend onroerend goed;
- de activa van de nalatenschap bedraagt thans nihil en de passiva € 41.151,05;
- verzoekers vragen opheffing van de vereffening van de nalatenschap, vaststelling van de vereffeningskosten en om het griffierecht ten laste van de Staat te brengen.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter concludeert uit het verzoek en de daarbij ingezonden stukken dat de vereffeningskosten het actief ruimschoots overtreffen zodat er sprake is van een insolvente nalatenschap. Hierdoor kan het verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap ingewilligd worden en wordt het verzoek, om proceseconomische redenen, niet ter mondelinge behandeling behandeld.
3.2.
De kantonrechter zal de vereffeningskosten op € 4.037,41 vaststellen en uitsplitsen in
€ 2.081,20 aan loon van de vereffenaars (inclusief btw) € 91,31 aan reiskosten en € 1.864,90 aan overige vereffeningskosten.
3.3.
In dit kader acht de kantonrechter het eveneens dienstig om ten aanzien van het onderhavige verzoek over te gaan tot analoge toepassing van art. 17 Fw met betrekking tot het in rekening gebrachte griffierecht van € 78,00. In aanmerking genomen de overeenkomsten tussen de in art. 16 Fw geregelde kosteloze behandeling van een faillissement en de regeling van de kosteloze vereffening c.q. opheffing van de vereffening van een nalatenschap ex art. 4:209 BW, ziet de kantonrechter aanleiding het berekende griffierecht van het onderhavige verzoek ten laste van de Staat te brengen weshalve het niet in opgemelde vereffeningskosten is verdisconteerd.
3.4.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:209 lid 4 BW juncto 4:206 lid 6 BW dienen verzoekers de nader uit te spreken opheffing van de vereffening van deze nalatenschap te publiceren in de (digitale) Staatscourant waarvan de kosten nihil zijn.
3.5.
De griffier zal zorgdragen voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
stelt het totaalbedrag van de vereffeningskosten vast op € 4.037,41 waarin begrepen € 2.081,20 aan loon van de vereffenaars (inclusief btw) € 91,31 aan reiskosten en € 1.864,90 aan overige vereffeningskosten,
4.2.
beveelt de verzochte opheffing van de vereffening van de nalatenschap van [erflater] ,
4.3.
draagt verzoekers, in hun hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater] , op de opheffing van deze vereffening bekend te maken in de (digitale) Nederlandse Staatscourant,
4.4.
bepaalt dat het aan dit verzoek verbonden griffierecht ten laste van de Staat komt,
4.5.
gelast de griffier om deze beschikking in het boedelregister in te schrijven,
4.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
type:TY